2. Gebiedsontwikkeling nieuwe stijl
Omkeren en assembleren
Prof. Dr. Ing. Geert Teisman
Hoogleraar Bestuurskunde EUR
Co-director NLBW
Wetenschappelijk directeur Platform31
3. Wetenschappelijke fascinatie
• Hoe verloopt besluitvorming?
– Afnemend belang van HET besluit
– Toenemend belang van onderlinge impact
van vele beslissingen
– Governance of Complex Systems
4. Fascinatie NLBW
• Initiële vraag:
– Hoe bestaande aanpak verder te optimaliseren?
• Sterk projectgericht
• Sterk gericht op enkele partijen
• Idee daarbij:
– we hebben geleerd om projecten integraal aan te vliegen,
– nu moeten we nog leren om ze integraal uit te voeren.
• Opkomende vraag:
– Help, het hele systeem wankelt
– Wat nu?
5. Fascinatie Platform31
• Netwerksamenleving
• Steden centrale punten, maar wel
opgenomen in netwerken
• Steden zijn publiek+privaat+particulier
• Hoe ziet een slimme sturing eruit?
– Meer rol voor privaat en particulier!?
– Andere rol voor gemeente?
– Samenwerking tussen gemeenten en met rijk
6. We zitten midden in een crisis, zeggen velen
Wat nu?
WAT IS ER ECHT VERANDERD?
7. Wonderbaarlijke kantelpunten
• Aanbodsturing verliest dominantie
• Vraagsturing wordt ‘normaal’
– en stelt andere/hogere eisen aan gebiedsontwikkeling
• Oude verdienmogelijkheden vallen weg
• Nieuwe zijn nauwelijks in zicht
– Ontwikkelen nieuwe verdienmodellen vereist
grensoverschrijdend gedrag
• Dominante partijen (rijk, gemeente, ontwikkelaar)
verliezen positie / komen in andere positie
– Nieuwe actoren uitnodigen is noodzakelijk
8. Oke! Maar kunnen we niet gewoon op de oude voet verder gaan
CONTOUREN ECHTE
SYSTEEMVERANDERING
9. Systeemveranderingen
• Overgang van systeem met één dominante
kern naar samengesteld systeem van meer
1. Van planmatige groei vanuit vereist aanbod naar
organische dynamische groei vanuit actuele vraag
2. Van staatsruif naar combineren op zoek naar joint
business case
3. Van winst uit grond, naar meerwaardecreatie
» Grondwisseltruc wordt van majeur tot mineur onderdeel
business case
» Sluitende business case is koopkrachtige vraag + minimale
externe effecten + aanzienlijke wederzijdse opbrengsten
12. GO van één GO van meer
• Eén actor entameert proces • Uit meer actoren met recht op initiatief
evolueert ontwikkelproces
• Proces is gestuurde entiteit • Proces = ∑ deelprocessen van
zelforganisatie die opbouwen tot geheel
• Plan is ijkpunt om vast te • Energie in deelprocessen bouwt op tot
stellen of proces efficiënt, GO, waar partijen achteraf ( niet)
effectief en rechtmatig is tevreden mee zijn
• Primaire aandacht op bereiken • Processen zijn fluïde, golvend en zwellen
stabiliteit: vastleggen wie wat soms aan tot beweging en doven uit tot
waar en wanneer mag doen tijdelijke rust
• ‘Anderen’ die overgaan tot actie • Actie, interactie en gebeurtenissen
worden niet erg gewaardeerd bouwen op tot (gebrek aan) voortgang
• Denken in probleem en • Probleemoplossingscombinaties
oplossing: probleem, genereren in interactie ontwikkeling
oplossingen, kiezen, realiseren
13. Consequenties
• Plan als uitvoeringsschema verliest sturende werking
– Beleid is afnemende garantie voor uitvoering
– Uitvoering vloeit minder voort uit beleid en meer uit
opportuniteit
• Procedure stuurt procesverloop steeds minder
– Processen zijn wonderbaarlijk grillig, ook als ze proberen
ze te vangen in een procedure
– Verloop hangt af van wie echt iets doet
• Ergo: Nieuwe GO bevat minder plan en procedure
14. Nieuwe procesuitdagingen
• Vraagsturing =
ketenomkering!
– Begin bij wat kan en bouw
uit tot ontwikkeling
– Complicerende factor:
• Aanbodpartijen denken
minder in vraaggestuurde
ontwikkelketens
• Vernieuwing door
ketenomkering:
– Initiatieven uitlokken
– Complicerende factor:
autopoiesis,
• Partijen neigen tot uitnodigen
voor eigen voordeel
• Interne ontvankelijkheid is
matig ontwikkeld
15. GO nieuwe stijl
• GO is vooral
proceskunst en sturing
– Organisaties bepalen
niet het proces, maar
zijn er onderdeel van
– In processen gebeurt
veel tegelijkertijd
– Manier waarop acties
zich verbinden bepaalt
resultaat
16. GO nieuwe stijl +
• GO wordt omgekeerd
processysteem
– Begint bij (klein)
initiatief
– Evolueren tot
projecten en
programma’s
– Perspectieven en
principes vormen
uitnodiging en support
in selectie
17. Bestaande processystemen
Casus Inzichten
• RijnGouwelijn • Ondanks leiderschap en deugend verhaal
weinig resultaat
• HOV Arnhem Nijmegen • Regionale inzet, moeizaam opgebouwd uiteen
gespeeld in MIRT
• Brienenoord-Algera • Succesvolle intergemeentelijke verkenning
uitgespeeld in MIRT, maar deels geadopteerd
• Interessant cluster van initiatieven, geholpen
• Grevelingen MIRT door private partij, ontmoedigd en bemoedigd
door MIRT en rijk
• Waterdunen • Moeizaam lokaal bestuur en weifelende
provincie, geholpen door private partij in strijd
om grond
• Stadsblokken Arnhem • Wonderbaarlijk interactief proces leidt tot niets
18. Omgekeerd processysteem
Casus Inzichten
• Appingedam Overdiep • Samen strijden tegen krimp
• Rotterdam Hoboken • Investeringen van derden nemen proces op
sleeptouw, gemeente vindt nieuwe cruciale rol
• Ruimte voor Ruimte • PPS van overheid, advieswereld en bank
zorgen voor gevarieerde organische groei
• Achterhoek • Wonderbaarlijk proces helpt partijen met
conflicterende belangen op korte termijn over
deze schaduw heen te springen
21. 5 essentials GO nieuwe stijl
1. Grensoverschrijdend verkeer = norm / opdracht
2. Grillig = normaal
3. Initiatief = kristallisatiepunt
4. Kern van R ligt bij:
– Kwaliteit interactie
– Optreden van en omgaan met Gebeurtenissen
5. Eenvoud waar het kan, complexiteit waar het
moet
22. Vier regels van eenvoud
1. Begin gewoon aan het eind (product)
2. Voeg iets toe of doe niet mee (zelforganisatie)
3. Assembleer (grote nieuwe uitdaging van GO)
– Σ product = project;
– Σ project = pakket;
– Σ pakket = programma
4. Ontwikkel maatwerk op basis van universele
vereisten van billijkheid en redelijkheid
– Wordt meerwaarde gecreëerd?
23. Aangrijpingspunten nieuwe stijl
• Initiatief anderen genereert variëteit en energie
• Simpele gedragsregels over het uitnodigen, toelaten en
ondersteunen van initiatief
• Heldere kaders voor eigen gedrag en steun anderen
(perspectief en principe)
• Combineer initiatieven (programma als ontmoeting van
product en project (initiatief) en principes, perspectieven)
• Ontvankelijkheid en vermogen om toegevoegde waarde
te zien en te vormen zijn kernkwaliteiten
• Vermogen om ontbrekende schakels te constateren en
binnen te brengen vormt derde kernkwaliteit
24. Vijf V model van assemblage
i. Voeden van initiatieven zodat ze overleven
ii.Verrijken van initiatieven door anderen
iii.
Verbeterd in licht van belangen anderen
iv.Verbinden met andere initiatieven tot
combinaties die meer zijn dan som der delen
v. Voeden met ontwikkelingen, gebeurtenissen en
kansen van (ver) buiten het GO proces
25. Nieuwe hoop
1. Meerwaardecreatie = kerncompetentie
2. Uitnodigen = proceskunst
– Ontwikkel deze en verlok nieuwe partijen tot initiatief
3. Interactief assembleren is kern
– Creatie van wederzijdse meerwaarde
4. Gebeurtenissen bepalen koers
– Organiseer en benut gebeurtenissen