3. Agile manifesto
1 Customer COLLABORATION over CONTRACT negotiation
2 WORKING software over Comprehensive DOCUMENTATION
3 Individuals and INTERACTIONS over Processes and tools
4 RESPONDING to change Over FOLLOWING a plan
21. Sprint
• time-boxed
• binnen deze periode wordt een werkende
software opgeleverd die voldoet aan de definitie
‘DONE’
• Elke sprint duurt even lang
• Sprints volgen elkaar op
22. Definition of ‘DONE’
• De Definition of Done beschrijft waar het
resultaat van een Sprint aan moet voldoen.
• Hulpmiddel voor het team om de kwaliteit van
het werk constant te houden.
• Wordt door het team zelf opgesteld en beschrijft
dingen als testen, unittesten, documentatie enz.
23. Eigenschappen van een sprint
• sprintplanning
• Team plant wat - binnen deze sprint
• Tijdens - niks veranderen aan planning
• Op het einde : resultaat (MVP)
• Op het einde : demo
• Op het einde : evaluatie voor de volgende sprint
30. User story
• Omschrijving van ‘wat’ en ‘waarom’ de klant deze
functionaliteit wil hebben
• ‘Hoe’ wordt door team bepaalt
Voorbeeld: Als (gebruiker), wil ik (feature), zodat ik (reden
waarom/achterliggende behoefte)
Als gebruiker, wil ik een lijst zien, zodat ik een overzicht heb
van de producten
• Is Product Backlog Item
31. Product backlog (Lijst 1)
• Lijst van alle Product Backlog items
• Product Backlog items hebben als kenmerken:
– Beschrijving (description)
– ordening (priority)
– Schatting (estimation)
– waarde (story points)
32. Sprint backlog (Lijst 2)
• Verzameling van Product Backlog items
• Voorspelling over functionaliteit op het einde van
de sprint
• Zichtbaarheid aan het te leveren werk door het
team
35. Rol van de Product Owner (1/3)
• Product Owner = 1 persoon
• Verantwoordelijk product backlog + grooming
• Schrijft de user stories
• Bepaalt de prioriteiten van de user stories
• Bepaalt de ‘acceptance criteria’
• Aanvaart/weigert de ‘done’
• Vertegenwoordigt belangen stakeholders
• Verantwoordelijk voor maximaliseren van de waarde van hetgeen
het development team moet opleveren
37. Rol van de Scrum Master (2/3)
• Facilitator: helpt het team
• Begeleidt het team, product owner en stakeholders
tijdens de verschillende meetings
• Zorgt ervoor dat Scrum correct wordt
geïmplementeerd
• Is geen project-manager – geen authoriteit binnen
het team
39. Rol van het development team (3/3)
• Aantal: 7 +/- 2
• Crossfunctioneel – meerder competenties
• Geen multi-tasking
• Zelfsturend
• Collaboratief
• SAMEN 1 doel
41. Sprintplanning (Meeting 1)
• Wat kan worden geleverd aan het einde van de
komende Sprint?
• Hoe wordt het benodigde werk uitgevoerd?
• Duurtijd: 4u
42. Daily scrums / stand-ups (Meeting 2)
• Doel is ervoor te zorgen dat iedereen zo efficient
mogelijk bezig is of zal zijn
• Staande teammeeting:
1. Wat heb ik gedaan sinds vorige meeting?
2. Wat doen tot volgende meeting?
3. Waar en met wat heb ik een probleem?
• Duurtijd: Max. 15 min.
43. Sprint review/demo (Meeting 3)
• Aanwezigen: stakeholders, product owner, scrum master, scrum
team, customers
• Informele bijeenkomst, geen status meeting, geen presentatie maar
demo van sprint werk
• Op het einde van een sprint
• Increment te inspecteren en indien nodig de Product Backlog aan te
passen
• Bepalen sprint backlog volgende sprint
• Duurtijd: 1,5 u
44. Sprint retrospective (Meeting 4)
• Team evalueert en bepaalt verbeterpunten
• Minstens 1 verbeterpunt > bovenaan lijst
volgende sprint
• Duurtijd: 1,5 u
48. Wat is een Hackathon
• Hack + marathon = HACKATHON
• Tijdsgebonden
• Herbekijken en/of herbouwen van reeds bestaand product of toepassing
• Samenwerking in groep van mensen met verschillende specialiteiten
49. Voordeel van een Hackathon
• Onmiddellijk resultaat
• Resultaat is 80% bruikbaar
• Verandering en samenwerking promoten
• Deblokkeren van projecten
50. Hackathon techniek
• 2-daagse
• Groep van 4-8 mensen
• Probleemstelling of een gegeven > goede planning
• Diverse mix van mensen met verschillende specialiteiten:
– Developer
– Designer
– Marketeer
– Project manager
– …
• Voorstelling van resultaat
• Winnaar en prijzen