We leven in een multimediaal tijdperk. Jan met de Pet verspreidt sneller content online dan de reguliere pers. iPods en iPads vliegen ons om de oren. En elke week ontstaat er een nieuw social network. Voor jongeren zijn al die media een onmisbaar gegeven in hun leven geworden. Omgaan met nieuwe nieuwe is - letterlijk - kinderspel. Better, harder, faster, stronger! Of lijkt dat alleen maar zo?
Mediaraven geeft je een stand van zaken: hoe gaan jongeren om met nieuwe media? Wat betekent dat voor ons jeugdwerkers? En wat mogen we verwachten in de nabije toekomst?
Tijdens deze interactieve lezing nemen we je mee langs een aantal cases, inzichten en voorbeelden uit het onderwijs en de jeugdsector. We illustreren uitgebreid met cijfermateriaal uit het Apestaartjaren 5 onderzoek (2014). We nuanceren de berichtgeving over jongeren en nieuwe media in de pers en weerleggen een aantal hardnekkige clichés die de ronde doen. Onderweg is er tijd voor heel wat vragen, uitwisseling en een quizje.
4. Mediaraven?
Mediaraven vzw grijpt de kansen van digitale media mét kinderen, jongeren en het brede
jeugdwerk.
Met onze ervaring en expertise creëren we samen de experimenteerruimte waarin we met
kinderen, jongeren en jeugdwerkers
• hun mediacompetenties en mediawijsheid ontwikkelen,
• online informatie delen over of voor de jeugd of het jeugdwerk,
• het brede jeugdwerk ondersteunen in werken met digitale media.
12. De populairste sociale netwerken bij jongeren
Actieve gebruikers (minstens 1x per maand op ingelogd)
13. Is e-mail nog van deze tijd?
Gmail en hotmail in de top 10 van meest gebruikte sites
Maar jongeren sturen maar 0,58 mails per dag
14. Hoe smart is een smartphone?
86% gsmbezitters kan op
internet met toestel
37% kocht het toestel helemaal zelf
44% heeft gsm/smartphone
gekregen
78% betaalt zelf niets van de
kosten
Bij meer dan 4 op 5 wordt keuze
provider deels of volledig door
ouders bepaald
21. Facebook
•°2004
•1,25 miljard gebruikers wereldwijd
•5,6 miljoen gebruikers in België
•9 op 10 jongeren (12-18j)
•86% jongeren logt dagelijks in
•3 manieren:
Profielen, groepen, pagina’s
22. Facebook bij jongeren
17% jongeren
denkt dat hun
naam
enkel voor
vrienden te zien is
29% heeft meer
dan 500 vrienden
op Facebook
40% jongeren
weet niet dat je
13 jaar moet zijn
om op FB te
mogen
55% weet niet dat FB
je profiel kan
verwijderen als je
valse info verstrekt
33% jongeren maakt een relatie
binnen de week bekend op FB
23. YouTube
•°2005
•Elke minuut 100u beeldmateriaal
•62% jongeren heeft account
•Product van Google
•Promofilmpjes: 1 à 2 min
•Gemakkelijk te delen
25. Instagram
•° 2010
•200 miljoen gebruikers wereldwijd
•Enkel via app te gebruiken
vierkante foto’s én filmpjes
•20 filters en bewerkingstools
•30% jongeren (12-18)
•België: veel studenten
•Eigendom van Facebook!
29. Twitter
•° 2006
•250 miljoen gebruikers wereldwijd
•250.000 actieve gebruikers in België
•25% jongeren (12-18j)
•Microblog (140 tekens)
•Maar grote impact op
traditionele media
•Vooral politici, bv’s,
journalisten, marketeers
30. Twitter bij jongeren
Met wie heb je
‘contact’?
• 53,3% vrienden
• 30,6% celebrities
• 0,9% organisaties
Volgers: gemiddeld 57
Volgend: gemiddeld
90
Meest gevolgde accounts
31. Tumblr
•° 2007
•“Miniblog”
•203 miljoen blogs wereldwijd, vaak grappige insteek
•91 miljard posts
•Followers
•Hashtags
•Rebloggen
35. Nieuwe Media op school
“We krijgen op school aangeleerd hoe we goed
naar bronnen kunnen zoeken op internet”
65% (helemaal) akkoord
“Leerkrachten moeten meer media gebruiken in de les”
75% (helemaal) akkoord
“Ik zou het gemakkelijker vinden mocht ik een
tablet gebruiken in plaats van een handboek”
63% (helemaal) akkoord
36. Zitten jongeren te wachten op meer media in de klas?
“Ik wil een iPad want dat is veel leuker om tijdens de les spelletjes
te spelen”
TSO, 2de middelbaar
“Toetsen kunnen we dan direct versturen en dan kan zij [de
leerkracht] dat zo verbeteren”
6de leerjaar
“Je kan je boek niet vergeten. Je kan wel je iPad vergeten.”
TSO, 3de middelbaar
“Ik denk dat tablets hebben minder sociaal zal zijn. Dat er minder
met mekaar omgegaan zal worden.”
TSO, 2de middelbaar
Bron: KLETS! On Tour ‘Digitalisering’ (feb 2013)
37. Nieuwe Media op school
• Inhaalbeweging, maar onvoldoende
• 6 scholen die voor media openstaan?
55. “Creative Privacy”
Foto’s delen in afgesloten
groepen
Een fake naam kiezen
die alleen je vrienden
kennen
Een tijdlang je account
deactiveren als je even
niet online kunt
…
62. Anticiperend anti-pestbeleid
•1. organiseer positive peergroup pressure
•2. Stel vertrouwen centraal
•3. Leer jongeren hoe zij níet kunnen pesten en (leren) omgaan met
elkaars verschillen
•4. Begin elk beleid met de menselijke factor
•5. Betrek ouders voordat er incidenten zijn
•6. Wees streng en consequent. Grijp altijd in (van licht naar zwaar)
•7. Wees duidelijk en positief aanwezig op Social Media
•8. Update het beleid halfjaarlijks
•9. Wees nooit naïef. Leer van andere scholen en ondersteun elkaar
•10. Gun jongeren hun builen (en help hen weer op te staan)
64. Mag ik een foto publiceren?
• Vraag altijd om (schriftelijke) toestemming en leg uit
waarvoor je de foto of foto’s gaat gebruiken.
• Overzichtsfoto’s kunnen, maar niet als ze focussen op
één iemand.
• Ouders bij activiteit laten tekenen dat ze ..
“kennis nemen van het feit dat er tijdens de activiteiten beeldmateriaal van hun
kinderen kan worden gemaakt en akkoord gaan dat dit beeldmateriaal op websites of in
publicaties van de vereniging of aanverwante niet-commerciële organisaties wordt
gebruikt binnen het kader van de doelstellingen van de vereniging “
Zet je eigen nieuwe media aan, alsjeblieft.
En gebruik twitter, instagram, facebook om je ideeën, meningen en ervaringen tijdens deze vormingen te delen met je netwerk
Gebruik daarvoor bij voorkeur de hashtag #mediaraven
Zet je smartphone misschien wel op stil, zo stoor je geen andere mensen
(plak hier een screenshot van je facebook, twitter, …)
Kort even verwijzen naar de missie van Mediaraven
Wie ben jij?
Naam + organisatie + ervaring met nieuwe media in hun organisatie + verwachtingen laten oplijsten
Links een selfie uit 1948, rechts eentje uit 2014.
Jongeren zijn op zich niet super veel veranderd: op zoek naar zichzelf, doen graag dingen in groep, houden van muziek, benieuwd naar wat het andere geslacht vindt van hen…
Onze wereld is wel veranderd. Er is veel meer technologie aanwezig in ons leven.
Voor jongeren en volwassenen, overigens!
Voor 2000 was het internet nog grotendeels eenrichtingsverkeer. Een organisatie, vereniging of bedrijf zette data online en internetgebruikers konden die lezen, bekijken en printen. Maar dat was het zowat. Zelf een filmpje opladen zat er niet in. Niet alleen omdat YouTube nog lang niet bestond. Het zou je ook twee dagen gekost hebben en een dure internetfactuur om alles online te krijgen.
Sinds 2003-2004 is het internet fundamenteel veranderd. We spreken van web 2.0: iedereen kan content online zetten, en dankzij social networks en RSS hoeven we niet meer noodzakelijk naar een website te surfen om de info te krijgen. Vaak wordt content gedeeld via facebook, doorgemaild, overgenomen op blogs,…
Hoe web 3.0 er precies zal uitzien weet niemand. De verwachting is wel dat er – door de opkomst van mobiel internet – meer dan ooit content door gebruikers zelf online gezet zal worden (via instagram, whatsapp, facebook, …)
Op dit moment zijn er ongeveer 3 miljard internetgebruikers. Of iedereen ter wereld tegen 2016 effectief online zal kunnen, valt af te wachten
De resultaten zijn afkomstig van Apestaartjaren 5, op 20/5 2014 voorgesteld in Vooruit in Gent
In najaar nog een update in Leuven, met 5-6 sprekers. Inschrijven vanaf half juni
Onderzoeksresultaten in deze ppt komen uit ASJ5 (mei 2014), bevraagd bij 1500 leerlingen middelbaar (door weging opgetrokken tot 1731) via online enquête
Daarnaast ook steekproef bij kinderen (250) in 4-6e leerjaar (9-12j) op papier afgenomen
Verwerkt door UGent
Ook bij de jongeren in het middelbaar maakt de tablet thuis een serieuze opmars. In 2012 had 21% een tablet in huis, nu is dat al 69%. In bijna 27% van de gevallen hoeven de jongeren die tablet ook niet te delen met anderen. Wat bezit een doorsnee jongere nog allemaal? 86% bezit een gsm of smartphone, 64,5% heeft een eigen mp3 speler en bijna 54% een eigen laptop.
Dat zijn allemaal mobiele toestellen, die overal in huis - en ook daarbuiten - gebruikt kunnen worden. Jongeren kunnen ze dus gebruiken buiten het zicht van de ouders. Dat is een groot verschil met de gedeelde desktop die vroeger centraal in de woonkamer stond.
We beginnen met een quizje: wat zijn de meest bezochte websites bij jongeren?
(even laten gokken)
Facebook is meer dan ooit de meest bezochte website bij jongeren en verstevigt zelfs nog haar positie. Concurrent Netlog, die van 2008 tot 2012 hoge ogen gooide, is nu helemaal verdwenen uit de top van de meest bezochte sites bij jongeren. YouTube houdt stand op plaats 2. Op 3 vinden we de elektronische leeromgevingen. Aangezien die verschillen per school, hebben we alle verwijzingen naar online leerplatformen samengenomen.
Opvallend: Zowel Hotmail als Gmail staan in de top 10. Gebruiken jongeren toch meer e-mail dan wel eens wordt gedacht? We komen er later in deze voorstelling op terug. Twitter en Tumblr worden vaker bezocht dan twee jaar geleden, maar dat betekent niet dat jongeren ook massaal berichten posten op die 2 sites. Het sociale netwerk Instagram is nieuw op plaats 6. HLN blijft de populairste krantensite bij jongeren. En ook spelletjessite spele.nl of .be is nog steeds populair.
Belangrijkste conclusie? Dat er eigenlijk niet zo heel veel veranderd is in vergelijking met 2 jaar terug. 16 van de 20 websites stonden toen ook al in de top 20.
(klik)
Bij de kinderen uit de lagere school merken we meer verschuivingen. De sociale media YouTube, Ketnet en Facebook maken er de top 3 uit en voor de rest treffen we vooral spelletjessites aan in hun top 10.
We vragen ons trouwens af hoe we deze vraag in 2016 best aanpakken. Het onderscheid tussen een programma, een app en een website is voor de jongeren immers steeds minder duidelijk. In de antwoorden doken namelijk ook heel wat games op en apps als Snapchat en Whatsapp.
Bij jongeren hanteren we de courante definitie van ‘actieve gebruikers’, namelijk ‘Ben je de afgelopen maand nog op dit netwerk ingelogd’.
En wat zien we dan? Facebook wordt meer dan ooit gebruikt! Ter vergelijking: in 2012 stond Facebook ook bovenaan, maar met 80% actieve gebruikers. In 2014 is dat gestegen tot bijna 90%. 86% logt bovendien dagelijks in op Facebook.
YouTube heeft 62% actieve gebruikers onder jongeren. Instagram en Spotify deden in 2012 nog niet mee, maar scoren nu wel al vlotjes rond de 30%. Ook hier duikt Google+ op op de 4e plaats. Uit de 64 face-to-face interviews die we voerden konden we evenwel niet afleiden wat ze ermee doen. Vaak was het netwerk niet gekend, of gaven ze toe er niks mee te doen. Ook hier is de verklaring wellicht dat je ingelogd bent op Google+ als je inlogt op Gmail, YouTube, de Play Store, …
Wat gebruiken jongeren dan wel? e-mail? Ja en nee.
Jongeren checken e-mail vaker dan we vroeger dachten: hotmail en gmail staan in de top 10 van meest bezochte sites,
Maar dat betekent niet dat ze ze allemaal lezen.
Maar 2 vijftienjarigen gaan nooit van zijn leven een mailtje sturen naar elkaar.
Gemiddeld sturen jongeren maar 0,58 mailtjes per dag
Hoe zit het met de mobiele toestellen? We kunnen wel zeggen dat de smartphone regeert.
Klik
Van de jongeren die hebben aangegeven dat ze beschikken over een gsm/smartphone die alleen door hen gebruikt wordt, geeft 86% aan dat hun toestel op internet kan. Dit is de definitie die we voor Apestaartjaren hanteren voor een ‘smartphone’. Een lichte stijging t.o.v. 2012 (81%).
Als de smartphone koning is, dan wordt de schatkist wel beheerd door de ouders.
Klik
Meer dan driekwart van de gsm/smartphonebezitters geeft aan dat ‘iemand anders’ alle kosten (abonnement/herlaadkaart) betaalt.
Klik
De ouders hebben dan ook veel controle over de provider- en tariefkeuze. In 40% van de gevallen hebben zij de keuze gemaakt, in 43% gebeurde de keuze in overleg met de ouders. Het verbaast dan ook niet dat driekwart van de jongeren dezelfde provider gebruikt als hun ouders.
Klik
Maar ook als het op de aanschaf van het toestel zelf komt, blijkt dat 37,4% de gsm/smartphone helemaal zelf heeft gekocht, 18,5% heeft een deel betaald en 44,1% heeft het toestel gekregen.
Hoewel de smartphone blijkbaar goed is ingeburgerd, kunnen we dit toch nog niet automatisch zeggen over mobiel internet.
KLIK
De jongeren gebruiken Wifi op alle mobiele toestellen en dan voornamelijk thuis. Met de smartphone en MP3-speler doen ze dit ook wel via hotspots en homespots.
Van de jongeren die de voorbije maand online gingen met een smartphone, deed 37% dat met een data-abonnement. Dat is 14% meer dan in 2012, maar nog steeds een goed derde van de jongeren.
Wifi op school? Kan interessante discussie worden
Een klassieker intussen: hoeveel sms’jes sturen jongeren gemiddeld per dag?
In ons onderzoek uit 2010 lag het gemiddelde op 39 stuks. (klik)
In 2012 steeg dat tot 71 sms’jes. (klik)
En in 2014? Iemand een gokje?
(klik)
58 stuks. Het gemiddeld aantal sms’jes bij jongeren is dus gedaald. En dat ligt helemaal in de lijn van een wereldwijde trend die volop bezig is: de teloorgang van de sms. Met nieuwjaar hebben we met zijn allen bijvoorbeeld ook voor het eerst minder nieuwjaarssms’jes gestuurd dan het jaar ervoor. Onze jongeren volgen dus deze trend.
Meer en meer evolueren we naar een wereld in conversaties ipv in berichten.
Denken we maar aan de facebookberichten die eigenlijk ook chatberichten zijn en via de messengerapp ook op je gsm komen (Met 86% de populairste mobiele berichtendienst)
Of aan gmail die in conversaties denkt ipv in afzonderlijke berichten
Ook sms werkt tegenwoordig in conversaties
Dat merk je ook in de opkomst van de populaire berichtendiensten als Facebook Messenger, Viber of hier Whatsapp
Wellicht sms’t er niemand nog over 5 jaar. Iedereen stuurt berichten en belt over het internet (zoals bij Skype, Triiing)
Een specialleke in dit rijtje is snapchat: fotochatberichten tussen 2 mensen die maar 7 seconden zichtbaar zijn en dan zichzelf verwijderen.
Ideaal om sexting tegen te gaan? Ja, want geen bezwarend materiaal meer, maar anderzijds wordt het ook al gebruikt om te cyberpesten.
Een haatboodschap is immers ook meteen weg.
Verklaring? Foto’s sturen die niet bewaard blijven: omdat anders te veel geheugen ingenomen wordt op toestel? Of omdat je de foto eigenlijk niet nodig hebt, maar iets met een beeld ipv woorden wil zeggen (lui?)
Bvb: “is dit een goed tshirt voor naar die fuif te gaan?”
Screenshots maken was initieel niet mogelijk, maar ook daar bestaan intussen apps en truken voor die dat wel toelaten
Instagram heeft intussen al gereageerd en biedt nu ook privéberichten aan voor hun foto’s
Facebook met voorsprong het meest gebruikte netwerk (meer dan 85% van 12-18 jarigen heeft actieve account)
In de media duiken geregeld berichten op dat het netwerk niet meer zou aanslaan bij jongeren.
Het is waar dat het minder snel groeit dan 3-4 jaar geleden, maar dat is ook niet zo verwonderlijk (toen groeide het 300-400% per jaar)
Wat kunnen we nog meer vertellen over Facebook bij jongeren? (klik)
29% van de jongeren heeft meer dan 500 facebookvrienden (klik)
17% van de bevraagde jongeren denkt dat hun naam enkel voor hun vrienden te zien is. Terwijl – voor alle duidelijkheid – je naam een van de weinige dingen is op Facebook die je niet met een privacy setting kunt afschermen. (klik)
40% wist niet dat je 13 jaar moet zijn om op Facebook te mogen (klik)
55% wist niet dat Facebook je profiel kan verwijderen als je valse info verstrekt. (klik)
En nog een weetje: 33% van de jongeren maakt een nieuwe relatie binnen de week ‘Facebook official’
YouTube wordt vaak vergeten als het over social media gaat.
Onterecht, want het is de populairste website bij jongeren tussen 12-18 jaar.
Elke minuut wordt er 100u beeldmateriaal opgeladen, maar dat betekent niet dat alle jongeren dat ook doen.
Ook hier geldt de 20/80 regel: een minderheid van de gebruikers is verantwoordelijk voor een meerderheid van de filmpjes.
Als je een promofilmpje hebt, zet het dus zeker op YouTube. Daar is het immers gemakkelijk verder te delen via facebook, twitter, mail, … Ideale lengte: 1 minuut. Is je filmpje langer dan 2 minuten? Dan is je boodschap wellicht te complex.
Een van de populairste apps onder jongeren tegenwoordig: Instagram!
Voorbeeldje van een school die met intagram aan de slag gegaan is: college OLV Ten Doorn uit Eeklo
Nog een laatste sociaal netwerk waar we het nog niet over gehad hebben: Spotify
Jongeren kopen niet zo heel veel muziek meer, maar downloaden en streamen wel.
Heel vaak zelfs via youtube (zoek maar eens op ‘full album’)
Spotify is eigenlijk een gigantische online databank met muziek (30 miljoen liedjes)
Er bestaan 2 types:
Gratis (met reclame)
10 euro per maand (zonder reclame en ook offline te beluisteren als je de playlist downloadt)
Is een sociaal medium: dus je vrienden zien naar wat je luistert
Klinkt creepy, maar je leert er ook heel veel nieuwe muziek door kennen doordat je vrienden ernaar aan het luisteren zijn
Je kunt het inzetten om bjivoorbeeld playlists te maken voor op kamp, voor in het jeugdhuis, …
In dat laatste geval wel even checken ivm sabam uiteraard
- 140 karakters = ongeveer de lengte van een sms (in veel landen kun je je twitter updaten via sms, niet in België)
Slechts 200000 gebruikers (vergelijk met 5,6 miljoen gebruikers van facebook)
geloof de media niet: half vlaanderen zit niet op twitter. Maar wel grote impact: op de redactie en sporza staan bvb twitterboxen waarmee je bekende twitteraars kunt volgen, zonder zelf op twitter te zitten. In Volt worden tweets voorgelezen, …
Teens don’t tweet: onder de 25 jaar vind je nauwelijks mensen op twitter. Het zijn vooral politici, bv’s, journalisten en marketeers. Jongeren onder de 25 die twitteren, volgen vaak een opleiding journalistiek of communicatie, …
Terminologie even doornemen en illustreren met de volgende slide
Ook voor het gebruik van Twitter gingen we bij de jongeren uit het middelbaar wat dieper graven: Twitter staat op 5 bij de meest bezocht sites bij jongeren. Maar anderzijds stellen we vast dat slechts 25% een account heeft op Twitter. Het gaat hier dus vooral om tweets lezen, eerder dan zelf tweets de wereld in sturen.
(klik)
Twitterende jongeren hebben opvallend veel contact op Twitter met vriendjes uit hun naaste omgeving. 30% gaat in interactie met celebrities. En slechts 0,9% converseert met organisaties via Twitter. Al ligt dat misschien ook vaak aan die organisaties, die Twitter vaak beschouwen als een nieuwskanaal in plaats van een interactiekanaal.
(klik)
Gemiddeld hebben ze 57 volgers op Twitter en volgen ze zelf 90 accounts.
(klik)
De meest gevolgde accounts onder jongeren zijn die van Justin Bieber, One Direction en hun frontman Harry Styles.
Tumblr is vooral interessant als ‘miniblog’: meer dan 140 karakters, maar korter en bondiger dan een klassieke blog.
Ook handig om mobiel te bloggen
Vlaamse jongeren: vaak bezochte website, maar slechts 5% die een actieve account heeft
5% van de jongeren heeft zelf een Tumblr, maar Tumblr volgen is wel razend populair,
Vaak omdat een tumblrpagina een zeer humoristische insteek heeft (zoals hier in de screenshot)
Denken we maar aan gagreel en 9gag
WeHeartIt = een virtueel prikbord waarop je foto’s pint die je ergens vindt online en die je inspireren
Je houdt ze zo bij op ‘in the cloud’ zodat je er altijd en overal bijkunt.
Vergelijkbaar met Pinterest dus. Vooral tienermeisjes gebruiken dit netwerk
WeHeartIt is zo’n beetje de jongerenversie van Pinterest (al hebben beide sites niks met mekaar te maken)
Veel heeft hier met personal branding te maken: de foto’s die je deelt zeggen veel over jou als persoon, je muzieksmaak, kledingstijl, …
65%geeft wel aan dat ze op school aangeleerd krijgen hoe ze goed naar bronnen kunnen zoeken op internet. Dat is positief, maar dat betekent ook dat 1/3e van de leerlingen dat niet aangeleerd krijgt.
Er is dus nog een lange weg te gaan
Maar liefst driekwart van de jongeren vindt dat leerkrachten meer media zouden moeten gebruiken in de les. 63% zou liever een tablet dan een handboek gebruiken. (klik)
De Ambrassade bevroeg in 2012 leerlingen tussen 6-16 jaar over digitalisering, ook in de klas. Allemaal zijn ze fan van tv’s, games en smartboards in de klas. Over tablets zijn ze het minder eens (zie slide).
Ze zijn niet noodzakelijk tegen digitale hulpmiddelen, maar het moet voor hen ook een meerwaarde zijn. Dat is overigens ook de visie van Mediaraven: Media in de klas is een middel, geen doel. Soms kan een flap met postits veel effectiever zijn dan een online brainstorm tool
De leerkrachten zelf gebruiken die sociale media een pak minder. Al zien we wel dat de percentages in vergelijking met 2012 overal gestegen zijn, toch zijn ze nog altijd aan de lage kant.
Op zich zou het niet zo gek zijn om de leerlingen pakweg te laten opzoeken op twitter of facebook wat er allemaal te vinden is over pakweg Obama in de les geschiedenis.
Of een youtubefilmpje te tonen in de les biologie die de werking van het menselijk lichaam verduidelijkt
We kunnen dus stellen dat het onderwijs een inhaalbeweging maakt, maar dat er ook nog wel een lange weg te gaan is.
Leerlingen van hun kant zetten wel volop digitale media in voor school. Bijvoorbeeld om te overleggen over huiswerk.
78% gebruikt Facebook om te overleggen, vaak via Facebookgroepen. 76% stuurt sms’en en 46% belt. Slechts 22% gebruikt het elektronische leerplatform om hierover te overleggen.
Ook hier zien we dus opnieuw dat Facebook ingezet wordt voor persoonlijke communicatie tussen een paar klasgenoten veeleer dan voor massacommunicatie naar alle vrienden.
Wifi op school of niet? Op zich is het niet tegen te houden. Over een paar jaar heb je immers zelfs geen wifi meer nodig om online te geraken
Verbieden heeft dan ook geen zin, afspraken over maken (net zoals over pesten, gsmgebruik, afval, … op school) uiteraard wel
Tablets aankopen voor op school? Misschien is ‘bring your own device’ wel een betere filosofie: breng je smartphone, laptop, tablet, … mee naar school en gebruik die om per 2 of 3 oefeningen op te maken, dingen op op te zoeken in functie van de les
Sluikreclame: Mediaraven heeft een traject I@School waarbij leerlingen uit de 1e graad media leren maken met tablets
De tweede manier om online te gaan is door middel van apps. En die worden maar matig gebruikt door jongeren.
Van wie apps kan installeren op zijn toestel, heeft een meerderheid er toch niet meer dan 20 apps op staan. Dit zou kunnen liggen aan beperkte ruimte op goedkopere smartphones, of misschien worden jongeren niet erg gestimuleerd om nieuwe apps te ontdekken.
KLIK
Nieuwe apps ontdekken ze vooral via vrienden of de play of app store. In elk geval geven ze de voorkeur aan gratis apps.
Klik
65,5% heeft bijvoorbeeld nog nooit betaald voor een app.
Dit zijn de populairste apps bij jongeren (12-18j)
Facebook staat met stip op 1 op beide toestellen. De top 5 wordt voor beide toestellen aangevuld met dezelfde apps: Snapchat, YouTube, Instagram en Twitter, alleen in een andere volgorde.
Op de tablet worden meer spelletjes gespeeld, waardoor er meer games die in de top 10 voorkomen
Met de smartphone wordt meer genetwerkt.
Apps zijn afhankelijk van het besturingssysteem.
Een app voor iphone kun je niet installeren op je android telefoon
In belgie: 55% android, 25% iphone, 10% windows, 10% andere
Jongeren gebruiken vooral android
Links zien we de app van de middelbare school Rozenberg (MOL): veel meerwaarde met de website biedt die evenwel niet: je kunt er punten mee opvragen, het menu consulteren, activiteiten nalezen
Rechts zien we de app Op Bivak! Van Chirojeugd Vlaanderen. Een handige app om op kamp gemakkelijk contact op te nemen met het hoofdkantoor, de app bevat ook een faq en andere handige info voor op kamp
BoekTweePuntNul kan je helpen als leerkracht om media als methodiek te gebruiken ipv als doel op zich
200 mensen uit het onderwijs beschrijven elk 1 online tooltje en de mogelijkheden ervan in klasverband.
Een must-read voor elke leerkracht, eigenlijk.
Bij het boek hoort ook een handboek ‘sociale media in het onderwijs’ om leerkrachten nog extra op weg te zetten
Er bestaat ook een app van (5 euro voor android, 9 euro voor ios)
Jongeren kritisch leren omgaan met informatie die ze vinden op internet is cruciaal vandaag de dag.
Vroeger mocht je content zijn als je in de bib een bron vond waar je voor school iets mee kon doen
Tegenwoordig krijg je zodanig veel info dat je goed moet checken of info klopt
Als je zoekt op ‘martin luther king’ bvb dan vind je deze site ‘a true historical examination’
Pas als je naar beneden scrollt op die site zie je dat het gehost wordt door ‘stormfront’
(een whitepower beweging)
Gaat dat dan nooit fout?
Natuurlijk wel. In 2014 stond de uitslag van het WK veldrijden al op Wikipedia, nog voor er 1 meter gereden was
Gebruikers hadden dit gemeld en Wikipedia zette de juiste info terugsloot de pagina voor onbepaalde tijd af zodat ze niet meer bewerkt kon worden
Voor de kenners: uiteindelijk won niet Sven Nijs, maar Stybar
Hoe kun je checken of informatie klopt? Door op het knopje ‘overleg’ te klikken. Daar zie je hoe wikipediagebruikers overleggen over deze pagina. Bij ‘geschiedenis’ kun je checken hoe oud de laatste versie is
Die kritische houding is cruciaal om aan te leren aan jongeren.
Kijken we bijvoorbeeld naar De Rechtzetting, een site voor wie het elke dag 1 april is.
Of naar een site als Wunderground, die min of meer hetzelfde doet.
Bijzonder grappig als je weet dat het fake is, maar veel mensen trappen er nog altijd in
Veel mensen, ook die jaren unief gestudeerd hebben delen soms artikels van deze satirische site
Zonder te beseffen dat het eigenlijk fake is.
Overloop de 10 opties die je toelaten om anoniem te surfen
Overloop de 10 opties die je toelaten om anoniem te surfen
Overloop de 10 opties die je toelaten om anoniem te surfen
Overloop de 10 opties die je toelaten om anoniem te surfen
Voorbeeldje wat er getrackt wordt op klascement: http://www.klascement.be/
Google plus en google analytics
Voorbeeldje van wat er getrackt wordt op een leuke link via facebook: http://newsmonkey.be/ ( 13 trackers)
Overloop de 10 opties die je toelaten om anoniem te surfen
Jongeren leren hoe ze voor elk brokje info op facebook kunnen instellen wie het kan zien is cruciaal
En eigenlijk heb je maar 4 settings: openbaar, vrienden, ik en aangepast (= een deel van mijn vrienden)
Rob Heyman en Ralf De Wolf stellen het heel anders. Hun stelling is dat we jongeren niet mogen beoordelen op hoe vaak ze de bestaande settings gebruiken op SNS.
Eerder dan die slaafs te volgen, gaan ze zelf creatieve oplossingen zoeken binnen de mogelijkheden die het netwerk biedt.
Afgesloten fb-groepen maken bijvoorbeeld, hun profiel een tijdlang deactiveren als ze lange tijd niet online kunnen, of een fake naam kiezen (of een letter veranderen of zo) zodat ze niet gevonden kunnen worden.
Je kunt je eigen profiel zo goed dichttimmeren, als je wil, als anderen foto’s van je toevoegen, kun je daar helaas weinig aan doen. En toch. Sinds kort kun je je tags modereren. Zo bepaal jij welke foto’s zichtbaar worden of niet. Tags zelf verdwijnen niet, maar dat kun je achteraf wel nog doen. En voor alle duidelijkheid: officieel moet je altijd schriftelijke toestemming vragen als je een foto met iemand anders op wil gebruiken.
Je privacy beschermen zonder vriendenlijsten aan te maken, is vrijwel onmogelijk. Op die manier kun je aangeven wie van je vrienden welke status, foto’s, video’s, contactgegevens kan zien.
Een lijstje ‘beperkte toegang’ is geen overbodige luxe. Maar je kunt ook een lijstje ‘jeugdwerk’, ‘jongeren uit mijn dorp’… aanmaken
27% van de jongeren gebruikt vriendenlijsten om zich te beschermen. Dat lijkt weinig, maar dat is wellicht meer dan bij volwassenen
Werken met een facebookgroep kan helpen: die groepen kun je afsluiten zodat alleen de leden kunnen zien wat er in gezegd wordt
In die groep kun je links, foto’s, ideeën uitwisselen, zonder dat je met elkaar bevriend moet zijn
Vergelijk het met een forum
Ideaal voor leerkrachten en scholen
Het filmpje over Kayleigh is eigenlijk geen cyberpesten.
Het pesten gebeurde immers offline,
De mama verspreidde het filmpje niet om te pesten, maar om aandacht te vragen voor het probleem
(niet meteen de beste zet van haar, maar wel effectief op korte termijn)
De haatpagina’s met contactgegevens van pester Kacey zijn wel een vorm van cyberpesten
Ask.fm is razend populair onder jongeren
En toch wordt er voornamelijk anoniem op mekaar gescholden
Met alle dramatische gevolgen ten spijt.
Lijkt vooral neer te komen op ‘erbij horen en meedoen’
Je kunt ‘anoniem vragen stellen’ afzetten,
Maar dan krijg je van niemand meer te horen
wat anderen over je denken. En dat blijkt verslavend te zijn.
Een jongen uit Eeklo die gepest werd, zat in de ‘surfen met een helm op’ vorming van Mediaraven.
Hij werd zwaar gepest, op internet, politie moeten tussenkomen op school.
Alles begon met het feit dat hij iedereen zomaar aanvaardde als vriend op FB profiel (preventie) en het pesten begon omwille van iets controversieel dat hij zelf geschreven had.
Uiteindelijk hebben ze de klas (omstaanders) meegekregen in het ingaan tegen de pesterijen en zijn ze zo langzaamaan gestopt. Slachtoffer voelde zich ook gesteund door klasgenoten.
8 anti-pestkoffers waarin met de no blame methode wordt gewerkt.
Verschillende boeken uit de anti-pestkoffers gaan over de no- blame-aanpak . Het is een bijzondere vorm van herstelbemiddeling. Het is een niet-bestraffende maar probleemoplossende methode. Essentiële elementen van de no-blame-aanpak zijn het aanmoedigen van empathie, gedeelde verantwoordelijkheid en probleemoplossend werken. De verantwoordelijkheid voor het pestprobleem wordt bij de groep gelegd. De pesters, de meelopers en een aantal neutrale leerlingen worden samengebracht en samen gaan ze op zoek naar mogelijke oplossingen. Deze aanpak wil niet de feiten in vraag stellen of de pester beschuldigen of straffen. De groep krijgt de verantwoordelijkheid om een aantal voorstellen te doen om het negatieve gevoel bij het slachtoffer weg te nemen of te verminderen.
VLUCHTEN KAN NIET MEER – CYBERPESTEN, TOEKOMSTTRENDS EN (SCHOOL)BELEID DOWNLOAD: WWW.MEDIAENMAATSCHAPPIJ.NL/PESTEN 11
10 uitgangspunten voor anticiperend anti pest beleid:
1. Stel jongeren en kinderen centraal: organiseer positive peergroup pressure
2. Stel vertrouwen centraal: b.v. via (volwassenen en jeugd)vertrouwenspersonen en evalueer dit bij uw doelgroep, zoals leerlingen (zij zijn uw toets)
3. Leer jongeren hoe zij níet kunnen pesten en (leren) omgaan met elkaars verschillen
4. Begin elk beleid met de menselijke factor. Zorg voor professionals die positief en nieuwsgierig zijn naar jongeren, ook: Onderwijs Ondersteunend Personeel.
5. Betrek ouders voordat er incidenten zijn: via ouderraad, M.R. én algemene bijeenkomsten zoals ouderavonden
6. Wees streng en consequent: de pakkans van pesten moet zichtbaar en duidelijk zijn. Grijp altijd in (van licht naar zwaar)
7. Wees duidelijk en positief aanwezig op Social Media, met bijvoorbeeld een officieel account van uw instelling zoals school of jeugdinstelling
8. Update het beleid: evalueer met alle betrokkenen halfjaarlijks het beleid en stel bij waar nodig (zoals het verplichte schoolveiligheidsplan)
9. Wees nooit naïef: wat collega-instanties overkomt kan ook uw organisatie overkomen. Leer van elkaar en ondersteun elkaar
10. Gun jongeren hun builen (en help hen weer op te staan)
Wie op zoek is naar uitgewerkte methodieken, achtergrondinfo, vragen, … ivm met cyberpesten
Kan terecht op www.clicksafe.be (site van child focus)
Zowel voor jongeren, kinderen, ouders als leerkrachten vind je daar heel wat tips en handige info
Dit gaat over auterusrechten, meer info vind je op : http://www.klascement.be/auteursrechten/
Weet goed het verschil tussen
Wet op privacy
- auterusrecht
- portretrecht
Voor de pauze willen we nog even de belangrijkste cijfertjes op een rijtje zetten
Tijd voor een aantal conclusies en aanbevelingen
Stap 1: durf experimenteren. Het internet bijt niet
Hoe meer ervaring je opdoet online, hoe beter je gewapend bent tegen de mogelijke risico’s