6. 1. Interview elkaar
2. Presenteer aan de groep de andere persoon, gebruik
hierbij je creativiteit! Bijvoorbeeld:
◦ Aan de hand van de sleutelbos
◦ Aan de hand van de telefoon
◦ Teken de antwoorden
◦ Teken kenmerken per persoon en de laat de groep raden wat
ze betekenen.
10. leer (de; v(m)) 1lering, les2het leerling-zijn: ergens
in de leer zijn om een vak te leren3aantal regels
die een afgesloten geheel vormen; = stelsel: niet
zuiver in de leer zijn niet orthodox 2leer (de; v(m);
meervoud: leren) 1ladder 3leer, le·der (het; o)
1bewerkte dierenhuid2leren voorwerp¶van leer
trekken tekeergaan 1le·ren (leerde, heeft geleerd)
1onderwijs geven; = onderwijzen: een kind leren
schrijven2vaardigheid in iets krijgen: een taal
leren3in het geheugen opnemen: een les
leren4zich kennis of vaardigheid proberen eigen te
maken; = studeren: leren voor onderwijzer
2le·ren, le·de·ren (bijvoeglijk naamwoord) 1
11. Zoek zelf een aantal definities van leren.
Wat vind je?
10 minuten…
12. Algemene kenmerken opleiding
• Duaal: werken en studie geïntegreerd
• Gericht op het verwerven van de
bekwaamheidseisen
• Methodiek: producerend leren
13. Elementen duale opleiding
• Wisselwerking werkdeel onderwijsdeel
• Wisselwerking producerend leren flankerend
leren
• coach op de werkplek Fontys-opleider
• De contactbijeenkomst
14. Domeinen:
aandachtsgebieden instructeur
1. Ontwerpen en organiseren van leren
2. Begeleiden van leer- en onderwijssituaties
3. Participeren in de organisatie
4. Omgaan met pedagogische, maatschappelijke
en ethische situaties
5. Persoonlijke ontwikkeling: algemene,
professionele vaardigheden
15. Bekwaamheidseisen:
1. Stemt onderwijsactiviteiten af met betrokkenen
2. Bereidt de uitvoering van onderwijsactiviteiten
voor
3. Voert voorwaardelijke werkzaamheden uit
4. Voert onderwijsactiviteiten uit
5. Zorgt voor een veilige leeromgeving
6. Ondersteunt bij het beoordelen en examineren van
studenten
7. Evalueert de werkzaamheden
8. Werkt aan deskundigheidsbevordering
9. Werkt aan het bevorderen en bewaken van de
kwaliteitszorg
16. Beroepsproducten (blz. 26)
Er wordt gewerkt aan de volgende producten:
• Instructie en lesopnames (3)
• Begeleiden (2)
• Klasmanagement en de krachtige leeromgeving (1)
• Participeren in de organisatie (1)
• Professionalisering (2)
17. Hoofdlijn studievolgsysteem
1. Start-assessment beroepscomponent
2. Studiewerkplan, Persoonlijk Ontwikkelingsplan
(pop)
3. Begeleiding, monitoring op de werkplek,
voortgangsgesprekken op de werkplek
4. Assessment (zie volgende dia)
18. Assessments
1. Performance assessment op de werkplek
2. Reflectie assessment middels een portfolio
(Digitaal)
3. Presentatie assessment in de groep, op basis
van verrichte werkzaamheden en literatuurstudie
19. Taken van de coach
- Helpen bij het opstellen pop en pap
- Begeleiden bij het werken aan de producten
- Begeleiden bij reflectie
- Begeleiden bij het samenstellen van het portfolio
- Begeleiden bij het voorbereiden van het
assessment op de werkplek
- Aanwezig bij het assessment en de nabespreking
- Eindgesprek en beoordeling van de competenties
20. Contactbijeenkomsten
• Voor de koffiepauze:
Dagverslag
Terugblik op de week
• Na de koffiepauze:
Flankerend leren:
thema’s uit het opleidingsprogramma
• Na de lunch:
Werken aan (groeps)opdrachten
Individuele gesprekken met docent
Bekijken van lesopnames
21. Praktische zaken
- Lesdagen: elke donderdag, of mentorcirkel
- Mentorcirkel wordt in de derde lesdag gevormd
- Afmelden: telefoon / mail / whatsapp
- Logboek schrijven, elke week, interessante
ervaringen op werkplek, maar eventueel ook thuis
- Ideeën bedenken voor beroepsproducten
22. Opdrachten
Nu:
- Start-assessment (wie ben ik, zie opleidingsgids (blz. 44 e.v.), wat wil ik
leren, wat is voor mij belangrijk)
- Bekwaamheidseisen en gedrag bespreken in groep
Voor volgende keer:
- Bekwaamheidseisen lijst invullen (blz 49 e.v.) (jij eerst, later de
coach)
- Brainstormen over beroepsproducten
- Voorwerp meenemen dat symbool staat voor je
keuze voor het onderwijs en je gedachtes over goed
onderwijs