SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  85
Télécharger pour lire hors ligne
RENOVATIEBLOG
Nv Mathieu Gijbels


Auteur renovatieblog:
Joël Melaerts
Commercieel directeur en renovatiespecialist
nv Mathieu Gijbels
renovatieblog.gijbels.be
joel.melaerts.blogt@gijbels.be


                                               1
RENOVATIEBLOG. QUID?
Renovatieblog over bedrijfsgebouwen
In 2011 startte onze commercieel directeur en renovatiespecialist, Joël Melaerts, met een renovatieblog voor
Mathieu Gijbels. Een blog 100% gewijd aan de renovatie van bedrijfsgebouwen. Waarom deze blog? Gewoon
omdat we over zoveel informatie beschikken die een antwoord biedt op vragen van onze klanten die wij heel vaak
tegenkomen.

Tegenwoordig wordt voortdurend gekeken hoe we nieuwe gebouwen energiezuiniger en performanter kunnen
maken. Men vergeet hierbij dat nieuwe gebouwen slechts een minderheid vormen van het totale patrimonium. We
kunnen dus veel grotere winsten boeken door bestaande gebouwen grondig aan te pakken. Het energieaspect
speelt hierin een belangrijke, maar zeker niet de enige rol. Het renoveren van een bedrijfsgebouw doe je ook
voor je personeel, voor je klanten én bovenal voor de rendabiliteit van je bedrijf. Of dat geld kost? Uiteraard,
maar niet renoveren kost je veel meer geld.

Doel renovatieblog
Met deze renovatie blog hebben we slechts één doel voor ogen. U nuttige en concrete informatie verschaffen over
waarom en hoe de renovatie van een bedrijfsgebouw moet aangepakt worden. Dat zullen we doen aan de hand
van nuttige tips, technisch advies, getuigenissen, enz.

Vragen suggesties, kritische opmerkingen, alles is welkom! Samen kunnen we van deze renovatie blog een nuttig
werkinstrument maken volledig in het teken van de renovatie van bedrijfsgebouwen.

Contacteer ons gerust via info@gijbels.be op +32 (0) 89 819 100 of via de sociale netwerken.

  twitter.com/mathieugijbels
  facebook.com/nvMathieuGijbels



                                                                                                      Renovatieblog: introductie
“Wat mag mag je in deze white paper nuallemaal verwachten?
     “Wat je in deze presentatie nu allemaal verwachten?
Wel, Wel, we hebben mijn gepubliceerde blogartikels voor je je
      we hebben al al mijn gepubliceerde blogartikels voor
verzameld en en gebundeld in dezewhite paper. En uiteraard
     verzameld gebundeld in deze presentatie. En uiteraard
zullen we deze presentatieregelmatig updaten met de met de
           zullen we deze ook ook regelmatig updaten
                       nieuwste blogartikels.
                    nieuwste blogartikels.
               We wensen je alvast veel leesplezier!”
                                                  Joël Melaerts.
           We wensen je alvast veel leesplezier!”

                                   Joël Melaerts.
INHOUDSOPGAVE


1   EEN RENOVATIE BETAALT ZICH OP VERSCHILLENDE MANIEREN TERUG. Pag 5.



2   OPEN LANDSCHAPSKANTOOR OF TRADITIONELE KANTOORVERDELING? Pag 7.



3   WAAROM GEWOON RENOVEREN ALS HET OOK PASSIEF KAN? Pag 10.



4   SPAARLAMPEN VORMEN SLECHTS EEN TWEEDE STAP IN BESPARING OP VERLICHTING. Pag 13.



5   HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN TEGEN HITTE – DEEL 1. Pag 15.



6   HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN TEGEN HITTE – DEEL 2. Pag 18.




                                                                                      Renovatieblog: inhoudsopgave
INHOUDSOPGAVE


7    ENERGIE-AUDIT: SPECIALISTENWERK OF KAN IK ZELF EERSTE STAPPEN ZETTEN?. Pag 21.



8    OUT-OF-THE-BOX: WONEN IN EEN WATERTOREN Pag 26.



9    AFBREKEN OF NIET AFBREKEN? Pag 28.



10   OOK VOOR RENOVEREN GELDT: METEN IS WETEN. Pag 30.



11   GEEN VENTILATIE IS BETER EN GEZONDER DAN SLECHTE VENTILATIE. Pag 32.



12   WAT KAN DE WINTERTIJD MIJ LEREN OVER MIJN RENOVATIE? Pag 34.




                                                                                      Renovatieblog: inhoudsopgave
INHOUDSOPGAVE


13   PV-PANELEN OF DAKDICHTINGSBANEN MET GEÏNTEGREERDE PV-CELLEN?. Pag 38.



14   BRANDVEILIG RENOVEREN, ALLESBEHALVE EEN OVERBODIGE LUXE Pag 41.



15   HOE VOORKOMEN DAT PLEISTERWERK TRANSFORMEERT VAN EYECATCHER TOT DOORN IN HET OOG? Pag 44.



16   MOET JE BANG ZIJN VOOR DE SNEEUW OP JOUW BEDRIJFSGEBOUW?. Pag 46.



17   WAAROM STROOM EN WARMTE APART OPWEKKEN ALS HET OOK SAMEN KAN? Pag 48.



18   WAAROM DE STRENGERE EPB-NORMEN NIET METEEN EEN DRAMA HOEVEN ZIJN. Pag 52.




                                                                                           Renovatieblog: inhoudsopgave
INHOUDSOPGAVE


19   OPTOPPEN, MAG HET EEN VERDIEPING MEER ZIJN? Pag 74



20   DE EEUWIGE DISCUSSIE: RENOVEREN OF BOUWEN MET BETON OF STAAL? Pag 58.



21   BOUWTEAMS: MEER SNELHEID, MINDER RISICO’S. OOK BIJ RENOVATIES Pag 61.



22   WORDT JOUW BEDRIJFSGEBOUW OOK EEN BREEAM-GEBOUW? Pag 63



23   NIEUWE BLIKVANGER OP HET INDUSTRIETERREIN TE LUMMEN Pag 67.



24   QUICK TE FLEMALLE KAAPT MERCURIUS PRIJS VAN COMEOS WEG. Pag 71.




                                                                             Renovatieblog: inhoudsopgave
INHOUDSOPGAVE


25   EEN GROOT MAAKT VELE KLEINTJES. Pag 55.



26   GEVELRENOVATIE: EEN ‘MAKE OVER’ DIE GEZIEN MAG WORDEN Pag 77.



27   INTERNE RENOVATIES EFFENEN DE WEG NAAR EEN BETERE WORK FLOW Pag 81.




                                                                           Renovatieblog: inhoudsopgave
1. EEN RENOVATIE BETAALT ZICH OP
VERSCHILLENDE MANIEREN TERUG.
Waarom renoveren?
Er zijn duizend en een redenen om te renoveren, maar er is voor veel ondernemers één belangrijke reden om het
niet te doen: de kostprijs. Nochtans mag je dat niet te kortzichtig bekijken, want een renovatie verdien je op
verschillende manieren terug. Eerst en vooral al door subsidies van de overheid. Een niet te onderschatten
cadeau dat je misloopt wanneer je geen werk maakt van een verbetering van je gebouwenpatrimonium. Fiscaal
doe je er ook je voordeel mee.

Zeker als je van de renovatie ook gebruik maakt om je energieverbruik in te dammen – en waarom zou je dat niet
doen? – maak je aanspraak op een hele rist fiscale premies en subidies. Het zijn er zo veel en per regio, provincie en
gemeente zijn de verschillen zo groot dat het als bouwheer niet evident is om het bos tussen de bomen te zien. Als
je voor je renovatie in zee gaat met een betrouwbare partner, zal hij je daar zeker in kunnen adviseren. Bij Mathieu
Gijbels beschouwen we het alleszins als onze taak om onze klanten te gidsen in dat hele kluwen van subsidies en
premies.

Een heel handig hulpmiddel om in één oogopslag te zien waar je eventueel recht op hebt is de website
www.energiesparen.be. Via deze link kom je op module terecht. In de linkse kolom wel eerst aangeven of je een
KMO of een industrieel bedrijf vertegenwoordigt. Als je vervolgens je gemeente of postnummer invult en op
zoeken klikt, krijg je het overzicht van alle mogelijke subsidies met een link naar meer uitleg hierover.




                                                                 Renovatieblog: Een renovatie betaalt zich op verschillende manier terug
1. EEN RENOVATIE BETAALT ZICH OP
VERSCHILLENDE MANIEREN TERUG.
Hogere waarde van je bedrijfsgebouw
Op langere termijn vertaalt de renovatie zich ook nog in een hogere waarde van je gebouw. In de meeste gevallen
zal de hogere prijs die je krijgt bij de verkoop zelfs merkelijk hoger liggen dan het investeringsbedrag voor de
renovatie. Toegegeven, dit laatste argument speelt voor de meeste bedrijfsleiders geen doorslaggevende rol,
simpelweg omdat ze niet van plan zijn hun pand te verkopen, zeker niet wanneer dat pas gerenoveerd is. Wat ze
hierbij uit het oog verliezen is dat je zeker vanuit bedrijfseconomisch standpunt alles op lange termijn moet zien en
dat je onmogelijk kan voorzien wat de toekomst brengen zal. Wordt het bedrijf op termijn overgenomen door een
grotere groep, krijgt het bedrijf door pech of door veranderende marktsituaties een serieuze knauw of – laat het
ons hopen – gaat het zo goed met de zaken dat de onderneming uit zijn voegen barst zodat je toch op zoek moet
naar een nieuwe locatie?

In al deze gevallen – en dat komt meer voor dan men denkt – zullen de waarde en de mogelijkheden van het
gebouw een belangrijk item worden bij eender welk scenario. Als je dan kan uitpakken met een performant
bedrijfsgebouw dat vrij recent een kwaliteitsvolle renovatie ondergaan heeft, zal je veel sterker in je schoenen
staan en zal je gemakkelijk de kosten van de investering kunnen verzilveren.

Tel al die factoren op en je kan maar één ding besluiten: renoveren kost op korte termijn geld, maar niet renoveren
kost je nog veel meer op lange termijn.




                                                                 Renovatieblog: Een renovatie betaalt zich op verschillende manier terug
2. OPEN LANDSCHAPSKANTOOR OF
TRADITIONELE KANTOORVERDELING?
Open landschapskantoren
Vroeger had een bediende vaak, al dan niet samen met een collega, zijn/haar eigen kantoor waardoor iedereen min
of meer op zijn eigen eiland leefde. Daar is men de jongste decennia wat van afgestapt door te opteren voor open
landschapskantoren. Het leidde tot meer openheid en onderlinge contacten, maar er zijn ook nadelen aan
verbonden waardoor sommigen willen teruggrijpen naar de oude indeling.
Nuttig dus om de twee opties naast elkaar te plaatsen en om te kijken of er geen gulden middenweg is of een optie
die de voordelen van de twee combineert.




                                                             Renovatieblog: Open landschapskantoor of traditionele kantoorverdeling?
2. OPEN LANDSCHAPSKANTOOR OF
TRADITIONELE KANTOORVERDELING?
De voordelen van een landschapskantoor liggen voor de hand

  Een betere bereikbaarheid van de medewerkers

  Lichtinval; als je werkt met automatische sturing van de verlichting > levert het een behoorlijke besparing op
  van verbruik

  Een compactere bezetting en dus betere benutting van de ruimte; 10 à 15%

   Een vlottere onderlinge communicatie. Verder zijn ook meerdere mensen op de hoogte van verschillende
  lopende dossiers.

  Gemakkelijker sterke en directe mondelinge interacties zijn mogelijk

  Een lagere inrichtingskost: 15 à 20%

  De aanwezigheid van medewerkers kan in een oogopslag worden vastgesteld.




                                                              Renovatieblog: Open landschapskantoor of traditionele kantoorverdeling?
2. OPEN LANDSCHAPSKANTOOR OF
TRADITIONELE KANTOORVERDELING?
Anderzijds mag je ook niet blind – of doof – blijven voor de nadelen

  Landschapskantoren resulteren in een grotere geluidsoverlast vanwege de vele geluidsbronnen (telefoon,
  gesprekken, printers en faxen,…).

  Elke bediende heeft slechts een beperkte persoonlijke ruimte en velen vinden het vermoeiend om er
  geconcentreerd te werken.

  De werkplekken zien er op het eerste gezicht ‘gelijkwaardig’ uit, maar schijn bedriegt. Sommige werkplekken
  bevinden zich vlak bij een doorgang, andere vlak bij een raam, de ene zone heeft meer te kampen met lawaai
  dan de andere, de ene werkplek is frisser dan de andere, de privacy is beter bij de ene werkplek dan bij de
  andere, enz.

   Het credo van “iedereen gelijk” gaat dus niet altijd op voor landschapskantoren en dat kan tot onderlinge
  twisten leiden. Veel meer dan bij de traditionele kantoren, vermits het veel gemakkelijker is om in een
  landschapskantoor van plaats te verwisselen dan wanneer twee collega’s moeten wisselen van kantoor.




                                                               Renovatieblog: Open landschapskantoor of traditionele kantoorverdeling?
2. OPEN LANDSCHAPSKANTOOR OF
TRADITIONELE KANTOORVERDELING?
The best of both worlds
Ideaal is dat je van elke optie de voordelen overhoudt en de nadelen tracht uit te schakelen en dat is tot op zekere
hoogte mogelijk. Een klassieke kantoorverdeling kan wel degelijk gecombineerd worden met het
landschapskantoor.

Gebruik glazen scheidingswanden
In plaats van ondoorzichtige scheidingswanden kan er met glazen wanden gewerkt worden. Het doorzicht en de
lichttoetreding blijven behouden, er is een stillere werkomgeving en het is mogelijk om vertrouwelijke gesprekken
te voeren zonder luistervinken. Bijkomend voordeel is dat voor de verwarming en de verlichting de ruimten
afzonderlijk regelbaar zijn. Dit principe hebben we bijvoorbeeld toegepast bij onze klant Drukkerij VD in Temse
waarvoor we het kantoorgedeelte mochten renoveren.

Kortom, het landschapskantoor blijft actueel maar wordt aangepast binnen zijn context.




Foto’s: Drukkerij VD, Temse




                                                                 Renovatieblog: Open landschapskantoor of traditionele kantoorverdeling?
3. WAAROM GEWOON RENOVEREN ALS
HET OOK PASSIEF KAN?
Passieve renovatie
Een tijd geleden heb ik een interessant artikel gelezen in De Tijd over een kantoorgebouw op de Louizalaan in
Brussel dat op passieve wijze gerenoveerd werd. Het toont aan dat het inzicht en de wil om energiezuinig en
passief te bouwen (of verbouwen) vaak niet aanwezig is bij het begin van een project, maar wel gaandeweg de kop
opsteekt. En dat de kloof tussen een ‘traditionele’ renovatie en een groene passief renovatie niet zo groot is als men
vaak denkt.

In het voorbeeld uit het artikel van De Tijd zag de eigenaar het project vooral als een opsmukbeurt van de gevel en
een opwaardering van de toiletten en het sanitair. Het architectenbureau A2M dat steevast de kaart van
passiefbouw trekt, heeft hem ervan kunnen overtuigen de lat hoger te leggen en te gaan voor een passief
renovatie. Dat ging niet zonder slag of stoot, maar nu beseft de eigenaar dat hij op termijn – en zelfs niet zo’n heel
lange termijn – winnaar is door de architect te volgen in zijn denkwijze.

Zeker in dit geval viel de meerkost voor passiefbouw best mee omdat het gebouw aan twee zijden geflankeerd
wordt door andere bedrijfsgebouwen. Deze gebouwen vormen een warmte- en koudebuffer voor elkaar en
bezorgen elkaar gratis warmte en koelte. Een heel verschil natuurlijk met vrijstaande gebouwen die meer energie
vergen om een aangenaam klimaat te creëren.




                                                                      Renovatieblog: Waarom gewoon renoveren als het ook passief kan?
3. WAAROM GEWOON RENOVEREN ALS
HET OOK PASSIEF KAN?
Isolatiedikte
Waar normaal de isolatiedikte moet opgedreven worden van 15 tot 20 à 30 cm om aan de passiefstandaard te
voldoen, bleek hier een dikte van 15 cm in combinatie met een degelijke dubbele beglazing – driedubbele was niet
nodig – en een ventilatiesysteem met warmteterugwinning voldoende om er een passief gebouw van te maken.
Projectontwikkelaar Widnell berekende dat de meerkost voor de passiefbouw slechts 10 à 15% bedraagt ten
opzichte van een traditionele renovatie en dat deze investering zich gemakkelijk terugverdient op 5 à 10 jaar.

Toekomstige normen
Een belangrijke troef van deze aanpak die zeker niet uit het oog verloren mag worden, is dat dit gebouw nu al
voldoet aan de normen die binnen 10 à 15 jaar opgelegd zullen worden. Er zal met andere woorden geen extra
investering nodig zijn om het gebouw aan te passen aan nieuwe eisen. Wat wel zo zal zijn voor veel gebouwen die
nu net aan de huidige normen voldoen.
Waasland Automotive, "The Green Drive“

Vooruit denken en duurzaam bouwen vereist dat je als eigenaar, ontwerper en aannemer de lat zo hoog mogelijk
moet leggen. De meerprijs hiervan weegt niet op tegen de onmiskenbare voordelen op lange termijn.




                                                                  Renovatieblog: Waarom gewoon renoveren als het ook passief kan?
4. SPAARLAMPEN VORMEN SLECHTS EEN
2DE STAP IN BESPARING OP VERLICHTING.
Meten is weten
Meten is weten en dat leidt – hopelijk – ook tot handelen. Zeker zo voor verlichting, een zwaar onderschatte post
binnen het energiehuishouden van bedrijfsgebouwen. Een goede tip voor de overheid om bedrijfsleiders te
stimuleren om te investeren in energiezuinige verlichting? Laat ze bij de eindafrekening bij benadering weten
hoeveel euro’s zij uitgegeven hebben aan verlichting.

Jij zou wellicht ook versteld staan van het bedrag dat je jaarlijks moet ophoesten om voldoende licht in jouw
gebouw te brengen. Het Nederlandse Senter Novem heeft berekend hoeveel procent van het totale
energieverbruik naar verlichting gaat. Voor kantoren is dat maar liefst 22% en voor scholen kan dit oplopen tot
27%.

Tijd dus om daar wat aan te doen. Zeker als je jouw bedrijfsgebouw gaat renoveren, zou het zonde zijn om ook je
verlichtingsplan niet aan een grondige analyse te onderwerpen. Als er al een ‘verlichtingsplan’ bestaat, want
verlichting is jammer genoeg een aspect dat al te vaak niet op een systematische wijze benaderd wordt, maar
eerder als een aaneenschakeling van one shots.

Aanpak?
Beseffen dat je op vlak van energie en geld kan uitsparen, is al een eerste belangrijke stap in de goede richting.
Maar hoe ga je dit concreet aanpakken? Is de overschakeling op spaarlampen dé enige zaligmakende oplossing?
Absoluut niet. Het staat natuurlijk buiten kijf dat je heel wat energie kan besparen met spaarlampen, maar
anderzijds zijn er ook nadelen aan spaarlampen verbonden en mag je alle spaarlampen niet allemaal over dezelfde
kam scheren.




                                                  Renovatieblog: Spaarlampen vormen slechts een tweede stap in besparing op verlichting.
4. SPAARLAMPEN VORMEN SLECHTS EEN
2DE STAP IN BESPARING OP VERLICHTING.
Gebruik daglicht optimaal
Er is echter nog een belangrijke reden waarom je niet alle heil mag verwachten van spaarlampen. Veel beter dan te
kiezen voor energiezuinige verlichting, is de nood aan verlichting zo veel mogelijk uit te schakelen. Hiermee wil ik
zeker niet zeggen dat je je werknemers in het (schemer)donker moet plaatsen. Zeker niet. Een efficiënte verlichting
van de werkvloer is een conditio sine qua non en moet ongeacht het energieaspect dé eerste vereiste blijven.
Energiebesparing mag nooit ten koste van het comfort van je werknemers gaan.
Waar ik wel op doel is dat je kunstverlichting overbodig kan maken door optimaal gebruik te maken van daglicht.
De goedkoopste energie is en blijft de energie die je niet nodig hebt.

Dat zou zeker bij een renovatie een belangrijk uitgangspunt moeten zijn. Zorg dat de vertrekken waar de
belangrijkste activiteiten zich ontplooien zo veel mogelijk kunnen profiteren van het daglicht. Aan zuidgevels mag
je hier natuurlijk ook weer niet te ver in gaan om oververhitting te vermijden.
Zeker aan de noordzijde en in iets mindere mate ook aan de west- en oostgevel hoef je niet te vrezen voor
oververhitting en kan je via een weloverwogen inplanting van de glaspartijen veel daglicht naar binnen halen.
Vergeet ook het dak niet om daglicht naar binnen te halen. Dat kan bijvoorbeeld met lichtstraten.




                                                  Renovatieblog: Spaarlampen vormen slechts een tweede stap in besparing op verlichting.
5. HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN
TEGEN DE HITTE – DEEL 1
Productiviteit neemt af bij onaangenaam hoge temperaturen
Diverse onderzoeken hebben uitgewezen dat de productiviteit en de motivatie danig afnemen bij onaangename
hoge temperaturen. Vroeger lag de oplossing voor de hand: een airco-installatie moest soelaas bieden. Gelukkig
heeft de groeiende aandacht voor duurzaam bouwen ons doen inzien dat dit allesbehalve het enige correcte
antwoord is. Traditionele airconditioning is immers symptoombestrijdend, is een energievreter en kan mogelijk
klachten bij de werknemers (zoals hoofdpijn, irritatie van de ogen, de neus of de keel, …) met zich mee brengen
(het sick building symdroom).

Zoals altijd en zeker vanuit het standpunt van duurzaam en energiezuinig bouwen, is voorkomen beter dan
genezen. En dat is niet eens zo moeilijk. Enige portie gezond verstand zet je zelf op weg naar enkele alternatieve
oplossingen die zeker zo efficiënt zijn en geen of minder energie vergen.




                                                                Renovatieblog: Hoe je gebouw duurzaam wapenen tegen de hitte – deel 1.
5. HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN
TEGEN DE HITTE – DEEL 1
Productiviteit neemt af bij onaangenaam hoge temperaturen
Hoe kunnen we warmtewinsten beperken, en oververhitting vermijden?

Beperk de zonnewinsten doorheen de ramen
Beperk de oppervlakte van de ramen, vooral op het zuiden. Glazen gevels zorgen inderdaad voor veel daglicht,
maar aan de zuidkant is het misschien beter om wat op de rem te gaan staan.
Hou rekening met de oriëntatie van de ramen. Voor kantoren zijn ramen op het oosten het meest aangewezen.
Aangezien de zon in het oosten opkomt, heb je in de voormiddag de zon op het kantoor gericht. Door het feit dat
de zon naar het zuiden draait, heb je later op de dag minder last van opwarming in het kantoor. De ramen op het
noorden richten is minder aangewezen. In de zomer warmt het kantoor inderdaad minder op, maar in de winter
kan je niet meer profiteren van de gratis warmtewinsten door bezonning.

Kies een aangepaste glassoort
Bij zonwerende beglazing wordt een deel van de zonnestraling weerkaatst of geabsorbeerd. Een dergelijke
beglazing laat echter vaak ook minder daglicht door. De keuze voor het glastype is dus een compromis tussen
beperkte zontoetreding met bijhorende opwarming (ZTA of g-waarde = zonnetoetredingsfactor) en voldoende
lichtinval (LTA = lichttransmissiefactor). Het is ook een compromis tussen het beperken van oververhitting in de
zomer en profiteren van (gratis) zonnewinsten in de winter.

Zorg voor een goede beschaduwing van de ramen:
Luifels – screens buiten – loofbomen. In de zomer staat de zon hoog en houdt een luifel al te opdringerige
zonnestralen tegen. In de winter kan je toch genieten van gratis zonnewarmte omdat de zon dan laag staat en
onder de luifel door kan schijnen. Hou er wel rekening mee dat luifels omwille van de bestaande structuur of
omwille van stedenbouwkundige voorschriften niet altijd mogelijk zijn. In de plaats daarvan kan je gebruik maken
van buitenzonnewering.


                                                               Renovatieblog: Hoe je gebouw duurzaam wapenen tegen de hitte – deel 1.
5. HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN
TEGEN DE HITTE – DEEL 1
Wist je dat…
Een efficiënte buitenzonwering de binnentemperatuur op hete dagen met 5 graden kan laten zakken! Om
datzelfde resultaat te boeken, zou een airco-installatie massa’s energie verbruiken. Buitenzonnewering houdt de
zon tegen voor hij de binnenruimte bereikt. Dat is niet zo bij binnenzonnewering die de zon en de warmte pas
tegenhoudt als hij al binnengedrongen is. Een goede zonwering staat of valt met een gebruiksvriendelijke regeling.
Als je de zonwering laat sturen door een zonnesensor, kan je er zeker van zijn dat hij op tijd in werking zal treden,
wat niet het geval is bij een puur manuele bediening. Anderzijds mag je ook niet overdrijven in de automatisering.
Veel werknemers vinden het frustrerend als niet zij maar de weersomstandigheden baas zijn over de bediening van
de zonwering.




                                                               Renovatieblog: Hoe je gebouw duurzaam wapenen tegen de hitte – deel 1.
6. HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN
TEGEN DE HITTE – DEEL 2
Hoe kunnen we warmtewinsten beperken, en oververhitting vermijden?

Beperk indirecte warmtewinsten:
De straling door bezonning wordt door de ondoorzichtige bouwdelen (buitengevels, dak, …) geabsorbeerd.
- Isoleer de bouwdelen zo goed mogelijk. Dit geldt vooral voor het dak, dat vaak de grootste oppervlakte heeft, en
het minst goed geïsoleerd wordt.
- Vermijd donkere, warmte-absorberende materialen. Dit geldt opnieuw vooral voor het dak: zwarte bitumineuze
dakbedekkingen kunnen door zonnestraling temperaturen tot 80° bereiken! Dit kan je vermijden door een
keienlaag op de roofing, of door voor een lichtgekleurde of zelfs reflecterende dakbedekking te kiezen.

Beperk interne warmtewinsten:
In een kantoorgebouw zijn de belangrijkste interne warmtewinsten:
- Verlichting: beperk de warmtewinsten door een correcte dimensionering, juiste keuze van armaturen en een
doorgedreven regeling (aanwezigheidsdetectie, daglichtcompensatie).
- Personeel (100W/persoon): zorg in de mate van het mogelijke voor een goede spreiding van het personeel.
- Apparatuur: kies voor energiezuinige apparaten en zorg voor een goed beheer.




                                                              Renovatieblog: Hoe je gebouw duurzaam wapenen tegen de hitte – deel 2.
6. HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN
TEGEN DE HITTE – DEEL 2
Verwerk warmteoverschotten
Hoe massiever je gebouw, hoe meer warmte je kan bufferen. Vergelijk het met een caravan en een kerk. In een
caravan mag je ’s nachts de ramen open zetten, maar zodra de zon de kop opsteekt, is het koelingseffect weg en
kan het er broeiend heet worden. Niet zo in een oude kerk waar de zware en dikke muren de warmte en de koude
langzaam kunnen opslaan en ’s nachts terug afgeven waardoor de temperaturen veel gematigder zijn.
In lichte (staal)constructies zijn de betonnen vloeren vaak de enige massieve bouwdelen. In vloeren en plafonds
kan de warmte van overdag tijdelijk worden opgeslagen. Door ’s nachts intensief te ventileren met koele
buitenlucht wordt deze warmte terug afgevoerd. Dit werkt efficiënter naarmate de betonnen vloeren meer in
contact zijn met de koele lucht. Valse plafonds of tapijten kunnen dit contact verhinderen. Werk in dit geval bvb
met halfopen of geen plafonds.

Punten om in het oog te houden
Voor structurele aanpassingen aan gevels, waarbij het uitzicht verandert, moet steeds een vergunning
aangevraagd worden. Als luifels, zonwering… niet kunnen geplaatst worden is het steeds mogelijk, mits
bouwvergunning, om te werken met een voorzetconstructie.




                                                              Renovatieblog: Hoe je gebouw duurzaam wapenen tegen de hitte – deel 2.
6. HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN
TEGEN DE HITTE – DEEL 2
Verwerk warmteoverschotten
Hoe massiever je gebouw, hoe meer warmte je kan bufferen. Vergelijk het met een caravan en een kerk. In een
caravan mag je ’s nachts de ramen open zetten, maar zodra de zon de kop opsteekt, is het koelingseffect weg en
kan het er broeiend heet worden. Niet zo in een oude kerk waar de zware en dikke muren de warmte en de koude
langzaam kunnen opslaan en ’s nachts terug afgeven waardoor de temperaturen veel gematigder zijn.
In lichte (staal)constructies zijn de betonnen vloeren vaak de enige massieve bouwdelen. In vloeren en plafonds
kan de warmte van overdag tijdelijk worden opgeslagen. Door ’s nachts intensief te ventileren met koele
buitenlucht wordt deze warmte terug afgevoerd. Dit werkt efficiënter naarmate de betonnen vloeren meer in
contact zijn met de koele lucht. Valse plafonds of tapijten kunnen dit contact verhinderen. Werk in dit geval bvb
met halfopen of geen plafonds.

Punten om in het oog te houden
Voor structurele aanpassingen aan gevels, waarbij het uitzicht verandert, moet steeds een vergunning
aangevraagd worden. Als luifels, zonwering… niet kunnen geplaatst worden is het steeds mogelijk, mits
bouwvergunning, om te werken met een voorzetconstructie.




                                                              Renovatieblog: Hoe je gebouw duurzaam wapenen tegen de hitte – deel 2.
7. ENERGIE-AUDIT: SPECIALISTENWERK OF
KAN IK ZELF DE 1STE STAPPEN ZETTEN?
Meten is weten
Je krijgt pas een duidelijk zicht op de energiezuinigheid van je gebouw als je alles in kaart brengt. Je kan hiervoor
een energieaudit laten uitvoeren door een gespecialiseerd bureau. Als dat correct gebeurt met kennis van zaken,
en het energiehuishouden is voor verbetering vatbaar, zal je dat ongetwijfeld meer opbrengen dan wat je hiervoor
moet betalen.

Niemand kent jouw gebouw echter beter dan jijzelf en daarom raden we je aan dat je voor jezelf al eens een
energieaudit maakt van je gebouw. Je merkt dan al snel of het nuttig is om er extra specialisten bij te halen en jouw
werk zal zeker van pas komen als basis bij de gesprekken.
Hoe ga je hiervoor te werk? Wat kan je zelf doen en wat kan je het best overlaten aan een specialist of
studiebureau?




                                                      Renovatieblog: Energie-audit: specialistenwerk of kan ik zelf de 1ste stappen zetten?.
7. ENERGIE-AUDIT: SPECIALISTENWERK OF
KAN IK ZELF DE 1STE STAPPEN ZETTEN?
Eerste stap:
Stel je de vraag of de verlichting, verwarming en koeling, ventilatie en waterverbruik een aanzienlijke financiële
impact hebben of dat ze een struikelblok vormen in het goed functioneren van het bedrijf? Als dat zo is, moet je
sowieso deze onderdelen aandachtig onder de loep nemen. De basisinformatie die je nodig hebt, is een duidelijk
overzicht van alle kosten per jaar. Zodat je weet wat je gebouw je kost. In absolute cijfers en tov de totale kosten
van je bedrijf.

Verlichting:
Is er permanente kunstverlichting nodig om onder eender welke klimaatomstandigheid de bedrijfsactiviteit te
kunnen blijven uitoefenen? In dat geval is een optimalisatie van de verlichting en de daglichttoetreding een
aanrader. Je kan de elektriciteitsbehoefte sterk inperken door te zorgen voor meer daglicht, door te opteren voor
aangepaste verlichtingsarmaturen, of door eenvoudige aanwezigheidsdetectoren te plaatsen.




                                                       Renovatieblog: Energie-audit: specialistenwerk of kan ik zelf de 1ste stappen zetten?.
7. ENERGIE-AUDIT: SPECIALISTENWERK OF
KAN IK ZELF DE 1STE STAPPEN ZETTEN?
Binnenklimaat:
Is het binnenklimaat soms te warm in de zomer en te koud in de winter? Bij erg extreme koude of hitte kan je dat
door de vingers zien, maar als dat regelmatig het geval is, is er ongetwijfeld nood aan extra isolatie, efficiëntere
zonwering en eventueel koeling. Neem zeker niet te snel je toevlucht tot traditionele airconditioningsystemen. Het
zal allicht een goede remedie zijn, maar daarmee pak je het probleem bij de bron niet aan. Bovendien verbruikt
airco veel energie.

Luchtkwaliteit en luchtdichtheid
Waait de wind doorheen de lokalen bij de minste windvlaag, zelfs bij gesloten ramen en deuren? Dat wijst er op dat
het gebouw onvoldoende ‘winddicht’ is en dat de ‘luchtlekken’ gedicht moeten worden. Vb een onderzoek met een
infraroodcamera kan je reeds snel een inzicht geven op de warmteverliezen (zie bv www.orionscan.be).




                                                      Renovatieblog: Energie-audit: specialistenwerk of kan ik zelf de 1ste stappen zetten?.
7. ENERGIE-AUDIT: SPECIALISTENWERK OF
KAN IK ZELF DE 1STE STAPPEN ZETTEN?
Onderzoek werking ventilatiesysteem
Geeft de binnenlucht een onfrisse geur af? In dat geval moet je de werking van je ventilatiesysteem aan een nader
onderzoek onderwerpen. Regelmatige reiniging van het bestaande verluchtingssysteem kan veel problemen
oplossen.
Als je op een van de bovenstaande vragen bevestigend geantwoord hebt, zal je dat onderdeel verder moeten
bekijken. In sommige gevallen ligt de oplossing voor de hand en kan je het euvel verhelpen door een ‘eenvoudige
ingreep’ (vb. een relighting, bijkomende isolatie, vervanging van de beglazing,…) en is er geen tussenkomst vereist
van gespecialiseerde ‘studiemensen’.

Kan er geen eenduidige oplossing geformuleerd worden, gaat het meestal om een vertakte problematiek. Hier zal
enkel mits bijkomend onderzoek en studie uitsluitsel kunnen gegeven worden over de beste oplossing. De
oplossing zal een afgewogen compromis zijn omdat er met veel parameters moet rekening gehouden worden die
vaak met elkaar in conflict treden: de onderbreking of beperking van de bestaande bedrijfsactiviteit, de
terugverdientijd van de investering, de fasering van de werken, de overlast, de globale impact op de eigen en
omgevingsactiviteit, de kostprijs,…




                                                     Renovatieblog: Energie-audit: specialistenwerk of kan ik zelf de 1ste stappen zetten?.
8. OUT-OF-THE-BOX: WONEN IN EEN
WATERTOREN
Out-of-the-box: Wonen in een watertoren
Onlangs werden de genomineerden bekendgemaakt van het World Festival of Interiors dat in november plaats
vindt in Barcelona. Uit de 143 inzendingen uit 29 verschillende landen werden enkele tientallen projecten
genomineerd. Hierbij ook één Belgisch project: de transformatie van een watertoren tot woning in Steenokkerzeel
door Bham Design Studio. Via deze link kan je zien dat het jonge bureau die nominatie niet gestolen heeft.
http://www.archdaily.com/76199/chateau-deau-bham-design-studio/

Zie je je zelf al zitten in die ronde maar toch strakke woonkamer met prachtig zicht op de omgeving? Dat uitzicht
zal je nooit kunnen evenaren in een ‘gewone’ woning. Of het Belgisch bureau ook met de hoofdprijs aan de haal
gaat, moeten we nog afwachten. De ontwerpers zijn er alleszins in geslaagd om te laten zien hoe boeiend het kan
zijn om out-of-the-box te denken. Zij zagen dit bouwwerk niet meer louter als een watertoren maar wel als een
bouwwerk met een rijke geschiedenis die veel opportuniteiten biedt.




                                                                              Renovatieblog: Out-of-the-box: Wonen in een watertoren.
8. OUT-OF-THE-BOX: WONEN IN EEN
WATERTOREN
Daar kunnen veel bouwheren en ontwerpers een voorbeeld aan nemen bij de renovatie van een bedrijfsgebouw.
Blijf je niet vastpinnen op het verleden, maar denk na over wat er mogelijk is met bepaalde ruimtes. En durf daarbij
afwijken van de voor de hand liggende oplossingen. Want precies dat kan leiden tot verfrissende ideeën. Mooi
voorbeeld daarvan bevindt zich in De Silo in Hasselt waar a2o Architecten gehuisvest is. Een oude maalderij werd
omgebouwd tot een polyvalent gebouw dat nu de thuishaven vormt van diverse creatieve bedrijven. De silo’s in
het oorspronkelijke gebouw leken op het eerste gezicht “a pain in the ass” om er een open kantoorruimte van te
maken. Maar de architecten hebben er bewust voor gekozen de silo’s intact te laten en er hier en daar openingen in
te creëren. Nu vormen ze de blikvangers van het interieur en vormen ze een mooie verwijzing naar het rijke
verleden van dit opmerkelijk gebouw.

Ik besef wel dat die watertoren en maalderij twee extreme voorbeelden zijn, maar toch. Ik ben ervan overtuigd dat
er in elk renovatieproject mogelijkheden genoeg zijn om out-of-the-box te denken om te komen tot originele
oplossingen die een extra dimensie kunnen geven aan het project.




                                                                               Renovatieblog: Out-of-the-box: Wonen in een watertoren.
9. AFBREKEN OF NIET AF BREKEN?

Wetgeving wordt alsmaar strenger
Wat als de voedselinspectie een kijkje zou nemen in de snackbar waar we in onze jonge tijd onze frieten gingen
eten? Ongetwijfeld zou dat niet goed aflopen, vermits de wetgever alsmaar strenger wordt. Voor
bedrijfsgebouwen is dat zeker ook het geval.
De eisen van enkele decennia geleden zijn lachwekkend als je ze vergelijkt met de hoge normen van vandaag.
Zeker op het vlak van energie.

Heeft het dan nog wel zin om een oud gebouw te gaan renoveren? Kan je het niet beter met de grond gelijk
maken en een nieuw performant gebouw neerpoten? In sommige gevallen zeker wel. Vraag dat maar aan
Stephane Beel. Hij was een tijd geleden te gast bij Jan Hautekiet op Radio 1 en verkondigde dat dat het BRT-
gebouw zo afgeleefd is dat afbreken voor hem de beste optie was.

Toch mag je dat zeker niet veralgemenen. Je mag trouwens ook niet vergeten dat afbreken en iets nieuws bouwen
niet goed scoort op het vlak van duurzaamheid als we puur kijken naar het materiaalverbruik en het
afvalprobleem. Vraag is of dat al dan niet opweegt tegen de betere energetische kwaliteiten van een nieuw
gebouw.




                                                                                           Renovatieblog: Afbreken of niet afbreken?
9. AFBREKEN OF NIET AF BREKEN?

Ook nieuwbouw heeft zijn beperkingen
Nieuwbouw is trouwens niet altijd mogelijk én heeft zijn beperkingen. Voor veel bedrijven is het ook simpelweg
onmogelijk om tijdelijk de activiteiten stop te zetten of elders te laten plaatsvinden wegens bouwwerken. Ze zijn
dan verplicht om in fases te bouwen. Renovatie is dan de ideale oplossing. Hou ook rekening met de vergunning.
Als je een gebouw afbreekt, is het lang niet zeker dat je een vergunning krijgt om een nieuw gebouw neer te zetten
op dezelfde site. Voor renovaties schept dit veel minder problemen.
Het kostenplaatje speelt natuurlijk ook een heel belangrijke rol. Bij een renovatie ben je in veel gevallen – maar
zeker niet altijd – goedkoper af en kan je de kosten gemakkelijker in tijd spreiden. Dat moet je evenwel altijd op
lange termijn bekijken. Op korte termijn zal renovatie meestal wel goedkoper zijn, maar op lange termijn helt de
balans vaak over naar nieuwbouw omdat je minder energie gaat verbruiken en minder kosten hebt op het vlak van
onderhoud.

Hoe dan ook, renoveren is heel duurzaam als je er in slaagt een oud gebouw flexibel en polyvalent te maken. Als
aannemer vinden wij een renovatie in sommige gevallen zelfs een iets grotere uitdaging dan een nieuwbouw. Je
vertrekt van iets bestaand dat allesbehalve perfect is en je wil dat bestaande gebouw beter maken. Doordat je in
fases bouwt, ben je vaak aan het werk als de bouwheer werkt. Je leeft bijna samen met je klant en dat is niet altijd
even gemakkelijk. Een geslaagde renovatie geeft veel voldoening, omdat je leert werken met al die beperkingen.




                                                                                             Renovatieblog: Afbreken of niet afbreken?
10. OOK VOOR RENOVEREN GELDT: METEN
IS WETEN
Kritische blik
Nu overal te pas maar meer nog te onpas de term duurzaamheid opduikt, is het nuttig om dit alles met een
kritische bril te bekijken. Dat werd mooi in de verf gezet tijdens een seminarie op de beurs Project Build waarin 4
studiebureaus een case kwamen toelichten waarin nieuwe technieken toegepast werden. Niet een case die nog
moest opgestart worden of die nog maar net in gebruik was, maar wel een case van enkele jaren geleden waarvan
ook cijfermateriaal en meetgegevens beschikbaar waren.
Het is zonder meer nuttig om te investeren in energiezuinige technieken, maar wordt de beloofde besparing ook
daadwerkelijk gerealiseerd en hoe zit het met de reële terugverdientijd? Dat kom je alleen maar te weten door
daadwerkelijk metingen uit te voeren.

Het hoeft niet te verwonderen dat in de cases de cijfergegevens meer dan bevredigend waren. Anders hadden de
ingenieurs hun werk immers niet goed gedaan en dan zouden ze wel een andere case belicht hebben. Hoe dan ook
bleken er hier en daar toch bepaalde cijfers te verschillen van de prognose. Op zich geen ramp. Integendeel. Door
dit op het spoor te komen, konden ze op zoek gaan naar de oorzaak om dit bij te stellen en die ervaring komt zeker
ook van pas bij een volgend project.




                                                                              Renovatieblog: Ook voor renoveren geldt: meten is weten
10. OOK VOOR RENOVEREN GELDT: METEN
IS WETEN
De ingenieurs gaven aan dat het allesbehalve evident is om daadwerkelijk dergelijke cijfergegevens te genereren.
Blijkbaar is het principe van Meten is weten nog veel meer uitzondering dan regel. Als je gaat verbouwen, is het in
de eerste plaats je eigen keuze om dergelijke metingen te laten uitvoeren. En daar knelt volgens de ingenieurs vaak
het schoentje. De investering om de verschillende installaties te voorzien van de nodige meetapparatuur, zien veel
bouwheren niet zo zitten. Nochtans vergt het niet zo’n grote meerkost als je dit van in het begin inplant. Het komt
er vooral op aan om bepaalde installaties uit te rusten met de nodige meettoestellen en die te koppelen aan de
nodige software. Informeer er zeker naar bij de architect, ingenieur en installateur als je grootscheepse
verbouwingen gaat uitvoeren.

De ingenieur of installateur kunnen je het best concrete tips geven van welke meettoestellen relevant zijn voor
jouw situatie. Wat zeker ook een aanrader is, is een thermografische foto laten nemen, zowel voor als na de werken.
Daarmee kan je duidelijk zien waar de isolatie en luchtdichtheid te wensen over laten zodat je daar de nodige
aanpassingen kan doorvoeren. Dat is minstens zo belangrijk als het nameten van de verschillende installaties.
Dankzij een luchtdichte isolatieschil heb je veel minder energie nodig om de ruimte op temperatuur te houden en
dat is nog velen malen efficiënter dan een energiezuinige hvac-installatie.

Wat kan je zelf doen?
Maar zelf kan je ook al een aantal dingen meten. Voorbeelden hiervan zijn het KwH-verbruik, waterverbruik, of het
verbruik van stookolie tijdens een bepaalde periode. Bekijk zeker ook de mogelijkheid om verbruikmeters te
plaatsen. Het zijn enkele simpele tips die je gemakkelijk kan toepassen.




                                                                              Renovatieblog: Ook voor renoveren geldt: meten is weten
11. GEEN VENTILATIE IS BETER EN
GEZONDER DAN SLECHTE VENTILATIE
Ventilatiesystemen
Op zoek naar een nieuwe wending in jouw carrière? Waarom ga je dan geen ventilatiesystemen plaatsen? Er is veel
vraag naar en je hoeft er geen specifiek diploma voor te hebben! Neem dit natuurlijk niet te letterlijk. Ik wil er alleen
maar mee aanhalen dat de wetgeving qua ventilatie op dit moment schromelijk te kort schiet. Nochtans zijn de
risico’s van verkeerd ontworpen of slecht onderhouden ventilatiesystemen niet te onderschatten. Vraag dat maar
aan de bewoners van de Haagse Spoorwijk in Nederland waar honderden mensen ziek geworden zijn door
problemen met de ventilatie? Het kwam onlangs nog ruim aan bod in de Nederlandse media en ook Knack
gebruikte het als kapstok om op de gevaren te wijzen in ons land.

De problematiek rond ventilatie is relatief jong. Vroeger, toen er nog niet zo degelijk en luchtdicht geïsoleerd werd,
zorgden kieren en spleten ervoor dat de lucht in een gebouw enkele keren per dag volledig vervangen wordt door
zuivere lucht. Zoals er nu geïsoleerd wordt kan de aanwezige lucht niet weg en kan er geen nieuwe lucht binnen.
Tenzij je natuurlijk een ventilatiesysteem plaatst.

De aangehaalde problemen mag je dus zeker niet zien als een aanval tegen ventilatie op zich. Ventilatie is vandaag
een absolute must, maar het moet gebeuren volgens de regels van de kunst en daar wringt het schoentje. Iedereen
mag vandaag een ventilatiesysteem plaatsen. Het systeem hoeft na plaatsing ook niet gecontroleerd te worden
zoals dat wel het geval is voor elektriciteits- of gasaansluitingen. Dat opent natuurlijk de deuren voor cowboys die
wel lage prijzen kunnen voorleggen, maar hun vak niet voldoende au sérieux nemen. Trap voor de renovatie van
jouw bedrijfsgebouw niet in die val en ga enkel in zee met bedrijven die degelijke realisaties kunnen voorleggen.




                                                                   Renovatieblog: Geen ventilatie is beter en gezonder dan slechte ventilatie
11. GEEN VENTILATIE IS BETER EN
GEZONDER DAN SLECHTE VENTILATIE
Degelijk onderhoud is cruciaal
Even cruciaal als een goede plaatsing is een degelijk onderhoud. Onvoldoende onderhouden filters en kanalen
vormen na verloop van tijd een broeihaard voor bacteriën en schimmels. Gevolg: het ventilatiesysteem resulteert
in een ongezonde binnenlucht terwijl je het juist hebt laten plaatsen om de lucht te zuiveren. Maak dus duidelijke
afspraken met de plaatsers dat hij één keer per jaar het systeem komt onderhouden en waar nodig de instellingen
komt aanpassen. Dat laatste is immers van cruciaal belang om tocht- en geluidsproblemen te vermijden.
Als afsluiter nog enkele suggesties voor de wetgever. Wordt het niet tijd om de plaatsing van ventilatiesystemen
enkel over te laten aan gekwalificeerde installateurs? Zou het geen goed idee zijn om net zoals bij gas en
elektriciteit na plaatsing een verplichte controle te laten uitvoeren? En wat te denken over het onderhoud?
Vverplicht een jaarlijkse controle van een gasinstallatie. Misschien terecht, maar de risico’s van verkeerd
onderhouden ventilatiesystemen zijn minstens zo groot.

Hopelijk hebben sommige wetgevers ook al de weg gevonden naar deze renovatieblog en komen ze mede
hierdoor tot het besef dat een aanpassing van de ventilatiewetgeving zich opdringt.




                                                                Renovatieblog: Geen ventilatie is beter en gezonder dan slechte ventilatie
12. WAT KAN DE WINTERTIJD MIJ LEREN
OVER MIJN RENOVATIE?
Waarom zomer- en winteruur?
Wanneer we klok een uurtje terug mogen draaien zijn de meesten onder ons in hun nopjes dat ze een uurtje langer
onder de lakens mochten blijven liggen, maar niemand staat er nog bij stil waarom ooit het zomer- en winteruur
ingevoerd werd.

Dat heeft alles te maken met energiebesparing. Door de lichturen maximaal te laten samenvallen met de uren dat
mensen wakker zijn, zou men kunnen bezuinigen op (elektrische) verlichting. Ik wil me niet in de discussie mengen
over de vraag of er daadwerkelijk mee bespaard wordt, maar het geeft wel aan dat er heel wat energiewinsten te
boeken zijn door de nood aan kunstlicht in te perken. Jammer en vreemd genoeg is men zich daar te weinig van
bewust in deze tijden waarin met al het mogelijke doet om energie te besparen. Zeker als je je bedrijfsgebouw gaat
renoveren, is het een absolute must om voldoende aandacht te besteden aan de verlichting.

Van de theorie naar de praktijk. Hoe doe je dat concreet? Eerst en vooral door kunstverlichting zo veel mogelijk
overbodig te maken. Dat is in de eerste plaats een taak van de architect. Hij moet er in zijn ontwerp voor zorgen dat
er zo veel mogelijk – maar ook weer niet te veel – daglicht naar binnen kan. Niet alleen omwille van de
energiebesparing, maar zeker ook voor het werkklimaat. Mensen functioneren nu eenmaal beter bij daglicht dan
bij kunstlicht. Daglicht naar binnen halen, heeft voor een groot deel te maken met de inplanting van de ramen,
maar vergeet niet dat je ook met koepels en daglichtsystemen voor heel wat daglicht kan zorgen waar geen
energie voor vereist is. Die lichttunnels worden trouwens steeds performanter. Een absolute aanrader dus wanneer
je gaat verbouwen.




                                                                       Renovatieblog: Wat kan de wintertijd mij leren over mijn renovatie?
12. WAT KAN DE WINTERTIJD MIJ LEREN
OVER MIJN RENOVATIE?
Verder kan je ook veel besparen op daglicht door de lampen niet onnodig te laten branden. Wat voor zin heeft het
bijvoorbeeld de refter te verlichten als daar enkel tijdens de middaguren personeel aanwezig is? Daarom is het een
absolute aanrader om samen met de architecten en ingenieur een slim verlichtingsplan uit te dokteren waarbij
optimaal gebruik gemaakt wordt van aanwezigheidsdetectie.

Installeer zuinige armaturen
Een andere remedie om energieverspilling door verlichting tegen te gaan is het vervangen van oude energievreters
door zuinigere armaturen. Je architect, ingenieur of aannemer kan je daar zeker in adviseren, maar eventueel kan je
ook een beroep doen op firma’s die gespecialiseerd zijn in relighting-projecten. Als zij hun werk goed doen, heb je
de kosten die je aan hen moet betalen en de kosten voor het vervangen van de armaturen, op enkele jaren tijd
terugverdiend dankzij een verlaging van de stroomfactuur.




                                                                     Renovatieblog: Wat kan de wintertijd mij leren over mijn renovatie?
12. WAT KAN DE WINTERTIJD MIJ LEREN
OVER MIJN RENOVATIE?
LightCatcher van EcoNation
En last but not least wil ik je graag laten kennismaken met een zeer innovatief en duurzaam daglichtsysteem,
namelijk LightCatchers. LightCatchers zijn actieve, intelligente lichtkoepels die tot 3.650 uur gratis daglicht
kunnen verspreiden in je gebouw (http://www.econation.be).
Naast een aanzienlijke energiebepsaring zorgen LightCatchers ook voor een aangenamer werkklimaat dankzij het
natuurlijk daglicht.

De voordelen van LightCatchers worden duidelijk geïllustreerd in volgend filmpje.
http://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=S9uZIJifpsk
Meer informatie over de LightCatchers vind je op www.econation.be.




                                                                                         LightCatcher van
                                                                                            EcoNation




                                                                     Renovatieblog: Wat kan de wintertijd mij leren over mijn renovatie?
13. PV-PANELEN OF DAKDICHTINGSBANEN
MET GEÏNTEGREERDE PV-CELLEN?
Zonne-energie opwekken voor je bedrijfsgebouw
Heb je ook kritiek moeten slikken omdat je grotendeels op kosten van de belastingbetaler zonnepanelen hebt
laten plaatsen op jouw huis? Of behoor je tot de andere groep die kritiek gespuid heeft op de talrijke bezitters van
pv-panelen? In beide gevallen kan ik jouw ergernis begrijpen. De subsidies die de overheid veil had voor de
stimulans van zonne-energie stonden niet in verhouding tot de ecologische winsten die daarmee geboekt konden
worden. Geen wonder dus dat veel particulieren die kans niet lieten liggen.

Dat geldt zeker ook voor bedrijfsleiders. De elektriciteitsbehoefte van een bedrijfsgebouw is veel groter, je hebt
meestal met een plat dak te maken waardoor de plaatsing gemakkelijker verloopt én – niet onbelangrijk – het doet
geen afbreuk aan de esthetische kwaliteiten van het gebouw. En dat kan jammer genoeg niet gezegd worden van
alle pv-panelen op particuliere woningen.

Zeker als je bedrijfsgebouw al goed en luchtdicht geïsoleerd is en als je ook andere vlakken geïnvesteerd hebt in
duurzame technieken (verlichting, verwarming en koeling,….), blijft het opportuun om je dakruimte te benutten
om zonne-energie op te wekken.

En dat zeg ik niet – of toch maar een klein beetje – omdat wij met Mathieu Gijbels ingestapt zijn in de firma
Greenco. Greenco (www.greenco.be) is gespecialiseerd in dienstverlening, distributie, engineering, uitvoering en
nazorg van pv-installaties en andere vormen van duurzame energie.




                                                           Renovatieblog: PV-panelen of dakdichtingsbanen met geïntegreerde PV-cellen?
13. PV-PANELEN OF DAKDICHTINGSBANEN
MET GEÏNTEGREERDE PV-CELLEN?
Bezint eer ge begint
Dat engineering daar ook bij hoort vinden wij van cruciaal belang, hoewel dat aspect vaak over het hoofd gezien
wordt bij pv-installaties. Bezint eer ge begint. Een cliché van hier tot in China, maar wel een dat je niet naast je neer
mag leggen als je een zonnedak wilt installeren op je bedrijfsgebouw.
Eerst en vooral moet je immers nagaan of het dak daar wel voor geschikt is en of het niet te veel technische
problemen met zich meebrengt. De stabiliteit – kan het dak die constructie dragen - is hierbij een cruciaal
aandachtspunt, maar zeker niet het enige. Ga ook na hoe het zit met de doorvoer van de leidingen want dat kan
problemen geven met onder meer de luchtdichtheid.

Verder moet je je zeker ook de vraag stellen welk systeem het interessantst is voor jouw gebouw. Pv-panelen of
dakdichtingsbanen met geïntegreerde pv-cellen? Wat dat betreft, ‘hebt elk voordeel zijn nadeel’ om Johan Cruyff
nog maar eens te parafraseren. Met de traditionele panelen haal je zeker de grootste opbrengsten. Deze techniek
heeft zijn waarde al bewezen en het soort pv-cellen dat hiervoor gebruikt wordt garanderen een hogere opbrengst
dan de pv-cellen die geïntegreerd worden in dakbanen.

Ben je er echter wel zeker van dat je die panelen kan plaatsen zonder dat je de dakstructuur moet versterken? En
hoe zit het met de vereiste bouwvergunning? Ga ook na hoeveel oppervlakte van je dak je daadwerkelijk kan
benutten? Dat ligt hoger bij de dakbanen dan bij de pv-panelen.




                                                             Renovatieblog: PV-panelen of dakdichtingsbanen met geïntegreerde PV-cellen?
13. PV-PANELEN OF DAKDICHTINGSBANEN
MET GEÏNTEGREERDE PV-CELLEN?
Verder hebben die dakbanen met geïntegreerde pv-cellen ook het voordeel dat je ze gemakkelijk in elke richting
kan plaatsen, dat je meer oppervlakte kan benutten, dat ze de esthetiek van je dak niet beïnvloeden en dat je
gemakkelijk op het dak kan lopen zonder dat er obstakels in de weg staan. Veel hangt ook af van de staat van jouw
dak. Als de dakdichting toch aan vernieuwing toe is, heb je voor een relatief kleine meerprijs ook een zonnedak
door te opteren voor banen met geïntegreerde pv-cellen.

In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, is het wel niet zo dat deze dakbanen rechtstreeks op de isolatie
geplaatst kunnen worden zoals gewone dakbanen. Eerst moet je een speciale dakdichtingslaag plaatsen en daarop
kan je de banen met de pv-cellen plaatsen.

Een ander aandachtspunt waar nog te weinig bij stilgestaan wordt, is de vereiste dakhelling. Om goed te zijn, zou
het plat dak een helling van 5° moeten hebben als je er dakbanen met pv-cellen op wilt plaatsen. Dat is nodig om
het rendement te verzekeren. Anders zal er bij eventuele kleine verzakkingen – wat moeilijk uit te sluiten is – door
stilstaand water een soort film op de banen komen te liggen waardoor het rendement van de pv-cellen sterk gaat
dalen. Je kan dat wel opvangen door meerdere keren per jaar de dakhuid te laten reinigen, maar dat vergt dan
weer veel tijd en geld.

Welk van de twee het interessantst is, daar kunnen we geen antwoord op geven. Dat hangt van situatie tot situatie
af. Laat je daar zeker goed in adviseren. Bij Mathieu Gijbels en Greenco zijn we alleszins bereid om op al uw vragen
hierover te antwoorden.




                                                           Renovatieblog: PV-panelen of dakdichtingsbanen met geïntegreerde PV-cellen?
14. BRANDVEILIG RENOVEREN,
ALLESBEHALVE EEN OVERBODIGE LUXE
Brandveiligheid
Hoe complexer hoe liever. Uit lopende band-werk valt er niet zoveel eer te halen. Uit complexe opdrachten die
overleg, teamwork en knowhow eisen, des te meer. Dat is een van de boeiende aspecten van renovaties. Vandaar
ook dat het een van onze speerpunten vormt waarin wij graag onze meerwaarde naar voren schuiven.

Dat geldt ook voor brandveiligheid. Niet toevallig hebben we met Mathieu Gijbels ook rond dit complexe thema
een aparte microsite (www.brandveiligbouwen.be ) ontwikkeld waar we u graag mee laten kennismaken.
Brandveiligheid is ook zo’n thema waar iedereen binnen het bouwproces wel enigszins bij betrokken is, maar die
voor niemand – met uitzondering van de brandweer – de core business vormt.

Vaak wordt brandveiligheid gezien als een noodzakelijk kwaad dat de bouw of de renovatie alleen maar complexer
en vooral duurder maakt. Het enige waar men echt om geeft is dat de brandweercommandant zo snel mogelijk
groen licht geeft voor alle voorgestelde werken.

Een visie die zeker wel te begrijpen is. Brand is zoiets als een dodelijk verkeersongeval: het zal iedereen overkomen,
behalve mezelf. De realiteit wijst uit dat dit larie is en dat er ondanks alle genomen voorzorgsmaatregelen elk jaar
weer veel bedrijfsleiders het slachtoffer worden van een brand. Dat dit rampzalige gevolgen kan hebben voor het
bedrijf in kwestie hoeft geen betoog.




                                                                  Renovatieblog: Brandveilig renoveren, allesbehalve een overbodige luxe
14. BRANDVEILIG RENOVEREN,
ALLESBEHALVE EEN OVERBODIGE LUXE
Ik heb pas nog gelezen dat meer dan 50% van de bedrijven die door brand getroffen worden, binnen een jaar de
boeken neerlegt. Een beangstigend cijfer dat ons tot nadenken moet stemmen. Brandveilig bouwen of
renoveren is dus geen overbodige luxe, maar een bittere noodzaak.

Anderzijds is het natuurlijk een illusie dat je dankzij de juiste voorzorgsmaatregelen het risico van een brand
volledig zou kunnen uitschakelen. Een brand is nooit uit te sluiten, maar je kan het risico wel verminderen en –
zeker zo belangrijk – je kan je dusdanig indekken dat een eventuele brand geen al te rampzalige gevolgen hoeft te
hebben voor je bedrijf.

Enkele richtlijnen met betrekking tot brandveiligheid
Probeer sowieso altijd een brand te voorkomen. Denk aan de branddriehoek: zorg ervoor dat de drie elementen
van de driehoek niet tegelijkertijd kunnen voorkomen. (Branddriehoek: een brand kan enkel plaatsvinden bij een
gelijktijdige aanwezigheid van drie elementen: zuurstof, brandbare materiale en een warmtebron.

Wanneer er dan toch een brand zou ontstaan, probeer dan de schade door de brand te beperken. Denk aan actieve
en passieve maatregelen zoals een rook- en warmteafvoerinstallatie (RWA), Sprinklers, compartimentering… Door
een efficiënte compartimentering zorg je er bijvoorbeeld voor dat de brand gedurende een bepaalde tijd binnen
een bepaalde zone blijft zodat de brandweer de tijd heeft om erger te voorkomen. Er zijn voldoende materialen op
de markt waarmee je dit kan realiseren.




                                                                Renovatieblog: Brandveilig renoveren, allesbehalve een overbodige luxe
14. BRANDVEILIG RENOVEREN,
ALLESBEHALVE EEN OVERBODIGE LUXE
Zoals bij veel aspecten in de bouw is het ook hier weer een absolute aanrader om hier op tijd over na te denken.
Vanaf de eerste ontwerpen gemaakt zijn, moet er ook nagedacht worden over de brandveiligheid. Hoe sneller je dit
integreert in het bouwproces, hoe eleganter, hoe efficiënter en hoe goedkoper de brandwerende maatregelen die
je moet nemen.

Dat is bij renovatie nog meer het geval dan bij nieuwbouw. Eigenaardig is wel dat er voor renovaties in feite nog
geen wetgeving inzake brandveiligheid bestaat. Het is dus louter aan de brandweer om te bepalen aan welke
eisen voldaan moet worden. Denk er aan, een brandweercommandant is ook maar een mens. Pak het dus
diplomatisch aan. Met het been stijf te houden, kom je niet verder. Het is altijd een kwestie van geven en nemen
om tot een goed compromis te komen dat enerzijds voldoende brandveilig is, maar waarvan anderzijds de extra
kosten ook niet de pan uit swingen.

En last but not least voorzie je best ook een degelijke brandpolis op maat van jouw bedrijf. Zorg zeker dat niet alle
cruciale bedrijfsgegevens maar op één plaats opgeslagen zijn en dus definitief verloren zijn als er bijvoorbeeld een
brand optreedt in het serverlokaal.

Goed advies is cruciaal
Vermits brandveiligheid zoals al aangehaald een heel complex begrip is, komt het er in de eerste plaats op aan om
je hierin goed te laten adviseren en begeleiden. Je architect kan je daar zeker bij helpen, maar je kan van hem ook
niet verwachten dat hij 100% specialist ter zake is. Daarom ook hebben wij bij Mathieu Gijbels een ingenieur in huis
die zich volledig toespitst op alles wat met brandveiligheid te maken heeft. Enkel zo kunnen we er zeker van zijn
dat we onze klanten het juiste advies geven.

Meer info? Neem zeker een kijkje op www.brandveiligbouwen.be.



                                                                  Renovatieblog: Brandveilig renoveren, allesbehalve een overbodige luxe
15. HOE VOORKOMEN DAT
PLEISTERWERK TRANSFORMEERT VAN
EYECATHER TOT DOOR IN HET OOG?
Pleisterwerk
Hou je van een egale, homogene en strakke gevel? In dat geval kan gevelpleisterwerk een interessante optie
vormen voor de gevel van jouw bedrijfsgebouw. Ook wanneer je de gevel aan de buitenzijde wilt isoleren – een
zeer goede manier van isoleren trouwens – kan gevelpleisterwerk een goede oplossing vormen. De meesten zijn
niet ten onrechte in de wolken van het eindresultaat, maar zijn ze dat ook nog na enkele jaren wanneer de nefaste
invloeden van weer en wind hun sporen hebben nagelaten? In de praktijk zien we maar al te vaak gevels die
ontsierd worden door zwarte lijnen en vochtplekken op het gevelpleister. Die problemen zijn zeker niet eigen aan
het materiaal, maar hebben alles te maken met de detaillering van de gevel.

Als je je zinnen hebt gezet op gevelpleisterwerk, moet je toch eerst nagaan of dat in jouw geval de ideale oplossing
is. Staan er veel grote bomen rond je bedrijfsgebouw? Staat je gebouw in een industriële omgeving waardoor de
gevel veelvuldig wordt blootgesteld aan industriële afvoergassen? In dat geval is gevelpleisterwerk geen ideale
oplossing. Tenzij je er nadien een waterwerende beschermingslaag op laat plaatsen en die na verloop van tijd eens
vernieuwt. Dat is trouwens sowieso een aanrader voor gevelpleisterwerk. Het vergt een extra investering, maar je
wordt wel gespaard van storende zwarte lijnen of vlekken op je gevel.




                                         Renovatieblog: Hoe voorkomen dat pleisterwerk transformeert van eyecatcher tot doorn in het oog?
15. HOE VOORKOMEN DAT
PLEISTERWERK TRANSFORMEERT VAN
EYECATHER TOT DOOR IN HET OOG?
Waterwerende beschermingslaag of niet, het is sowieso een must om de nodige aandacht te besteden aan de
detaillering van de gevel. Grote boosdoeners zijn alle uitsteeksels in de gevel: ventilatieroosters, vensterbladen,
verlichtingsarmaturen,…. Als deze een beetje uit de gevel naar voren steken, gaat het water langs de
zijkanten naar beneden sijpelen en dat resulteert in druiplijnen. Om dat te voorkomen zorg je er ofwel voor dat ze
één vlak vormen met de gevel ofwel zorg je ervoor dat het water niet langs de zijkanten maar langs het midden
naar beneden druipt. Aan raamdorpsels is het daarom belangrijk een ophoogje aan de zijkanten te plaatsen.
Ander zorgenkind voor gevelpleisterwerk is de dakrand. Hier doet zich hetzelfde fenomeen voor. Als de dakrand
niet ver genoeg uitsteekt, ga je bovenaan druiplijnen krijgen.
Het is dus van cruciaal belang dat vóór het gevelpleisterwerk aangebracht wordt de gevel en de dakrand
onderworpen worden aan een grondige inspectie. Dat is de taak van de plaatser van het gevelpleisterwerk en de
architect.

Gevelplint
Denk er ook aan dat je beter gevelpleisterwerk niet helemaal tot beneden kan laten doorlopen. De onderste halve
meter zou namelijk te snel ontsierd worden door opspattend water. Daarom voorzie je best in een gevelplint van
blauwe steen, kwartskorrels, donkere baksteen, een donkere pleisterlaag of andere materialen die goed bestand
zijn tegen opspattend water. Vergeet evenwel niet dat deze gevelplint ook een potentiële koudebrug vormt die
een nefaste invloed kan hebben op de isolatiewaarde. Gelukkig bestaan er vandaag talrijke efficiënte
hulpmiddelen om dat risico uit te schakelen.




                                         Renovatieblog: Hoe voorkomen dat pleisterwerk transformeert van eyecatcher tot doorn in het oog?
16. MOET JE BANG ZIJN VOOR DE SNEEUW
OP JOUW BEDRIJFSGEBOUW?
Ik voel me zo gelukkig in de eerste sneeuw.” Er zijn nog zekerheden in het leven. De eerste sneeuwvlokken hadden
nog niet de grond bereikt, of het prachtige en sfeervolle lied van Jan De Wilde werd de ether in gestuurd.
In 2011 hadden we daar niet zo lang op moeten wachten en kreeg de eerste sneeuw nadien het gezelschap van
tonnen andere sneeuw. Niet iedereen houdt er even goede herinneringen aan over. Denken we maar aan de
strooidiensten die zout te kort kwamen en zeker aan de eigenaars van de gebouwen van wie het dak instortte door
een te dikke sneeuwlaag. Gelukkig zijn hier nauwelijks slachtoffers bij gevallen. Vooral bij de ingestorte kerk van
Lutselus in Diepenbeek had het veel erger kunnen aflopen.

Terecht stelden velen zich toen de vraag of ook hun gebouw gevaar liep. Heel zeker kan je er niet van zijn – ook
met Pasen kan het nog hevig sneeuwen – maar waarschijnlijk zal het niet zo’n vaart lopen als vorig jaar. Wat zeker
niet wil zeggen dat je niet hoeft stil te staan bij potentiële gevaren van hevige sneeuwval.

Volgens Gert Janssen, hoofd engineering bij Mathieu Gijbels en tevens onze stabiliteitsspecialist, kan vooral
de opvolging van sneeuw–, vries – en dooicycli voor gevaar zorgen. Zolang de sneeuw (in een niet al te dikke laag)
blijft liggen en de temperatuur onder nul blijft, is er weinig gevaar. Wel als de sneeuw begint te dooien. Als het
langzaam dooit en de sneeuw tijd heeft om via de afvoerbuizen afgevoerd te worden, hoef je je weinig zorgen te
maken. Wel als het snel na het dooien terug begint te vriezen. Dan verandert het dooiwater in ijs en zullen de
afvoerbuizen verstopt geraken. Als er dan een nieuwe laag sneeuw valt en het weer begint te dooien, kan dat
ijswater niet weg en krijg je een ophoping van sneeuw en ijs met alle gevaren vandien. De oplossing hiervoor ligt
voor de hand. Controleer regelmatig de afvoeren en zorg dat die open blijven.

Gert geeft ook nog aan dat het risico groter is bij platte daken. Om problemen met sneeuw te voorkomen raadt
hij ontwerpers aan om bij platte daken toch een minimale dakhelling van 2% aan te houden in plaats van de 1% die
vaak gehanteerd wordt.




                                                               Renovatieblog: Moet je bang zijn voor de sneeuw op jouw bedrijfsgebouw?
16. MOET JE BANG ZIJN VOOR DE SNEEUW
OP JOUW BEDRIJFSGEBOUW?
Ijs gevaarlijker voor stabiliteit dan sneeuw
Omdat ijs (gedooide en terug bevroren sneeuw) zwaarder is dan vers gevallen sneeuw, is ijs gevaarlijker voor de
stabiliteit dan sneeuw. Ook de combinatie van sneeuw en ijs is gevaarlijker dan enkel sneeuw. Hoe meer sneeuw er
omgezet wordt in ijs, hoe gevaarlijker met andere woorden. Ook als er zich ijs ophoopt door een verstopte afvoer,
heb je een groter gevaar. Ga dus zeker niet alleen af op de dikte van de sneeuwlaag, want dit kan een onterecht
gevoel van veiligheid creëren.


We geven je een concreet voorbeeld:
10 cm sneeuw = ongeveer 20 kg belasting / m2
1 cm ijs = ongeveer 9 kg belasting / m2
Indien er nu bijvoorbeeld op een luifel een sneeuwlaag ligt van 60 cm hoog met onderaan 2cm ijs, bedraagt de
belasting 138 kg/m2 en en moet er dus zeker geruimd worden.
Opgelet: de wettelijk vastgelegde normen voor de draagkracht van een dak in België verschillen per regio. Zo
berekenen we de draagkracht van onze daken zoals het hoort. Rekening houdend met de ligging van het pand kan
de belasting oplopen tot 100 kg per m² in Hoog België. Net omdat er daar meer sneeuwt valt.

Uiteraard hoef je de strijd tegen de sneeuw- en ijsvorsten niet alleen aan te binden. Onze service & onderhoud
afdeling helpt je hier graag bij. Onder het motto ‘Voorkomen is beter dan genezen’ – ieder dak heeft immers zijn
belastingsgrens – kan je preventief laten sneeuwruimen door onze serviceploegen. Onverwachts veel sneeuw
gevallen? Ook voor dringende interventies staan onze ploegen paraat.

Meer info? Contacteer ons op +32(0)89 890 200.




                                                              Renovatieblog: Moet je bang zijn voor de sneeuw op jouw bedrijfsgebouw?
17. WAAROM STROOM EN WARMTE APART
OPWEKKEN ALS HET OOK SAMEN KAN?
Het lijkt de evidentie zelf dat we een aparte installatie (vb. een cv-ketel) gebruiken om ons bedrijfsgebouw te
koelen en te warmen en daarnaast ook stroom aftappen van het net of zelf via pv-panelen opwekken. Nochtans
kan het ook anders. Met een warmtekrachtkoppeling of kortweg WKK kan je tegelijkertijd warmte en stroom
opwekken. Vroeger werd die techniek enkel toegepast voor industriële gebouwen, maar met de introductie van
micro- en mini-WKK’s , zijn er ook steeds meer kmo’s die de techniek aanwenden om hun energieverbruik tot een
minimum te beperken. De moeite waard dus om de mogelijkheden van naderbij te bekijken als je
renovatieplannen hebt voor jouw bedrijfsgebouw.

WKK-installaties
Je kan met een WKK-installatie veel energie besparen, maar anderzijds mag je het wel niet zien als de enig
zaligmakende duurzame en energiezuinige oplossing. Niet in elk project komen de voordelen van WKK tot hun
recht en veel meer nog dan bij klassieke HVAC- of stroominstallaties is het van cruciaal belang om in zee te gaan
met specialisten ter zake. Onze technische mensen kunnen jullie daar zeker raad in geven.




                                                       Renovatieblog: Waarom stroom en warmte apart opwekken als het ook samen kan?
17. WAAROM STROOM EN WARMTE APART
OPWEKKEN ALS HET OOK SAMEN KAN?
Wat is WKK … en waarom?
Een WKK-installatie zorgt voor een gelijktijdige opwekking van warmte en elektriciteit. In een WKK-installatie wordt
de hoogwaardige warmte (1200°C) die vrijkomt bij het verbranden van de brandstof eerst gebruikt voor het
produceren van elektriciteit. Hierna blijft de laagwaardige restwarmte (waarvan de temperatuur kan gaan van 80 °C
tot 500 °C) over, en deze wordt dan gebruikt om te voldoen aan de warmtevraag.
Het grote voordeel van deze gelijktijdige opwekking is dat dit kan met minder primaire energie (brandstof), dan
wanneer ze gescheiden opgewekt worden. Bij de klassieke grootschalige elektriciteitsopwekking gaat namelijk een
groot gedeelte van de energie verloren als afvalwarmte. Door elektriciteit decentraal te produceren, zijn er
bovendien minder transportverliezen op het elektriciteitsnet. Men kan stellen dat een WKK-installatie, die lokaal bij
de gebruiker staat, een slimme en efficiënte manier is om warmte en elektriciteit te produceren, die ervoor kan
zorgen dat de totale energiefactuur zal dalen. Op voorwaarde dat de installatie correct werd gedimensioneerd.

Stappenplan
Bij de beslissing of en in welke WKK-installatie je gaat investeren, mag je zeker niet over één nacht ijs gaan. Goed
geïnformeerd is half gewonnen. Wat dat betreft is het nuttig om weten dat je hiervoor terecht kan bij de
vzw COGEN Vlaanderen die onder meer als opdracht heeft u en andere mogelijke gebruikers, ontwerpers of
ingenieurs wegwijs maken in de WKK-wereld. Op de website www.cogenvlaanderen.be vind je dan ook veel
nuttige informatie waaronder de WKK-wegwijzer met een stappenplan dat je uitlegt waarom WKK al dan niet een
goede oplossing kan zijn voor jouw bedrijfsgebouw en hoe je zo’n project best aanpakt.
Een punt dat je zeker moet bestuderen is de warmte- en elektriciteitsvraag van jouw bedrijf. Er moet immers
voldoende vraag zijn naar warmte én stroom om de investering rendabel te maken. Hou er in dit verband ook
rekening mee dat andere energiezuinige maatregelen dit sterk kunnen beïnvloeden. Als je bijvoorbeeld al pv-
panelen geplaatst heb en (bijna) alle stroom zelf opwekt, heeft een WKK-installatie voor jou weinig zin.




                                                        Renovatieblog: Waarom stroom en warmte apart opwekken als het ook samen kan?
17. WAAROM STROOM EN WARMTE APART
OPWEKKEN ALS HET OOK SAMEN KAN?
Economisch rendabel?
Of een WKK economisch rendabel is, hangt niet alleen af van de besparing op de energiekosten, maar zeker ook
van de overheidssteun, hetgeen zich vooral vertaalt in warmtekrachtcertificaten. Deze certificaten ontvang je per
1.000 kWh primaire energiebesparing en leveren vandaag een minimumsteun van 31 euro per certificaat op. De
certificaten dragen in belangrijke mate bij tot de rendabiliteit van een WKK-project, maar anderzijds is een WKK-
installatie niet zo zwaar steunbehoevend als bijvoorbeeld zonnepanelen.
Bij de opmaak van de financiële analyse moet je zeker ook rekening houden met de onderhoudskost. Die is in veel
gevallen namelijk groter dan bij een traditionele. Hou er ook rekening mee dat een WKK-installatie groter is en
meer geluid produceert dan een gewone cv-ketel. Dat kan ook extra kosten met zich meebrengen.

Micro-WKK (µWKK) en mini-WKK
Dat WKK sterk aan populariteit zal winnen de volgende jaren, heeft zeker ook te maken met de introductie van de
micro-WKK, een WKK met een elektrisch vermogen kleiner dan 50 kW. Daarnaast heb je ook de mini-WKK’s met een
vermogen tussen 5 en 50 kWe .
Voor de micro-WKK’s wordt in de eerste plaats gemikt op middelgrote verbruikers zoals kmo’s, scholen, rvt’s en
sportinstellingen. De meeste van deze micro-WKK’s werken op aardgas, maar er bestaan ook toestellen die
functioneren op koolzaad of andere alternatieve energiebronnen.
De mini-WKK’s zijn vooral gericht op bedrijven en middelgrote stroomgebruikers. Ze worden onder meer geplaatst
bij kmo’s en bedrijven die laagspanningsklanten zijn en momenteel aan een hoog tarief elektriciteit kopen
waardoor ze heel wat kunnen besparen met een mini-WKK .




                                                      Renovatieblog: Waarom stroom en warmte apart opwekken als het ook samen kan?
17. WAAROM STROOM EN WARMTE APART
OPWEKKEN ALS HET OOK SAMEN KAN?
Ideaal in combinatie met elektrisch wagenpark
Een veel gehoord probleem bij (micro-)WKK’s is dat er niet voldoende vraag is naar elektrische stroom waardoor de
voordelen van het systeem niet voldoende tot hun recht komen om financieel haalbaar te worden. Door de
geproduceerde stroom aan te wenden voor het laden van elektrische voertuigen kan je van dit nadeel een
voordeel maken. De link tussen energiebesparing en mobiliteit is nog niet ingeburgerd, maar biedt zeker een mooi
toekomstperspectief. Zo kan je niet twee (elektriciteit en warmte) maar drie vliegen slaan in één klap.




                                                     Renovatieblog: Waarom stroom en warmte apart opwekken als het ook samen kan?
18. WAAROM DE STENGERE EPB-NORMEN
NIET METEEN EEN DRAMA HOEVEN ZIJN
Strengere EPB-normen
De laatste jaren lijken EPB-normen almaar strenger te worden. De isolatiemethodes van weleer volstaan niet langer:
gebouwen moeten in de toekomst zo energieneutraal mogelijk ontworpen en gebouwd worden en dienen dus
ook goed geïsoleerd te zijn. Met alle bouwtechnische en financiële gevolgen vandien.
Sinds het begin van 2012 zijn de EPB-normen weer een tikkeltje strenger geformuleerd. In Vlaanderen zijn er op het
vlak van isolatie twee belangrijke wijzigingen te noteren.
Ten eerste zijn de maximale U-waarden verkleind, waardoor er dus simpelweg beter geïsoleerd moet worden. De
U-waarde geeft immers aan hoeveel warmte een bepaalde wandconstructie doorlaat. Hoe kleiner de
vooropgestelde U-waarde, hoe minder warmte een wand mag doorlaten en hoe beter hij geïsoleerd moet zijn.

Striktere isolatie-eisen voor industriële gebouwen
Ten tweede zijn de isolatie-eisen voor industriële gebouwen vanaf dit jaar een stuk strikter.
Voorheen had je als bouwer van een industrieel gebouw een keuze: ofwel moest elk bouwdeel (vloeren, daken,
muren, enz.) voldoen aan de richtlijnen omtrent de maximale U-waarde, ofwel moest je gebouw in z’n globaliteit
een goede K-waarde hebben. De K-waarde van een gebouw is een maat voor de globale isolatiekwaliteit van dat
gebouw: hoe kleiner de K-waarde, hoe beter de isolatiekwaliteit. De meesten kozen voor de tweede optie. De
inherente compactheid van de meeste industriële gebouwen maakt immers dat het vooropgestelde K-peil relatief
makkelijk te bereiken is. Helaas hebben we sinds 1 januari van dit jaar geen keuze meer, en moeten we zowel op
individueel-ruimtelijk als op globaal vlak aan de norm voldoen. Aangezien we dus nog meer en beter zullen
moeten isoleren, betekent dit in sommige gevallen alweer een forse financiële inspanning extra…




                                                   Renovatieblog: Waarom de strengere EPB-normen niet meteen een drama hoeven zijn.
18. WAAROM DE STENGERE EPB-NORMEN
NIET METEEN EEN DRAMA HOEVEN ZIJN
Ik zeg wel: in sommige gevallen. De nadelige financiële gevolgen hebben immers vooral betrekking op
bouwheren, aannemers en architecten die met betonwanden werken. Wanden met PIR-isolatie moeten vanaf dit
jaar uitgerust zijn met een isolatielaag van minstens negen centimeter. Wanneer je dan met betonpanelen gaat
werken, zullen die al makkelijk vijfentwintig centimeter dik zijn. Als je weet dat zulke betonpanelen voorheen
maximaal twintig centimeter dik waren, besef je meteen dat dit wel eens een dure operatie zou kunnen worden. En
of dit alles nog niet voldoende is, zullen ze vanaf 2014 ongeveer dertig centimeter dik moeten zijn! De norm zal dan
immers weer wat strenger worden en een isolatielaag van minstens twaalf centimeter voorschrijven. De meerkost
zit bij betonpanelen met andere woorden niet in de dikkere isolatielaag, maar in de toegenomen dikte van het
beton en de ophanging van het buitenste betonblad aan het binnenste. We moeten goed nadenken hoe we
deze problematiek zullen aanpakken…


Staalstructuur en sandwichpanelen?
En wat dan met bouwheren en aannemers die voor een staalstructuur en sandwichpanelen opteren? Wel, die
zullen volgens ons veel minder lijden onder deze evolutie. Sandwichpanelen hoeven – ondanks de uitgebreide
isolatielaag – niet zoveel dikker te worden, wat maakt dat de prijsstijging binnen proportie zal blijven. Wil dit
zeggen dat sandwichpanelen vanaf nu altijd de beste oplossing zijn? Neen… In gebouwen waar er een zekere
thermische demping of inertie vereist is, blijft een beetje beton wenselijk. Ook in luchtdichte gebouwen kan beton
zeker van pas komen. De prijs van de kleeffolies die je moet gebruiken om sandwichpanelen luchtdicht te maken,
maakt de extra kost voor de betonpanelen een flink stuk minder hoog. Wanneer het niet per se nodig is om een
bijzonder luchtdicht gebouw met thermische demping- of inertiekwaliteiten te realiseren, kan je volgens ons toch
maar best opteren voor sandwichpanelen




                                                   Renovatieblog: Waarom de strengere EPB-normen niet meteen een drama hoeven zijn.
19. ÉÉN GROOT MAAKT VELE KLEINTJES

Studentenkoten in hartje Antwerpen
Toch fijn om af en toe een opdracht binnen te krijgen die totaal uit de band springt. Zo heeft onze klant Co-Life uit
Antwerpen ons ingeschakeld om zijn bestaand bedrijfsgebouw om te bouwen tot een reeks studentenkoten. Een
niet alledaagse opdracht die het nodige denk- en meetwerk vergt, maar anderzijds ook heel boeiend en vooral heel
leerrijk, ook voor andere opdrachten.
Vanaf de start van het ontwerp van dergelijke opdrachten, merk je dat daar veel meer bij komt kijken dan hier en
daar een tussenwand plaatsen. Je mag immers niet vergeten dat de student vandaag meer luxe en comfort wenst
dan zijn lotgenoot van enkele decennia geleden.

Vroeger zou men er misschien niet zo lang over nagedacht hebben en zou men meteen enkele profielen geplaatst
hebben met daartegen een enkele gipskartonplaat. Zo simpel maken we er ons vandaag niet meer van af.
Gipskarton biedt het enorme voordeel dat het een flexibel materiaal is waarmee je gemakkelijk en relatief snel één
ruimte in meer units kan verdelen. Gipskarton heeft evenwel enkele nadelen en als je daar geen rekening mee
houdt zal dit nefast zijn voor de kwaliteit en dus ook voor de vraagprijs van die koten. Door het lage gewicht zijn de
platen bijvoorbeeld niet zo vormvast en zullen ze mee bewegen met elke druk die er op de wand uitgeoefend
wordt. Dat kan je evenwel gemakkelijk opvangen door te werken met een dubbele beplating. Dat vergt niet zo’n
grote meerprijs – de profielen moeten toch geplaatst worden – maar resulteert wel in een veel stabielere wand.




                                                                                          Renovatieblog: Eén groot maakt vele kleintjes
19. ÉÉN GROOT MAAKT VELE KLEINTJES

Dubbele beplating in combinatie met geluiddempend materiaal
Een dubbele beplating zal in combinatie met een geluiddempend materiaal (vb. minerale wol) bovendien ook een
ander nadeel van gipskarton uit de wereld helpen: de zwakke geluidsisolatie. Als het over geluidsisolatie gaat,
wordt vaak de massawet aangehaald. Hoe zwaarder het materiaal, hoe beter de geluidsisolatie. Daarom zal beton
veel meer het geluid tegenhouden dan hout. Er is echter ook de massa– veer-massawet waarbij de gipsplaten de
massa vormen en de minerale wol de veer. Het geluid doet de eerste plaat trillen. Die trillingen worden grotendeels
opgevangen door de minerale wol (de veer) en in erg verzwakte vorm doorgegeven aan de tweede plaat (massa).
Daar kan je heel ver in gaan door een iets dikkere wollaag te gebruiken, door bijkomende platen te plaatsen maar
zeker ook door de ontdubbeling van de metalstuds.
Op een andere manier zijn de akoestische eigenschappen van gipskartonwanden zelfs beter dan deze van
betonwanden. Deze laatste zijn immers keihard en zullen geluid erg veel reflecteren, waardoor de akoestische
kwaliteiten van de ruimte waarin de geluidsbron staat, niet erg hoog zullen zijn. Dit heb je bij gipskarton veel
minder.

Een degelijke geluidsisolatie heeft trouwens niet alleen te maken met de juiste technieken en materialen, maar
zeker ook met een correct ontwerp. Dat bleek zeker ook uit dit project. De goedkoopste en meest gebruikte
methode is de dekvloer (chape) volledig in één keer te plaatsen en daarop de profielen. Daar zijn we hier vanaf
geweken en hebben we ervoor geopteerd om kamer per kamer de dekvloer aan te leggen met daaronder een
akoestische isolatie die opgetrokken werd tegen de wanden. Hiermee wordt het risico op mogelijke
contactgeluiden tot een minimum beperkt.

Samengevat kan je dus stellen dat de geluidsisolatie van gipskartonwanden niet slechter is dan deze van
betonwanden; ze werkt alleen op een andere manier.




                                                                                        Renovatieblog: Eén groot maakt vele kleintjes
19. ÉÉN GROOT MAAKT VELE KLEINTJES

Sanitair en leidingen
Een ander punt om over na te denken zijn het sanitair en de leidingen. Vermits je hier met aparte eindgebruikers zit,
is het nuttig om na te denken hoe we alles het best kunnen groeperen, zowel met betrekking tot het comfort als
tot de installatiekost en het verbruik. Een voorbeeldje. Je kan alles in serie schakelen, maar dan zal de student met
het ‘verste kot’ wel lang moeten wachten tot er warm water uit zijn douche komt. Niet aangenaam voor hem, maar
ook niet energiezuinig. Daarom kan het interessanter zijn om het warmwatercircuit te decentraliseren en te
verdelen over meerdere boilers. Omdat de doorsnee student net als de doorsnee mens pas op zijn energieverbruik
gaat letten als hij daar zelf rechtstreeks moet voor betalen, zouden we voor elk kot een aparte water-, stroom en
gasmeter kunnen plaatsen. Met andere woorden: de verbruiker betaalt. Het lijkt ver gezocht, maar we zijn ervan
overtuigd dat we daarmee het energieverbruik drastisch kunnen inperken. De student zelf zal er misschien niet
rechtstreeks beter van worden, maar wel de generaties die na hem komen. Het systeem dat we uiteindelijk gebruikt
hebben om het warm water te verdelen telkens naar 4 kamers heet Aqua Micro. Dit wordt wel vaker voor koten
gebruikt en functioneert zeer goed.

Dit zijn maar enkele voorbeelden van de vragen die naar boven borrelden bij deze renovatieopdracht. De open
discussies die we hierover voeren, zullen niet alleen nuttig zijn voor dit project, maar zeker ook voor totaal andere
opdrachten. Het zijn dergelijke kruisbestuivingen die het renoveren van gebouwen zo boeiend maken.




                                                                                           Renovatieblog: Eén groot maakt vele kleintjes
20. DE EEUWIGE DISCUSSIE: RENOVEREN
OF BOUWEN MET BETON OF STAAL?
Staal of beton?
In het dagelijkse leven staan we vaak voor verscheurende keuzes: kopen of huren? Nemen we digitale tv van
Belgacom of gaan we toch maar voor Telenet? Deze beslissingen zijn des te moeilijker, omdat er geen “juiste” en
“foute” keuzes bestaan: beide opties hebben hun voor- en nadelen. Met bouw- en renovatieprojecten is het niet
anders. Dikwijls moeten we de keuze maken tussen een staal- of betonstructuur, beide met hun specifieke voor- en
nadelen. Een tijdje geleden was ik nog getuige van een discussie over deze kwestie tussen twee van onze
ingenieurs. De technische finesses zal ik u besparen, maar ik vond hun betoog toch te interessant om u te
onthouden.

Bij het bespreken van de plannen verwonderde een van de ingenieurs zich erover dat de brandwanden tussen de
compartimenten getekend waren met een enkele rij betonnen kolommen in plaats van met een ontdubbelde
staalstructuur, met een aparte set kolommen per compartiment dus. De tweede ingenieur verklaarde dat dit zo
gedaan was om een veiliger, beter werkende, brandwand te bekomen: beton is immers een brandveilig materiaal
dat bij hoge temperaturen veel minder snel bezwijkt dan staal. Ingenieur één was het daar echter niet mee eens en
kwam prompt met een aantal waterdichte argumenten op de proppen.

Ten eerste is het zo dat betonnen kolommen een brandweerstand van twee uur moeten krijgen. Daar tegenover
staat dat de brandweerstand van de stalen vakwerken die eraan bevestigd zijn veel kleiner is (ongeveer 15
minuten). Wanneer een brand woedt in één van de compartimenten, gaan de vakwerken dus hun sterkte verliezen
en doorbuigen. Gevolg: ze gaan aan de kolommen trekken, met krachten die zo groot kunnen worden dat ze de
kolommen en zelfs de brandwand beschadigen. En u begrijpt dat de bedoeling van een brandwand juist is dat hij
blijft rechtstaan bij brand.




                                                         Renovatieblog: De eeuwige discussie: renoveren of bouwen met beton of staal?
20. DE EEUWIGE DISCUSSIE: RENOVEREN
OF BOUWEN MET BETON OF STAAL?
Smeltankers
Dit probleem kan weliswaar verholpen worden door te werken met smeltankers. Dat wil zeggen dat de
verbindingen tussen de brandwand en de kolommen smelten bij hoge temperatuur, zodat de structuur kan
bezwijken zonder de wanden mee te sleuren. Het nadeel daarvan is echter dat de wand, die zich tegenover de
brandwand bevindt, en de brandwand zelf, bij brand niet meer bij elkaar gehouden worden door het vakwerk van
het dak. Hierdoor kan de tegenoverliggende kolom naar buiten vallen met alle bijhorende risico’s voor naburige
compartimenten en gebouwen. En dan hebben we het nog niet over het gevaar voor de mensen die misschien
nog in het gebouw zijn en voor de brandweerlui, die langs buiten staan te blussen en nietsvermoedend een wand
op hun hoofd kunnen krijgen. Stel u voor dat deze buitenwand opgebouwd is uit betonnen panelen! Smeltankers
lossen dus één probleem op, maar creëren een ander en zijn dus zeker nog niet ideaal.

Ten tweede zullen de betonnen kolommen bij brand in één compartiment aan die kant sterk opwarmen. De warme
kant zal langer worden dan de koude zijde en de kolommen zullen kromtrekken. Hierdoor gaan ze druk uitoefenen
op de structuren van de naburige compartimenten en worden deze naburige structuren extra belast. Dit geldt ook
voor de funderingen van deze structuren. Doorgaans worden deze constructies hier niet op berekend, aangezien
het begroten van dit soort krachten erg complex is. Dit kan enkel met gespecialiseerde software, die de meeste
studiebureaus niet in hun bezit hebben. De veroorzaakte schade is dus erg moeilijk te voorspellen en opnieuw: het
doel van een brandwand is juist om de rest van het gebouw te vrijwaren.

En ten overvloede voegde hij er nog aan toe dat bij betonnen kolommen de stalen vakwerken zwaarder, en dus
duurder, moeten zijn dan bij stalen kolommen, aangezien de inklemming van de vakwerken op de betonnen
kolommen minder eenvoudig is.




                                                         Renovatieblog: De eeuwige discussie: renoveren of bouwen met beton of staal?
20. DE EEUWIGE DISCUSSIE: RENOVEREN
OF BOUWEN MET BETON OF STAAL?
Daar had ingenieur twee even niet van terug. Toch gaf hij zich niet zomaar gewonnen: is het immers niet zo, dat de
werking van een ontdubbelde staalstructuur met smeltankers ook niet altijd even vlekkeloos is? In theorie wordt
altijd uitgegaan van een volledig ontwikkelde brand, waarbij het hele compartiment dus in lichterlaaie staat en het
overal even heet is. Maar wat wanneer het bijvoorbeeld om een plaatselijk brandje gaat, of een brand waarbij niet
zulke extreme temperaturen ontwikkeld worden? Sommige kolommen zullen verzwakken en zelfs bezwijken, maar
als de smeltankers niet heet genoeg worden om te smelten, zullen de kolommen toch de brandwand (of een deel
ervan) meesleuren in hun val.

Maar ook daar had ingenieur één een antwoord op. Aangezien de smeltankers gemaakt zijn uit een soort plastic,
kunnen ze weinig krachten opnemen en zullen ze dus breken voor een kolom de kans krijgt om de brandwand om
te trekken.

Beide ingenieurs waren overtuigd van hun standpunt. Uiteindelijk werden ze het eens over de beste manier om
een absoluut veilige brandwand te bouwen: de structuur én de brandwand ontdubbelen. Er worden dan twee
brandwanden tegen elkaar geplaatst, die elk met gewone ankers aan hun eigen stel kolommen bevestigd zijn. Het
materiaal van de kolommen doet er dan niet toe. Dit was volgens hen de enige zekere manier om twee
compartimenten te scheiden; helaas ook de duurste.

De discussie is nog niet afgelopen…




                                                          Renovatieblog: De eeuwige discussie: renoveren of bouwen met beton of staal?
21. BOUWTEAMS: MEER SNELHEID,
MINDER RISICO’S. OOK BIJ RENOVATIES.
Aansprakelijkheid
Een tijd geleden hield NAV in de prachtige zaal van de Gentse Handelsbeurs zijn allereerste architectencongres.
NAV had enkele sprekers uitgenodigd om te debatteren over een aantal heikele zaken. Een van de hete hangijzers
was de aansprakelijkheid van architecten en de verplichte verzekering bij bouw- en zeker renovatiewerken.
Waarom moeten alleen de architecten en niet de aannemers zich verplicht verzekeren, vroegen velen zich af. Een
terechte vraag, maar ik kan beamen dat wij net als andere gereputeerde aannemers die hun vak au sérieux nemen
sowieso verzekerd zijn. Bij kleinere aannemersbedrijven is dat natuurlijk minder het geval.

Veel belangrijker dan het wettelijk verplicht maken van een verzekering is ervoor te zorgen dat het risico op fouten
tot het minimum beperkt wordt. Gemakkelijker gezegd dan gedaan zal u zeggen, maar Marc Dillen van de
Confederatie Bouw haalde wat dit betreft de ideale remedie aan waar ik me volledig bij kan aansluiten: stap af van
de traditionele verdeling architect – aannemer, maar werk van in het begin samen met de bouwheer als
bouwteam. Zie elkaar niet als concurrenten, als een partij die het de ander moeilijk kan maken, maar zie elkaar als
spelers van hetzelfde team die met vereende krachten het bouw- of renovatieproject tot een goed einde moeten
brengen.

Voorwaarde is natuurlijk dat je elkaar moet kunnen vertrouwen en niet werkt met verborgen agenda’s. Als dat
wederzijds vertrouwen er is, is er eigenlijk geen enkele reden om niet als bouwteam samen te werken. Een goede
zaak voor de architect en de aannemer, maar in de allereerste plaats voor de bouwheer, de opdrachtgever.




                                                            Renovatieblog: Bouwteams: meer snelheid, minder risico’s. Ook bij renovaties.
21. BOUWTEAMS: MEER SNELHEID,
MINDER RISICO’S. OOK BIJ RENOVATIES.
Dat hebben wij al vaak ondervonden. Meer dan eens is gebleken dat bepaalde eisen van een bouwheer enkel en
alleen op te lossen zijn door een bouwteam. Als je zit met een krappe planning en de bouwheer wil het plan wat
laten bijsturen is het gewoonweg onmogelijk om daarvoor de traditionele procedure te volgen. Het vergt gewoon
te veel tijd om daarvoor een dossier op te stellen, een lastenboek en een prijsaanvraag op te stellen. Zo’n vragen
zijn enkel op te lossen met een bouwteamformule. Onlangs hebben we het nog meegemaakt dat een klant een
grote machine verwachtte vanuit Italië. Die machine moest op een bepaalde dag operationeel zijn en dat was bij
aanvang niet zo ingepland. Op zo’n moment moet je met het bouwteam kunnen samenzitten om hiervoor een
oplossing uit te dokteren en daar zijn we ook in geslaagd.

Dubbel interessant bij renovaties
Bij Mathieu Gijbels hebben we zowel in nieuwbouwprojecten als bij renovaties ervaring opgebouwd met
bouwteams. Voor beide scenario’s zijn we sterk voorstander van deze formule, maar bij renovaties komen de
pluspunten nog eens extra goed tot hun recht. Precies omdat veel elementen onmogelijk op voorhand te voorzien
en in te plannen zijn. Als ontwerper kan je dan trachten om zoveel mogelijk potentiële risico’s op te nemen in het
lastenboek zodat je zeker ingedekt bent bij eventuele verrassingen en meerwerken. Het spreekt voor zich dat daar
een hoge totaalprijs tegenover staat.
Waarom het moeilijk maken, waarom niet open kaart spelen met elkaar? Veel beter is het te focussen op
gezamenlijke oplossingen voor allerhande uitdagingen die je onderweg zal tegenkomen dan te trachten alles op
voorhand vast te leggen, hetgeen toch een utopie is. Het is ook zinloos om op voorhand veel studiewerk te steken
in zaken waarvoor nog te veel vraagtekens bestaan. Veel interessanter is het om deze dingen in bouwteamformule
te bekijken. Belangrijk hierbij is wel dat de punten waarover nog onzekerheid bestaat duidelijk opgelijst worden
voor alle partijen zodat ten gepaste tijde hiervoor een oplossing gevonden wordt en een correcte prijsraming.




                                                           Renovatieblog: Bouwteams: meer snelheid, minder risico’s. Ook bij renovaties.
22. WORDT JOUW BEDRIJFSGEBOUW OOK
EEN BREEAM-GEBOUW?
Duurzaamheid en energiezuinigheid
Ken jij een bedrijfsleider die niet beweert dat de renovatie van zijn bedrijfsgebouw op een zeer duurzame en
energiezuinige wijze gebeurde? Ik niet. Duurzaamheid en energiezuinigheid worden vandaag zo vaak te pas en te
onpas gebruikt dat weinigen er nog enig geloof of enige waarde aan hechten. En dat is natuurlijk zonde als je
daadwerkelijk alles uit de kast gehaald hebt om de footprint van jouw gebouw door een doordachte renovatie in
te perken. In dat geval kan het nuttig zijn om een label aan te vragen voor jouw renovatie. Het meest bekende label
van het moment is BREEAM.

BREEAM?
BREEAM is een internationaal certificaat. Het staat voor Building Research Establishment Environmental
Assessment Method en is ontwikkeld door het gerenommeerde Britse BRE. Aan de hand van verschillende criteria,
verdeeld over 9 categorieën (ecologie, management, comfort, energie, vervuiling,…) wordt op een objectieve
manier de duurzaamheid van een gebouw geëvalueerd.
Elk van deze criteria wordt afgetoetst aan de lokale regelgeving en de standaard marktprestaties, waarna het
gebouw een classificatie verkrijgt, variërend van “pass” (voldoende) tot “outstanding” (uitmuntend). De certificatie
gebeurt zowel in de ontwerpfase als in de uitvoering. Dit biedt het voordeel dat er nog kan bijgestuurd worden om
tot een betere classificatie te komen.

Door de combinatie van lokale regelgeving en het BREEAM-beoordelingsschema blijft een objectieve vergelijking
met gelijkaardige buitenlandse projecten mogelijk. Binnen het internationale aspect van BREEAM zijn er al
specifieke beoordelingsschema’s uitgewerkt voor retail, kantoren en industrie.




                                                                  Renovatieblog: Wordt jouw bedrijfsgebouw ook een BREEAM-gebouw?
22. WORDT JOUW BEDRIJFSGEBOUW OOK
EEN BREEAM-GEBOUW?
Het BREEAM-label heeft dus zeker zijn nut. Niet alleen omdat je daarmee kan bewijzen dat je renovatie
daadwerkelijk op duurzame wijze gebeurd is, maar meer nog omdat het jou, de ontwerpers, de ingenieurs en
andere betrokkenen doet nadenken over bepaalde keuzemogelijkheden. Wat dat betreft, kan je het vergelijken
met het ISO-label. Dat label bewijst niet zozeer dat het ene bedrijf beter is dan het andere, maar het verplicht de
bedrijfsleiders wel om alles tot in de puntjes uit te schrijven én om over alles tweemaal na te denken.

Kostprijs
Een BREEAM-label is op zich zeker een enorm pluspunt, met eigenlijk maar één nadeel: de kostprijs. Het zal je
wellicht verplichten om voor bepaalde opties de lat op vlak van duurzaamheid nog wat hoger te leggen. Dat is op
zich geen probleem, omdat je die meerkost in veel gevallen ook terug verdient. In de meeste gevallen, maar niet
altijd. BREEAM is immers gefocust op duurzaamheid in de breedste betekenis van het woord en geeft bijvoorbeeld
ook punten voor de inplanting van het gebouw, de bereikbaarheid met het openbaar vervoer, de
fietsvoorzieningen, enz. Op deze factoren heb je weinig of geen vat waardoor je voor dat item heel lage punten
kunt scoren. Met als gevolg dat je punten moet zien te scoren op andere plaatsen om in aanmerking te komen voor
het label. Dat kan leiden tot minder verstandige ingrepen die zich niet terug betalen.
Duurzaamheid kijkt ook naar de herkomst en de recycleerbaarheid van de materialen. Materialen die goed scoren
op dit vlak zijn door de band duurder dan gelijkaardige materialen die een minder goede score halen. Investeren in
deze materialen is zeker vanuit maatschappelijk oogpunt gerechtvaardigd en kunnen we alleen maar
aanmoedigen, maar weet wel dat die meerprijs zich nu nog niet zal vertalen in bijvoorbeeld een lagere energieprijs
zoals wel het geval is bij investering in isolatie of energiezuinige alternatieven. Het is echter erg waarschijnlijk dat
er in de nabije toekomst een belasting komt op CO2-uitstoot, en wellicht ook op de CO2-uitstoot die er opgetreden
is tijdens de productie en het transport van (bouw)materialen. Wanneer dit werkelijkheid wordt, wordt het
natuurlijk wel interessant om te investeren in recycleerbare materialen en zal hier ook een terugverdientijd
tegenover staan.



                                                                    Renovatieblog: Wordt jouw bedrijfsgebouw ook een BREEAM-gebouw?
22. WORDT JOUW BEDRIJFSGEBOUW OOK
EEN BREEAM-GEBOUW?
Een andere kost die je niet uit het oog mag verliezen is het studiewerk dat gepaard gaat met het label. Je moet in
zee gaan met een studiebureau dat gecertificeerd is voor het BREEAM-label en die uren moeten natuurlijk ook
betaald worden. Die analyses zullen zeker nuttig en weldoordacht zijn maar resulteren niet noodzakelijkerwijze in
een lager verbruik. Dat geldt ook voor de grote papierwinkel die bij het BREEAM-label komt kijken. Zo moet je
bijvoorbeeld bijhouden hoeveel kilometer elke vrachtwagen aflegt, hoeveel hij verbruikt, enz. Niet te
onderschatten administratiekosten dus en daarvoor geldt natuurlijk geen terugverdientijd.
Waarmee ik zeker niet wil zeggen dat BREEAM geen nut zou hebben. Integendeel. Zeker als je ooit je
bedrijfsgebouw zou willen verkopen, heb je een enorme troef in handen.

Alleen moet je goed afwegen of je bereid bent de meerkost van dit label te betalen. Denk er ook aan dat je in het
geval van een renovatie sowieso ‘een streepje achter’ hebt op een nieuwbouw omdat de bestaande situatie je heel
wat beperkingen kan opleggen. Aan de inplanting kan je bijvoorbeeld niets veranderen met een renovatie. Het is
daarom ook moeilijker om bij renovatie een BREEAM-label of een ander label te halen dan bij een nieuwbouw.
Daarom is het zeker bij renovaties uitermate belangrijk om zowel voor het ontwerp als voor het studiewerk en de
uitvoering in zee te gaan met betrouwbare partners die je op weg kunnen zetten naar het BREEAM- of een ander
label. Als aannemer willen en kunnen we met Mathieu Gijbels jullie daar zeker mee helpen.




                                                                  Renovatieblog: Wordt jouw bedrijfsgebouw ook een BREEAM-gebouw?
Renovatieblog Mathieu Gijbels
Renovatieblog Mathieu Gijbels
Renovatieblog Mathieu Gijbels
Renovatieblog Mathieu Gijbels
Renovatieblog Mathieu Gijbels
Renovatieblog Mathieu Gijbels
Renovatieblog Mathieu Gijbels
Renovatieblog Mathieu Gijbels
Renovatieblog Mathieu Gijbels
Renovatieblog Mathieu Gijbels
Renovatieblog Mathieu Gijbels
Renovatieblog Mathieu Gijbels
Renovatieblog Mathieu Gijbels
Renovatieblog Mathieu Gijbels
Renovatieblog Mathieu Gijbels
Renovatieblog Mathieu Gijbels
Renovatieblog Mathieu Gijbels
Renovatieblog Mathieu Gijbels
Renovatieblog Mathieu Gijbels

Contenu connexe

Similaire à Renovatieblog Mathieu Gijbels

DNN Nieuwsbulletin 201209
DNN Nieuwsbulletin 201209DNN Nieuwsbulletin 201209
DNN Nieuwsbulletin 201209marloesvanpelt
 
Interview Paulus Jansen Tweede Kamerlid SP
Interview Paulus Jansen Tweede Kamerlid SPInterview Paulus Jansen Tweede Kamerlid SP
Interview Paulus Jansen Tweede Kamerlid SPKarl Bijsterveld
 
FNRS Zaken 1 - 2023: Duurzaamheid
FNRS Zaken 1 - 2023: DuurzaamheidFNRS Zaken 1 - 2023: Duurzaamheid
FNRS Zaken 1 - 2023: DuurzaamheidFNRS
 
Column YP aug 2015
Column YP aug 2015Column YP aug 2015
Column YP aug 2015Yuri Pelser
 
Bij welke woonprovider zit jij? 2014
Bij welke woonprovider zit jij? 2014Bij welke woonprovider zit jij? 2014
Bij welke woonprovider zit jij? 2014Peter Fraanje
 
Column Yuri Pelser mei 2015
Column Yuri Pelser mei 2015Column Yuri Pelser mei 2015
Column Yuri Pelser mei 2015Yuri Pelser
 
R065 0512 Hob Limburg Zuid
R065 0512 Hob Limburg ZuidR065 0512 Hob Limburg Zuid
R065 0512 Hob Limburg Zuidmanagerbob
 
Van Aannemen naar Ondernemen
Van Aannemen naar OndernemenVan Aannemen naar Ondernemen
Van Aannemen naar OndernemenPeter Fraanje
 
Het ondernemers belang regio de baranie 1-2012
Het ondernemers belang regio de baranie 1-2012Het ondernemers belang regio de baranie 1-2012
Het ondernemers belang regio de baranie 1-2012Heembouw
 
Werken aan vernieuwing
Werken aan vernieuwingWerken aan vernieuwing
Werken aan vernieuwingRob Weiss
 
Slim en energiek duurzaam ondernemen - inspirerende rondetafellunch maart 2015
Slim en energiek duurzaam ondernemen - inspirerende rondetafellunch maart 2015Slim en energiek duurzaam ondernemen - inspirerende rondetafellunch maart 2015
Slim en energiek duurzaam ondernemen - inspirerende rondetafellunch maart 2015The Blue Deal
 
Kennisbijeenkomst energetisch renoveren zorgvastgoed 29-01-2015
Kennisbijeenkomst energetisch renoveren zorgvastgoed 29-01-2015Kennisbijeenkomst energetisch renoveren zorgvastgoed 29-01-2015
Kennisbijeenkomst energetisch renoveren zorgvastgoed 29-01-2015Hendriks Coppelmans Bouwgroep BV
 
Magazine Het Ondernemersbelang Zuid-Hollandse Eilanden 0312
Magazine Het Ondernemersbelang Zuid-Hollandse Eilanden 0312Magazine Het Ondernemersbelang Zuid-Hollandse Eilanden 0312
Magazine Het Ondernemersbelang Zuid-Hollandse Eilanden 0312HetOndernemersBelang
 
The Solar Future II - Rob van Rees
The Solar Future II - Rob van ReesThe Solar Future II - Rob van Rees
The Solar Future II - Rob van ReesPaul van der Linden
 
Magazine Het Ondernemersbelang Utrecht 0212
Magazine Het Ondernemersbelang Utrecht 0212Magazine Het Ondernemersbelang Utrecht 0212
Magazine Het Ondernemersbelang Utrecht 0212HetOndernemersBelang
 

Similaire à Renovatieblog Mathieu Gijbels (20)

DNN Nieuwsbulletin 201209
DNN Nieuwsbulletin 201209DNN Nieuwsbulletin 201209
DNN Nieuwsbulletin 201209
 
Interview Paulus Jansen Tweede Kamerlid SP
Interview Paulus Jansen Tweede Kamerlid SPInterview Paulus Jansen Tweede Kamerlid SP
Interview Paulus Jansen Tweede Kamerlid SP
 
FNRS Zaken 1 - 2023: Duurzaamheid
FNRS Zaken 1 - 2023: DuurzaamheidFNRS Zaken 1 - 2023: Duurzaamheid
FNRS Zaken 1 - 2023: Duurzaamheid
 
DMOP - verdienen met Duurzaam Onderhoud
DMOP - verdienen met Duurzaam OnderhoudDMOP - verdienen met Duurzaam Onderhoud
DMOP - verdienen met Duurzaam Onderhoud
 
Column YP aug 2015
Column YP aug 2015Column YP aug 2015
Column YP aug 2015
 
Bij welke woonprovider zit jij? 2014
Bij welke woonprovider zit jij? 2014Bij welke woonprovider zit jij? 2014
Bij welke woonprovider zit jij? 2014
 
Column Yuri Pelser mei 2015
Column Yuri Pelser mei 2015Column Yuri Pelser mei 2015
Column Yuri Pelser mei 2015
 
R065 0512 Hob Limburg Zuid
R065 0512 Hob Limburg ZuidR065 0512 Hob Limburg Zuid
R065 0512 Hob Limburg Zuid
 
Van Aannemen naar Ondernemen
Van Aannemen naar OndernemenVan Aannemen naar Ondernemen
Van Aannemen naar Ondernemen
 
Het ondernemers belang regio de baranie 1-2012
Het ondernemers belang regio de baranie 1-2012Het ondernemers belang regio de baranie 1-2012
Het ondernemers belang regio de baranie 1-2012
 
Werken aan vernieuwing
Werken aan vernieuwingWerken aan vernieuwing
Werken aan vernieuwing
 
Slim en energiek duurzaam ondernemen - inspirerende rondetafellunch maart 2015
Slim en energiek duurzaam ondernemen - inspirerende rondetafellunch maart 2015Slim en energiek duurzaam ondernemen - inspirerende rondetafellunch maart 2015
Slim en energiek duurzaam ondernemen - inspirerende rondetafellunch maart 2015
 
Kennisbijeenkomst energetisch renoveren zorgvastgoed 29-01-2015
Kennisbijeenkomst energetisch renoveren zorgvastgoed 29-01-2015Kennisbijeenkomst energetisch renoveren zorgvastgoed 29-01-2015
Kennisbijeenkomst energetisch renoveren zorgvastgoed 29-01-2015
 
Duurzame Huisvesting binnen SNS Reaal
Duurzame Huisvesting binnen SNS ReaalDuurzame Huisvesting binnen SNS Reaal
Duurzame Huisvesting binnen SNS Reaal
 
Magazine Het Ondernemersbelang Zuid-Hollandse Eilanden 0312
Magazine Het Ondernemersbelang Zuid-Hollandse Eilanden 0312Magazine Het Ondernemersbelang Zuid-Hollandse Eilanden 0312
Magazine Het Ondernemersbelang Zuid-Hollandse Eilanden 0312
 
The Solar Future II - Rob van Rees
The Solar Future II - Rob van ReesThe Solar Future II - Rob van Rees
The Solar Future II - Rob van Rees
 
Corporatie 2040
Corporatie 2040Corporatie 2040
Corporatie 2040
 
Verduurzaaming bestaand vastgoed werkboek
Verduurzaaming bestaand vastgoed werkboekVerduurzaaming bestaand vastgoed werkboek
Verduurzaaming bestaand vastgoed werkboek
 
Magazine Het Ondernemersbelang Utrecht 0212
Magazine Het Ondernemersbelang Utrecht 0212Magazine Het Ondernemersbelang Utrecht 0212
Magazine Het Ondernemersbelang Utrecht 0212
 
Innovaties die de bouw echt gaan veranderen
Innovaties die de bouw echt gaan veranderenInnovaties die de bouw echt gaan veranderen
Innovaties die de bouw echt gaan veranderen
 

Plus de nv Mathieu Gijbels

Bedrijven waar het goed is om werken
Bedrijven waar het goed is om werkenBedrijven waar het goed is om werken
Bedrijven waar het goed is om werkennv Mathieu Gijbels
 
Sneeuwruimen; Hou je dak sneeuwvrij!
Sneeuwruimen; Hou je dak sneeuwvrij!Sneeuwruimen; Hou je dak sneeuwvrij!
Sneeuwruimen; Hou je dak sneeuwvrij!nv Mathieu Gijbels
 
Brochure garagebouw Mathieu Gijbels
Brochure garagebouw Mathieu GijbelsBrochure garagebouw Mathieu Gijbels
Brochure garagebouw Mathieu Gijbelsnv Mathieu Gijbels
 
Brochure Bedrijfs en kantoorbouw nv Mathieu gijbels
Brochure Bedrijfs en kantoorbouw nv Mathieu gijbelsBrochure Bedrijfs en kantoorbouw nv Mathieu gijbels
Brochure Bedrijfs en kantoorbouw nv Mathieu gijbelsnv Mathieu Gijbels
 
Bedrijfsvoorstelling nv Mathieu Gijbels
Bedrijfsvoorstelling nv Mathieu GijbelsBedrijfsvoorstelling nv Mathieu Gijbels
Bedrijfsvoorstelling nv Mathieu Gijbelsnv Mathieu Gijbels
 

Plus de nv Mathieu Gijbels (6)

Bedrijven waar het goed is om werken
Bedrijven waar het goed is om werkenBedrijven waar het goed is om werken
Bedrijven waar het goed is om werken
 
Service en Onderhoud
Service en OnderhoudService en Onderhoud
Service en Onderhoud
 
Sneeuwruimen; Hou je dak sneeuwvrij!
Sneeuwruimen; Hou je dak sneeuwvrij!Sneeuwruimen; Hou je dak sneeuwvrij!
Sneeuwruimen; Hou je dak sneeuwvrij!
 
Brochure garagebouw Mathieu Gijbels
Brochure garagebouw Mathieu GijbelsBrochure garagebouw Mathieu Gijbels
Brochure garagebouw Mathieu Gijbels
 
Brochure Bedrijfs en kantoorbouw nv Mathieu gijbels
Brochure Bedrijfs en kantoorbouw nv Mathieu gijbelsBrochure Bedrijfs en kantoorbouw nv Mathieu gijbels
Brochure Bedrijfs en kantoorbouw nv Mathieu gijbels
 
Bedrijfsvoorstelling nv Mathieu Gijbels
Bedrijfsvoorstelling nv Mathieu GijbelsBedrijfsvoorstelling nv Mathieu Gijbels
Bedrijfsvoorstelling nv Mathieu Gijbels
 

Renovatieblog Mathieu Gijbels

  • 1. RENOVATIEBLOG Nv Mathieu Gijbels Auteur renovatieblog: Joël Melaerts Commercieel directeur en renovatiespecialist nv Mathieu Gijbels renovatieblog.gijbels.be joel.melaerts.blogt@gijbels.be 1
  • 2. RENOVATIEBLOG. QUID? Renovatieblog over bedrijfsgebouwen In 2011 startte onze commercieel directeur en renovatiespecialist, Joël Melaerts, met een renovatieblog voor Mathieu Gijbels. Een blog 100% gewijd aan de renovatie van bedrijfsgebouwen. Waarom deze blog? Gewoon omdat we over zoveel informatie beschikken die een antwoord biedt op vragen van onze klanten die wij heel vaak tegenkomen. Tegenwoordig wordt voortdurend gekeken hoe we nieuwe gebouwen energiezuiniger en performanter kunnen maken. Men vergeet hierbij dat nieuwe gebouwen slechts een minderheid vormen van het totale patrimonium. We kunnen dus veel grotere winsten boeken door bestaande gebouwen grondig aan te pakken. Het energieaspect speelt hierin een belangrijke, maar zeker niet de enige rol. Het renoveren van een bedrijfsgebouw doe je ook voor je personeel, voor je klanten én bovenal voor de rendabiliteit van je bedrijf. Of dat geld kost? Uiteraard, maar niet renoveren kost je veel meer geld. Doel renovatieblog Met deze renovatie blog hebben we slechts één doel voor ogen. U nuttige en concrete informatie verschaffen over waarom en hoe de renovatie van een bedrijfsgebouw moet aangepakt worden. Dat zullen we doen aan de hand van nuttige tips, technisch advies, getuigenissen, enz. Vragen suggesties, kritische opmerkingen, alles is welkom! Samen kunnen we van deze renovatie blog een nuttig werkinstrument maken volledig in het teken van de renovatie van bedrijfsgebouwen. Contacteer ons gerust via info@gijbels.be op +32 (0) 89 819 100 of via de sociale netwerken. twitter.com/mathieugijbels facebook.com/nvMathieuGijbels Renovatieblog: introductie
  • 3. “Wat mag mag je in deze white paper nuallemaal verwachten? “Wat je in deze presentatie nu allemaal verwachten? Wel, Wel, we hebben mijn gepubliceerde blogartikels voor je je we hebben al al mijn gepubliceerde blogartikels voor verzameld en en gebundeld in dezewhite paper. En uiteraard verzameld gebundeld in deze presentatie. En uiteraard zullen we deze presentatieregelmatig updaten met de met de zullen we deze ook ook regelmatig updaten nieuwste blogartikels. nieuwste blogartikels. We wensen je alvast veel leesplezier!” Joël Melaerts. We wensen je alvast veel leesplezier!” Joël Melaerts.
  • 4. INHOUDSOPGAVE 1 EEN RENOVATIE BETAALT ZICH OP VERSCHILLENDE MANIEREN TERUG. Pag 5. 2 OPEN LANDSCHAPSKANTOOR OF TRADITIONELE KANTOORVERDELING? Pag 7. 3 WAAROM GEWOON RENOVEREN ALS HET OOK PASSIEF KAN? Pag 10. 4 SPAARLAMPEN VORMEN SLECHTS EEN TWEEDE STAP IN BESPARING OP VERLICHTING. Pag 13. 5 HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN TEGEN HITTE – DEEL 1. Pag 15. 6 HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN TEGEN HITTE – DEEL 2. Pag 18. Renovatieblog: inhoudsopgave
  • 5. INHOUDSOPGAVE 7 ENERGIE-AUDIT: SPECIALISTENWERK OF KAN IK ZELF EERSTE STAPPEN ZETTEN?. Pag 21. 8 OUT-OF-THE-BOX: WONEN IN EEN WATERTOREN Pag 26. 9 AFBREKEN OF NIET AFBREKEN? Pag 28. 10 OOK VOOR RENOVEREN GELDT: METEN IS WETEN. Pag 30. 11 GEEN VENTILATIE IS BETER EN GEZONDER DAN SLECHTE VENTILATIE. Pag 32. 12 WAT KAN DE WINTERTIJD MIJ LEREN OVER MIJN RENOVATIE? Pag 34. Renovatieblog: inhoudsopgave
  • 6. INHOUDSOPGAVE 13 PV-PANELEN OF DAKDICHTINGSBANEN MET GEÏNTEGREERDE PV-CELLEN?. Pag 38. 14 BRANDVEILIG RENOVEREN, ALLESBEHALVE EEN OVERBODIGE LUXE Pag 41. 15 HOE VOORKOMEN DAT PLEISTERWERK TRANSFORMEERT VAN EYECATCHER TOT DOORN IN HET OOG? Pag 44. 16 MOET JE BANG ZIJN VOOR DE SNEEUW OP JOUW BEDRIJFSGEBOUW?. Pag 46. 17 WAAROM STROOM EN WARMTE APART OPWEKKEN ALS HET OOK SAMEN KAN? Pag 48. 18 WAAROM DE STRENGERE EPB-NORMEN NIET METEEN EEN DRAMA HOEVEN ZIJN. Pag 52. Renovatieblog: inhoudsopgave
  • 7. INHOUDSOPGAVE 19 OPTOPPEN, MAG HET EEN VERDIEPING MEER ZIJN? Pag 74 20 DE EEUWIGE DISCUSSIE: RENOVEREN OF BOUWEN MET BETON OF STAAL? Pag 58. 21 BOUWTEAMS: MEER SNELHEID, MINDER RISICO’S. OOK BIJ RENOVATIES Pag 61. 22 WORDT JOUW BEDRIJFSGEBOUW OOK EEN BREEAM-GEBOUW? Pag 63 23 NIEUWE BLIKVANGER OP HET INDUSTRIETERREIN TE LUMMEN Pag 67. 24 QUICK TE FLEMALLE KAAPT MERCURIUS PRIJS VAN COMEOS WEG. Pag 71. Renovatieblog: inhoudsopgave
  • 8. INHOUDSOPGAVE 25 EEN GROOT MAAKT VELE KLEINTJES. Pag 55. 26 GEVELRENOVATIE: EEN ‘MAKE OVER’ DIE GEZIEN MAG WORDEN Pag 77. 27 INTERNE RENOVATIES EFFENEN DE WEG NAAR EEN BETERE WORK FLOW Pag 81. Renovatieblog: inhoudsopgave
  • 9. 1. EEN RENOVATIE BETAALT ZICH OP VERSCHILLENDE MANIEREN TERUG. Waarom renoveren? Er zijn duizend en een redenen om te renoveren, maar er is voor veel ondernemers één belangrijke reden om het niet te doen: de kostprijs. Nochtans mag je dat niet te kortzichtig bekijken, want een renovatie verdien je op verschillende manieren terug. Eerst en vooral al door subsidies van de overheid. Een niet te onderschatten cadeau dat je misloopt wanneer je geen werk maakt van een verbetering van je gebouwenpatrimonium. Fiscaal doe je er ook je voordeel mee. Zeker als je van de renovatie ook gebruik maakt om je energieverbruik in te dammen – en waarom zou je dat niet doen? – maak je aanspraak op een hele rist fiscale premies en subidies. Het zijn er zo veel en per regio, provincie en gemeente zijn de verschillen zo groot dat het als bouwheer niet evident is om het bos tussen de bomen te zien. Als je voor je renovatie in zee gaat met een betrouwbare partner, zal hij je daar zeker in kunnen adviseren. Bij Mathieu Gijbels beschouwen we het alleszins als onze taak om onze klanten te gidsen in dat hele kluwen van subsidies en premies. Een heel handig hulpmiddel om in één oogopslag te zien waar je eventueel recht op hebt is de website www.energiesparen.be. Via deze link kom je op module terecht. In de linkse kolom wel eerst aangeven of je een KMO of een industrieel bedrijf vertegenwoordigt. Als je vervolgens je gemeente of postnummer invult en op zoeken klikt, krijg je het overzicht van alle mogelijke subsidies met een link naar meer uitleg hierover. Renovatieblog: Een renovatie betaalt zich op verschillende manier terug
  • 10. 1. EEN RENOVATIE BETAALT ZICH OP VERSCHILLENDE MANIEREN TERUG. Hogere waarde van je bedrijfsgebouw Op langere termijn vertaalt de renovatie zich ook nog in een hogere waarde van je gebouw. In de meeste gevallen zal de hogere prijs die je krijgt bij de verkoop zelfs merkelijk hoger liggen dan het investeringsbedrag voor de renovatie. Toegegeven, dit laatste argument speelt voor de meeste bedrijfsleiders geen doorslaggevende rol, simpelweg omdat ze niet van plan zijn hun pand te verkopen, zeker niet wanneer dat pas gerenoveerd is. Wat ze hierbij uit het oog verliezen is dat je zeker vanuit bedrijfseconomisch standpunt alles op lange termijn moet zien en dat je onmogelijk kan voorzien wat de toekomst brengen zal. Wordt het bedrijf op termijn overgenomen door een grotere groep, krijgt het bedrijf door pech of door veranderende marktsituaties een serieuze knauw of – laat het ons hopen – gaat het zo goed met de zaken dat de onderneming uit zijn voegen barst zodat je toch op zoek moet naar een nieuwe locatie? In al deze gevallen – en dat komt meer voor dan men denkt – zullen de waarde en de mogelijkheden van het gebouw een belangrijk item worden bij eender welk scenario. Als je dan kan uitpakken met een performant bedrijfsgebouw dat vrij recent een kwaliteitsvolle renovatie ondergaan heeft, zal je veel sterker in je schoenen staan en zal je gemakkelijk de kosten van de investering kunnen verzilveren. Tel al die factoren op en je kan maar één ding besluiten: renoveren kost op korte termijn geld, maar niet renoveren kost je nog veel meer op lange termijn. Renovatieblog: Een renovatie betaalt zich op verschillende manier terug
  • 11. 2. OPEN LANDSCHAPSKANTOOR OF TRADITIONELE KANTOORVERDELING? Open landschapskantoren Vroeger had een bediende vaak, al dan niet samen met een collega, zijn/haar eigen kantoor waardoor iedereen min of meer op zijn eigen eiland leefde. Daar is men de jongste decennia wat van afgestapt door te opteren voor open landschapskantoren. Het leidde tot meer openheid en onderlinge contacten, maar er zijn ook nadelen aan verbonden waardoor sommigen willen teruggrijpen naar de oude indeling. Nuttig dus om de twee opties naast elkaar te plaatsen en om te kijken of er geen gulden middenweg is of een optie die de voordelen van de twee combineert. Renovatieblog: Open landschapskantoor of traditionele kantoorverdeling?
  • 12. 2. OPEN LANDSCHAPSKANTOOR OF TRADITIONELE KANTOORVERDELING? De voordelen van een landschapskantoor liggen voor de hand Een betere bereikbaarheid van de medewerkers Lichtinval; als je werkt met automatische sturing van de verlichting > levert het een behoorlijke besparing op van verbruik Een compactere bezetting en dus betere benutting van de ruimte; 10 à 15% Een vlottere onderlinge communicatie. Verder zijn ook meerdere mensen op de hoogte van verschillende lopende dossiers. Gemakkelijker sterke en directe mondelinge interacties zijn mogelijk Een lagere inrichtingskost: 15 à 20% De aanwezigheid van medewerkers kan in een oogopslag worden vastgesteld. Renovatieblog: Open landschapskantoor of traditionele kantoorverdeling?
  • 13. 2. OPEN LANDSCHAPSKANTOOR OF TRADITIONELE KANTOORVERDELING? Anderzijds mag je ook niet blind – of doof – blijven voor de nadelen Landschapskantoren resulteren in een grotere geluidsoverlast vanwege de vele geluidsbronnen (telefoon, gesprekken, printers en faxen,…). Elke bediende heeft slechts een beperkte persoonlijke ruimte en velen vinden het vermoeiend om er geconcentreerd te werken. De werkplekken zien er op het eerste gezicht ‘gelijkwaardig’ uit, maar schijn bedriegt. Sommige werkplekken bevinden zich vlak bij een doorgang, andere vlak bij een raam, de ene zone heeft meer te kampen met lawaai dan de andere, de ene werkplek is frisser dan de andere, de privacy is beter bij de ene werkplek dan bij de andere, enz. Het credo van “iedereen gelijk” gaat dus niet altijd op voor landschapskantoren en dat kan tot onderlinge twisten leiden. Veel meer dan bij de traditionele kantoren, vermits het veel gemakkelijker is om in een landschapskantoor van plaats te verwisselen dan wanneer twee collega’s moeten wisselen van kantoor. Renovatieblog: Open landschapskantoor of traditionele kantoorverdeling?
  • 14. 2. OPEN LANDSCHAPSKANTOOR OF TRADITIONELE KANTOORVERDELING? The best of both worlds Ideaal is dat je van elke optie de voordelen overhoudt en de nadelen tracht uit te schakelen en dat is tot op zekere hoogte mogelijk. Een klassieke kantoorverdeling kan wel degelijk gecombineerd worden met het landschapskantoor. Gebruik glazen scheidingswanden In plaats van ondoorzichtige scheidingswanden kan er met glazen wanden gewerkt worden. Het doorzicht en de lichttoetreding blijven behouden, er is een stillere werkomgeving en het is mogelijk om vertrouwelijke gesprekken te voeren zonder luistervinken. Bijkomend voordeel is dat voor de verwarming en de verlichting de ruimten afzonderlijk regelbaar zijn. Dit principe hebben we bijvoorbeeld toegepast bij onze klant Drukkerij VD in Temse waarvoor we het kantoorgedeelte mochten renoveren. Kortom, het landschapskantoor blijft actueel maar wordt aangepast binnen zijn context. Foto’s: Drukkerij VD, Temse Renovatieblog: Open landschapskantoor of traditionele kantoorverdeling?
  • 15. 3. WAAROM GEWOON RENOVEREN ALS HET OOK PASSIEF KAN? Passieve renovatie Een tijd geleden heb ik een interessant artikel gelezen in De Tijd over een kantoorgebouw op de Louizalaan in Brussel dat op passieve wijze gerenoveerd werd. Het toont aan dat het inzicht en de wil om energiezuinig en passief te bouwen (of verbouwen) vaak niet aanwezig is bij het begin van een project, maar wel gaandeweg de kop opsteekt. En dat de kloof tussen een ‘traditionele’ renovatie en een groene passief renovatie niet zo groot is als men vaak denkt. In het voorbeeld uit het artikel van De Tijd zag de eigenaar het project vooral als een opsmukbeurt van de gevel en een opwaardering van de toiletten en het sanitair. Het architectenbureau A2M dat steevast de kaart van passiefbouw trekt, heeft hem ervan kunnen overtuigen de lat hoger te leggen en te gaan voor een passief renovatie. Dat ging niet zonder slag of stoot, maar nu beseft de eigenaar dat hij op termijn – en zelfs niet zo’n heel lange termijn – winnaar is door de architect te volgen in zijn denkwijze. Zeker in dit geval viel de meerkost voor passiefbouw best mee omdat het gebouw aan twee zijden geflankeerd wordt door andere bedrijfsgebouwen. Deze gebouwen vormen een warmte- en koudebuffer voor elkaar en bezorgen elkaar gratis warmte en koelte. Een heel verschil natuurlijk met vrijstaande gebouwen die meer energie vergen om een aangenaam klimaat te creëren. Renovatieblog: Waarom gewoon renoveren als het ook passief kan?
  • 16. 3. WAAROM GEWOON RENOVEREN ALS HET OOK PASSIEF KAN? Isolatiedikte Waar normaal de isolatiedikte moet opgedreven worden van 15 tot 20 à 30 cm om aan de passiefstandaard te voldoen, bleek hier een dikte van 15 cm in combinatie met een degelijke dubbele beglazing – driedubbele was niet nodig – en een ventilatiesysteem met warmteterugwinning voldoende om er een passief gebouw van te maken. Projectontwikkelaar Widnell berekende dat de meerkost voor de passiefbouw slechts 10 à 15% bedraagt ten opzichte van een traditionele renovatie en dat deze investering zich gemakkelijk terugverdient op 5 à 10 jaar. Toekomstige normen Een belangrijke troef van deze aanpak die zeker niet uit het oog verloren mag worden, is dat dit gebouw nu al voldoet aan de normen die binnen 10 à 15 jaar opgelegd zullen worden. Er zal met andere woorden geen extra investering nodig zijn om het gebouw aan te passen aan nieuwe eisen. Wat wel zo zal zijn voor veel gebouwen die nu net aan de huidige normen voldoen. Waasland Automotive, "The Green Drive“ Vooruit denken en duurzaam bouwen vereist dat je als eigenaar, ontwerper en aannemer de lat zo hoog mogelijk moet leggen. De meerprijs hiervan weegt niet op tegen de onmiskenbare voordelen op lange termijn. Renovatieblog: Waarom gewoon renoveren als het ook passief kan?
  • 17. 4. SPAARLAMPEN VORMEN SLECHTS EEN 2DE STAP IN BESPARING OP VERLICHTING. Meten is weten Meten is weten en dat leidt – hopelijk – ook tot handelen. Zeker zo voor verlichting, een zwaar onderschatte post binnen het energiehuishouden van bedrijfsgebouwen. Een goede tip voor de overheid om bedrijfsleiders te stimuleren om te investeren in energiezuinige verlichting? Laat ze bij de eindafrekening bij benadering weten hoeveel euro’s zij uitgegeven hebben aan verlichting. Jij zou wellicht ook versteld staan van het bedrag dat je jaarlijks moet ophoesten om voldoende licht in jouw gebouw te brengen. Het Nederlandse Senter Novem heeft berekend hoeveel procent van het totale energieverbruik naar verlichting gaat. Voor kantoren is dat maar liefst 22% en voor scholen kan dit oplopen tot 27%. Tijd dus om daar wat aan te doen. Zeker als je jouw bedrijfsgebouw gaat renoveren, zou het zonde zijn om ook je verlichtingsplan niet aan een grondige analyse te onderwerpen. Als er al een ‘verlichtingsplan’ bestaat, want verlichting is jammer genoeg een aspect dat al te vaak niet op een systematische wijze benaderd wordt, maar eerder als een aaneenschakeling van one shots. Aanpak? Beseffen dat je op vlak van energie en geld kan uitsparen, is al een eerste belangrijke stap in de goede richting. Maar hoe ga je dit concreet aanpakken? Is de overschakeling op spaarlampen dé enige zaligmakende oplossing? Absoluut niet. Het staat natuurlijk buiten kijf dat je heel wat energie kan besparen met spaarlampen, maar anderzijds zijn er ook nadelen aan spaarlampen verbonden en mag je alle spaarlampen niet allemaal over dezelfde kam scheren. Renovatieblog: Spaarlampen vormen slechts een tweede stap in besparing op verlichting.
  • 18. 4. SPAARLAMPEN VORMEN SLECHTS EEN 2DE STAP IN BESPARING OP VERLICHTING. Gebruik daglicht optimaal Er is echter nog een belangrijke reden waarom je niet alle heil mag verwachten van spaarlampen. Veel beter dan te kiezen voor energiezuinige verlichting, is de nood aan verlichting zo veel mogelijk uit te schakelen. Hiermee wil ik zeker niet zeggen dat je je werknemers in het (schemer)donker moet plaatsen. Zeker niet. Een efficiënte verlichting van de werkvloer is een conditio sine qua non en moet ongeacht het energieaspect dé eerste vereiste blijven. Energiebesparing mag nooit ten koste van het comfort van je werknemers gaan. Waar ik wel op doel is dat je kunstverlichting overbodig kan maken door optimaal gebruik te maken van daglicht. De goedkoopste energie is en blijft de energie die je niet nodig hebt. Dat zou zeker bij een renovatie een belangrijk uitgangspunt moeten zijn. Zorg dat de vertrekken waar de belangrijkste activiteiten zich ontplooien zo veel mogelijk kunnen profiteren van het daglicht. Aan zuidgevels mag je hier natuurlijk ook weer niet te ver in gaan om oververhitting te vermijden. Zeker aan de noordzijde en in iets mindere mate ook aan de west- en oostgevel hoef je niet te vrezen voor oververhitting en kan je via een weloverwogen inplanting van de glaspartijen veel daglicht naar binnen halen. Vergeet ook het dak niet om daglicht naar binnen te halen. Dat kan bijvoorbeeld met lichtstraten. Renovatieblog: Spaarlampen vormen slechts een tweede stap in besparing op verlichting.
  • 19. 5. HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN TEGEN DE HITTE – DEEL 1 Productiviteit neemt af bij onaangenaam hoge temperaturen Diverse onderzoeken hebben uitgewezen dat de productiviteit en de motivatie danig afnemen bij onaangename hoge temperaturen. Vroeger lag de oplossing voor de hand: een airco-installatie moest soelaas bieden. Gelukkig heeft de groeiende aandacht voor duurzaam bouwen ons doen inzien dat dit allesbehalve het enige correcte antwoord is. Traditionele airconditioning is immers symptoombestrijdend, is een energievreter en kan mogelijk klachten bij de werknemers (zoals hoofdpijn, irritatie van de ogen, de neus of de keel, …) met zich mee brengen (het sick building symdroom). Zoals altijd en zeker vanuit het standpunt van duurzaam en energiezuinig bouwen, is voorkomen beter dan genezen. En dat is niet eens zo moeilijk. Enige portie gezond verstand zet je zelf op weg naar enkele alternatieve oplossingen die zeker zo efficiënt zijn en geen of minder energie vergen. Renovatieblog: Hoe je gebouw duurzaam wapenen tegen de hitte – deel 1.
  • 20. 5. HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN TEGEN DE HITTE – DEEL 1 Productiviteit neemt af bij onaangenaam hoge temperaturen Hoe kunnen we warmtewinsten beperken, en oververhitting vermijden? Beperk de zonnewinsten doorheen de ramen Beperk de oppervlakte van de ramen, vooral op het zuiden. Glazen gevels zorgen inderdaad voor veel daglicht, maar aan de zuidkant is het misschien beter om wat op de rem te gaan staan. Hou rekening met de oriëntatie van de ramen. Voor kantoren zijn ramen op het oosten het meest aangewezen. Aangezien de zon in het oosten opkomt, heb je in de voormiddag de zon op het kantoor gericht. Door het feit dat de zon naar het zuiden draait, heb je later op de dag minder last van opwarming in het kantoor. De ramen op het noorden richten is minder aangewezen. In de zomer warmt het kantoor inderdaad minder op, maar in de winter kan je niet meer profiteren van de gratis warmtewinsten door bezonning. Kies een aangepaste glassoort Bij zonwerende beglazing wordt een deel van de zonnestraling weerkaatst of geabsorbeerd. Een dergelijke beglazing laat echter vaak ook minder daglicht door. De keuze voor het glastype is dus een compromis tussen beperkte zontoetreding met bijhorende opwarming (ZTA of g-waarde = zonnetoetredingsfactor) en voldoende lichtinval (LTA = lichttransmissiefactor). Het is ook een compromis tussen het beperken van oververhitting in de zomer en profiteren van (gratis) zonnewinsten in de winter. Zorg voor een goede beschaduwing van de ramen: Luifels – screens buiten – loofbomen. In de zomer staat de zon hoog en houdt een luifel al te opdringerige zonnestralen tegen. In de winter kan je toch genieten van gratis zonnewarmte omdat de zon dan laag staat en onder de luifel door kan schijnen. Hou er wel rekening mee dat luifels omwille van de bestaande structuur of omwille van stedenbouwkundige voorschriften niet altijd mogelijk zijn. In de plaats daarvan kan je gebruik maken van buitenzonnewering. Renovatieblog: Hoe je gebouw duurzaam wapenen tegen de hitte – deel 1.
  • 21. 5. HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN TEGEN DE HITTE – DEEL 1 Wist je dat… Een efficiënte buitenzonwering de binnentemperatuur op hete dagen met 5 graden kan laten zakken! Om datzelfde resultaat te boeken, zou een airco-installatie massa’s energie verbruiken. Buitenzonnewering houdt de zon tegen voor hij de binnenruimte bereikt. Dat is niet zo bij binnenzonnewering die de zon en de warmte pas tegenhoudt als hij al binnengedrongen is. Een goede zonwering staat of valt met een gebruiksvriendelijke regeling. Als je de zonwering laat sturen door een zonnesensor, kan je er zeker van zijn dat hij op tijd in werking zal treden, wat niet het geval is bij een puur manuele bediening. Anderzijds mag je ook niet overdrijven in de automatisering. Veel werknemers vinden het frustrerend als niet zij maar de weersomstandigheden baas zijn over de bediening van de zonwering. Renovatieblog: Hoe je gebouw duurzaam wapenen tegen de hitte – deel 1.
  • 22. 6. HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN TEGEN DE HITTE – DEEL 2 Hoe kunnen we warmtewinsten beperken, en oververhitting vermijden? Beperk indirecte warmtewinsten: De straling door bezonning wordt door de ondoorzichtige bouwdelen (buitengevels, dak, …) geabsorbeerd. - Isoleer de bouwdelen zo goed mogelijk. Dit geldt vooral voor het dak, dat vaak de grootste oppervlakte heeft, en het minst goed geïsoleerd wordt. - Vermijd donkere, warmte-absorberende materialen. Dit geldt opnieuw vooral voor het dak: zwarte bitumineuze dakbedekkingen kunnen door zonnestraling temperaturen tot 80° bereiken! Dit kan je vermijden door een keienlaag op de roofing, of door voor een lichtgekleurde of zelfs reflecterende dakbedekking te kiezen. Beperk interne warmtewinsten: In een kantoorgebouw zijn de belangrijkste interne warmtewinsten: - Verlichting: beperk de warmtewinsten door een correcte dimensionering, juiste keuze van armaturen en een doorgedreven regeling (aanwezigheidsdetectie, daglichtcompensatie). - Personeel (100W/persoon): zorg in de mate van het mogelijke voor een goede spreiding van het personeel. - Apparatuur: kies voor energiezuinige apparaten en zorg voor een goed beheer. Renovatieblog: Hoe je gebouw duurzaam wapenen tegen de hitte – deel 2.
  • 23. 6. HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN TEGEN DE HITTE – DEEL 2 Verwerk warmteoverschotten Hoe massiever je gebouw, hoe meer warmte je kan bufferen. Vergelijk het met een caravan en een kerk. In een caravan mag je ’s nachts de ramen open zetten, maar zodra de zon de kop opsteekt, is het koelingseffect weg en kan het er broeiend heet worden. Niet zo in een oude kerk waar de zware en dikke muren de warmte en de koude langzaam kunnen opslaan en ’s nachts terug afgeven waardoor de temperaturen veel gematigder zijn. In lichte (staal)constructies zijn de betonnen vloeren vaak de enige massieve bouwdelen. In vloeren en plafonds kan de warmte van overdag tijdelijk worden opgeslagen. Door ’s nachts intensief te ventileren met koele buitenlucht wordt deze warmte terug afgevoerd. Dit werkt efficiënter naarmate de betonnen vloeren meer in contact zijn met de koele lucht. Valse plafonds of tapijten kunnen dit contact verhinderen. Werk in dit geval bvb met halfopen of geen plafonds. Punten om in het oog te houden Voor structurele aanpassingen aan gevels, waarbij het uitzicht verandert, moet steeds een vergunning aangevraagd worden. Als luifels, zonwering… niet kunnen geplaatst worden is het steeds mogelijk, mits bouwvergunning, om te werken met een voorzetconstructie. Renovatieblog: Hoe je gebouw duurzaam wapenen tegen de hitte – deel 2.
  • 24. 6. HOE JE GEBOUW DUURZAAM WAPENEN TEGEN DE HITTE – DEEL 2 Verwerk warmteoverschotten Hoe massiever je gebouw, hoe meer warmte je kan bufferen. Vergelijk het met een caravan en een kerk. In een caravan mag je ’s nachts de ramen open zetten, maar zodra de zon de kop opsteekt, is het koelingseffect weg en kan het er broeiend heet worden. Niet zo in een oude kerk waar de zware en dikke muren de warmte en de koude langzaam kunnen opslaan en ’s nachts terug afgeven waardoor de temperaturen veel gematigder zijn. In lichte (staal)constructies zijn de betonnen vloeren vaak de enige massieve bouwdelen. In vloeren en plafonds kan de warmte van overdag tijdelijk worden opgeslagen. Door ’s nachts intensief te ventileren met koele buitenlucht wordt deze warmte terug afgevoerd. Dit werkt efficiënter naarmate de betonnen vloeren meer in contact zijn met de koele lucht. Valse plafonds of tapijten kunnen dit contact verhinderen. Werk in dit geval bvb met halfopen of geen plafonds. Punten om in het oog te houden Voor structurele aanpassingen aan gevels, waarbij het uitzicht verandert, moet steeds een vergunning aangevraagd worden. Als luifels, zonwering… niet kunnen geplaatst worden is het steeds mogelijk, mits bouwvergunning, om te werken met een voorzetconstructie. Renovatieblog: Hoe je gebouw duurzaam wapenen tegen de hitte – deel 2.
  • 25. 7. ENERGIE-AUDIT: SPECIALISTENWERK OF KAN IK ZELF DE 1STE STAPPEN ZETTEN? Meten is weten Je krijgt pas een duidelijk zicht op de energiezuinigheid van je gebouw als je alles in kaart brengt. Je kan hiervoor een energieaudit laten uitvoeren door een gespecialiseerd bureau. Als dat correct gebeurt met kennis van zaken, en het energiehuishouden is voor verbetering vatbaar, zal je dat ongetwijfeld meer opbrengen dan wat je hiervoor moet betalen. Niemand kent jouw gebouw echter beter dan jijzelf en daarom raden we je aan dat je voor jezelf al eens een energieaudit maakt van je gebouw. Je merkt dan al snel of het nuttig is om er extra specialisten bij te halen en jouw werk zal zeker van pas komen als basis bij de gesprekken. Hoe ga je hiervoor te werk? Wat kan je zelf doen en wat kan je het best overlaten aan een specialist of studiebureau? Renovatieblog: Energie-audit: specialistenwerk of kan ik zelf de 1ste stappen zetten?.
  • 26. 7. ENERGIE-AUDIT: SPECIALISTENWERK OF KAN IK ZELF DE 1STE STAPPEN ZETTEN? Eerste stap: Stel je de vraag of de verlichting, verwarming en koeling, ventilatie en waterverbruik een aanzienlijke financiële impact hebben of dat ze een struikelblok vormen in het goed functioneren van het bedrijf? Als dat zo is, moet je sowieso deze onderdelen aandachtig onder de loep nemen. De basisinformatie die je nodig hebt, is een duidelijk overzicht van alle kosten per jaar. Zodat je weet wat je gebouw je kost. In absolute cijfers en tov de totale kosten van je bedrijf. Verlichting: Is er permanente kunstverlichting nodig om onder eender welke klimaatomstandigheid de bedrijfsactiviteit te kunnen blijven uitoefenen? In dat geval is een optimalisatie van de verlichting en de daglichttoetreding een aanrader. Je kan de elektriciteitsbehoefte sterk inperken door te zorgen voor meer daglicht, door te opteren voor aangepaste verlichtingsarmaturen, of door eenvoudige aanwezigheidsdetectoren te plaatsen. Renovatieblog: Energie-audit: specialistenwerk of kan ik zelf de 1ste stappen zetten?.
  • 27. 7. ENERGIE-AUDIT: SPECIALISTENWERK OF KAN IK ZELF DE 1STE STAPPEN ZETTEN? Binnenklimaat: Is het binnenklimaat soms te warm in de zomer en te koud in de winter? Bij erg extreme koude of hitte kan je dat door de vingers zien, maar als dat regelmatig het geval is, is er ongetwijfeld nood aan extra isolatie, efficiëntere zonwering en eventueel koeling. Neem zeker niet te snel je toevlucht tot traditionele airconditioningsystemen. Het zal allicht een goede remedie zijn, maar daarmee pak je het probleem bij de bron niet aan. Bovendien verbruikt airco veel energie. Luchtkwaliteit en luchtdichtheid Waait de wind doorheen de lokalen bij de minste windvlaag, zelfs bij gesloten ramen en deuren? Dat wijst er op dat het gebouw onvoldoende ‘winddicht’ is en dat de ‘luchtlekken’ gedicht moeten worden. Vb een onderzoek met een infraroodcamera kan je reeds snel een inzicht geven op de warmteverliezen (zie bv www.orionscan.be). Renovatieblog: Energie-audit: specialistenwerk of kan ik zelf de 1ste stappen zetten?.
  • 28. 7. ENERGIE-AUDIT: SPECIALISTENWERK OF KAN IK ZELF DE 1STE STAPPEN ZETTEN? Onderzoek werking ventilatiesysteem Geeft de binnenlucht een onfrisse geur af? In dat geval moet je de werking van je ventilatiesysteem aan een nader onderzoek onderwerpen. Regelmatige reiniging van het bestaande verluchtingssysteem kan veel problemen oplossen. Als je op een van de bovenstaande vragen bevestigend geantwoord hebt, zal je dat onderdeel verder moeten bekijken. In sommige gevallen ligt de oplossing voor de hand en kan je het euvel verhelpen door een ‘eenvoudige ingreep’ (vb. een relighting, bijkomende isolatie, vervanging van de beglazing,…) en is er geen tussenkomst vereist van gespecialiseerde ‘studiemensen’. Kan er geen eenduidige oplossing geformuleerd worden, gaat het meestal om een vertakte problematiek. Hier zal enkel mits bijkomend onderzoek en studie uitsluitsel kunnen gegeven worden over de beste oplossing. De oplossing zal een afgewogen compromis zijn omdat er met veel parameters moet rekening gehouden worden die vaak met elkaar in conflict treden: de onderbreking of beperking van de bestaande bedrijfsactiviteit, de terugverdientijd van de investering, de fasering van de werken, de overlast, de globale impact op de eigen en omgevingsactiviteit, de kostprijs,… Renovatieblog: Energie-audit: specialistenwerk of kan ik zelf de 1ste stappen zetten?.
  • 29. 8. OUT-OF-THE-BOX: WONEN IN EEN WATERTOREN Out-of-the-box: Wonen in een watertoren Onlangs werden de genomineerden bekendgemaakt van het World Festival of Interiors dat in november plaats vindt in Barcelona. Uit de 143 inzendingen uit 29 verschillende landen werden enkele tientallen projecten genomineerd. Hierbij ook één Belgisch project: de transformatie van een watertoren tot woning in Steenokkerzeel door Bham Design Studio. Via deze link kan je zien dat het jonge bureau die nominatie niet gestolen heeft. http://www.archdaily.com/76199/chateau-deau-bham-design-studio/ Zie je je zelf al zitten in die ronde maar toch strakke woonkamer met prachtig zicht op de omgeving? Dat uitzicht zal je nooit kunnen evenaren in een ‘gewone’ woning. Of het Belgisch bureau ook met de hoofdprijs aan de haal gaat, moeten we nog afwachten. De ontwerpers zijn er alleszins in geslaagd om te laten zien hoe boeiend het kan zijn om out-of-the-box te denken. Zij zagen dit bouwwerk niet meer louter als een watertoren maar wel als een bouwwerk met een rijke geschiedenis die veel opportuniteiten biedt. Renovatieblog: Out-of-the-box: Wonen in een watertoren.
  • 30. 8. OUT-OF-THE-BOX: WONEN IN EEN WATERTOREN Daar kunnen veel bouwheren en ontwerpers een voorbeeld aan nemen bij de renovatie van een bedrijfsgebouw. Blijf je niet vastpinnen op het verleden, maar denk na over wat er mogelijk is met bepaalde ruimtes. En durf daarbij afwijken van de voor de hand liggende oplossingen. Want precies dat kan leiden tot verfrissende ideeën. Mooi voorbeeld daarvan bevindt zich in De Silo in Hasselt waar a2o Architecten gehuisvest is. Een oude maalderij werd omgebouwd tot een polyvalent gebouw dat nu de thuishaven vormt van diverse creatieve bedrijven. De silo’s in het oorspronkelijke gebouw leken op het eerste gezicht “a pain in the ass” om er een open kantoorruimte van te maken. Maar de architecten hebben er bewust voor gekozen de silo’s intact te laten en er hier en daar openingen in te creëren. Nu vormen ze de blikvangers van het interieur en vormen ze een mooie verwijzing naar het rijke verleden van dit opmerkelijk gebouw. Ik besef wel dat die watertoren en maalderij twee extreme voorbeelden zijn, maar toch. Ik ben ervan overtuigd dat er in elk renovatieproject mogelijkheden genoeg zijn om out-of-the-box te denken om te komen tot originele oplossingen die een extra dimensie kunnen geven aan het project. Renovatieblog: Out-of-the-box: Wonen in een watertoren.
  • 31. 9. AFBREKEN OF NIET AF BREKEN? Wetgeving wordt alsmaar strenger Wat als de voedselinspectie een kijkje zou nemen in de snackbar waar we in onze jonge tijd onze frieten gingen eten? Ongetwijfeld zou dat niet goed aflopen, vermits de wetgever alsmaar strenger wordt. Voor bedrijfsgebouwen is dat zeker ook het geval. De eisen van enkele decennia geleden zijn lachwekkend als je ze vergelijkt met de hoge normen van vandaag. Zeker op het vlak van energie. Heeft het dan nog wel zin om een oud gebouw te gaan renoveren? Kan je het niet beter met de grond gelijk maken en een nieuw performant gebouw neerpoten? In sommige gevallen zeker wel. Vraag dat maar aan Stephane Beel. Hij was een tijd geleden te gast bij Jan Hautekiet op Radio 1 en verkondigde dat dat het BRT- gebouw zo afgeleefd is dat afbreken voor hem de beste optie was. Toch mag je dat zeker niet veralgemenen. Je mag trouwens ook niet vergeten dat afbreken en iets nieuws bouwen niet goed scoort op het vlak van duurzaamheid als we puur kijken naar het materiaalverbruik en het afvalprobleem. Vraag is of dat al dan niet opweegt tegen de betere energetische kwaliteiten van een nieuw gebouw. Renovatieblog: Afbreken of niet afbreken?
  • 32. 9. AFBREKEN OF NIET AF BREKEN? Ook nieuwbouw heeft zijn beperkingen Nieuwbouw is trouwens niet altijd mogelijk én heeft zijn beperkingen. Voor veel bedrijven is het ook simpelweg onmogelijk om tijdelijk de activiteiten stop te zetten of elders te laten plaatsvinden wegens bouwwerken. Ze zijn dan verplicht om in fases te bouwen. Renovatie is dan de ideale oplossing. Hou ook rekening met de vergunning. Als je een gebouw afbreekt, is het lang niet zeker dat je een vergunning krijgt om een nieuw gebouw neer te zetten op dezelfde site. Voor renovaties schept dit veel minder problemen. Het kostenplaatje speelt natuurlijk ook een heel belangrijke rol. Bij een renovatie ben je in veel gevallen – maar zeker niet altijd – goedkoper af en kan je de kosten gemakkelijker in tijd spreiden. Dat moet je evenwel altijd op lange termijn bekijken. Op korte termijn zal renovatie meestal wel goedkoper zijn, maar op lange termijn helt de balans vaak over naar nieuwbouw omdat je minder energie gaat verbruiken en minder kosten hebt op het vlak van onderhoud. Hoe dan ook, renoveren is heel duurzaam als je er in slaagt een oud gebouw flexibel en polyvalent te maken. Als aannemer vinden wij een renovatie in sommige gevallen zelfs een iets grotere uitdaging dan een nieuwbouw. Je vertrekt van iets bestaand dat allesbehalve perfect is en je wil dat bestaande gebouw beter maken. Doordat je in fases bouwt, ben je vaak aan het werk als de bouwheer werkt. Je leeft bijna samen met je klant en dat is niet altijd even gemakkelijk. Een geslaagde renovatie geeft veel voldoening, omdat je leert werken met al die beperkingen. Renovatieblog: Afbreken of niet afbreken?
  • 33. 10. OOK VOOR RENOVEREN GELDT: METEN IS WETEN Kritische blik Nu overal te pas maar meer nog te onpas de term duurzaamheid opduikt, is het nuttig om dit alles met een kritische bril te bekijken. Dat werd mooi in de verf gezet tijdens een seminarie op de beurs Project Build waarin 4 studiebureaus een case kwamen toelichten waarin nieuwe technieken toegepast werden. Niet een case die nog moest opgestart worden of die nog maar net in gebruik was, maar wel een case van enkele jaren geleden waarvan ook cijfermateriaal en meetgegevens beschikbaar waren. Het is zonder meer nuttig om te investeren in energiezuinige technieken, maar wordt de beloofde besparing ook daadwerkelijk gerealiseerd en hoe zit het met de reële terugverdientijd? Dat kom je alleen maar te weten door daadwerkelijk metingen uit te voeren. Het hoeft niet te verwonderen dat in de cases de cijfergegevens meer dan bevredigend waren. Anders hadden de ingenieurs hun werk immers niet goed gedaan en dan zouden ze wel een andere case belicht hebben. Hoe dan ook bleken er hier en daar toch bepaalde cijfers te verschillen van de prognose. Op zich geen ramp. Integendeel. Door dit op het spoor te komen, konden ze op zoek gaan naar de oorzaak om dit bij te stellen en die ervaring komt zeker ook van pas bij een volgend project. Renovatieblog: Ook voor renoveren geldt: meten is weten
  • 34. 10. OOK VOOR RENOVEREN GELDT: METEN IS WETEN De ingenieurs gaven aan dat het allesbehalve evident is om daadwerkelijk dergelijke cijfergegevens te genereren. Blijkbaar is het principe van Meten is weten nog veel meer uitzondering dan regel. Als je gaat verbouwen, is het in de eerste plaats je eigen keuze om dergelijke metingen te laten uitvoeren. En daar knelt volgens de ingenieurs vaak het schoentje. De investering om de verschillende installaties te voorzien van de nodige meetapparatuur, zien veel bouwheren niet zo zitten. Nochtans vergt het niet zo’n grote meerkost als je dit van in het begin inplant. Het komt er vooral op aan om bepaalde installaties uit te rusten met de nodige meettoestellen en die te koppelen aan de nodige software. Informeer er zeker naar bij de architect, ingenieur en installateur als je grootscheepse verbouwingen gaat uitvoeren. De ingenieur of installateur kunnen je het best concrete tips geven van welke meettoestellen relevant zijn voor jouw situatie. Wat zeker ook een aanrader is, is een thermografische foto laten nemen, zowel voor als na de werken. Daarmee kan je duidelijk zien waar de isolatie en luchtdichtheid te wensen over laten zodat je daar de nodige aanpassingen kan doorvoeren. Dat is minstens zo belangrijk als het nameten van de verschillende installaties. Dankzij een luchtdichte isolatieschil heb je veel minder energie nodig om de ruimte op temperatuur te houden en dat is nog velen malen efficiënter dan een energiezuinige hvac-installatie. Wat kan je zelf doen? Maar zelf kan je ook al een aantal dingen meten. Voorbeelden hiervan zijn het KwH-verbruik, waterverbruik, of het verbruik van stookolie tijdens een bepaalde periode. Bekijk zeker ook de mogelijkheid om verbruikmeters te plaatsen. Het zijn enkele simpele tips die je gemakkelijk kan toepassen. Renovatieblog: Ook voor renoveren geldt: meten is weten
  • 35. 11. GEEN VENTILATIE IS BETER EN GEZONDER DAN SLECHTE VENTILATIE Ventilatiesystemen Op zoek naar een nieuwe wending in jouw carrière? Waarom ga je dan geen ventilatiesystemen plaatsen? Er is veel vraag naar en je hoeft er geen specifiek diploma voor te hebben! Neem dit natuurlijk niet te letterlijk. Ik wil er alleen maar mee aanhalen dat de wetgeving qua ventilatie op dit moment schromelijk te kort schiet. Nochtans zijn de risico’s van verkeerd ontworpen of slecht onderhouden ventilatiesystemen niet te onderschatten. Vraag dat maar aan de bewoners van de Haagse Spoorwijk in Nederland waar honderden mensen ziek geworden zijn door problemen met de ventilatie? Het kwam onlangs nog ruim aan bod in de Nederlandse media en ook Knack gebruikte het als kapstok om op de gevaren te wijzen in ons land. De problematiek rond ventilatie is relatief jong. Vroeger, toen er nog niet zo degelijk en luchtdicht geïsoleerd werd, zorgden kieren en spleten ervoor dat de lucht in een gebouw enkele keren per dag volledig vervangen wordt door zuivere lucht. Zoals er nu geïsoleerd wordt kan de aanwezige lucht niet weg en kan er geen nieuwe lucht binnen. Tenzij je natuurlijk een ventilatiesysteem plaatst. De aangehaalde problemen mag je dus zeker niet zien als een aanval tegen ventilatie op zich. Ventilatie is vandaag een absolute must, maar het moet gebeuren volgens de regels van de kunst en daar wringt het schoentje. Iedereen mag vandaag een ventilatiesysteem plaatsen. Het systeem hoeft na plaatsing ook niet gecontroleerd te worden zoals dat wel het geval is voor elektriciteits- of gasaansluitingen. Dat opent natuurlijk de deuren voor cowboys die wel lage prijzen kunnen voorleggen, maar hun vak niet voldoende au sérieux nemen. Trap voor de renovatie van jouw bedrijfsgebouw niet in die val en ga enkel in zee met bedrijven die degelijke realisaties kunnen voorleggen. Renovatieblog: Geen ventilatie is beter en gezonder dan slechte ventilatie
  • 36. 11. GEEN VENTILATIE IS BETER EN GEZONDER DAN SLECHTE VENTILATIE Degelijk onderhoud is cruciaal Even cruciaal als een goede plaatsing is een degelijk onderhoud. Onvoldoende onderhouden filters en kanalen vormen na verloop van tijd een broeihaard voor bacteriën en schimmels. Gevolg: het ventilatiesysteem resulteert in een ongezonde binnenlucht terwijl je het juist hebt laten plaatsen om de lucht te zuiveren. Maak dus duidelijke afspraken met de plaatsers dat hij één keer per jaar het systeem komt onderhouden en waar nodig de instellingen komt aanpassen. Dat laatste is immers van cruciaal belang om tocht- en geluidsproblemen te vermijden. Als afsluiter nog enkele suggesties voor de wetgever. Wordt het niet tijd om de plaatsing van ventilatiesystemen enkel over te laten aan gekwalificeerde installateurs? Zou het geen goed idee zijn om net zoals bij gas en elektriciteit na plaatsing een verplichte controle te laten uitvoeren? En wat te denken over het onderhoud? Vverplicht een jaarlijkse controle van een gasinstallatie. Misschien terecht, maar de risico’s van verkeerd onderhouden ventilatiesystemen zijn minstens zo groot. Hopelijk hebben sommige wetgevers ook al de weg gevonden naar deze renovatieblog en komen ze mede hierdoor tot het besef dat een aanpassing van de ventilatiewetgeving zich opdringt. Renovatieblog: Geen ventilatie is beter en gezonder dan slechte ventilatie
  • 37. 12. WAT KAN DE WINTERTIJD MIJ LEREN OVER MIJN RENOVATIE? Waarom zomer- en winteruur? Wanneer we klok een uurtje terug mogen draaien zijn de meesten onder ons in hun nopjes dat ze een uurtje langer onder de lakens mochten blijven liggen, maar niemand staat er nog bij stil waarom ooit het zomer- en winteruur ingevoerd werd. Dat heeft alles te maken met energiebesparing. Door de lichturen maximaal te laten samenvallen met de uren dat mensen wakker zijn, zou men kunnen bezuinigen op (elektrische) verlichting. Ik wil me niet in de discussie mengen over de vraag of er daadwerkelijk mee bespaard wordt, maar het geeft wel aan dat er heel wat energiewinsten te boeken zijn door de nood aan kunstlicht in te perken. Jammer en vreemd genoeg is men zich daar te weinig van bewust in deze tijden waarin met al het mogelijke doet om energie te besparen. Zeker als je je bedrijfsgebouw gaat renoveren, is het een absolute must om voldoende aandacht te besteden aan de verlichting. Van de theorie naar de praktijk. Hoe doe je dat concreet? Eerst en vooral door kunstverlichting zo veel mogelijk overbodig te maken. Dat is in de eerste plaats een taak van de architect. Hij moet er in zijn ontwerp voor zorgen dat er zo veel mogelijk – maar ook weer niet te veel – daglicht naar binnen kan. Niet alleen omwille van de energiebesparing, maar zeker ook voor het werkklimaat. Mensen functioneren nu eenmaal beter bij daglicht dan bij kunstlicht. Daglicht naar binnen halen, heeft voor een groot deel te maken met de inplanting van de ramen, maar vergeet niet dat je ook met koepels en daglichtsystemen voor heel wat daglicht kan zorgen waar geen energie voor vereist is. Die lichttunnels worden trouwens steeds performanter. Een absolute aanrader dus wanneer je gaat verbouwen. Renovatieblog: Wat kan de wintertijd mij leren over mijn renovatie?
  • 38. 12. WAT KAN DE WINTERTIJD MIJ LEREN OVER MIJN RENOVATIE? Verder kan je ook veel besparen op daglicht door de lampen niet onnodig te laten branden. Wat voor zin heeft het bijvoorbeeld de refter te verlichten als daar enkel tijdens de middaguren personeel aanwezig is? Daarom is het een absolute aanrader om samen met de architecten en ingenieur een slim verlichtingsplan uit te dokteren waarbij optimaal gebruik gemaakt wordt van aanwezigheidsdetectie. Installeer zuinige armaturen Een andere remedie om energieverspilling door verlichting tegen te gaan is het vervangen van oude energievreters door zuinigere armaturen. Je architect, ingenieur of aannemer kan je daar zeker in adviseren, maar eventueel kan je ook een beroep doen op firma’s die gespecialiseerd zijn in relighting-projecten. Als zij hun werk goed doen, heb je de kosten die je aan hen moet betalen en de kosten voor het vervangen van de armaturen, op enkele jaren tijd terugverdiend dankzij een verlaging van de stroomfactuur. Renovatieblog: Wat kan de wintertijd mij leren over mijn renovatie?
  • 39. 12. WAT KAN DE WINTERTIJD MIJ LEREN OVER MIJN RENOVATIE? LightCatcher van EcoNation En last but not least wil ik je graag laten kennismaken met een zeer innovatief en duurzaam daglichtsysteem, namelijk LightCatchers. LightCatchers zijn actieve, intelligente lichtkoepels die tot 3.650 uur gratis daglicht kunnen verspreiden in je gebouw (http://www.econation.be). Naast een aanzienlijke energiebepsaring zorgen LightCatchers ook voor een aangenamer werkklimaat dankzij het natuurlijk daglicht. De voordelen van LightCatchers worden duidelijk geïllustreerd in volgend filmpje. http://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=S9uZIJifpsk Meer informatie over de LightCatchers vind je op www.econation.be. LightCatcher van EcoNation Renovatieblog: Wat kan de wintertijd mij leren over mijn renovatie?
  • 40. 13. PV-PANELEN OF DAKDICHTINGSBANEN MET GEÏNTEGREERDE PV-CELLEN? Zonne-energie opwekken voor je bedrijfsgebouw Heb je ook kritiek moeten slikken omdat je grotendeels op kosten van de belastingbetaler zonnepanelen hebt laten plaatsen op jouw huis? Of behoor je tot de andere groep die kritiek gespuid heeft op de talrijke bezitters van pv-panelen? In beide gevallen kan ik jouw ergernis begrijpen. De subsidies die de overheid veil had voor de stimulans van zonne-energie stonden niet in verhouding tot de ecologische winsten die daarmee geboekt konden worden. Geen wonder dus dat veel particulieren die kans niet lieten liggen. Dat geldt zeker ook voor bedrijfsleiders. De elektriciteitsbehoefte van een bedrijfsgebouw is veel groter, je hebt meestal met een plat dak te maken waardoor de plaatsing gemakkelijker verloopt én – niet onbelangrijk – het doet geen afbreuk aan de esthetische kwaliteiten van het gebouw. En dat kan jammer genoeg niet gezegd worden van alle pv-panelen op particuliere woningen. Zeker als je bedrijfsgebouw al goed en luchtdicht geïsoleerd is en als je ook andere vlakken geïnvesteerd hebt in duurzame technieken (verlichting, verwarming en koeling,….), blijft het opportuun om je dakruimte te benutten om zonne-energie op te wekken. En dat zeg ik niet – of toch maar een klein beetje – omdat wij met Mathieu Gijbels ingestapt zijn in de firma Greenco. Greenco (www.greenco.be) is gespecialiseerd in dienstverlening, distributie, engineering, uitvoering en nazorg van pv-installaties en andere vormen van duurzame energie. Renovatieblog: PV-panelen of dakdichtingsbanen met geïntegreerde PV-cellen?
  • 41. 13. PV-PANELEN OF DAKDICHTINGSBANEN MET GEÏNTEGREERDE PV-CELLEN? Bezint eer ge begint Dat engineering daar ook bij hoort vinden wij van cruciaal belang, hoewel dat aspect vaak over het hoofd gezien wordt bij pv-installaties. Bezint eer ge begint. Een cliché van hier tot in China, maar wel een dat je niet naast je neer mag leggen als je een zonnedak wilt installeren op je bedrijfsgebouw. Eerst en vooral moet je immers nagaan of het dak daar wel voor geschikt is en of het niet te veel technische problemen met zich meebrengt. De stabiliteit – kan het dak die constructie dragen - is hierbij een cruciaal aandachtspunt, maar zeker niet het enige. Ga ook na hoe het zit met de doorvoer van de leidingen want dat kan problemen geven met onder meer de luchtdichtheid. Verder moet je je zeker ook de vraag stellen welk systeem het interessantst is voor jouw gebouw. Pv-panelen of dakdichtingsbanen met geïntegreerde pv-cellen? Wat dat betreft, ‘hebt elk voordeel zijn nadeel’ om Johan Cruyff nog maar eens te parafraseren. Met de traditionele panelen haal je zeker de grootste opbrengsten. Deze techniek heeft zijn waarde al bewezen en het soort pv-cellen dat hiervoor gebruikt wordt garanderen een hogere opbrengst dan de pv-cellen die geïntegreerd worden in dakbanen. Ben je er echter wel zeker van dat je die panelen kan plaatsen zonder dat je de dakstructuur moet versterken? En hoe zit het met de vereiste bouwvergunning? Ga ook na hoeveel oppervlakte van je dak je daadwerkelijk kan benutten? Dat ligt hoger bij de dakbanen dan bij de pv-panelen. Renovatieblog: PV-panelen of dakdichtingsbanen met geïntegreerde PV-cellen?
  • 42. 13. PV-PANELEN OF DAKDICHTINGSBANEN MET GEÏNTEGREERDE PV-CELLEN? Verder hebben die dakbanen met geïntegreerde pv-cellen ook het voordeel dat je ze gemakkelijk in elke richting kan plaatsen, dat je meer oppervlakte kan benutten, dat ze de esthetiek van je dak niet beïnvloeden en dat je gemakkelijk op het dak kan lopen zonder dat er obstakels in de weg staan. Veel hangt ook af van de staat van jouw dak. Als de dakdichting toch aan vernieuwing toe is, heb je voor een relatief kleine meerprijs ook een zonnedak door te opteren voor banen met geïntegreerde pv-cellen. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, is het wel niet zo dat deze dakbanen rechtstreeks op de isolatie geplaatst kunnen worden zoals gewone dakbanen. Eerst moet je een speciale dakdichtingslaag plaatsen en daarop kan je de banen met de pv-cellen plaatsen. Een ander aandachtspunt waar nog te weinig bij stilgestaan wordt, is de vereiste dakhelling. Om goed te zijn, zou het plat dak een helling van 5° moeten hebben als je er dakbanen met pv-cellen op wilt plaatsen. Dat is nodig om het rendement te verzekeren. Anders zal er bij eventuele kleine verzakkingen – wat moeilijk uit te sluiten is – door stilstaand water een soort film op de banen komen te liggen waardoor het rendement van de pv-cellen sterk gaat dalen. Je kan dat wel opvangen door meerdere keren per jaar de dakhuid te laten reinigen, maar dat vergt dan weer veel tijd en geld. Welk van de twee het interessantst is, daar kunnen we geen antwoord op geven. Dat hangt van situatie tot situatie af. Laat je daar zeker goed in adviseren. Bij Mathieu Gijbels en Greenco zijn we alleszins bereid om op al uw vragen hierover te antwoorden. Renovatieblog: PV-panelen of dakdichtingsbanen met geïntegreerde PV-cellen?
  • 43. 14. BRANDVEILIG RENOVEREN, ALLESBEHALVE EEN OVERBODIGE LUXE Brandveiligheid Hoe complexer hoe liever. Uit lopende band-werk valt er niet zoveel eer te halen. Uit complexe opdrachten die overleg, teamwork en knowhow eisen, des te meer. Dat is een van de boeiende aspecten van renovaties. Vandaar ook dat het een van onze speerpunten vormt waarin wij graag onze meerwaarde naar voren schuiven. Dat geldt ook voor brandveiligheid. Niet toevallig hebben we met Mathieu Gijbels ook rond dit complexe thema een aparte microsite (www.brandveiligbouwen.be ) ontwikkeld waar we u graag mee laten kennismaken. Brandveiligheid is ook zo’n thema waar iedereen binnen het bouwproces wel enigszins bij betrokken is, maar die voor niemand – met uitzondering van de brandweer – de core business vormt. Vaak wordt brandveiligheid gezien als een noodzakelijk kwaad dat de bouw of de renovatie alleen maar complexer en vooral duurder maakt. Het enige waar men echt om geeft is dat de brandweercommandant zo snel mogelijk groen licht geeft voor alle voorgestelde werken. Een visie die zeker wel te begrijpen is. Brand is zoiets als een dodelijk verkeersongeval: het zal iedereen overkomen, behalve mezelf. De realiteit wijst uit dat dit larie is en dat er ondanks alle genomen voorzorgsmaatregelen elk jaar weer veel bedrijfsleiders het slachtoffer worden van een brand. Dat dit rampzalige gevolgen kan hebben voor het bedrijf in kwestie hoeft geen betoog. Renovatieblog: Brandveilig renoveren, allesbehalve een overbodige luxe
  • 44. 14. BRANDVEILIG RENOVEREN, ALLESBEHALVE EEN OVERBODIGE LUXE Ik heb pas nog gelezen dat meer dan 50% van de bedrijven die door brand getroffen worden, binnen een jaar de boeken neerlegt. Een beangstigend cijfer dat ons tot nadenken moet stemmen. Brandveilig bouwen of renoveren is dus geen overbodige luxe, maar een bittere noodzaak. Anderzijds is het natuurlijk een illusie dat je dankzij de juiste voorzorgsmaatregelen het risico van een brand volledig zou kunnen uitschakelen. Een brand is nooit uit te sluiten, maar je kan het risico wel verminderen en – zeker zo belangrijk – je kan je dusdanig indekken dat een eventuele brand geen al te rampzalige gevolgen hoeft te hebben voor je bedrijf. Enkele richtlijnen met betrekking tot brandveiligheid Probeer sowieso altijd een brand te voorkomen. Denk aan de branddriehoek: zorg ervoor dat de drie elementen van de driehoek niet tegelijkertijd kunnen voorkomen. (Branddriehoek: een brand kan enkel plaatsvinden bij een gelijktijdige aanwezigheid van drie elementen: zuurstof, brandbare materiale en een warmtebron. Wanneer er dan toch een brand zou ontstaan, probeer dan de schade door de brand te beperken. Denk aan actieve en passieve maatregelen zoals een rook- en warmteafvoerinstallatie (RWA), Sprinklers, compartimentering… Door een efficiënte compartimentering zorg je er bijvoorbeeld voor dat de brand gedurende een bepaalde tijd binnen een bepaalde zone blijft zodat de brandweer de tijd heeft om erger te voorkomen. Er zijn voldoende materialen op de markt waarmee je dit kan realiseren. Renovatieblog: Brandveilig renoveren, allesbehalve een overbodige luxe
  • 45. 14. BRANDVEILIG RENOVEREN, ALLESBEHALVE EEN OVERBODIGE LUXE Zoals bij veel aspecten in de bouw is het ook hier weer een absolute aanrader om hier op tijd over na te denken. Vanaf de eerste ontwerpen gemaakt zijn, moet er ook nagedacht worden over de brandveiligheid. Hoe sneller je dit integreert in het bouwproces, hoe eleganter, hoe efficiënter en hoe goedkoper de brandwerende maatregelen die je moet nemen. Dat is bij renovatie nog meer het geval dan bij nieuwbouw. Eigenaardig is wel dat er voor renovaties in feite nog geen wetgeving inzake brandveiligheid bestaat. Het is dus louter aan de brandweer om te bepalen aan welke eisen voldaan moet worden. Denk er aan, een brandweercommandant is ook maar een mens. Pak het dus diplomatisch aan. Met het been stijf te houden, kom je niet verder. Het is altijd een kwestie van geven en nemen om tot een goed compromis te komen dat enerzijds voldoende brandveilig is, maar waarvan anderzijds de extra kosten ook niet de pan uit swingen. En last but not least voorzie je best ook een degelijke brandpolis op maat van jouw bedrijf. Zorg zeker dat niet alle cruciale bedrijfsgegevens maar op één plaats opgeslagen zijn en dus definitief verloren zijn als er bijvoorbeeld een brand optreedt in het serverlokaal. Goed advies is cruciaal Vermits brandveiligheid zoals al aangehaald een heel complex begrip is, komt het er in de eerste plaats op aan om je hierin goed te laten adviseren en begeleiden. Je architect kan je daar zeker bij helpen, maar je kan van hem ook niet verwachten dat hij 100% specialist ter zake is. Daarom ook hebben wij bij Mathieu Gijbels een ingenieur in huis die zich volledig toespitst op alles wat met brandveiligheid te maken heeft. Enkel zo kunnen we er zeker van zijn dat we onze klanten het juiste advies geven. Meer info? Neem zeker een kijkje op www.brandveiligbouwen.be. Renovatieblog: Brandveilig renoveren, allesbehalve een overbodige luxe
  • 46. 15. HOE VOORKOMEN DAT PLEISTERWERK TRANSFORMEERT VAN EYECATHER TOT DOOR IN HET OOG? Pleisterwerk Hou je van een egale, homogene en strakke gevel? In dat geval kan gevelpleisterwerk een interessante optie vormen voor de gevel van jouw bedrijfsgebouw. Ook wanneer je de gevel aan de buitenzijde wilt isoleren – een zeer goede manier van isoleren trouwens – kan gevelpleisterwerk een goede oplossing vormen. De meesten zijn niet ten onrechte in de wolken van het eindresultaat, maar zijn ze dat ook nog na enkele jaren wanneer de nefaste invloeden van weer en wind hun sporen hebben nagelaten? In de praktijk zien we maar al te vaak gevels die ontsierd worden door zwarte lijnen en vochtplekken op het gevelpleister. Die problemen zijn zeker niet eigen aan het materiaal, maar hebben alles te maken met de detaillering van de gevel. Als je je zinnen hebt gezet op gevelpleisterwerk, moet je toch eerst nagaan of dat in jouw geval de ideale oplossing is. Staan er veel grote bomen rond je bedrijfsgebouw? Staat je gebouw in een industriële omgeving waardoor de gevel veelvuldig wordt blootgesteld aan industriële afvoergassen? In dat geval is gevelpleisterwerk geen ideale oplossing. Tenzij je er nadien een waterwerende beschermingslaag op laat plaatsen en die na verloop van tijd eens vernieuwt. Dat is trouwens sowieso een aanrader voor gevelpleisterwerk. Het vergt een extra investering, maar je wordt wel gespaard van storende zwarte lijnen of vlekken op je gevel. Renovatieblog: Hoe voorkomen dat pleisterwerk transformeert van eyecatcher tot doorn in het oog?
  • 47. 15. HOE VOORKOMEN DAT PLEISTERWERK TRANSFORMEERT VAN EYECATHER TOT DOOR IN HET OOG? Waterwerende beschermingslaag of niet, het is sowieso een must om de nodige aandacht te besteden aan de detaillering van de gevel. Grote boosdoeners zijn alle uitsteeksels in de gevel: ventilatieroosters, vensterbladen, verlichtingsarmaturen,…. Als deze een beetje uit de gevel naar voren steken, gaat het water langs de zijkanten naar beneden sijpelen en dat resulteert in druiplijnen. Om dat te voorkomen zorg je er ofwel voor dat ze één vlak vormen met de gevel ofwel zorg je ervoor dat het water niet langs de zijkanten maar langs het midden naar beneden druipt. Aan raamdorpsels is het daarom belangrijk een ophoogje aan de zijkanten te plaatsen. Ander zorgenkind voor gevelpleisterwerk is de dakrand. Hier doet zich hetzelfde fenomeen voor. Als de dakrand niet ver genoeg uitsteekt, ga je bovenaan druiplijnen krijgen. Het is dus van cruciaal belang dat vóór het gevelpleisterwerk aangebracht wordt de gevel en de dakrand onderworpen worden aan een grondige inspectie. Dat is de taak van de plaatser van het gevelpleisterwerk en de architect. Gevelplint Denk er ook aan dat je beter gevelpleisterwerk niet helemaal tot beneden kan laten doorlopen. De onderste halve meter zou namelijk te snel ontsierd worden door opspattend water. Daarom voorzie je best in een gevelplint van blauwe steen, kwartskorrels, donkere baksteen, een donkere pleisterlaag of andere materialen die goed bestand zijn tegen opspattend water. Vergeet evenwel niet dat deze gevelplint ook een potentiële koudebrug vormt die een nefaste invloed kan hebben op de isolatiewaarde. Gelukkig bestaan er vandaag talrijke efficiënte hulpmiddelen om dat risico uit te schakelen. Renovatieblog: Hoe voorkomen dat pleisterwerk transformeert van eyecatcher tot doorn in het oog?
  • 48. 16. MOET JE BANG ZIJN VOOR DE SNEEUW OP JOUW BEDRIJFSGEBOUW? Ik voel me zo gelukkig in de eerste sneeuw.” Er zijn nog zekerheden in het leven. De eerste sneeuwvlokken hadden nog niet de grond bereikt, of het prachtige en sfeervolle lied van Jan De Wilde werd de ether in gestuurd. In 2011 hadden we daar niet zo lang op moeten wachten en kreeg de eerste sneeuw nadien het gezelschap van tonnen andere sneeuw. Niet iedereen houdt er even goede herinneringen aan over. Denken we maar aan de strooidiensten die zout te kort kwamen en zeker aan de eigenaars van de gebouwen van wie het dak instortte door een te dikke sneeuwlaag. Gelukkig zijn hier nauwelijks slachtoffers bij gevallen. Vooral bij de ingestorte kerk van Lutselus in Diepenbeek had het veel erger kunnen aflopen. Terecht stelden velen zich toen de vraag of ook hun gebouw gevaar liep. Heel zeker kan je er niet van zijn – ook met Pasen kan het nog hevig sneeuwen – maar waarschijnlijk zal het niet zo’n vaart lopen als vorig jaar. Wat zeker niet wil zeggen dat je niet hoeft stil te staan bij potentiële gevaren van hevige sneeuwval. Volgens Gert Janssen, hoofd engineering bij Mathieu Gijbels en tevens onze stabiliteitsspecialist, kan vooral de opvolging van sneeuw–, vries – en dooicycli voor gevaar zorgen. Zolang de sneeuw (in een niet al te dikke laag) blijft liggen en de temperatuur onder nul blijft, is er weinig gevaar. Wel als de sneeuw begint te dooien. Als het langzaam dooit en de sneeuw tijd heeft om via de afvoerbuizen afgevoerd te worden, hoef je je weinig zorgen te maken. Wel als het snel na het dooien terug begint te vriezen. Dan verandert het dooiwater in ijs en zullen de afvoerbuizen verstopt geraken. Als er dan een nieuwe laag sneeuw valt en het weer begint te dooien, kan dat ijswater niet weg en krijg je een ophoping van sneeuw en ijs met alle gevaren vandien. De oplossing hiervoor ligt voor de hand. Controleer regelmatig de afvoeren en zorg dat die open blijven. Gert geeft ook nog aan dat het risico groter is bij platte daken. Om problemen met sneeuw te voorkomen raadt hij ontwerpers aan om bij platte daken toch een minimale dakhelling van 2% aan te houden in plaats van de 1% die vaak gehanteerd wordt. Renovatieblog: Moet je bang zijn voor de sneeuw op jouw bedrijfsgebouw?
  • 49. 16. MOET JE BANG ZIJN VOOR DE SNEEUW OP JOUW BEDRIJFSGEBOUW? Ijs gevaarlijker voor stabiliteit dan sneeuw Omdat ijs (gedooide en terug bevroren sneeuw) zwaarder is dan vers gevallen sneeuw, is ijs gevaarlijker voor de stabiliteit dan sneeuw. Ook de combinatie van sneeuw en ijs is gevaarlijker dan enkel sneeuw. Hoe meer sneeuw er omgezet wordt in ijs, hoe gevaarlijker met andere woorden. Ook als er zich ijs ophoopt door een verstopte afvoer, heb je een groter gevaar. Ga dus zeker niet alleen af op de dikte van de sneeuwlaag, want dit kan een onterecht gevoel van veiligheid creëren. We geven je een concreet voorbeeld: 10 cm sneeuw = ongeveer 20 kg belasting / m2 1 cm ijs = ongeveer 9 kg belasting / m2 Indien er nu bijvoorbeeld op een luifel een sneeuwlaag ligt van 60 cm hoog met onderaan 2cm ijs, bedraagt de belasting 138 kg/m2 en en moet er dus zeker geruimd worden. Opgelet: de wettelijk vastgelegde normen voor de draagkracht van een dak in België verschillen per regio. Zo berekenen we de draagkracht van onze daken zoals het hoort. Rekening houdend met de ligging van het pand kan de belasting oplopen tot 100 kg per m² in Hoog België. Net omdat er daar meer sneeuwt valt. Uiteraard hoef je de strijd tegen de sneeuw- en ijsvorsten niet alleen aan te binden. Onze service & onderhoud afdeling helpt je hier graag bij. Onder het motto ‘Voorkomen is beter dan genezen’ – ieder dak heeft immers zijn belastingsgrens – kan je preventief laten sneeuwruimen door onze serviceploegen. Onverwachts veel sneeuw gevallen? Ook voor dringende interventies staan onze ploegen paraat. Meer info? Contacteer ons op +32(0)89 890 200. Renovatieblog: Moet je bang zijn voor de sneeuw op jouw bedrijfsgebouw?
  • 50. 17. WAAROM STROOM EN WARMTE APART OPWEKKEN ALS HET OOK SAMEN KAN? Het lijkt de evidentie zelf dat we een aparte installatie (vb. een cv-ketel) gebruiken om ons bedrijfsgebouw te koelen en te warmen en daarnaast ook stroom aftappen van het net of zelf via pv-panelen opwekken. Nochtans kan het ook anders. Met een warmtekrachtkoppeling of kortweg WKK kan je tegelijkertijd warmte en stroom opwekken. Vroeger werd die techniek enkel toegepast voor industriële gebouwen, maar met de introductie van micro- en mini-WKK’s , zijn er ook steeds meer kmo’s die de techniek aanwenden om hun energieverbruik tot een minimum te beperken. De moeite waard dus om de mogelijkheden van naderbij te bekijken als je renovatieplannen hebt voor jouw bedrijfsgebouw. WKK-installaties Je kan met een WKK-installatie veel energie besparen, maar anderzijds mag je het wel niet zien als de enig zaligmakende duurzame en energiezuinige oplossing. Niet in elk project komen de voordelen van WKK tot hun recht en veel meer nog dan bij klassieke HVAC- of stroominstallaties is het van cruciaal belang om in zee te gaan met specialisten ter zake. Onze technische mensen kunnen jullie daar zeker raad in geven. Renovatieblog: Waarom stroom en warmte apart opwekken als het ook samen kan?
  • 51. 17. WAAROM STROOM EN WARMTE APART OPWEKKEN ALS HET OOK SAMEN KAN? Wat is WKK … en waarom? Een WKK-installatie zorgt voor een gelijktijdige opwekking van warmte en elektriciteit. In een WKK-installatie wordt de hoogwaardige warmte (1200°C) die vrijkomt bij het verbranden van de brandstof eerst gebruikt voor het produceren van elektriciteit. Hierna blijft de laagwaardige restwarmte (waarvan de temperatuur kan gaan van 80 °C tot 500 °C) over, en deze wordt dan gebruikt om te voldoen aan de warmtevraag. Het grote voordeel van deze gelijktijdige opwekking is dat dit kan met minder primaire energie (brandstof), dan wanneer ze gescheiden opgewekt worden. Bij de klassieke grootschalige elektriciteitsopwekking gaat namelijk een groot gedeelte van de energie verloren als afvalwarmte. Door elektriciteit decentraal te produceren, zijn er bovendien minder transportverliezen op het elektriciteitsnet. Men kan stellen dat een WKK-installatie, die lokaal bij de gebruiker staat, een slimme en efficiënte manier is om warmte en elektriciteit te produceren, die ervoor kan zorgen dat de totale energiefactuur zal dalen. Op voorwaarde dat de installatie correct werd gedimensioneerd. Stappenplan Bij de beslissing of en in welke WKK-installatie je gaat investeren, mag je zeker niet over één nacht ijs gaan. Goed geïnformeerd is half gewonnen. Wat dat betreft is het nuttig om weten dat je hiervoor terecht kan bij de vzw COGEN Vlaanderen die onder meer als opdracht heeft u en andere mogelijke gebruikers, ontwerpers of ingenieurs wegwijs maken in de WKK-wereld. Op de website www.cogenvlaanderen.be vind je dan ook veel nuttige informatie waaronder de WKK-wegwijzer met een stappenplan dat je uitlegt waarom WKK al dan niet een goede oplossing kan zijn voor jouw bedrijfsgebouw en hoe je zo’n project best aanpakt. Een punt dat je zeker moet bestuderen is de warmte- en elektriciteitsvraag van jouw bedrijf. Er moet immers voldoende vraag zijn naar warmte én stroom om de investering rendabel te maken. Hou er in dit verband ook rekening mee dat andere energiezuinige maatregelen dit sterk kunnen beïnvloeden. Als je bijvoorbeeld al pv- panelen geplaatst heb en (bijna) alle stroom zelf opwekt, heeft een WKK-installatie voor jou weinig zin. Renovatieblog: Waarom stroom en warmte apart opwekken als het ook samen kan?
  • 52. 17. WAAROM STROOM EN WARMTE APART OPWEKKEN ALS HET OOK SAMEN KAN? Economisch rendabel? Of een WKK economisch rendabel is, hangt niet alleen af van de besparing op de energiekosten, maar zeker ook van de overheidssteun, hetgeen zich vooral vertaalt in warmtekrachtcertificaten. Deze certificaten ontvang je per 1.000 kWh primaire energiebesparing en leveren vandaag een minimumsteun van 31 euro per certificaat op. De certificaten dragen in belangrijke mate bij tot de rendabiliteit van een WKK-project, maar anderzijds is een WKK- installatie niet zo zwaar steunbehoevend als bijvoorbeeld zonnepanelen. Bij de opmaak van de financiële analyse moet je zeker ook rekening houden met de onderhoudskost. Die is in veel gevallen namelijk groter dan bij een traditionele. Hou er ook rekening mee dat een WKK-installatie groter is en meer geluid produceert dan een gewone cv-ketel. Dat kan ook extra kosten met zich meebrengen. Micro-WKK (µWKK) en mini-WKK Dat WKK sterk aan populariteit zal winnen de volgende jaren, heeft zeker ook te maken met de introductie van de micro-WKK, een WKK met een elektrisch vermogen kleiner dan 50 kW. Daarnaast heb je ook de mini-WKK’s met een vermogen tussen 5 en 50 kWe . Voor de micro-WKK’s wordt in de eerste plaats gemikt op middelgrote verbruikers zoals kmo’s, scholen, rvt’s en sportinstellingen. De meeste van deze micro-WKK’s werken op aardgas, maar er bestaan ook toestellen die functioneren op koolzaad of andere alternatieve energiebronnen. De mini-WKK’s zijn vooral gericht op bedrijven en middelgrote stroomgebruikers. Ze worden onder meer geplaatst bij kmo’s en bedrijven die laagspanningsklanten zijn en momenteel aan een hoog tarief elektriciteit kopen waardoor ze heel wat kunnen besparen met een mini-WKK . Renovatieblog: Waarom stroom en warmte apart opwekken als het ook samen kan?
  • 53. 17. WAAROM STROOM EN WARMTE APART OPWEKKEN ALS HET OOK SAMEN KAN? Ideaal in combinatie met elektrisch wagenpark Een veel gehoord probleem bij (micro-)WKK’s is dat er niet voldoende vraag is naar elektrische stroom waardoor de voordelen van het systeem niet voldoende tot hun recht komen om financieel haalbaar te worden. Door de geproduceerde stroom aan te wenden voor het laden van elektrische voertuigen kan je van dit nadeel een voordeel maken. De link tussen energiebesparing en mobiliteit is nog niet ingeburgerd, maar biedt zeker een mooi toekomstperspectief. Zo kan je niet twee (elektriciteit en warmte) maar drie vliegen slaan in één klap. Renovatieblog: Waarom stroom en warmte apart opwekken als het ook samen kan?
  • 54. 18. WAAROM DE STENGERE EPB-NORMEN NIET METEEN EEN DRAMA HOEVEN ZIJN Strengere EPB-normen De laatste jaren lijken EPB-normen almaar strenger te worden. De isolatiemethodes van weleer volstaan niet langer: gebouwen moeten in de toekomst zo energieneutraal mogelijk ontworpen en gebouwd worden en dienen dus ook goed geïsoleerd te zijn. Met alle bouwtechnische en financiële gevolgen vandien. Sinds het begin van 2012 zijn de EPB-normen weer een tikkeltje strenger geformuleerd. In Vlaanderen zijn er op het vlak van isolatie twee belangrijke wijzigingen te noteren. Ten eerste zijn de maximale U-waarden verkleind, waardoor er dus simpelweg beter geïsoleerd moet worden. De U-waarde geeft immers aan hoeveel warmte een bepaalde wandconstructie doorlaat. Hoe kleiner de vooropgestelde U-waarde, hoe minder warmte een wand mag doorlaten en hoe beter hij geïsoleerd moet zijn. Striktere isolatie-eisen voor industriële gebouwen Ten tweede zijn de isolatie-eisen voor industriële gebouwen vanaf dit jaar een stuk strikter. Voorheen had je als bouwer van een industrieel gebouw een keuze: ofwel moest elk bouwdeel (vloeren, daken, muren, enz.) voldoen aan de richtlijnen omtrent de maximale U-waarde, ofwel moest je gebouw in z’n globaliteit een goede K-waarde hebben. De K-waarde van een gebouw is een maat voor de globale isolatiekwaliteit van dat gebouw: hoe kleiner de K-waarde, hoe beter de isolatiekwaliteit. De meesten kozen voor de tweede optie. De inherente compactheid van de meeste industriële gebouwen maakt immers dat het vooropgestelde K-peil relatief makkelijk te bereiken is. Helaas hebben we sinds 1 januari van dit jaar geen keuze meer, en moeten we zowel op individueel-ruimtelijk als op globaal vlak aan de norm voldoen. Aangezien we dus nog meer en beter zullen moeten isoleren, betekent dit in sommige gevallen alweer een forse financiële inspanning extra… Renovatieblog: Waarom de strengere EPB-normen niet meteen een drama hoeven zijn.
  • 55. 18. WAAROM DE STENGERE EPB-NORMEN NIET METEEN EEN DRAMA HOEVEN ZIJN Ik zeg wel: in sommige gevallen. De nadelige financiële gevolgen hebben immers vooral betrekking op bouwheren, aannemers en architecten die met betonwanden werken. Wanden met PIR-isolatie moeten vanaf dit jaar uitgerust zijn met een isolatielaag van minstens negen centimeter. Wanneer je dan met betonpanelen gaat werken, zullen die al makkelijk vijfentwintig centimeter dik zijn. Als je weet dat zulke betonpanelen voorheen maximaal twintig centimeter dik waren, besef je meteen dat dit wel eens een dure operatie zou kunnen worden. En of dit alles nog niet voldoende is, zullen ze vanaf 2014 ongeveer dertig centimeter dik moeten zijn! De norm zal dan immers weer wat strenger worden en een isolatielaag van minstens twaalf centimeter voorschrijven. De meerkost zit bij betonpanelen met andere woorden niet in de dikkere isolatielaag, maar in de toegenomen dikte van het beton en de ophanging van het buitenste betonblad aan het binnenste. We moeten goed nadenken hoe we deze problematiek zullen aanpakken… Staalstructuur en sandwichpanelen? En wat dan met bouwheren en aannemers die voor een staalstructuur en sandwichpanelen opteren? Wel, die zullen volgens ons veel minder lijden onder deze evolutie. Sandwichpanelen hoeven – ondanks de uitgebreide isolatielaag – niet zoveel dikker te worden, wat maakt dat de prijsstijging binnen proportie zal blijven. Wil dit zeggen dat sandwichpanelen vanaf nu altijd de beste oplossing zijn? Neen… In gebouwen waar er een zekere thermische demping of inertie vereist is, blijft een beetje beton wenselijk. Ook in luchtdichte gebouwen kan beton zeker van pas komen. De prijs van de kleeffolies die je moet gebruiken om sandwichpanelen luchtdicht te maken, maakt de extra kost voor de betonpanelen een flink stuk minder hoog. Wanneer het niet per se nodig is om een bijzonder luchtdicht gebouw met thermische demping- of inertiekwaliteiten te realiseren, kan je volgens ons toch maar best opteren voor sandwichpanelen Renovatieblog: Waarom de strengere EPB-normen niet meteen een drama hoeven zijn.
  • 56. 19. ÉÉN GROOT MAAKT VELE KLEINTJES Studentenkoten in hartje Antwerpen Toch fijn om af en toe een opdracht binnen te krijgen die totaal uit de band springt. Zo heeft onze klant Co-Life uit Antwerpen ons ingeschakeld om zijn bestaand bedrijfsgebouw om te bouwen tot een reeks studentenkoten. Een niet alledaagse opdracht die het nodige denk- en meetwerk vergt, maar anderzijds ook heel boeiend en vooral heel leerrijk, ook voor andere opdrachten. Vanaf de start van het ontwerp van dergelijke opdrachten, merk je dat daar veel meer bij komt kijken dan hier en daar een tussenwand plaatsen. Je mag immers niet vergeten dat de student vandaag meer luxe en comfort wenst dan zijn lotgenoot van enkele decennia geleden. Vroeger zou men er misschien niet zo lang over nagedacht hebben en zou men meteen enkele profielen geplaatst hebben met daartegen een enkele gipskartonplaat. Zo simpel maken we er ons vandaag niet meer van af. Gipskarton biedt het enorme voordeel dat het een flexibel materiaal is waarmee je gemakkelijk en relatief snel één ruimte in meer units kan verdelen. Gipskarton heeft evenwel enkele nadelen en als je daar geen rekening mee houdt zal dit nefast zijn voor de kwaliteit en dus ook voor de vraagprijs van die koten. Door het lage gewicht zijn de platen bijvoorbeeld niet zo vormvast en zullen ze mee bewegen met elke druk die er op de wand uitgeoefend wordt. Dat kan je evenwel gemakkelijk opvangen door te werken met een dubbele beplating. Dat vergt niet zo’n grote meerprijs – de profielen moeten toch geplaatst worden – maar resulteert wel in een veel stabielere wand. Renovatieblog: Eén groot maakt vele kleintjes
  • 57. 19. ÉÉN GROOT MAAKT VELE KLEINTJES Dubbele beplating in combinatie met geluiddempend materiaal Een dubbele beplating zal in combinatie met een geluiddempend materiaal (vb. minerale wol) bovendien ook een ander nadeel van gipskarton uit de wereld helpen: de zwakke geluidsisolatie. Als het over geluidsisolatie gaat, wordt vaak de massawet aangehaald. Hoe zwaarder het materiaal, hoe beter de geluidsisolatie. Daarom zal beton veel meer het geluid tegenhouden dan hout. Er is echter ook de massa– veer-massawet waarbij de gipsplaten de massa vormen en de minerale wol de veer. Het geluid doet de eerste plaat trillen. Die trillingen worden grotendeels opgevangen door de minerale wol (de veer) en in erg verzwakte vorm doorgegeven aan de tweede plaat (massa). Daar kan je heel ver in gaan door een iets dikkere wollaag te gebruiken, door bijkomende platen te plaatsen maar zeker ook door de ontdubbeling van de metalstuds. Op een andere manier zijn de akoestische eigenschappen van gipskartonwanden zelfs beter dan deze van betonwanden. Deze laatste zijn immers keihard en zullen geluid erg veel reflecteren, waardoor de akoestische kwaliteiten van de ruimte waarin de geluidsbron staat, niet erg hoog zullen zijn. Dit heb je bij gipskarton veel minder. Een degelijke geluidsisolatie heeft trouwens niet alleen te maken met de juiste technieken en materialen, maar zeker ook met een correct ontwerp. Dat bleek zeker ook uit dit project. De goedkoopste en meest gebruikte methode is de dekvloer (chape) volledig in één keer te plaatsen en daarop de profielen. Daar zijn we hier vanaf geweken en hebben we ervoor geopteerd om kamer per kamer de dekvloer aan te leggen met daaronder een akoestische isolatie die opgetrokken werd tegen de wanden. Hiermee wordt het risico op mogelijke contactgeluiden tot een minimum beperkt. Samengevat kan je dus stellen dat de geluidsisolatie van gipskartonwanden niet slechter is dan deze van betonwanden; ze werkt alleen op een andere manier. Renovatieblog: Eén groot maakt vele kleintjes
  • 58. 19. ÉÉN GROOT MAAKT VELE KLEINTJES Sanitair en leidingen Een ander punt om over na te denken zijn het sanitair en de leidingen. Vermits je hier met aparte eindgebruikers zit, is het nuttig om na te denken hoe we alles het best kunnen groeperen, zowel met betrekking tot het comfort als tot de installatiekost en het verbruik. Een voorbeeldje. Je kan alles in serie schakelen, maar dan zal de student met het ‘verste kot’ wel lang moeten wachten tot er warm water uit zijn douche komt. Niet aangenaam voor hem, maar ook niet energiezuinig. Daarom kan het interessanter zijn om het warmwatercircuit te decentraliseren en te verdelen over meerdere boilers. Omdat de doorsnee student net als de doorsnee mens pas op zijn energieverbruik gaat letten als hij daar zelf rechtstreeks moet voor betalen, zouden we voor elk kot een aparte water-, stroom en gasmeter kunnen plaatsen. Met andere woorden: de verbruiker betaalt. Het lijkt ver gezocht, maar we zijn ervan overtuigd dat we daarmee het energieverbruik drastisch kunnen inperken. De student zelf zal er misschien niet rechtstreeks beter van worden, maar wel de generaties die na hem komen. Het systeem dat we uiteindelijk gebruikt hebben om het warm water te verdelen telkens naar 4 kamers heet Aqua Micro. Dit wordt wel vaker voor koten gebruikt en functioneert zeer goed. Dit zijn maar enkele voorbeelden van de vragen die naar boven borrelden bij deze renovatieopdracht. De open discussies die we hierover voeren, zullen niet alleen nuttig zijn voor dit project, maar zeker ook voor totaal andere opdrachten. Het zijn dergelijke kruisbestuivingen die het renoveren van gebouwen zo boeiend maken. Renovatieblog: Eén groot maakt vele kleintjes
  • 59. 20. DE EEUWIGE DISCUSSIE: RENOVEREN OF BOUWEN MET BETON OF STAAL? Staal of beton? In het dagelijkse leven staan we vaak voor verscheurende keuzes: kopen of huren? Nemen we digitale tv van Belgacom of gaan we toch maar voor Telenet? Deze beslissingen zijn des te moeilijker, omdat er geen “juiste” en “foute” keuzes bestaan: beide opties hebben hun voor- en nadelen. Met bouw- en renovatieprojecten is het niet anders. Dikwijls moeten we de keuze maken tussen een staal- of betonstructuur, beide met hun specifieke voor- en nadelen. Een tijdje geleden was ik nog getuige van een discussie over deze kwestie tussen twee van onze ingenieurs. De technische finesses zal ik u besparen, maar ik vond hun betoog toch te interessant om u te onthouden. Bij het bespreken van de plannen verwonderde een van de ingenieurs zich erover dat de brandwanden tussen de compartimenten getekend waren met een enkele rij betonnen kolommen in plaats van met een ontdubbelde staalstructuur, met een aparte set kolommen per compartiment dus. De tweede ingenieur verklaarde dat dit zo gedaan was om een veiliger, beter werkende, brandwand te bekomen: beton is immers een brandveilig materiaal dat bij hoge temperaturen veel minder snel bezwijkt dan staal. Ingenieur één was het daar echter niet mee eens en kwam prompt met een aantal waterdichte argumenten op de proppen. Ten eerste is het zo dat betonnen kolommen een brandweerstand van twee uur moeten krijgen. Daar tegenover staat dat de brandweerstand van de stalen vakwerken die eraan bevestigd zijn veel kleiner is (ongeveer 15 minuten). Wanneer een brand woedt in één van de compartimenten, gaan de vakwerken dus hun sterkte verliezen en doorbuigen. Gevolg: ze gaan aan de kolommen trekken, met krachten die zo groot kunnen worden dat ze de kolommen en zelfs de brandwand beschadigen. En u begrijpt dat de bedoeling van een brandwand juist is dat hij blijft rechtstaan bij brand. Renovatieblog: De eeuwige discussie: renoveren of bouwen met beton of staal?
  • 60. 20. DE EEUWIGE DISCUSSIE: RENOVEREN OF BOUWEN MET BETON OF STAAL? Smeltankers Dit probleem kan weliswaar verholpen worden door te werken met smeltankers. Dat wil zeggen dat de verbindingen tussen de brandwand en de kolommen smelten bij hoge temperatuur, zodat de structuur kan bezwijken zonder de wanden mee te sleuren. Het nadeel daarvan is echter dat de wand, die zich tegenover de brandwand bevindt, en de brandwand zelf, bij brand niet meer bij elkaar gehouden worden door het vakwerk van het dak. Hierdoor kan de tegenoverliggende kolom naar buiten vallen met alle bijhorende risico’s voor naburige compartimenten en gebouwen. En dan hebben we het nog niet over het gevaar voor de mensen die misschien nog in het gebouw zijn en voor de brandweerlui, die langs buiten staan te blussen en nietsvermoedend een wand op hun hoofd kunnen krijgen. Stel u voor dat deze buitenwand opgebouwd is uit betonnen panelen! Smeltankers lossen dus één probleem op, maar creëren een ander en zijn dus zeker nog niet ideaal. Ten tweede zullen de betonnen kolommen bij brand in één compartiment aan die kant sterk opwarmen. De warme kant zal langer worden dan de koude zijde en de kolommen zullen kromtrekken. Hierdoor gaan ze druk uitoefenen op de structuren van de naburige compartimenten en worden deze naburige structuren extra belast. Dit geldt ook voor de funderingen van deze structuren. Doorgaans worden deze constructies hier niet op berekend, aangezien het begroten van dit soort krachten erg complex is. Dit kan enkel met gespecialiseerde software, die de meeste studiebureaus niet in hun bezit hebben. De veroorzaakte schade is dus erg moeilijk te voorspellen en opnieuw: het doel van een brandwand is juist om de rest van het gebouw te vrijwaren. En ten overvloede voegde hij er nog aan toe dat bij betonnen kolommen de stalen vakwerken zwaarder, en dus duurder, moeten zijn dan bij stalen kolommen, aangezien de inklemming van de vakwerken op de betonnen kolommen minder eenvoudig is. Renovatieblog: De eeuwige discussie: renoveren of bouwen met beton of staal?
  • 61. 20. DE EEUWIGE DISCUSSIE: RENOVEREN OF BOUWEN MET BETON OF STAAL? Daar had ingenieur twee even niet van terug. Toch gaf hij zich niet zomaar gewonnen: is het immers niet zo, dat de werking van een ontdubbelde staalstructuur met smeltankers ook niet altijd even vlekkeloos is? In theorie wordt altijd uitgegaan van een volledig ontwikkelde brand, waarbij het hele compartiment dus in lichterlaaie staat en het overal even heet is. Maar wat wanneer het bijvoorbeeld om een plaatselijk brandje gaat, of een brand waarbij niet zulke extreme temperaturen ontwikkeld worden? Sommige kolommen zullen verzwakken en zelfs bezwijken, maar als de smeltankers niet heet genoeg worden om te smelten, zullen de kolommen toch de brandwand (of een deel ervan) meesleuren in hun val. Maar ook daar had ingenieur één een antwoord op. Aangezien de smeltankers gemaakt zijn uit een soort plastic, kunnen ze weinig krachten opnemen en zullen ze dus breken voor een kolom de kans krijgt om de brandwand om te trekken. Beide ingenieurs waren overtuigd van hun standpunt. Uiteindelijk werden ze het eens over de beste manier om een absoluut veilige brandwand te bouwen: de structuur én de brandwand ontdubbelen. Er worden dan twee brandwanden tegen elkaar geplaatst, die elk met gewone ankers aan hun eigen stel kolommen bevestigd zijn. Het materiaal van de kolommen doet er dan niet toe. Dit was volgens hen de enige zekere manier om twee compartimenten te scheiden; helaas ook de duurste. De discussie is nog niet afgelopen… Renovatieblog: De eeuwige discussie: renoveren of bouwen met beton of staal?
  • 62. 21. BOUWTEAMS: MEER SNELHEID, MINDER RISICO’S. OOK BIJ RENOVATIES. Aansprakelijkheid Een tijd geleden hield NAV in de prachtige zaal van de Gentse Handelsbeurs zijn allereerste architectencongres. NAV had enkele sprekers uitgenodigd om te debatteren over een aantal heikele zaken. Een van de hete hangijzers was de aansprakelijkheid van architecten en de verplichte verzekering bij bouw- en zeker renovatiewerken. Waarom moeten alleen de architecten en niet de aannemers zich verplicht verzekeren, vroegen velen zich af. Een terechte vraag, maar ik kan beamen dat wij net als andere gereputeerde aannemers die hun vak au sérieux nemen sowieso verzekerd zijn. Bij kleinere aannemersbedrijven is dat natuurlijk minder het geval. Veel belangrijker dan het wettelijk verplicht maken van een verzekering is ervoor te zorgen dat het risico op fouten tot het minimum beperkt wordt. Gemakkelijker gezegd dan gedaan zal u zeggen, maar Marc Dillen van de Confederatie Bouw haalde wat dit betreft de ideale remedie aan waar ik me volledig bij kan aansluiten: stap af van de traditionele verdeling architect – aannemer, maar werk van in het begin samen met de bouwheer als bouwteam. Zie elkaar niet als concurrenten, als een partij die het de ander moeilijk kan maken, maar zie elkaar als spelers van hetzelfde team die met vereende krachten het bouw- of renovatieproject tot een goed einde moeten brengen. Voorwaarde is natuurlijk dat je elkaar moet kunnen vertrouwen en niet werkt met verborgen agenda’s. Als dat wederzijds vertrouwen er is, is er eigenlijk geen enkele reden om niet als bouwteam samen te werken. Een goede zaak voor de architect en de aannemer, maar in de allereerste plaats voor de bouwheer, de opdrachtgever. Renovatieblog: Bouwteams: meer snelheid, minder risico’s. Ook bij renovaties.
  • 63. 21. BOUWTEAMS: MEER SNELHEID, MINDER RISICO’S. OOK BIJ RENOVATIES. Dat hebben wij al vaak ondervonden. Meer dan eens is gebleken dat bepaalde eisen van een bouwheer enkel en alleen op te lossen zijn door een bouwteam. Als je zit met een krappe planning en de bouwheer wil het plan wat laten bijsturen is het gewoonweg onmogelijk om daarvoor de traditionele procedure te volgen. Het vergt gewoon te veel tijd om daarvoor een dossier op te stellen, een lastenboek en een prijsaanvraag op te stellen. Zo’n vragen zijn enkel op te lossen met een bouwteamformule. Onlangs hebben we het nog meegemaakt dat een klant een grote machine verwachtte vanuit Italië. Die machine moest op een bepaalde dag operationeel zijn en dat was bij aanvang niet zo ingepland. Op zo’n moment moet je met het bouwteam kunnen samenzitten om hiervoor een oplossing uit te dokteren en daar zijn we ook in geslaagd. Dubbel interessant bij renovaties Bij Mathieu Gijbels hebben we zowel in nieuwbouwprojecten als bij renovaties ervaring opgebouwd met bouwteams. Voor beide scenario’s zijn we sterk voorstander van deze formule, maar bij renovaties komen de pluspunten nog eens extra goed tot hun recht. Precies omdat veel elementen onmogelijk op voorhand te voorzien en in te plannen zijn. Als ontwerper kan je dan trachten om zoveel mogelijk potentiële risico’s op te nemen in het lastenboek zodat je zeker ingedekt bent bij eventuele verrassingen en meerwerken. Het spreekt voor zich dat daar een hoge totaalprijs tegenover staat. Waarom het moeilijk maken, waarom niet open kaart spelen met elkaar? Veel beter is het te focussen op gezamenlijke oplossingen voor allerhande uitdagingen die je onderweg zal tegenkomen dan te trachten alles op voorhand vast te leggen, hetgeen toch een utopie is. Het is ook zinloos om op voorhand veel studiewerk te steken in zaken waarvoor nog te veel vraagtekens bestaan. Veel interessanter is het om deze dingen in bouwteamformule te bekijken. Belangrijk hierbij is wel dat de punten waarover nog onzekerheid bestaat duidelijk opgelijst worden voor alle partijen zodat ten gepaste tijde hiervoor een oplossing gevonden wordt en een correcte prijsraming. Renovatieblog: Bouwteams: meer snelheid, minder risico’s. Ook bij renovaties.
  • 64. 22. WORDT JOUW BEDRIJFSGEBOUW OOK EEN BREEAM-GEBOUW? Duurzaamheid en energiezuinigheid Ken jij een bedrijfsleider die niet beweert dat de renovatie van zijn bedrijfsgebouw op een zeer duurzame en energiezuinige wijze gebeurde? Ik niet. Duurzaamheid en energiezuinigheid worden vandaag zo vaak te pas en te onpas gebruikt dat weinigen er nog enig geloof of enige waarde aan hechten. En dat is natuurlijk zonde als je daadwerkelijk alles uit de kast gehaald hebt om de footprint van jouw gebouw door een doordachte renovatie in te perken. In dat geval kan het nuttig zijn om een label aan te vragen voor jouw renovatie. Het meest bekende label van het moment is BREEAM. BREEAM? BREEAM is een internationaal certificaat. Het staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method en is ontwikkeld door het gerenommeerde Britse BRE. Aan de hand van verschillende criteria, verdeeld over 9 categorieën (ecologie, management, comfort, energie, vervuiling,…) wordt op een objectieve manier de duurzaamheid van een gebouw geëvalueerd. Elk van deze criteria wordt afgetoetst aan de lokale regelgeving en de standaard marktprestaties, waarna het gebouw een classificatie verkrijgt, variërend van “pass” (voldoende) tot “outstanding” (uitmuntend). De certificatie gebeurt zowel in de ontwerpfase als in de uitvoering. Dit biedt het voordeel dat er nog kan bijgestuurd worden om tot een betere classificatie te komen. Door de combinatie van lokale regelgeving en het BREEAM-beoordelingsschema blijft een objectieve vergelijking met gelijkaardige buitenlandse projecten mogelijk. Binnen het internationale aspect van BREEAM zijn er al specifieke beoordelingsschema’s uitgewerkt voor retail, kantoren en industrie. Renovatieblog: Wordt jouw bedrijfsgebouw ook een BREEAM-gebouw?
  • 65. 22. WORDT JOUW BEDRIJFSGEBOUW OOK EEN BREEAM-GEBOUW? Het BREEAM-label heeft dus zeker zijn nut. Niet alleen omdat je daarmee kan bewijzen dat je renovatie daadwerkelijk op duurzame wijze gebeurd is, maar meer nog omdat het jou, de ontwerpers, de ingenieurs en andere betrokkenen doet nadenken over bepaalde keuzemogelijkheden. Wat dat betreft, kan je het vergelijken met het ISO-label. Dat label bewijst niet zozeer dat het ene bedrijf beter is dan het andere, maar het verplicht de bedrijfsleiders wel om alles tot in de puntjes uit te schrijven én om over alles tweemaal na te denken. Kostprijs Een BREEAM-label is op zich zeker een enorm pluspunt, met eigenlijk maar één nadeel: de kostprijs. Het zal je wellicht verplichten om voor bepaalde opties de lat op vlak van duurzaamheid nog wat hoger te leggen. Dat is op zich geen probleem, omdat je die meerkost in veel gevallen ook terug verdient. In de meeste gevallen, maar niet altijd. BREEAM is immers gefocust op duurzaamheid in de breedste betekenis van het woord en geeft bijvoorbeeld ook punten voor de inplanting van het gebouw, de bereikbaarheid met het openbaar vervoer, de fietsvoorzieningen, enz. Op deze factoren heb je weinig of geen vat waardoor je voor dat item heel lage punten kunt scoren. Met als gevolg dat je punten moet zien te scoren op andere plaatsen om in aanmerking te komen voor het label. Dat kan leiden tot minder verstandige ingrepen die zich niet terug betalen. Duurzaamheid kijkt ook naar de herkomst en de recycleerbaarheid van de materialen. Materialen die goed scoren op dit vlak zijn door de band duurder dan gelijkaardige materialen die een minder goede score halen. Investeren in deze materialen is zeker vanuit maatschappelijk oogpunt gerechtvaardigd en kunnen we alleen maar aanmoedigen, maar weet wel dat die meerprijs zich nu nog niet zal vertalen in bijvoorbeeld een lagere energieprijs zoals wel het geval is bij investering in isolatie of energiezuinige alternatieven. Het is echter erg waarschijnlijk dat er in de nabije toekomst een belasting komt op CO2-uitstoot, en wellicht ook op de CO2-uitstoot die er opgetreden is tijdens de productie en het transport van (bouw)materialen. Wanneer dit werkelijkheid wordt, wordt het natuurlijk wel interessant om te investeren in recycleerbare materialen en zal hier ook een terugverdientijd tegenover staan. Renovatieblog: Wordt jouw bedrijfsgebouw ook een BREEAM-gebouw?
  • 66. 22. WORDT JOUW BEDRIJFSGEBOUW OOK EEN BREEAM-GEBOUW? Een andere kost die je niet uit het oog mag verliezen is het studiewerk dat gepaard gaat met het label. Je moet in zee gaan met een studiebureau dat gecertificeerd is voor het BREEAM-label en die uren moeten natuurlijk ook betaald worden. Die analyses zullen zeker nuttig en weldoordacht zijn maar resulteren niet noodzakelijkerwijze in een lager verbruik. Dat geldt ook voor de grote papierwinkel die bij het BREEAM-label komt kijken. Zo moet je bijvoorbeeld bijhouden hoeveel kilometer elke vrachtwagen aflegt, hoeveel hij verbruikt, enz. Niet te onderschatten administratiekosten dus en daarvoor geldt natuurlijk geen terugverdientijd. Waarmee ik zeker niet wil zeggen dat BREEAM geen nut zou hebben. Integendeel. Zeker als je ooit je bedrijfsgebouw zou willen verkopen, heb je een enorme troef in handen. Alleen moet je goed afwegen of je bereid bent de meerkost van dit label te betalen. Denk er ook aan dat je in het geval van een renovatie sowieso ‘een streepje achter’ hebt op een nieuwbouw omdat de bestaande situatie je heel wat beperkingen kan opleggen. Aan de inplanting kan je bijvoorbeeld niets veranderen met een renovatie. Het is daarom ook moeilijker om bij renovatie een BREEAM-label of een ander label te halen dan bij een nieuwbouw. Daarom is het zeker bij renovaties uitermate belangrijk om zowel voor het ontwerp als voor het studiewerk en de uitvoering in zee te gaan met betrouwbare partners die je op weg kunnen zetten naar het BREEAM- of een ander label. Als aannemer willen en kunnen we met Mathieu Gijbels jullie daar zeker mee helpen. Renovatieblog: Wordt jouw bedrijfsgebouw ook een BREEAM-gebouw?