2. kan
kunst
leuk
zijn?
‘Het is mooi om te ervaren dat onze kinderen zulke buren normaal
vinden. Ze moesten eens weten. Wij weten het wel. Onze leuke
buren zijn onbetaalbaar en onvervangbaar en belangrijk voor de
ontwikkeling van elk kind. Had elk kind maar zulke buren. Kan kunst
leuk zijn? Met zulke buren wel!’
Basisschool De Kraal
2014 BE CALM
1993 - 1995 In vitro
2001 De keuze van groep 6
2004 & 2010 Shouf Bak Kijk / Stillevens uit Oost
2007 De Schreeuw
2008 Verborgen Muzikale Schatten
2010 MUCK
2011 Kunst op straat
2011 Lichte dingen verschuiven iets
2011 & 2012 Urban Art EFX
2011 VAN/VOOR Betoverende Beelden
2011 Huis Veldhoen, Aatje’s Vrijstaat
2012 Boundless, gransoverschijdende grafiek
1984 - heden Concerten
2013 De keuze van de vuilnisman
2013 Dubbelspel
2013 De Eerste Oosterparkstraat, beeld van een straat
06
14
16
18
20
22
26
30
32
36
38
42
46
48
50
52
54
Tentoonstellingen & activiteiten
57
58
59
60
61
62
63
Introductie
Kim van Norren, The frontiers are my prison
Ellen Grote Beverborg, Zonder titel ‘kippen’
Theo Daamen, Kijk voor je!
Duncan Wylie,
Untitled (Utopia has no fixed address)
Willem Bosma, Havens (compositie)
Ron van der Ende, Chevrolet Impala 1959
Hannes Wallrafen, De Boom
David Bade, Zonder titel
Douglas Darnis Pérez Castro,
Nuevos Medios (nieuwe media)
Hamid el Kanbouhi, Zonder titel
Ronald Zuurmond, Zonder titel
Jean-Paul Franssens, Moeder en kind
Kerncollectie
Hanne Hagenaars
Een gehaktstaaf
Bert Nienhuis
Als je maar Blijft kijken en je Blijft verbazen
Theo Steemers
Kunst en de ruimte
Hedy d’Ancona
Kan kunst leuk zijn?
John Prop
Kunst in tijden van facebook
Machtelt van Thiel
Wij wensen de klanten veel plezier met de kunst!
Het verhaal van een straatmusem
Joyce Roodnat
O jee ‘Leuk’
Stephen Hodes
Loop op het gras s.v.p.
Cilia Hespe & Frances Overwater
Buren
Jet Bussemaker
Kan kunst leuk zijn?
Merijn Oudenampsen
Gij zult entertainen!
Eleonoor van Beusekom
Kan kunst leuk zijn?
Antoinette Nausikäa
Leuk
07
08
12
17
23
28
34
39
40
44
47
49
56
Columns
Voorwoord
Catherine Steenbeek, directeur CBK Amsterdam
Oprichting
1984 Artoteek Oost
Verbouwing
2009 van Oosterpark naar Oostpoort
Nawoord
04
10
24
64
Algemeen
Inhoudsopgave
3. Kan kunst leuk zijn?
detail uit de installatie van Suzan Drummen
voor Lichte dingen verschuiven iets
:
Met deze titel opende Kees van Kooten in 1984
de eerste tentoonstelling in Artoteek Oost. Dat
gebeurde in de prachtige, besloten ruimtes van
het Elisabeth Otter-Knollgebouw aan de Derde
Oosterparkstraat in Amsterdam Oost.
Artoteek Oost werd opgericht vanuit
het Stedelijk Museum met als doel de
gemeentelijke collectie toegankelijk te maken
voor een breed publiek. Dat deed zij door het
uitlenen van kunstwerken, het organiseren van
projecten, en tentoonstellingen met aandacht
voor experiment en vernieuwing. Bovendien
organiseerde zij concerten en adviseerde
zij over kunst in de openbare ruimte. En dat
is waar we tot op de dag van vandaag mee
bezig zijn. Met veel passie, creativiteit en
deskundigheid ontwikkelde Artoteek Oost
zich onder de bezielende leiding van Maryla
Nienhuis tot een plek van bijzondere culturele
betekenis in Amsterdam. Tentoonstellingen als
Strata, In Vitro, Lesbian ConneXions vonden
landelijk weerklank. Projecten als Shouf Bak
Kijk, Kinderen kopen kunst, het Straatmuseum,
De Keuze van groep 6 kregen navolging.
Artoteek Oost was als projectleider betrokken
bij het monument De Schreeuw in het
Oosterpark. Steeds meer mensen ontdekten
de kunstuitleen. De Artoteek ontwikkelde
zich door de activiteiten en uitstraling tot een
centrum voor hedendaagse beeldende kunst:
CBK Amsterdam.
Burgemeester Job Cohen opende in 2009 het
nieuwe stadsdeelhuis in Oostpoort. Het CBK,
dat in 1990 was overgegaan van het Stedelijk
Museum naar Stadsdeel Oost, verhuisde
mee. In de voormalige zuiveringshallen van de
Oostergasfabriek kreeg CBK Amsterdam de
beschikking over een unieke, monumentale
en inspirerende tentoonstellingsruimte, één
van de weinige en grootste niet-museale
presentatieruimtes voor beeldende kunst in
Amsterdam. Dat bood nieuwe mogelijkheden,
zoals de overzichtstentoonstelling van Aat
Veldhoen, Lichte dingen verschuiven iets,
tentoonstellingen met kunstenaarsverenigingen
De Onafhankelijken en het Amsterdams
Beeldhouwers Collectief. De VIP-choice en De
keuze van groep 6, waarbij de CBK-collectie
uitgangspunt is, krijgen een vervolg met De
keuze van de Watergraafsmeer en De keuze
van de vuilnisman. De laatste wordt op een
Europese conferentie over participatieprojecten
en beeldende kunst in 2014 zelfs als een van
de dertig voorbeeldprojecten ingezet.
CBK Amsterdam vervult met visie en ambitie
haar rol als centrum voor hedendaagse
beeldende kunst. Aan alle tentoonstellingen
zijn activiteiten, lezingen, rondleidingen en
workshops gekoppeld. Steeds meer mensen
uit alle lagen van de bevolking vinden hun
weg naar het CBK, jonge gezinnen, studenten,
senioren. Met de jubileumtentoonstelling BE
CALM - kunst uit Amsterdamse huiskamers
laten we zien hoe zeer de hedendaagse
beeldende kunst een plek heeft gekregen in de
huizen en harten van Amsterdammers.
In dit jubileumboek staan bijdragen van
kunstenaars, bezoekers, leerkrachten en
politici. Zij lieten zich inspireren door Kees
van Kooten’s openingsspeech uit 1984: Kan
kunst leuk zijn? Verhalen over verwondering,
de verrassing van kunst, de passie voor
kunst, de bezorgdheid om kunst, het belang
van kunsteducatie, het belang van goede
architectuur als voorwaarde voor een goede
presentatie van kunst en over de geschiedenis
en betekenis van het CBK.
Het is geweldig om te zien dat wij zoveel
uiteenlopende kunstenaars een podium kunnen
bieden in CBK Amsterdam en om mee te
maken dat bezoekers geraakt worden door
kunst.
Wij hopen u vaak te mogen ontvangen bij een
tentoonstelling, lezing, concert of ontmoeting
met een kunstenaar.
Catherine Steenbeek directeur CBK Amsterdam
05
04 30 jaar CBK Amsterdam
4. Een gehaktstaaf
Mijn blonde collega heeft autorijles, ze is 26 en
even knap als Kate Moss maar dan ook nog
hartelijk en warm. Vol plezier vertelt ze over
haar autorijlessen en ze laat me de profielfoto
van haar instructeur zien. Als een Dries
Roelvink ligt hij in een te kleine zwembroek
in de branding. Soms krijgt ze midden in
de nacht een sms bericht van hem met een
compliment over de vorderingen die ze maakt.
De instructeur kent alle tankstations in de
wijde omgeving van Amsterdam en een ritueel
onderdeel van de twee uur durende les is dat
hij haar meeneemt naar een tankstation waar
hij bij binnenkomst een mop vertelt. Altijd een
nieuwe verse mop waar iedereen uitbundig
om lacht. Vervolgens trakteert hij haar op een
gehaktstaaf die ze opgewekt accepteert als
onderdeel van de les. Een ouder wordende
Don Juan die graag indruk wil maken met een
mop en een gehaktstaaf. Quelle situation.
Leuk werk, wat een belediging voor de
kunstenaar. Leuk doet denken aan flauw
cabaret en de moppen van de barman. Een
kunstwerk hoeft niet leuk te zijn, niet leuk in de
zin van een mop, liever niet zelfs want als je
dan bent uitgelachen dan hangt dat werk daar
nog jaren, met een grap die je al kent. Maar
een kunstwerk dat een situatie oproept waarin
de mens met de broek op zijn enkels zijn
treurige onvolmaaktheid toont, ja dan, dan blijft
het beeld in je gedachten en blijf je glimlachen.
Ik hou niet van moppen en in de high culture
wereld van de kunst houdt niemand van
moppen. Niemand behalve Richard Prince.
Hij schilderde hele flauwe moppen op hele
grote doeken. Monochromatic jokes voor de
eeuwigheid.
‘a guy goes to the psychiatrist wearing only
saran wrap. the psychiatrist says to the guy, i
can clearly see your nuts. see your nuts, you
nut.’
of
‘my brother married a two-headed lady. is she
pretty you ask? well yes and no.’
Nu ben ik fan van Richard Prince, die
een Chevrolet op de dure kunstbeurs liet
ronddraaien als op een autobeurs inclusief een
tikje ordinaire rondborstige Car Girl. Die je in
een tekst heel overtuigend laat weten dat de
abstracte kunstenaar Frans Kline eigenlijk door
de pin up girl Betty Page is geïnspireerd, die
feit en fictie door elkaar heen husselt zodat de
wereld een stuk meer frisse lucht krijgt. Zijn
moppenschilderijen begreep ik nooit zo. Prince
mixt de hoge en de lage culturen lekker door
elkaar. In een serie Nurses gaf hij verpleegsters
van de cover van een doktersromannetje een
monddoekje. Waarom? ‘I do believe everybody
needs a nurse.’ En die moppen? ‘Picking a
particular joke is a way of talking and a way of
also dealing with reality; it’s a way of dealing
with what’s in the newspapers. A sense of
humour, which I’m not sure I have... it’s a way
to survive.’
Ja, het leven is zoeken naar een manier om te
overleven en ik geloof dat iedereen zo af en toe
een traktatie nodig heeft van zijn rijinstructeur,
een mop of een gehaktstaaf of een sms’je over
je vorderingen.
Daar knapt de wereld van op. Menthol pictures
in je hoofd. Zo leuk kan kunst zijn.
Hanne Hagenaars curator, schrijver
een tafereel uit BE CALM – kunst uit
Amsterdamse huiskamers
2014 BE CALM - kunst uit Amsterdamse huiskamers
CBK Amsterdam viert haar 30-jarig bestaan met de jubileum-
tentoonstelling BE CALM. Door kunst te lenen van particulieren
laat het CBK samen met gastcurator Hanne Hagenaars zien hoe
zeer de hedendaagse beeldende kunst een plek heeft gekregen
in de huizen en harten van Amsterdammers.
:
30 jaar CBK Amsterdam
07
06
5. Opening Artoteek Oost in 1984
Karel Meijers Raceauto’s op Wolkenkrabber 1984
Gilberto Zorio 1944, Otterlo canoe, 1986, 100 x
1000 x 60 cm, Coll. Kröller-Müller Museum, Otterlo
01
02
03
03
01
02
Als je maar Blijft kijken
en je Blijft verbazen
Vraag:
Twee jonge auto’s zitten een grote auto achterna op de top
van een omgekeerde wolkenkrabber
en een Houten Kano in een Boom op de Hoge Veluwe. Wat is
de overeenkomst?
Antwoord:
Kunst
Hoezo Kunst!!??
Verklaring:
1984 Bij de ingang van de openingstentoonstelling van Karel
Meijers van Artoteek Oost racen twee jonge auto’s achter een
grote aan.
1990 Bij de ingang van het Kröller-Müller Museum vormt de
Kano in Boom de opmaat voor het museum met de mooiste
collectie van Gogh’s en Impressionisten.
De tentoonstelling van Karel Meijers én de Artoteek werden
samen geopend door Kees Van Kooten.
Het motto van zijn openingswoord ‘Kan kunst leuk zijn?’.
Kunst ‘verzet de geest’, kunst ‘verruimt de blik’, kunst ‘opent
nieuwe werelden’ ….. kunst …. kunst ….. en verder: alle
clichés over Kunst die je maar bedenken kunt.
Maar:
Zonder Kunst verdroogt het leven. Een dorre woestijn, die ook
weer kunst kan zijn.
Als je maar Blijft kijken en je Blijft verbazen.
Bert Nienhuis fotograaf
09
08
30 jaar CBK Amsterdam
6. Oprichting
Artoteek Oost werd op 15 februari 1984 opgericht
vanuit het Stedelijk Museum. Amsterdam had een
grote collectie kunstwerken van voornamelijk
Amsterdamse kunstenaars opgeslagen in een depot,
onzichtbaar voor het publiek.
Openbare gebouwen als scholen en ziekenhuizen
mochten daar kunstwerken uit lenen. Maar het meeste
bleef verborgen. Met het oprichten van Artoteken moest
dat veranderen. Artoteek Oost kreeg de opdracht de
gemeentelijke collectie toegankelijk te maken voor
een breed publiek. Dat deed zij door het uitlenen
van kunstwerken, het organiseren van projecten en
tentoonstellingen met aandacht voor experiment en
vernieuwing. Bovendien organiseerde zij concerten en
adviseerde zij over kunst in de openbare ruimte. Met
veel passie, oog voor kwaliteit en deskundigheid
worden de taken tot op de dag van vandaag uitgevoerd.
Artoteek Oost is al lang uitgegroeid tot een Centrum
voor hedendaagse Beeldende Kunst, tot een plek van
bijzondere culturele betekenis in Amsterdam.
Mira Kho en Maryla Nienhuis in de
Derde Oosterparkstraat
:
10 30 jaar CBK Amsterdam
11
7. Artoteek Oost in de voormalige eet- en
conversatiezalen van de Elisabeth Otter-
Knollstichting, opgericht ‘voor Dames uit
de deftige stand’.
De laatste decennia zijn er talloze spectaculaire
museumpaleizen en tentoonstellingsgebouwen
verrezen. Prestigeobjecten, die tien-, liefst
honderdduizenden bezoekers per jaar
moeten trekken. Gebouwen om je vingers
bij af te likken, maar zo overweldigend dat
ze de tentoongestelde kunst verdringen,
dooddrukken zelfs. Het gaat niet langer om de
schoonheid, de zeggingskracht of ontroering
van de kunsten, maar om die van het gebouw.
Dan is kunst niet leuk. Architectuur wordt dan
wel de moeder van alle kunsten genoemd,
maar dat zij de kunsten die zij moet herbergen
geen recht doet en niet dienend is voor die
kunsten, kan niet de bedoeling zijn.
Een vergelijkbare situatie was aan de
hand met de ruimte van Artoteek Oost
in de voormalige eetzalen van het Otter-
Knollgebouw. Een gebouw met een overdadige
eclectische architectuur, met veel krachtige,
neoclassicistische elementen: het gebouw wil
voor zichzelf spreken, welstand en rijkdom
uitstralen.
Maar was het geschikt om kunst te exposeren?
Eigenlijk niet. De oprichtsters van Artoteek
Oost, met Maryla Nienhuis aan het hoofd,
hebben dat goed ingezien. Zij kozen voor
de omgekeerde weg: kunstexpressies
kunnen alleen voor zich zelf spreken als
die kunsttoepassingen het gebouw tot
uitgangspunt nemen en zelf krachtiger zijn dan
het gebouw.
De Zoutcirkels van Herman Makkink,
opgebouwd uit grote zoutblokken, baanden
zich een weg door de ruimten en splitsen
deze op in afzonderlijke eenheden, terwijl toch
het geheel van het gebouw bleef bestaan.
De beelden van Johan Wagenaar, de hoge
symmetrische staalconstructie van Hans van
Lunteren, het Pjotr-Müller Museum, dat als
een bijna renaissance aandoende folly een
gebouwtje was in het gebouw. De omvangrijke
geperforeerde stalen ruimte-elementen van
Niek Kemps, de manshoge kisten van Lesbian
ConneXions, de expositiemeubels van de
studenten van de Academie voor Beeldende
Kunst. Succesvolle tentoonstellingen waarbij
kunsttoepassingen en inrichtingselementen de
strijd aangingen met het gebouw.
Na de verbouwing in 1993 stond een
indrukwekkende balie centraal in de serre en
werd ter afscherming van de werkruimten een
ingenieus systeem van vitrines geplaatst. Die
waren de aanleiding voor een langlopende
reeks exposities onder de verzamelnaam In
Vitro. Sommige kunstenaars plaatsten hun
werken achter de gesloten deurtjes, anderen
gooiden die open en eigenden zich ook de
aanliggende ruimte toe, allen met verrassende
resultaten.
Het nieuwe gebouw in Oostpoort bood nieuwe
mogelijkheden en kansen. De steen voor
steen herbouwde en gerestaureerde hallen
van de voormalige Oostergasfabriek heeft
een totaal andere aanblik: een industrieel
gebouw met stalen kolommen en spanten,
met lichtkoven die de enorme ruimte
aanlichten, met glimmende stalen buizen voor
de luchtbehandeling. Een grotere overgang
is nauwelijks denkbaar. Het gebouw lijkt
dienend te zijn aan de kunsten, maar is ook
weerbarstig. Het is bijzonder om juist daar
kunst te exposeren die een verbond aangaan
met de staal- en buizenconstructies van het
gebouw. Dan is er letterlijk een versmelting van
(ingenieurs)kunst en ruimte.
Moraal van het verhaal: Iedere kunst vraagt om
zijn eigen setting, een belangrijke opgave voor
tentoonstellingsmakers en architecten. Dan kan
kunst ook leuk zijn.
Theo Steemers architect / fotograaf
Kunst en de ruimte
:
12 30 jaar CBK Amsterdam
13
12
13
30 jaar CBK Amsterdam
8. 1993 - 1995 In vitro
In 1993 werd Artoteek Oost verbouwd. Ter afscherming
van de werkruimten werd een ingenieus systeem van
vitrines ontworpen. Aan de kant van de werkruimtes
te gebruiken als kast, aan de zaalkant als vitrine. Deze
vitrines waren aanleiding voor een langlopende reeks
verrassende exposities onder de verzamelnaam In Vitro.
In Vitro 1994 Nightfever ‘Het verlangen’ door Carmen
Freudenthal en Elle Verhagen. Lichtende objecten over
seks, religie en wat er mis ging in het paradijs. De foto’s
die Bert Nienhuis maakte van de reeks, verschenen in de
publicatie In Vitro.
:
14
1530 jaar CBK Amsterdam
9. 2001 De keuze van groep 6
De keuze van groep 6 was een educatief project met leerlingen van groep 6 van basisschool
Aldoende in Amsterdam Oost. Leerlingen kozen kunstwerken uit de CBK-collectie voor bij
hen thuis. Fotograaf Bert Nienhuis zocht de kinderen op en portretteerde de kinderen en hun
familieleden. De foto’s werden geëxposeerd in het CBK.
Kan kunst leuk zijn?
Het antwoord op die vraag, lijkt niet moeilijk.
‘Nou en of!’, ‘Enorm zelfs’, ‘Heel erg’ en nog zo
wat in de superlatieve sfeer. Tot ik me bedenk
dat ik de afgelopen jaren vooral woedend
ben geweest als het om kunst ging. Om de
krankjorume, visieloze, bezuinigingen. Om
de denigrerende toon jegens kunstenaars die
daarmee gepaard ging. Om de teleurstellende
terughoudendheid van de nieuwe minister, de
media, de Raad voor Cultuur. Ik demonstreerde,
sprak in, ageerde; in vorm gegoten boosheid,
die niets uitrichtte. En als de woede enigszins
werd gedempt doordat ik de narigheid vergat
of werd opgevrolijkt door een prachtig,
mooi kunstgebeuren, dan laaide hij weer op
omdat het Mediafonds gaat bezwijken of
omdat de bibliotheek van het Tropeninstituut
in de papierversnipperaar terecht dreigt
te komen. Dat dit laatste werd voorkomen
omdat de bibliotheek van Alexandrië zich als
adoptieouder meldde, bracht naast opluchting
ook schaamrood teweeg.
Heel vrolijk werd ik het afgelopen jaar van de
schitterende cultuurpaleizen die open gingen.
Geen centje pijn, als je naar het Stedelijk
kijkt of het Rijks. Naar de Fundatie of naar
bibliotheken, zoals die in Delft, Alkmaar of
Arnhem. Ik dacht altijd dat de Amsterdamse
OBA een uitzondering was. Maar nee dus. De
Rozet in Arnhem is een parel, en kreeg dus
terecht een prijs als mooiste, grote, bibliotheek
van Nederland. Een prijs, die even terecht, de
vorige keer naar de OBA ging. De besluiten
die dit alles mogelijk maakten, werden al jaren
geleden genomen, in de tijd dat kunst en het
toegankelijk maken van kunst nog bovenaan
de politieke agenda stonden. En het werkt!
Kunstmusea breken bezoekersrecords lees
ik in de Volkskrant van 24 december. Niet
alleen de ‘grote drie’ in Amsterdam trokken
een miljoenenpubliek, ook Boijmans, het
Bonnefantenmuseum, Naturalis of het Van Abbe
hebben hogere bezoekcijfers, eigenlijk ieder jaar
weer; museumbezoek zit in de lift. Het aanbod
is groot en divers, de musea doen allemaal
hun best om volwassenen maar ook kinderen
te betrekken bij het uitgestalde moois en uit
onderzoek blijkt dan ook dat de bezoeker niet
alleen maar wil kijken maar iets wil ‘beleven’.
En dat is volgens mij precies waar het om gaat.
Ook de bibliotheken zijn in geen enkel opzicht
te vergelijken met die uit mijn jeugd.
De uitstalling is verleidelijk gemaakt, elektronica
staan ter beschikking, je kunt er in stilte werken
of met je kinderen lawaai maken. Je mag er
eten en drinken terwijl je een boek leest of een
krant. Er zijn talloze evenementen en bij vele
staan ook ’s avonds de deuren open.
Kunst kan dus veel meer dan leuk zijn.
De aanraking ermee verandert je, verruimt je
blik, maakt het mogelijk om je in anderen te
verplaatsen. Het actiegroepje Steen in de Vijver
waarvan ik deel uitmaak, opereert vooral via een
website met dezelfde naam. We reageren op de
huidige cultuurpolitiek; winden ons op over het
marktdenken, de achteloosheid en het gebrek
aan vergezicht. En we laven ons aan studies
die de kunsten zien als onmisbaar fundament
van een democratische samenleving, omdat het
mensen mogelijk maakt te veranderen, verder te
kijken dan hun eigen beperkt belang. Lang Leve
Kunst, is de titel van een project dat zich op
allerlei plekken manifesteert. Ouderen worden
uitgenodigd om zich met kunst bezig te gaan
houden; te gaan musiceren, schilderen, toneel
te gaan spelen of naar kunst te gaan kijken.
Niet alleen ter verdrijving van eenzaamheid
of lichamelijk ongemak, maar bovenal om je
vollediger te voelen en verrast te worden.
Het is heel erg leuk om te ontdekken dat Kunst
dat vermag.
Hedy d’Ancona voormalig minister van cultuur
Familie Go/de Jong:
16
17
30 jaar CBK Amsterdam
10. 2004 Shouf Bak Kijk
Jonge Marokkaanse en Turkse vrouwen uit de Transvaal-
buurt, moeders van leerlingen van basisschool De Kraal,
brachten met wegwerpcamera’s hun dagelijkse omgeving
in beeld. Het project, een initiatief van fotografe en
kunstenaar Carmen Vossen, werd in samenwerking met
CBK Amsterdam ontwikkeld en uitgevoerd.
Het ging de vrouwen bewust of onbewust, net zoals
de oude meesters, om een weergave van de gangbare
collectieve waarden, schoonheid en harmonie. Ter
illustratie bezochten de vrouwen Museum Van Loon, een
17e eeuws grachtenhuis. Na kennismaking met stillevens
van hedendaagse Nederlandse kunstenaars in CBK
Amsterdam maakten zij een tweede serie foto’s met veel
persoonlijkere beelden dan de ‘klassieke’ stillevens.
In de tentoonstelling hingen de foto’s en verhalen van de
vrouwen naast hun favoriete kunstwerk uit de
CBK-collectie.
2008 Gezichten uit Oost
Onder begeleiding van kunstenares Dominique Martin
maakten vijftig moeders van multiculturele afkomst
portretten van hun dierbaren. Ze werden tentoongesteld
in het CBK. Stillevens uit Oost vormt het vervolg.
2010 Shouf Bak Kijk /
Stillevens uit Oost
Carmen Vossen en Dominique Martin bundelden hun
kennis en vakmanschap in dit vervolgproject met ouders
van leerlingen van basisscholen in Oost. Ook nu werden
traditionele en hedendaagse kunstopvattingen bekeken
en geanalyseerd. De deelnemers maakten een stilleven
met eigen betekenisvolle voorwerpen met gebruikmaking
van verschillende technieken als tekenen, schilderen,
collage, tekst en textiel. De stillevens werden bij CBK
Amsterdam tentoongesteld. Kinderen van de deelnemers
maakten korte teksten over de stillevens van hun ouders.
18
1930 jaar CBK Amsterdam
11. 01
02
03
Bert Nienhuis maakte foto’s van het productie-
proces. Hier wordt het beeld gezandstraald.
Hans Teeuwen was een van de sprekers
tijdens de onthulling op 18 maart 2007.
Detail
2007 De Schreeuw
Ter nagedachtenis aan Theo van Gogh ontwierp
Jeroen Henneman in opdracht van stadsdeel Oost/
Watergraafsmeer het 4,6 meter hoge beeld.
Het bestaat uit zes tegen elkaar aanliggende
roestvrijstalen profielen van het gezicht van Van Gogh.
Met deze profielen legt Henneman een impliciete link
naar het filmwerk van Theo van Gogh. Het profiel dat
verloopt van een gesloten naar een opengesperde mond
roept spanning op. Het beeld staat symbool voor een
ieders vrijheid om zijn mening te uiten en niet te zwijgen.
Hiermee plaatst de kunstenaar de beeldende kunst in
haar maatschappelijke context.
De Schreeuw werd 18 maart 2007 geplaatst in het
Oosterpark. Fotograaf Bert Nienhuis maakte een
reportage over het productieproces van het kunstwerk.
Deze foto’s zijn in 2007 tentoongesteld in CBK
Amsterdam. Een aantal daarvan is opgenomen in de
collectie en voor uitleen beschikbaar.
02 03
01
20 30 jaar CBK Amsterdam
21
12. 2008 Verborgen Muzikale Schatten
Muziek speelt een belangrijke rol in het aanbod van het CBK. In 2008 bracht het CBK samen
met huisgenoot Onno van Swigchem een muzikale buurtontmoeting tot stand.
Van Swighem, componist en musicus, componeerde een stuk dat voor en door de buurt werd
uitgevoerd. De basis voor deze muzikale ontmoeting werd gevormd door een orkest van buren;
professionals en amateurs, vocalisten en instrumentalisten, westerse en niet-westerse musici. Ook
kinderen van de Barbaraschool en hun ouders leverden een muzikale bijdrage.
Muziek met Mooi Weer Als start van
het nieuwe seizoen organiseerde CBK
Amsterdam ieder jaar in september een
concert op het Eikenplein.
:
Kunst in tijden
van facebook
Een zwart vierkant?
Vind ik leuk
Een portret met twee neuzen en groen haar?
Vind ik leuk
Een pisbak op zijn kop?
Vind ik leuk
Mona Lisa met een snorretje?
Vind ik leuk
Doeken vol dansende druipers en spetters?
Vind ik leuk
Een pijp die geen pijp is?
Vind ik leuk
Opgestapelde Brillo-zeepdozen?
Vind ik leuk
Een vloer vol pindakaas?
Vind ik leuk
Acht uur film over iemand die slaapt?
Vind ik leuk
Een Parijse brug in goudkleurig doek verpakt?
Vind ik leuk
Een haai op sterk water?
Vind ik leuk
Een reuzenkabouter met anaaldildo?
Vind ik leuk
Miljoenen porseleinen zonnebloempitten?
Vind ik leuk
Een doodskop bezaaid met diamanten?
Vind ik leuk
Een handtas gemaakt van een poes?
Vind ik leuk
Een gigagrote gele badeend?
Vind ik leuk
Schilderijen van blote borsten?
Vind ik leuk
Vuilnismannen die kunst kiezen?
Vind ik leuk
Dertig jaar CBK Amsterdam?
Vind ik leuk!
John Prop Stichting Polderlicht
22
2330 jaar CBK Amsterdam
13. 01
02
De voormalige zuiveringshallen van de
Oostergasfabriek werden steen voor
steen weer opgebouwd.
Theodore Watson geeft burgemeester
Cohen uitleg bij de Portret Machine.
2009 Van Oosterpark
naar Oostpoort
Op 2 april 2009 opende CBK Amsterdam op de
nieuwe locatie. Het CBK kreeg de beschikking
over een monumentale ruimte in de voormalige
zuiveringshallen van de Oostergasfabriek.
Deze hallen werden eind 19e eeuw, net als de
Westergasfabriek, gebouwd door ingenieur Isaac
Gosschalk. Later hebben ze dienst gedaan als
tramremise, melkfabriek en als kringloopwinkel.
Om het geschikt te maken als tentoonstellingsruimte
moest er veel gebeuren. De bodem werd gesaneerd en
het gebouw in grote delen gezaagd en steentje voor
steentje weer opgebouwd. Architect Dirk Jan Postel
heeft met subtiele ingrepen een concept neergezet
waardoor de ruimte optimaal benut kan worden. Ook
akoestisch gezien is de zaal een staaltje van vernuft
en daardoor heel geschikt voor concerten. Het nieuwe
gebouw biedt veel mogelijkheden voor een gastvrij en
spannend kunstprogramma. En plek waar publiek en
kunst samenkomen.
Tijdens de opening werd de Portret Machine van
kunstenaar en ontwerper Theodore Watson in gebruik
genomen. Het is een ingenieus interactief kunstwerk,
dat uitnodigt tot spelen. Bezoekers kunnen een foto
nemen van zichzelf. De portretten worden opgenomen in
een database en steeds op een andere en verrassende
manier gekoppeld aan portretten die eerder zijn gemaakt.
De Portret Machine is permanent opgesteld.
01 02
01
01
24
2530 jaar CBK Amsterdam
14. MUCK een panoramische installatie (15 x 15
meter) met booreilanden, olie- en gaswinningen,
windmolens, hoogovens, mijnschachten en nog
veel meer, waarin het beweegt en gonst. Het
confronteert met de waanzin ons energievretende
gedrag.
STREET verbeeldt in een meer dan 10 meter
lange hangende straat met huisjes, stadions,
wintersportresorts, straattaferelen, dancings en
sloperijen waarom dat allemaal zo belangrijk voor
ons is.
01
02
2010 MUCK
Daniel Verkerk heeft in de unieke panoramische
installatie MUCK een poging gedaan gigantisme en
lilliput filmstill in een driedimensionaal, geëxplodeerd
model van een eiland, berg- en zeezicht te verenigen.
De toeschouwer werd geconfronteerd met de immense
maat van de multicomplexe machinerie en logistieke
operatie die nodig is voor de onstuitbare menselijke
behoefte aan reservebronnen van de aarde.
In dit project heeft Verkerk getracht de
energieproblematiek in een oogopslag zichtbaar te
maken met de talloze simultaan bewegende elementen
als tegenhanger van de virtuele wereld. Kortom de wereld
in een notendop.
Naast MUCK heeft Verkerk ook de installatie STREET
gerealiseerd. In een meterslange installatie met
miniatuurbebouwing op ooghoogte toonde Verkerk
een bonte en absurde wereld. De zichtbare en ook
onzichtbare onderdelen van zijn machinerie zijn een
weerslag van onze wereldwijde 24-uurs economie met
zijn verregaande gevolgen voor onze planeet.
In de resterende ruimte werd een tentoonstelling
ingericht met werk van Daniel Verkerk uit eigen collectie.
De bezoekers kregen zo een indruk van de ontwikkeling
van het oeuvre van de kunstenaar.
02 02
01
26
2730 jaar CBK Amsterdam
15. Het werk van Evert Monroy, zonder titel,
werd uitgekozen voor Café De Zon door
Caitlin, Angelika en Marjam uit groep 6
van basisschool De Kraanvogel
Crashlight wilde het schilderij Dwanggedachte
van Hans Kanters niet in zijn zaak ophangen.
Fatih en Suleyman waren nog wel zo trots over
hun keuze.
‘Wij vinden het schilderij mooi, maar die man
erop is lelijk en een beetje eng. Hij heeft een
schroevendraaier in zijn hoofd, dat doet ons
denken aan doodmaken.’
Ze begrepen niet waarom ze opnieuw een
kunstwerk moesten uitzoeken. ‘Ons schilderij
past toch goed daar!’ Hun tweede keus werd
een onschuldig landschap met boerderij en
akkers. Maar wie weet zagen ze er wel een
wietakker in.
Kan kunst leuk zijn?
In het Straatmuseum hebben de kunstwerken
een paar weken lang gefloreerd, trokken
kinderen hun ouders en familie mee naar de
etalages, werd er op straat over gesproken,
verdween een schilderij opeens achter een berg
witte kool. Zelden was kunst zo beweeglijk en
aanwezig in het alledaagse straatgebeuren.
Machtelt van Thiel directeur De Rode Loper op School
Ismael en Junior zoeken in de collectie van
Artoteek Oost naar een geschikt kunstwerk voor
hairbase Niek de Boer. Ze kiezen de gouache
Rivieroever uit van Henri Plaat. ‘Het is relaxed,’
zeggen ze, ‘net als de stilte. De bomen, de
lucht en ook omdat het geen zomer of winter
is op het schilderij. Het is normaal weer en dat
vinden we heel mooi. Bij de kapper is het ook
mooi en rustig. Hij draait chique muziek als hij
je knipt. Het schilderij past bij die muziek.’ De
gouache krijgt een plaats voor het raam van de
kapperszaak. De Boer is opgetogen over de
keuze van de kinderen. ‘De kinderen hebben
precies aangevoeld wat ik met mijn zaak wil.’
In 2002 organiseerde Stichting Kunsteducatie
De Rode Loper op school samen met
CBK Amsterdam een straatmuseum in
de Pretoriusstraat in de Amsterdamse
Transvaalbuurt. Een drukke winkelstraat met
een keur aan zaken. Kinderen uit groep 6 van
drie basisscholen maakten kennis met de
winkeliers, ze keken rond in de winkel en namen
met een duimstok de maat van de etalages op.
In het CBK kozen ze een kunstwerk uit dat ze
vonden passen bij de winkel.
In 48 winkels werden de uitverkoren
kunstwerken in de etalages geëxposeerd.
Ernaast hing een foto van de kinderen die het
werk hadden uitgekozen, en hun motivatie
zodat het publiek met hen kon meekijken.
Hoofd met bloemen heet het schilderij dat Irfan
en Ilias uitkiezen voor Karaman Kasabi, groente
& fruit. ‘We zien op het schilderij groente, rode
biet, wortel en ook watermeloen,’ zegt Irfan,
‘de verf lijkt nog nat.’ ‘De man op het schilderij
lijkt op water,’ peinst Ilias, ‘hij is een tovenaar.
Hij laat bomen groeien en fruit en groente.
Misschien is meneer Karaman wel de tovenaar.’
Soms waren de gekozen kunstwerken een
directe verwijzing naar de soort winkel, zoals
een zeefdruk van Hans Wap voor vishandel
Alaska. Een man staat op een vis en houdt een
vis boven zijn hoofd. Maar vaker was de keuze
heel associatief en verrassend.
Tevik en Azim kiezen voor Brezan
Automaterialen de aquarel Aarde-masker. ‘Het
doet ons denken aan elektriciteit, aan lampjes.
En aan skeletbollen. Met een auto kun je een
botsing krijgen. Dan kunnen mensen doodgaan.
Dan worden ze skeletten.’
Sommige kunstwerken gingen een eigen leven
leidden. Voor het hoekpand café De Zon kozen
Caitlin, Angelika en Marjam een groot abstract
schilderij met felle kleuren uit.
‘Voel je de warmte van de zon? Wij wel! Het
schilderij heeft de kleuren van de regenboog.
Alles heeft wel een kleur en de vormen zijn
grappig. Evert Monroy zal er wel lang over
gedaan hebben om het te maken.’
Het doek kreeg een plaats op de vensterbank
achter de witte raambelettering Café De Zon
72 A en Heineken. Een dag later echter was het
doek voor het raam verdwenen. Tot schrik van
een CBK-medewerker die een rondje door het
Straatmuseum maakte, hing het werk nu op de
eerste verdieping prominent aan het balkon,
zodat iedereen het goed kon zien.
Eén keer werd de keuze van de kinderen
geweigerd. De eigenaar van coffeeshop
Wij wensen de klanten veel plezier
met de kunst! Het verhaal van een straatmusem
:
28
29
30 jaar CBK Amsterdam
16. 2011 Kunst op straat
Kunst in de openbare ruimte verhoogt de kwaliteit
van de publieke ruimte en geeft locaties een
identiteit. CBK Amsterdam is op verschillende
manieren betrokken bij de uitgebreide collectie
kunstwerken op pleinen, in parken en in het water in
Oost: als adviseur, als projectleider, als voorzitter van
de commissie Kunst in de openbare ruimte én vooral
als podium om nieuwe kunstwerken te presenteren
aan het publiek. Ook organiseert CBK Amsterdam
fiets- en wandeltochten langs kunstwerken.
CBK Amsterdam heeft bijgedragen aan verschillende
initiatieven om kunst op straat toegankelijk te maken
en letterlijk in kaart te brengen. Een belangrijk project
in 2011 was de Amsterdamse Straatkunstprijs waarbij
Amsterdammers hun favoriete beeld konden nomineren.
De Straatkunstprijs wil zoveel mogelijk mensen laten
kijken naar de kunstwerken die op allerlei plekken in hun
omgeving staan. Want dán pas krijgen ze betekenis en
waarde in het publieke domein. CBK Amsterdam bood
onderdak aan vergaderingen en jurybijeenkomsten en de
directeur van het CBK was tevens juryvoorzitter.
Het werk Man en Schaap van
Merijn Bolink bij de Zeeburgerdijk in
Oost won de Straatkunstprijs 2011.
:
30 jaar CBK Amsterdam
31
30
17. 2011 Lichte dingen
verschuiven iets
Mieke Marx en Suzan Drummen vulden de
monumentale ruimte van CBK Amsterdam met
zinnenprikkelende beelden van glas, spiegels en
dikke, zelfgemaakte lappen vilt. Kleurencombinaties
die overdonderend scherp zijn alsook getemperd en
zacht; een visuele ‘ping-pong’ op het scherpst van
de snede!
Startpunt van deze duo-expositie was het materiaal.
Hierbij zochten Marx en Drummen naar de meest radicale
verschijningsvorm die het materiaal kan hebben. Hoe kan
glas zo glimmend mogelijk zijn? Hoe kan vilt nog dichter
en zuigender ogen? De vilten werken van Mieke Marx
zijn verdicht: dikke plooien, meerdere lagen, geknede
opeenstapelingen die bezig zijn vorm te worden. Het glas
is hard. Het is nergens zacht. Het is transparant, schittert,
weerkaatst en gunt de ogen van de kijker geen moment
rust. Naast het vilt is het glas nog scherper en lichter.
Glimstenen en zachte lapjes- educatief project
Samen met de leerlingen uit het basis- en voortgezet
onderwijs werd de tentoonstelling bekeken en uitgebreid
besproken. Tijdens de voorbespreking werd er veel over
de tegenstellingen gesproken en werden de verschillen
tussen de kunstwerken en de materialen benoemd.
In groepjes werden de leerlingen uitgedaagd nog
meer tegenstellingen te verzinnen en op te schrijven.
Vervolgens gingen de kinderen zelf of in groepjes met de
bijzondere materialen aan de slag.
32 30 jaar CBK Amsterdam
33
18. De vraag was hoe veel borsten je kunt hebben.
Ik liep op een overzichtstentoonstelling van Aat
Veldhoen. Bekeek tientallen schilderijen. En
steeds: borsten.
Ik heb niets tegen borsten, integendeel. Dankzij
borsten zijn vrouwen mooier dan mannen. Maar
ik vroeg me wel af wat Veldhoen er eigenlijk aan
vindt. Zijn aandacht lijkt zo, èh, administratief.
Zij heeft zulke en zij heeft andere en die van
haar zijn zo. Wat moet ik daarmee?
Toen zag ik twee mannelijke naakten, tegenover
elkaar. Roze en ontroerend. De ene was
Simon Vinkenoog, de andere Robert Jasper
Grootveld. Ouwe mannen. Generatiegenoten
van Veldhoen en hij schilderde ze meeslepend.
Autobiografisch, deze werken gaan ook over
hemzelf: wat is er gebeurd dat we geen jonge
goden meer zijn, maar hompen vaal vel met een
slak tussen onze benen?
Ik zag Veldhoens werk, zijn schilderijen, zijn
etsen, litho’s en tekeningen, in Amsterdam
Oost, in het CBK aan de Oranje-Vrijstaatkade.
Ik kom daar omdat ik in die buurt woon. Ik
zie er soms mooie dingen. En soms idiote
dingen. Ik weet niet hoe het staat met de
overlevingskansen van het CBK. Goed,
hoop ik? Ik vrees een beetje. Want er wordt
bezuinigd. En niet dat er veel te halen valt
bij kunstinstellingen, maar het staat lekker
daadkrachtig voor een bestuurder, om de
kunst aan te pakken. Want wie zit daar op te
wachten?
Wij.
En we zijn met steeds meer.
Want als er nou iets hoop geeft, dan is
het dat dit jaar bleek hoe een groeiend
publiek doorkrijgt hoe goedkoop (de crisis!)
museumbezoek is. En dat het vervolgens
terugkomt, omdat het oppikte dat naar kunst
kijken nog leuk is ook.
O jee. ‘Leuk’. Mag ik niet zeggen. Dat riekt naar
consumentisme en entertainment. En dát kan
de bedoeling van kunst niet zijn, vinden nogal
wat culturele autoriteiten.
Zo ben ik door zo’n kenner eens uitgemaakt
voor ‘kunsttoerist’.
Ik dacht dat ze me een compliment maakte,
omdat ik naar Berlijn was gereden omdat ik zo
graag een bepaalde tentoonstelling wilde zien.
Maar nee. Ze bedoelde het smalend.
‘Leuk’. Erger vloek bestaat er niet. Noem
een kunstwerk ‘leuk’ en zij die weten wat
kunst is, hebben je door. Jij bent iemand die
gedachteloos maar wat in het rond loopt te
genieten.
Arme hullie. Ze weten niet wat leuk is.
Vermaak is pas vluchtig als het doelloos is.
Alhoewel…. zelfs daar valt over te twisten.
Kijk maar naar de films van Fred Astaire. Zoek
op YouTube naar de song ‘Night and Day’,
uit zijn film The Gay Divorcee. Nergens goed
voor. Zonder veel nadenken te consumeren.
En onmiskenbaar grote kunst, ook als je je niet
realiseert dat Astaire hier tastbaar maakt hoe
ontluikende verliefdheid voelt.
Net zo vanzelfsprekend verenigen zich nuttig,
leerzaam en leuk in een museum. Tegenwoordig
kun je dat zelfs zien gebeuren.
Dat komt door de smartphone.
Doordat het fotootjes maken zo gewoon is
geworden, gaan veel kunstkijkers aan de
slag. Ook mijn telefoon zit vol plaatjes van
Ojee ‘Leuk’
kunstwerken. Enthousiast gemaakt. Maar kijk
ik er ooit nog naar? Zelden. (Uitgezonderd
mijn verzameling hondjes-op-middeleeuwse-
schilderingen.)
Die foto’s zijn niet voor later, ze zijn voor het nu.
Ze vertegenwoordigen direct contact met een
kunstwerk.
Ik word getroffen door een detail. Zoals dat
figuurtje op een schilderij van Jan van Eyck.
Een gezette schildknaap. Hé, hij lijkt op
Samwell, je weet wel, uit Game of Thrones. Klik!
Ik heb ’m.
Dit kunstwerk en ik konden elkaar nog meer
vertellen en dat hebben we dus even gedaan.
Joyce Roodnat Cultureel commentator, NRC Handelsblad
De tentoonstelling HUIS VELDHOEN
Aatjes’s Vrijstaat
:
34
3530 jaar CBK Amsterdam
19. 2011 & 2012
URBAN ART EFX
Twee jaar achter elkaar bood CBK Amsterdam ruimte
aan de internationale tentoonstelling URBAN ART EFX,
een initiatief van Markus Hinger.
Het werk, een mix van schilderijen, beeldhouwwerken,
installaties, fotografie en videokunst is gemaakt door
sleutelfiguren van de hedendaagse urban art beweging.
De tentoonstellingen belichtten momentopnames van
de actuele ontwikkeling van de kunstenaars, evenals
het verhaal achter de stormachtige opkomst van een
generatie kunstenaars met wortels in de cultuur van
graffiti en street-art.
Hedendaagse urban art krijgt tegenwoordig wereldwijde
erkenning en is een moderne en actuele kunstvorm. De
tentoonstelling en activiteiten maakt deze kunstvorm
toegankelijk voor een breed publiek.
URBAN ART EFX omvatte verschillende activiteiten voor
jong en (iets) oud(er). Naast workshops en een fietstour
door de stad was er een openluchttentoonstelling in
Amsterdam Oost.
36 30 jaar CBK Amsterdam
37
20. Kan kunst leuk zijn? Is ‘leuk’ leuk, of is leuk
al ruimschoots over de houdbaarheidsdatum
heen? Misschien wel en wat mij betreft heeft
het veel van zijn betekenis verloren. Volgens
Van Dale betekent leuk, ‘aardig, vrolijk,
grappig’; en dat kan kunst zeker zijn, maar het
kan veel meer zijn!
Misschien is kunst vaak minder leuk geworden
omdat we het op afstand hebben geplaatst, op
een sokkel, letterlijk en figuurlijk onbereikbaar.
Kunst is vaak te vergelijken met een prachtig
grasveld in een mooi park met een bordje erop
‘Niet op het gras lopen’. Dat is wat je juist wél
wilt doen: erop lopen, erop zitten, erin liggen,
ervan genieten. En zo is het ook met kunst.
Dit is misschien een pleidooi voor het
‘onverantwoordelijk’ omgaan met kunst.
Kunst is duur geworden en moet beschermd
worden, kunst is fragiel en wij moeten dus op
afstand blijven, liefst niet ademend en niet
transpirerend want dat geeft vocht af; kunst
moet je beschouwen, liefst van achter de
streep of van achter glas. En in de meeste
musea en galeries wordt er gefluisterd, net
zoals in kerken, moskeeën en synagogen. Is
kunst het nieuwe gouden kalf of de nieuwe
heilige koe?
Er zijn gelukkig ook voorbeelden van plekken
in de wereld waar kunst niet wordt beschermd
tegen dieven, tegen vandalen, tegen de
elementen, maar waar de bezoeker wordt
uitgenodigd om de kunst aan te raken of zelfs
erop te zitten of in te liggen, waar de bezoeker
in en uit kan lopen, waar er geen suppoosten
zijn, waar het gaat om verbazen, verwonderen
en dromen. Om puur genieten. Dit is slechts in
enkele musea mogelijk, zoals in het Benesse
House Museum in Naoshima, Japan, of een
enkele keer in The Museum of Everything. In
sommige musea mag je fotograferen (zonder
te flitsen), maar in veel musea word je als
‘crimineel’ behandeld als je betrapt wordt. ‘Niet
op het gras lopen!’
Als we willen dat meer mensen, ouderen en
jongeren, van kunst kunnen genieten, dan
moeten we (soms) speelser omgaan met
kunst, het mogelijk maken om alle zintuigen
aan te spreken en te gebruiken, om kunst
letterlijk en figuurlijk te voelen. Het mag meer
om verwondering gaan, maar ook om humor,
en uiteindelijk mag het ook leuk zijn. En als
je je wil laten inspireren, kijk dan naar www.
buzzfeed.com/peggy/times-that-art-and-
design-inspired-awe-in-2013.
Stephen Hodes Partner LAgroup bv
Loop op het gras s.v.p.
2011 VAN / VOOR Betoverende Beelden
Beelden van dertig kunstenaars van het Amsterdams Beeldhouwers Collectief stonden
opgesteld in hun natuurlijke habitat; een moderne woonkamer, een tuin met vijver, een
kinderkamer en een bedrijfsruimte.
VAN / VOOR gaat over de kunstenaar achter het kunstwerk, de oorsprong van het kunstwerk en de
reis van het kunstwerk van atelier naar een eigen nieuwe plek.
Tijdens de binnententoonstelling VAN / VOOR was er ook een waterbeeldententoonstelling in de
Ringvaart voor het CBK-gebouw.
Watersculptuur De dichter van
Auke Wassenaar
:
38 30 jaar CBK Amsterdam
39
21. We gaan regelmatig op bezoek bij onze
buren. Soms maken we een afspraak
maar we vallen ook wel eens binnen.
We worden altijd hartelijk ontvangen.
Ook met de kleuters gaan we regelmatig
naar onze buren.
Voor de kleuters is het altijd spannend maar
ook heel normaal om bij onze buren op bezoek
te gaan. Het hoort voor de kleuters bij de
verkenning van de wereld en die begint als je
nog zo jong bent dicht bij huis. Bij onze buren
kun je dingen zien die ‘grote’ mensen gemaakt
hebben en dat is voor kleuters niet bijzonder.
Dit werd ons een paar jaar geleden door Zakaria
van 5 jaar duidelijk gemaakt. We besteedden
toen aandacht aan de schildersgroep Cobra.
Niet omdat de Cobrakunst veel verwantschap
vertoont met tekeningen en maaksels van
kinderen maar omdat we de kinderen wilden
vertellen dat kindertekeningen een grote
inspiratiebron waren voor de kunstenaars van
Cobra. Wij dachten dat de kinderen het wel
heel bijzonder zouden vinden om dit te horen;
‘grote’ mensen die kinderen na doen in plaats
van andersom. De kinderen vonden het eigenlijk
heel normaal dat kindertekeningen als inspiratie
dienden voor kunstenaars. Zoals Zakaria
zei: ‘Ja, dat is toch logisch! Alle kinderen zijn
kunstenaars. Dat weet toch iedereen!’ Hier
had hij wel een punt. Kinderen en kunstenaars
kijken op dezelfde manier naar de wereld. Ook
kinderen zijn voortdurend bezig om betekenis
te geven aan de wereld om hen heen en dat
doen ze op heel veel verschillende manieren
met verschillende materialen. Zij zien alles met
‘nieuwe’ ogen en worden in hun denken nog
niet belemmerd door wat hoort en niet hoort,
wat volgens de norm mooi of niet mooi is.
Voor onze kinderen zijn onze buren
vanzelfsprekend en horen bij hun leven.
Kinderen kiezen kunst uit bij onze buren om
op te hangen in de klas. Kinderen komen
de stoelen bekijken en tekenen tijdens de
tentoonstelling ‘Stoelendans’. Kinderen
proberen samen met onze dansdocent de
houding van beelden na te doen. Kinderen
raken geïnspireerd door de grote gekleurde
vloermozaïeken van Suzan Drummen die ze
door de ramen heen zien en willen op eigen
initiatief de mozaïeken natekenen.
Het is mooi om te ervaren dat onze kinderen
zulke buren normaal vinden. Ze moesten eens
weten. Wij weten het wel. Onze leuke buren zijn
onbetaalbaar en onvervangbaar en belangrijk
voor de ontwikkeling van elk kind. Had elk kind
maar zulke buren.
Kan kunst leuk zijn? Met zulke buren wel!
Basisschool de Kraal in Amsterdam:
Cilia Hespe leerkracht beeldende vorming voor
kleuters en Interne cultuur coördinator
Frances Overwater leerkracht dans en
interne cultuur coördinator
Buren
40 30 jaar CBK Amsterdam
41
22. 2011 HUIS VELDHOEN
Aatje’s Vrijstaat
Het atelierhuis van Aat Veldhoen is een vrijstaat
voor de kunst. Een bezoek aan het atelierhuis is
een overweldigende ervaring. Geen plek is onbenut.
Overal waar je kijkt, zie je werk van Veldhoen en voel
je de vrijheid en rebellie van de kunstenaar.
HUIS VELDHOEN gaf een overzicht van het werk van
de kunstenaar. Een selectie van zijn etsen, tekeningen,
schilderijen, keramiek en beelden kreeg tijdelijk onderdak
in CBK Amsterdam. Veldhoens werk spreekt tot de
verbeelding door het realisme, de technische uitvoering
en de persoonlijke en trefzekere stijl. Bijzonder werk,
en voor het eerst te zien bij CBK Amsterdam, was de
serie van de abri op de Wittenburgergracht. Vanuit
zijn woonkamer op de 1e verdieping kijkt Veldhoen
naar de abri van buslijn 22. Door de jaren heen
heeft Aat Veldhoen deze abri en de mensen die er
wachten, geportretteerd. Deze serie met veel grafiek
en tekeningen toont de verschillende Nederlandse
weersomstandigheden en een grote variëteit aan
buurtbewoners. Naast deze stadsgezichten speelden
familie, vrienden, de vrouw en zijn maatschappelijke
betrokkenheid een zichtbare rol in de expositie.
HUIS VELDHOEN BRUIST
Tijdens de tentoonstelling organiseerde CBK Amsterdam
diverse activiteiten met ‘vrienden van Veldhoen’. Curator
Catherine Steenbeek en dichter Hans Plomp leidden het
publiek over de tentoonstelling, zijn muzikale vrienden
Esther Apituley en Rie Tanaka gaven een concert, er
was een familieworkshop grafiek door docenten van
het Grafisch Werkcentrum Amsterdam, Natasja Rietdijk,
één van Veldhoens muzes, gaf een lezing en er was een
debat over de invloed van politiek op de kunstsector met
een inleiding door Hedy d’Ancona.
42 30 jaar CBK Amsterdam
43
23. Een paar maanden terug mocht ik, op initiatief
van CBK Amsterdam, met een schoolklas van
het Montessoricollege Oost naar kunst kijken.
We moesten zelf een portret maken en een
schilderij of ander kunstwerk uit de collectie
kiezen dat ons aansprak.
Eén van de leerlingen koos het schilderij
Soldaat en zijn geliefde uit, van Aat Veldhoen.
Hij zei erover: “Ik zie aan het gezicht van de
soldaat dat hij pijn heeft.
Want misschien komt hij terug van de oorlog.
Of misschien droomt hij dit alleen maar.
Dit schilderij straalt dromen, liefde en pijn uit”.
Een van origine Thais meisje, koos voor
het werk Moestuin met kratten. Hoewel
de kunstenaar zich door het Nederlandse
landschap had laten inspireren, deed het haar
denken aan de rijstvelden in haar geboorteland.
Ze kreeg bij het kijken ter plekke heimwee
naar haar familie. Want, zei ze: ‘Ik voel dit
kunstwerk’.
Er is bijna niets zo leuk als met kinderen naar
kunst kijken. Ze zijn zich nog niet bewust
van een bijhorend historisch denkraam of
heersend smaakoordeel. Ze kijken onbevangen,
benoemen wat ze zien, laten hun associaties
de vrije loop en maken een geheel persoonlijk
onderscheid in wat ze mooi of lelijk vinden
en wat ze wel of niet raakt. Je kunt kinderen
dus eigenlijk nooit vroeg genoeg in aanraking
brengen met kunst. Hoe eerder en speelser je
ermee begint, hoe minder de kans dat ze er
op latere leeftijd tegenop kijken of zich ervan
afwenden met de gedachte: ‘dit is veel te
moeilijk, of ingewikkeld voor mij, ik weet er te
weinig van af, de drempel is te hoog’. En hoe
meer natuurlijk zelfvertrouwen ze opbouwen
om in hun verdere leven van zoveel mogelijk
verschillende kunstvormen te kunnen genieten.
Dit Kabinet heeft het vak CKV weten te
behouden en op de cultuurbegroting middelen
vrijgemaakt om de Cultuurkaart voort te
zetten. Daarnaast hebben we een fors bedrag
beschikbaar gesteld om het cultuuronderwijs op
de basisscholen te verbeteren. Ik ben daar heel
blij om, want met cultuureducatie is het niet
anders dan met ‘gewoon’ onderwijs: het draagt
bij aan de ontwikkeling van mensen zelf, en aan
die van de samenleving in zijn geheel. Ook in
tijden van crisis is het ‘zaaien om te oogsten’.
Zeker nu. Onze maatschappij zal voor een
gezonde ontwikkeling steeds sterker afhankelijk
zijn van mensen die creatief en flexibel zijn,
die in verschillende richtingen kunnen denken,
nieuwsgierig zijn en niet bang zijn voor het
nieuwe en het onbekende.
Het project met de Montessorileerlingen
in het CBK leerde me dat kinderen die
onbevangenheid en onderzoekende houding
van nature hebben. En dat we die juist bij het
volwassen worden, vaak kwijtraken.
Cultuuronderwijs scherpt die eigenschappen
bij kinderen tijdens hun hele schoolperiode, en
zorgt ervoor dat ze die vasthouden en blijven
ontwikkelen.
Door ze met meerdere vormen van kunst in
aanraking te brengen. Door ze het zelf te laten
doen. Door ze simpelweg, zoals in het CBK,
te laten ervaren hoe leuk het is om naar een
schilderij te kijken, en daar liefde, dromen en
pijn in te zien. Of door in een kunstwerk je eigen
herinneringen terug te zien. En daarmee te
ervaren dat kunst van onschatbare waarde is.
Jet Bussemaker minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap
Kan kunst leuk zijn?
44
45
30 jaar CBK Amsterdam
24. 2012 Boundless grensoverschrijdend grafiek
In CBK Amsterdam vond de openingstentoonstelling plaats van Boundless, een meerjarig
programma waarin kunstenaars en ontwerpers de ruimtelijke grenzen van grafiek
onderzoeken.
De expositie toonde kruisbestuivingen van traditionele grafische technieken met 3D printing,
digitale fotografie en keramische werkmethoden. Er was een forumdiscussie over de rol van
werkplaatsen en laboratoria, workshops, masterclasses en lezingen. Boundless is een initiatief van
het Amsterdams Grafisch Atelier (AGA) in samenwerking met CBK Amsterdam.
Sinds de cultuurbezuinigingen is het steeds
vaker te horen: kunst moet leuk zijn. Het
publiek ziet kunst als entertainment, en
kunstenaars moeten naar hun publiek luisteren.
Althans, dat stelde een redactioneel van het
NRC Handelsblad op het hoogtepunt van de
bezuinigingsoperatie van Halbe Zijlstra.
Het vreemde aan dit gebod is dat de hogere
cultuur zich traditioneel juist onderscheidde
van de populaire cultuur, door niet te willen
entertainen. Kunst is er niet om het publiek te
behagen, zo leert ons de esthetische theorie,
maar juist om het publiek te choqueren, uit haar
comfortzone te halen, naar hogere sferen te
transporteren, of aan het denken te zetten. Voor
kunst is inspanning nodig. Dat was de reden
waarom Adorno en Horkheimer entertainment
gelijk stelden met verraad.
De hogere cultuur ontleent traditioneel gezien
haar bestaansrecht aan ontoegankelijkheid. Dit
in contrast met de populaire cultuur. Voor een
populair cultuurproduct is voorwaarde voor
succes dat het publiek gegrepen wordt en er
helemaal in opgaat. Zoals in een Dan Brown
thriller of de laatste Hollywood kaskraker.
Hier staat vorm ten dienste van de functie:
meegevoerd worden.
Voor de hogere cultuur geldt precies het
tegenovergestelde. De vorm waarin iets
gerepresenteerd wordt, is van groter belang
dan hetgeen wat gerepresenteerd wordt. De stijl
waarin een moderne schrijver zijn verhaal vertelt
is belangrijker dan het verhaal zelf. Voor een
schilder als Mondriaan is de abstracte techniek
waarmee hij een boom schildert, van groter
belang dan de boom.
Voor het waarderen van hogere cultuur, is
daardoor juist een zekere afstand nodig tot wat
we zintuiglijk als prettig zouden ervaren. Het
gaat er juist om, niet meegevoerd te worden
door de zintuigen, maar op reflectieve wijze te
waarderen. De cultuurfilosoof Ortega y Gasset
stelde eens dat moderne kunst uitgaat van de
weigering van alles wat menselijk is. Daarmee
doelde hij op de alledaagse passies, emoties
en gevoelens waarmee gewone mensen hun
gewone levens leven. Weliswaar schreef de
beste man dat in 1925, maar het heeft weinig
aan relevantie verloren. Dat is waarom moderne
kunst per definitie eigenlijk niet leuk is.
Dat niet-leuke diende wel een verborgen
functie. Het was de ontoegankelijkheid van de
moderne kunst die volgens Ortega y Gasset
de elite in staat stelde elkaar in de grauwe
massa te herkennen en hun superioriteit te
tonen. Op het eerste gezicht lijkt het erop dat
dit model in crisis is en zelfs in een terminale
fase terecht is gekomen. Nu de directeur van
het Rotterdams Philharmonisch Orkest oproept
tot nederigheid en het muzikaal begeleiden
van Lord of the Rings films als toekomst
portretteert. De grenzen tussen populaire
cultuur en hogere cultuur vervagen, mede door
de alomtegenwoordigheid van commercie,
consumptie en entertainment.
Aan de andere kant zijn de bezuinigingen juist
een afrekening met de jaren zeventig gedachte,
dat toegang tot hogere cultuur via de overheid
gedemocratiseerd kon worden. Dat door
middel van kunstonderwijs en bijvoorbeeld de
CBK’s, kunst aan de gehele samenleving ten
goede zou kunnen komen. Het paradoxale
gevolg van een bezuiniging die zich keerde
tegen de culturele elite, is dat het de cultuur
in de toekomst juist weer een stuk elitairder
zal maken dan deze nu is. Dat geldt zowel
voor cultuurmakers (waarschijnlijk zullen enkel
kinderen met kapitaalkrachtige ouders nog de
sprong naar het cultuurvak maken) als voor het
cultuuraanbod, dat duurder wordt.
Het zou mij niet verbazen als het niet-leuk zijn
van de cultuur, in de nabije toekomst weer wat
van haar aloude allure zal verwerven.
Merijn Oudenampsen socioloog en publicist
Gij zult entertainen!
Schaal van Claire Verkoyen
Kunstenaar Stefan Hoffman en leerlingen
van Basisschool De Kraal aan het werk
met grafiek: CBK Forever!
01
02
01
02 02
46 30 jaar CBK Amsterdam
47
25. Kijken naar kunst is leuk. Maar leuke kunst?
Misschien is het dan wel tijd om af te haken.
Wat is leuk?
Leuk is als kwalificatie voor kunst gewoon
te lauw, te zoetsappig, het zegt niets en is
volkomen vrijblijvend.
Leuk is een ander woord voor gevaarloos,
gezapig en is weinig of niet spectaculair.
Leuk is voor kunst zelfs dodelijk want iets wordt
al heel snel leuk gevonden. Leuk komt trouwens
tekort aan zichzelf en blijkt juist andere
woorden nodig te hebben voor enige expressie:
verbijsterend, vreselijk, verschrikkelijk,
ontzettend of onwijs leuk.
Meer een manier om bijna leuke spullen uit
bijvoorbeeld een Zweeds warenhuis wat op te
leuken.
Dus hoed je voor leuke kunst waarbij het
avontuur ver te zoeken zal zijn. Kunst zonder
waarneembare zindering waarvan meer en nog
meer van hetzelfde bestaat.
Zo zonder scherpe kantjes loop je daar vanzelf
aan voorbij. Leuk en bevlogen gaan nu eenmaal
niet samen. ‘Laten we het vooral leuk houden’
zegt zoveel als ‘laten we maar wat dimmen met
sussende middelmatigheid’.
Maar wat kan kunst dan wel zijn?
Kunst schokt, verrast, ontregelt, gaat over
grenzen van zedelijk en burgerlijk fatsoen, is
bewust sober, toont schoonheid, maakt dat
je de wereld anders gaat zien… zorgt voor
zintuiglijke opschudding, laat wat niet mee
wil buigen barsten. Is meer dan het gebruikte
materiaal, suggereert volmaaktheid met ruimte
voor het ongrijpbare, kan vol herkenbare
elementen nog steeds onbegrijpelijk zijn.
En dat alles komt voort uit een ding, een door
een kunstenaar geschapen voorwerp of
gecreëerde omstandigheid.
Kunst maakt amechtig en stil tegelijk. Opent
een dimensie tussen twee hartkloppen in. Gaat
alles te boven wanneer je er in onder durft te
gaan.
Kunst is waarschijnlijk, is origineel.
Kunst kent humor. Komt soms op je pad als een
vreemde uitnodiging die vervolgens het verschil
blijkt te maken.
Maar Kunst gaat bovenal over ‘kijken’ en niet
zozeer ‘het er over hebben’.
Over wat kunst nu precies is, wordt al net
zolang geschreven en gepraat als over dat wat
kunst niet is. Het is een metafoor of het is totale
onzin. Het is gemaakt van ieder denkbaar of
ondenkbaar materiaal. Kunst is anarchistisch en
hoort bij de mens vanaf diens oorsprong.
Kunst is niet te beknotten, vindt zijn eigen
weg en weet je op een ander spoor te zetten.
Kunst dicteert zichzelf oneindig in talloze
hoedanigheden en is uiteindelijk niet in woorden
te vangen.
Eleonoor van Beusekom beeldend kunstenaar, auteur
Kan kunst leuk zijn?
1984 – heden Concerten
CBK Amsterdam organiseert al 30 jaar maandelijks een koffieconcert op de zondagochtend
met een gevarieerde muzikale programmering. De laatste jaren bieden we het podium aan
zeer talentvolle jonge musici van het Conservatorium van Amsterdam.
De professionele pianisten van het Amsterdamse Pianodocenten Kollektief zijn maandelijks te
beluisteren op de zaterdag. Incidenteel zijn er gastoptredens. Zo brachten het Mondriaan Kwartet
en Guus Janssen een hommage aan Piet Mondriaan in Red, Yellow & Boogie Woogie.
Het CBK presenteert samen met altvioliste Esther Apituley een bijzondere serie concerten.
Apituey neemt haar publiek mee op een avontuurlijke muzikale reis door de wereld van kunst. Zij
presenteert klassieke muziek op een levendige, vernieuwende wijze en heeft een onbedwingbaar
verlangen om vastgeroeste tradities open te breken en daarmee een groot en nieuw publiek te
bereiken, van jong tot oud. Voor het jubileumconcert liet zij zich inspireren door BE CALM.
48 30 jaar CBK Amsterdam
49
26. 03
01
02
04
Het NTR-programma VRW ZKT KNST liep een
dag mee met de vuilnismannen.
Vuilnisman Edward Mennes met werk van Ron
van der Ende, Chevrolet Impala 1959, 2001, hout
Vuilnisman Henny van Eijgen met werk van Hans
Deuss, De overmacht, 1986, olie op doek
Foto’s van de vuilnismannen met het gekozen
kunstwerk reden rond op de vuilniswagens in
Amsterdam Oost.
01
02
03
04
2013 De keuze
van de vuilnisman
Wie zijn de mannen die bij nacht en ontij onze stad
schoonhouden. Waar dromen ze van en wat hebben
ze eigenlijk met kunst? Voor De keuze van de
vuilnisman doken de mannen van de Afvalinzameling
in de omvangrijke collectie van CBK Amsterdam. Ze
maakten een keuze uit 5000 kunstwerken en toonden
hun persoonlijke voorkeur.
Vuilnismannen Hassan Aydin, Ruud van den Beld,
Alex Dekker, Jeroen Flens, Henny van Eijgen, Nol
Kouwenberg, Edward Mennes, Hans van Tuyl en Cor
Vink toonden werken van onder meer Jochem Bosselaar,
Theo Daamen, Hans Deuss, Ron van der Ende, Esther
Jansen, Aat Veldhoen en Hannes Wallrafen.
De tentoonstelling, én de vuilnismannen, mochten
zich verheugen in grote belangstelling. Regionale en
landelijke media besteedden in kranten en op televisie
veel aandacht aan De keuze van de vuilnisman. De
tentoonstelling wordt in 2014 tijdens een Europese
conferentie over participatieprojecten en beeldende
kunst zelfs als een van de dertig voorbeeldprojecten
gepresenteerd.
50
5130 jaar CBK Amsterdam
27. 02
01
03 04
01
02
03
04
Dubbelspel door Ceseli Josephus Jitta
De tentoonstelling werd geopend door
de gevolmachtigd minister van Curaçao
Marvelyne Wiels en Nevin Özütok,
wethouder Stadsdeel Oost.
Banieren met gedichten geïnspireerd op
Dubbelspel.
Dansgroep D’ art Holland tijdens de
opening van Dubbelspel.
2013 Dubbelspel
De tentoonstelling Dubbelspel was onderdeel van het
door Stichting Cimaké Foundation georganiseerde
project Hommage aan Frank Martinus Arion.
De thematiek is ontleend aan zijn roman Dubbelspel,
waarin het dominospel door Antillianen met
uitzonderlijke passie wordt gespeeld, ook door
Antillianen in Nederland. Beeldend kunstenaars Nelson
Carrilho, Avantia Damberg, Ceseli Josephus Jitta, Hellen
Sint Jago, Judith Leysner en Xiaoxiao Xu en dichters
Marjolijn van Heemstra, Joan Leslie, Charlton Marcos,
Olga Orman, Alfred Schaffer en Menno Wigman, lieten
zich inspireren door Frank Martinus Arion’s bekende
roman Dubbelspel.
52 30 jaar CBK Amsterdam
53
28. 03 04
01 02
01
02
03
04
Hoedenatelier Eudia,
nummer 97
Beeld van een straat
Slager Bouchajra van El Bahja,
nummer 128
Heel Phil, een snuffelwinkel in tweedehands
spullen van bijzondere kwaliteit,
nummer 88 - 92
2013
De Eerste Oosterparkstraat
beeld van een straat
De expositie De Eerste Oosterparkstraat gaf een
hedendaags beeld van deze winkelstraat waar
exotische producten en oer-Hollandse waar
gebroederlijk naast elkaar staan. Fotograaf Geert
Snoeijer maakte een treffend portret van
58 ondernemers uit alle windstreken.
De fotograaf werkte samen met schrijfster Irene Geerts
een aantal weken in de Eerste Oosterparkstraat. Hij
fotografeerde de ondernemers, zij sprak met hen over
de straat en hun nering in deze straat. Samen ontdekten
ze de pareltjes van Oost.
De portretten werden tentoongesteld in CBK Amsterdam.
Bij de tentoonstelling verscheen een winkelgids waarin
Snoeijer en Geerts hun ontdekkingen uit de doeken
doen.
54 30 jaar CBK Amsterdam
55
29. kern-
collectie
‘Leuk? Leuk? Leuk is niet voldoende, ik wil iets
overbrengen!’ Dat was mijn reactie onlangs
op de geruststellend bedoelde opmerking
van mijn geliefde, toen hij reageerde met:
“Schat het wordt hoe dan ook heel leuk op je
lezing.” Ik was nogal nerveus van te voren en
hij probeerde mij een beetje een hart onder de
riem te steken. Maar ik reageerde daar best
fel op.
‘Leuk is niet voldoende!’ Wat bedoelde ik daar
nu eigenlijk mee?
Blijkbaar raakte het mij, ik was verbolgen
over zijn opmerking, dat het sowieso leuk zou
worden. Ik wilde niet alleen maar leuk gevonden
worden. Ik wilde interessant, sexy, intelligent en
diepzinnig zijn, maar gewoon ‘leuk’? Nee schat
dat is niet genoeg.
Ik ben gek op humor en kan dat binnen de
kunst ook heel erg waarderen. Zelf ben ik
ook blij als ik bij het maken van mijn eigen
werk, mijzelf vrij genoeg voel en genoeg
zelfrelativering heb om iets grappigs te maken.
Je wilt als kunstenaar dat er iets bij iemand
geraakt wordt. Dat-ie even van zijn à propos
wordt gebracht. Even stopt met denken zoals
hij deed, en een andere richting op draait.
Dat kan humor doen. Humor is direct, het raakt,
opent je. Dat geeft mij vaak de ingang naar een
kunstwerk. Het kan net zo sterk zijn als extreme
ernst.
Wat maakt dan dat ik ‘leuk’ niet genoeg vond?
En hoe komt het dat ik daar nu zo fel op
reageerde? Waar associeerde ik het mee?
Ik moet dan, geloof ik, onbewust aan Facebook
denken, met alle ‘Vind ik Leuks en Likes!’
En, omdat ik aan Facebook moet denken,
krijgt mijn hele hoofd van binnen zo’n blauwe
Facebook-zweem over zich. En zie ik van die
handjes die dan een duimpje omhoog houden.
Zo snel gedaan, effe zeggen dat ik het ‘leuk’
vind of vond, en dan door naar het volgende
beeld op de ‘newsfeed’. Ik hecht er eigenlijk
geen waarde meer aan, misschien omdat ik
zelf ook zo vaak te pas en te onpas iets leuk
vind op Facebook. Dat doet iedereen die erop
zit. Soms weet je niet eens wat iemand heeft
geschreven en dan heb je al ‘ge-liked!’
Omdat ik daar zelf vaak zo makkelijk mee omga
en langzaam de waarde van iets ‘liken’ begin
te verliezen, associeer ik het dus met
vluchtigheid, ondoordachtheid en met iets
ongemeends ook wel. Het voelt niet als een
oprechte waardevolle waardering. Misschien
omdat het te makkelijk gaat.
Maar hoe zat dat dan vroeger toen er nog geen
Facebook was? Ik lees op Wiki dat Facebook is
opgericht op 4 februari 2004. Precies tien jaar
geleden. Hoe dacht ik toen over leuk toen er
nog geen ‘Like!’ was? Als iemand toen tegen
me gezegd zou hebben, ‘Het wordt hoe dan
ook heel leuk, jouw performance!’, zou ik me
dan ook verbolgen hebben gevoeld?
Ik probeer me terug te plaatsen in de tijd, en
geloof dat ik vroeger ‘leuk’ meer waarde gaf
dan nu.
Ik moet dan bijvoorbeeld denken aan Wim T
Schippers, die vond ik te gek, echt leuk!
Maar het ‘leuk’ van zijn Pindakaasvloer of
grote Poepdrol is voor mij wel even iets anders
dan een Facebook ‘like’. Dat spreekt voor
zich. Maar kennelijk ben ik ergens onderweg
mijn onbevangenheid ten opzichte van ‘leuk’
kwijtgeraakt, en is die dus toch wel een beetje
overschilderd door de blauwe zweem van
Facebook.
Ik denk eerlijk gezegd dat als mijn geliefde mij
tien jaar geleden had willen geruststellen met
de opmerking dat mijn performance bij CBK
Amsterdam vast heel leuk zou worden, ik niet
zo fel gereageerd zou hebben. Of wel, maar
dat ligt misschien meer aan mijn angst om niet
interessant gevonden te worden.
Leuk is Cool, Like is Lame! Zo, en dan nu even
dit schrijfsel op Facebook posten.
Antoinette Nausikaä beeldend kunstenaar
Leuk
Het is een contemporaine collectie met
kunstwerken uit verschillende disciplines
en stijlen die een goed overzicht geeft
van belangrijke ontwikkelingen in onze
hedendaagse kunst. Ruim 4000 kunstwerken,
figuratieve en abstracte schilderkunst,
hedendaagse fotografie en driedimensionale
kunst zijn beschikbaar voor kunstuitleen.
Daarnaast zijn er circa 80 kunstwerken
opgenomen in de zogenaamde kerncollectie,
kwalitatieve hoogtepunten uit genoemde
stijlen en periodes. Een deel van de collectie
komt uit de Beeldende Kunstenaars Regeling
(BKR), een deel via gemeentelijke aankopen.
Vanaf 1996 heeft CBK Amsterdam een
eigen aankoopbudget. De collectie is de
kern en katalysator voor de belangrijkste
activiteiten van CBK Amsterdam: kunstuitleen,
tentoonstellingen en educatie.
De collectie wordt ingezet om tentoonstellingen
te organiseren met buurtbewoners: De keuze
van de Watergraafsmeer of collega’s: De keuze
van de vuilnisman. Er zijn tentoonstellingen
met wisselende thema’s gerealiseerd: zwart/
wit, zomer, bloemen, rood, architectuur, Hot
Items of Cool Prices. Voor de tentoonstelling
Boundless werd geselcteerd op techniek:
grafiek. Voor het onderwijs biedt de collectie
de mogelijkheid voor kunstbeschouwing
als vast onderdeel bij educatieve projecten,
een soort museum in de buurt. Een selectie
uit de collectie dient als inspiratie of ter
ondersteuning: stillevens, portret, landschap,
animatiefilmpjes over de Watergeuzen. In
de winkel is een grote verzameling sieraden,
design, keramiek, glas, brons en textiel te vinden.
CBK Amsterdam wil bijzondere kunst voor een breed publiek
toegankelijk maken, beheren en bewaren én nieuw talent
kansen bieden. De collectie van CBK Amsterdam is divers,
historisch én hedendaags.
56 30 jaar CBK Amsterdam
30. Kim van Norren (1980)
2010, The frontiers are my prison
Acryl op doek, 120x145 cm
Felle en zachte kleuren, harde en zachte vormen
wisselen elkaar af in deze recente aanwinst. De
schilderes werkt met de letters zoals een andere
kunstenaar met abstracte of figuratieve vormen. Zelfs
als je de betekenis van de woorden niet tot je laat
doordringen, wordt je getroffen door de kracht en
uitgewogen balans. De rode kapitalen van Frontiers
komt het sterkst naar voren, Prison is minder
opvallend uitgevoerd in zacht roze maar bij nadere
beschouwing sterk aanwezig. Onder deze letters zijn
vage rechthoekige- en driehoekige vormen te zien
alsof we tegen een halfgeopend graf aankijken. Of
kijken we naar een lege cel? Cohens lied waaruit de
woorden afkomstig zijn gaat over vrijheidsstrijders
in de Tweede Wereldoorlog, maar evenzeer over
universele waarden van verlies en vrijheid. Hetzelfde
geldt voor het schilderij van Kim van Norren. Door de
tekst opnieuw te gebruiken geeft zij er een nieuwe
actualiteit aan: de wereld is nog steeds opgedeeld
in grenzen. Velen zien dat als positief en als een
noodzakelijke bescherming van hun identiteit maar
voor anderen is het de gevangenis uit het lied van de
Amerikaanse zanger. Voor Kim van Norren hebben
de woorden ook een persoonlijke betekenis. Haar
vader was beroepsmilitair in Bosnië en hij maakte de
verschrikkingen van de volkerenmoord in Srebrenica
mee. Een trauma dat hij maar daarmee ook zijn
familie met zich mee moet dragen. Of zien wij de tekst
te politiek? De woorden kunnen, zeker als je geen
weet hebt van Cohens ballade, ook op de menselijke
existentie betrekking hebben. Is niet ieder mens, of hij
wil of niet, gevangen door zijn eigen beperkingen of
grenzen? Kim van Norren won de Koninklijke Prijs voor
Vrije Schilderkunst in 2010.
…There were three of us this morning
I’m the only one this evening
but I must go on;
the frontiers are my prison…
uit“the Partisan”van Leonard Cohen
Vreemdsoortige bloemen,
die in trossen aan guirlandes
bengelen, dat is je eerste indruk.
Op het schilderij van Grote
Beverborg denk je lieflijke
bloemen te zien, maar de
gruwelijke waarheid is anders.
Het zijn kippen van diverse
rassen, slachtoffers van het
ruimen dat, op bevel van onze
regering, op grote schaal werd
uitgevoerd. Door onze angst
voor Vogelgriepepidemieën zijn
er inmiddels veel kippenrassen
verdwenen. Confronterend om
zo oog in oog met het gevolg
van ons angstregime te staan.
Dat het door Grote Beverborg
geschilderde resultaat van
de slachting, tegelijkertijd
schoonheid laat zien, is een
onthutsende ervaring.
Op de schilderijen van Ellen
Grote Beverborg zien we bomen,
bloemen en soms ook dieren,
tegen een strakke, lichte en
vaak witte achtergrond. We zien
een wereld met ontluikende
groei en bloei. Ogenschijnlijk
is er niets aan de hand. Maar
vergissen we ons niet in die
waarneming en is er wellicht
sprake van romantisch verhuld
verval? De bomen, bloemen
en dieren worden door Grote
Beverborg samengevoegd tot
nieuwe organische groeisels.
Op sommige delen van haar
schilderijen legt Grote Beverborg
de verf centimeters dik op het
doek. Doordat zij haar verf
zo dik aanbrengt, dat er een
reliëf ontstaat, weet ze ons te
overtuigen en neem je aan dat
die hybride vormen werkelijk
bestaan.
Ellen Grote Beverborg (1960)
2005, Zonder titel ‘kippen’
Gemengde Techniek op doek, 240 x 160 cm
Duncan Wylie (1975)
2009, Untitled (Utopia has no fixed address
Olieverf op doek, 183 x 235 cm
De titel van dit werk klinkt al net zo brutaal als
de monumentale voorstelling is geschilderd. In
dunne trefzekere verfstreken, koos Daamen voor
een realistische voorstelling van twee vrouwen in
korte jurken, met blote benen op hoge hakken. Het
grote, staande doek toont een vrouw, die met half
geloken ogen net een trek aan haar filtersigaret heeft
genomen. De andere vrouw staat meer afgewend
en werpt ons van over haar schouder een korte blik
toe, voordat zij een trek neemt. Of de vrouwen niet
gestoord willen worden of juist alleen uitdagend zijn,
laat Daamen in het midden. De frontale weergave is
stevig weergegeven, maar de subtiele gelaagdheid
van de verf geeft ook een tedere blik weer. Op dit
doek wisselen donkere en lichte vlakken elkaar
prachtig af. De Amsterdamse Theo Daamen is al
zijn hele leven geïnteresseerd in het schilderen van
menselijke figuren en dieren in sprekende houdingen.
Voorbeelden daarvan zijn portretten van vrouwen die
zich opmaken, terwijl zij in de spiegel kijken of juist
voluit zijn afgebeeld, zoals bij dit werk. Naast schilder
is Daamen een bekwaam graficus.
De stapeling van drijfhout is
gelardeerd met resten van de
beschaving. De manier waarop
er gestapeld is geeft ruimte aan
meer interpretaties. Wanneer
je langer naar het werk kijkt
zie je dat het gevolg van storm
of ramp hier samen lijkt te
vallen met de dreiging als een
soort van stilte voor de storm.
Daardoor werkt het schilderij
nogal vervreemdend. De
stapeling vertelt ons nog iets. De
stille getuigen komen voort uit
een periode van voor de storm,
terwijl de wind op het schilderij
nog niet is uitgewoed. Van het
oorspronkelijke landschap zijn
nog slechts sporen en lijnen
over. Inmiddels zijn er hele
nieuwe formaties ontstaan.
Hoewel er wel dynamiek is
te bespeuren, blijft de sfeer
merkwaardig. Er zijn sporen
van mensen in beeld gebracht,
maar de mensen zelf ontbreken
totaal. De overblijfselen,
de stille getuigen van
rampspoed, krijgen een nieuwe
schilderachtige werkelijkheid.
Destructie is een herkenbaar
thema in het werk van Wylie.
Persoonlijke belevenissen van
de kunstenaar, die ooit dichtbij
plekken woonde die werden
geteisterd door tsunami’s,
orkanen, overstromingen en
aardverschuivingen, vormen
zijn inspiratie. Natuurrampen
spreken tot Wylie’s verbeelding.
De mogelijke gevolgen van
dergelijke rampen worden
breedvoerig uitgezet op zijn
groot formaat schilderijen.
Duncan Wylie geeft ons geen
exact beeldverslag, maar zet
voorstellingen in scene.
Theo Daamen (1939)
1977, Kijk voor je!
Olieverf op doek, 200 x 130 cm
58 5930 jaar CBK Amsterdam
31. Willem Bosma (1902 – 1985)
1960, Havens (compositie)
Olieverf op doek, 180 x 120 cm
Geïnspireerd door de technische vooruitgang van de
twintigste eeuw bouwde Willem Bosma deze haven
op met lijnen en kleurvlakken die over elkaar heen
buitelen. Door een rustig groot vlak met stevige lijnen
accentueert hij juist de boeg van één schip meer dan
het andere. Met horizontale en verticale vlakken
die door het onderwerp heen lopen combineert hij
verschillende gezichtspunten met elkaar. Zo geeft hij
in een linker verticale strook de weerspiegeling van
het licht op het water weer. De maan verschuilt zich
als een zwarte bol achter een dunne sluierbewolking,
maar het zou ook de verduistering van de zon op een
donkere namiddag kunnen voorstellen. Herhalend
kleurgebruik versterkt de eenheid van de verschillende
vlakken. Het zwart van de voorste kleine stoomboot
keert terug in het zwart van de nacht die de
vrachtschepen omringen. Leegte en drukte wisselen
elkaar af, waarbij het licht de ijzeren kranen doet
glinsteren. Bosma weet een actief en spannend beeld
te creëren geheel in de trant van het postkubisme.
Deze kenmerkt zich door meer herkenbare composities
en heldere kleuren dan het eerdere kubisme.
Tijdens de kunstbeurs in Amsterdam was een aantal
auto’s van Van der Ende tentoongesteld. De witte
Chevrolet Impala maakte meteen indruk. Het werk
appelleert aan een jongensdroom, maar brengt ook
een puur perspectivische verleiding teweeg door
de bedrieglijk realistische weergave van de auto.
De Impala suggereert dat je zo kunt instappen en
wegrijden, hij heeft vaart! Het perspectief in het reliëf
zorgt voor een sterk ruimtelijk effect. Van der Ende
beschildert zijn werken niet, hij zoekt in oud hout de
juiste kleur op, beeldhouwt als het ware met gevonden
hout, verwerkt het tot fineer en brengt het aan in
een patroon. Met een onnoemelijk aantal spijkertjes
fixeert hij het daarna op een basisvorm van hout. Ron
van der Ende kiest onderwerpen waarbij hij een vonk
van jongensachtig enthousiasme voelt. Hij bouwde
aanvankelijk vooral auto’s, maar ook meubels en een
piano. Daarnaast vliegtuigen, boten, spaceshuttles,
onderzeeërs en gebouwen, waaronder de Euromast.
Maar auto’s zijn veruit zijn favoriet.
David Bade (1970)
2005, Zonder titel
Gemengde Techniek op papier, 59 x 75 cm
Hannes Wallrafen (1951)
2010, naar een foto uit 2001
De Boom, Foto kleur, 100 x 100 cm
Ron van der Ende (1965)
2001, Chevrolet Impala 1959
Hout, 85 x 180 cm
We zien een voorstelling waarin
allerlei fantasievolle figuranten
opdraven. Op de voorgrond van
de tekening ligt een figuur in
gele pyjama te slapen op een
kleedje, de handen als in gebed
gevouwen voor het gezicht.
Ogen dicht, knieën opgetrokken.
Net boven het hoofd zijn nog
twee andere gezichten, identiek
van kleur aan het slapende
gezicht. Toch lijken het eerder
maskers van een man en een
vrouw. De ogen van de vrouw
zijn verhuld door een zwart
verenmasker in de sfeer van
een Bal Masqué. Het ledikant
achter de slapende is keurig
opgemaakt. In plaats van een
mens ligt er een dichtgeslagen
boek op het hoofdkussen, half
onder de dekens. Door het
openstaande raam komt allerlei
beeldruis binnen die uitwaaiert
over de slapende.
Intussen zien we rechts in beeld
een boom met weelderige
groene kruin, wegrennen op
een soort kikkerpoten. De
boom draagt een trap of stoel
en heeft grote haast om uit
beeld te komen. Bade maakt
tekeningen, los en direct
opgezet, vaak met kritische
of ironische kanttekeningen.
Zijn ruimtelijke werk is speels
van karakter en gemaakt
van allerlei afvalmateriaal.
Door het publiek gericht uit
te nodigen om deel te nemen
aan de totstandkoming
van zijn werk dat veelal uit
gerecycled materiaal bestaat
is de uitkomst extreem en
verrassend. David Bade kreeg in
1993 de Prix de Rome Tekenen
uitgereikt, waardoor hij snel
bekend werd. Op Curaçao zette
hij in 2004 ArteSwa op, een
eigen kunstinstituut. In 2010
won hij de Sikkensprijs.
We kijken naar een half
verduisterde boom met een
brede bladerkroon aan een
strand in Honduras. Een
bijzondere combinatie die nog
intrigerender wordt als we aan
de voet van deze reuzenboom
een groepje mannen ontwaren,
hun witte overhemden
oplichtend in de duisternis.
Dat het om muzikanten gaat
blijkt uit de kastjes met snaren
(cajóns) die ze in de hand
houden. Een deel poseert door
opzij te kijken en een paar
mannen zijn met elkaar aan het
praten. Vaag zijn er luidsprekers
en/of lampen hoog in de boom
waarneembaar. Links op de
voorgrond zijn nog net de witte
overhemden van een andere
groep mannen te zien. De
voorste man van de groep onder
de boom heeft een vlag in de
hand die naar beneden hangt.
Maken zij misschien onderdeel
uit van een processie of een of
ander feest? In ieder geval is
hun positie verre van veilig met
het op komst zijnde onweer. Ze
staan in het laatste licht voordat
het helemaal donker wordt.
De groepen kijken naar elkaar.
Of kijken de mannen onder de
boom naar de fotograaf die op
eenzame hoogte dit prachtige
tafereel heeft vastgelegd? Het
beeld en belichtingsmoment
moet Wallrafen hebben
aangesproken. Nadat hij zijn
gezichtsvermogen verloor in
2004 zou hij vooral regisseur
worden van zijn eigen beelden
en zich later zelfs alleen nog met
geluidopnames bezighouden.*
60 6130 jaar CBK Amsterdam
32. Dit gedicht plaatste Hamid el
Kanbouhi bij een afbeelding van
zijn schilderij op de website van
de Rijksakademie van Beeldende
Kunsten in Amsterdam. Wat
hij hiermee precies bedoelt,
zullen wij wel nooit helemaal
te weten komen. Wil hij dat wij
een vergelijking maken tussen
de zwart-witte vlekken van
koeien en zijn schilderij dat voor
het grootste deel uit dezelfde
kleuren is opgebouwd? Het is
in ieder geval duidelijk dat hij
zich bij zijn onderwerpen laat
inspireren door het dagelijkse
leven en daar een eigen draai
aangeeft, die geïnspireerd
lijkt door zijn achtergrond.
De kunstenaar is geboren in
Marokko, een Islamitische
cultuur waar kunst van
oorsprong decoratief en abstract
is en het afbeelden van mensen
taboe. Zijn opleiding kreeg hij
in Nederland, waar juist de
mens centraal staat. We zien
twee opvallende vrouwen met
allerlei tassen. Zij zullen dus wel
inkopen hebben gedaan, maar
veel meer komen wij niet over
hen te weten. Zij gaan beiden
schuil achter hun hoofddoek en
bril. Door de drukke patronen
op hun kleding en zelfs op
hun lichaam lijken zij wel
gecamoufleerde soldaten. Of de
vrouwen in de stromende regen
lopen of in de volle zon wordt
versluierd door de verticale
strepen in de achtergrond en
horizontale op de straat. Alles in
het schilderij is haast patroon,
er is geen schaduwwerking en
de enige suggestie van diepte
komt door de beweging van
de twee vrouwen. Het zwart
en wit strijdt met de vrolijke
kleuren in de details: de druk
bewerkte boodschappentassen,
de handtassen (één vrouw
draagt er zelfs twee), een
mobieltje, een aanzet van
een straatversiering en een
paar details van hun (boven-)
kleding. De vrouwen gaan zo
op in de patronen alsof wij ze
eigenlijk niet (mogen) zien.
Hamid el Kanbouhi (1976)
2011, Zonder Titel
Acryl op doek, 200 x 150 cm
De Koe
in de koe
naar de koe
onder de koe
zonder de koe
op de koe
vlakbij de koe
achter de koe
aan de zijde van de koe
volgens de koe
ver van de koe
tussen de koe
uit de koe
tegenover de koe
buiten de koe
langs de koe
over de koe
met de koe
voor de koe
aan de koe
door de koe
Op het eerste gezicht gebeurt er niet veel op dit doek,
maar je oog gaat vanzelf naar een punt net buiten het
midden. Daar zie je twee kleine figuratieve elementen:
zijn het eenden, peertjes of bloembollen? En aan de
linkerkant, net boven het midden en onderaan, die
grillige lijnen: zijn dat planten? Door het formaat,
waarbinnen een schijnbaar herkenbare‘buitenwereld’
wordt getoond, lijkt dit doek op een raam waar je
zo doorheen kunt stappen. Er zijn weinig of geen
herkenbare vormen te zien op schilderijen van Ronald
Zuurmond. Daarover gaan zijn schilderen dan ook
niet. Er zijn werken die doen denken aan aarde, aan
een bodem met plantenresten, een bosrand of iets dat
daar op lijkt. Maar ook aan meren en onbekendere
structuren van onze aardkorst.Wanneer je de rust
neemt om je open te stellen voor dit werk, dan zie je
dat het op ieder tijdstip van de dag verandert door de
lichtval. De kleur gaat van zachtroze naar lichtgroen.
Het blijft boeien of je nu van veraf kijkt of juist heel
dichtbij. Je ziet de structuur van de hier aan daar fors
opgezette verf, waarbij de lagen uiterst zorgvuldig
zijn opgebracht. Tijd is daarbij een belangrijke factor,
want olieverf heeft een lange droogtijd, dus vergt
het maakproces veel tijd. Ronald Zuurmond bewerkt
het oppervlak van zijn doeken op intuïtieve wijze. In
zijn schilderijen is de passie voor het wordingsproces
zichtbaar. De kunstenaar weet de kijker te verleiden,
te introduceren in een innerlijke wereld en slaagt erin
oude schilderkunstige waarden overtuigend over te
brengen naar deze tijd.
Ronald Zuurmond (1964)
2006, Zonder titel
Olie op doek, 180 x 180 cm
Op dit schilderij ‘Moeder en
kind’ zien we vuurwerkachtige
taferelen. Hoewel er sprake
is van zichtbare turbulentie,
ziet het geheel er lieflijk uit
en door de onderlinge band
lijken ze de hele wereld aan
te kunnen. Dit wordt nog eens
versterkt doordat moeder en
kind symbolisch aaneengeregen
lijken te zijn: gespiest aan
een pijl. Jean-Paul Franssens
maakte naast schilderijen
ook tekeningen die vaak als
illustratie dienden bij zijn
columns in NRC Handelsblad.
De onderwerpen die hem
inspireerden waren altijd
complex en uiteenlopend.
Franssens was bovenal een
rasverteller. In zijn boeken
spreken de verhalen tot de
verbeelding en al schilderend
vertelde hij eigenlijk ook louter
fantasierijke anekdotes. Naast
schrijver en schilder was
Jean-Paul Franssens dichter,
librettist en illustrator. Een
veelzijdig kunstenaar waarvan
verschillende doeken in de
CBK collectie zijn opgenomen.
Het zijn olieverfschilderijen
met een wat tekeningachtige
verschijning. De voorstellingen,
voornamelijk in primaire
kleuren opgezet, getuigen
van heftigheid. Verhalen die
beeldverhalen zijn geworden.
Jean-Paul Franssens (1938 – 2003)
1984, Moeder en kind
Olieverf op doek, 161 x 202 cm
In een paleisachtige zaal zit een
bont gezelschap Cubanen dicht
opeen. Ze zitten en staan keurig
opgesteld alsof het om een
staatsieportret gaat. Maar wat ze
doen heeft weinig officieels: ze
snoepen rijst uit een grote witte
pan op hun schoot. Op de wand
achter hen zijn oude portretten
uit een voorbije westerse
wereld te zien. De deuren met
wapperend gordijn staan wijd
open en geven uitzicht op een
oud koloniaal plein.
We kijken van binnen naar
buiten met pal op de voorgrond
een stilleven van nog meer
snelkookpannen, een wirwar
van snoeren en wat oud
aardewerk. Hier is het ideaal
van iedere Cubaan prominent
in beeld gebracht, namelijk de
beschikking over een eigen
elektrisch apparaat zoals een
rijstkoker of een computer. Het
schilderij is uit 2004 toen het
voor particulieren niet was
toegestaan om een dergelijk
apparaat te kopen. Pas vier jaar
later zou dit verbod worden
opgeheven. Zoals altijd valt er
veel te zien en te ontdekken op
de schilderijen van de Cubaanse
schilder Douglas Pérez Castro.
Zo becommentarieert hij niet
alleen de sociale geschiedenis
van zijn land, maar put hij ook
vrij uit de kunstgeschiedenis.
Zijn kleurrijke stijl lijkt op
het eerste gezicht misschien
naïef maar toont bij nadere
beschouwing juist een grote
virtuositeit.
Douglas Darnis Pérez Castro
is tegenwoordig docent aan
het Instituto Superior de Arte
Douglas Darnis Pérez Castro (1972)
2004, Nuevos Medios (nieuwe media)
Olieverf op doek, 130 x 140 cm
in Havana, waar hij zelf ook
studeerde voor zijn studie
aan de Rijksakademie van
Beeldende Kunsten.
62 6330 jaar CBK Amsterdam
33. Nawoord
Met grote regelmaat werkt CBK Amsterdam
samen met partijen in de stad en in
het stadsdeel. Dank gaat uit naar veel
kunstenaars én naar organisaties als Stichting
Polderlicht, De Rode Loper op School, het
Sandberginstituut, kunstenaarsverenigingen
De Onafhankelijken, St. Lucas, het
Amsterdams Beeldhouwers Kollektief (ABK),
De Nederlandse Kring van Tekenaars, NAFVA
(Nederlandse Amateur Fotografen Vereniging
Amsterdam), Amsterdams Grafisch Atelier
(AGA), Grafisch Werkcentrum Amsterdam
(GWA), Het Karel Appelhuis, Urban Art EFX,
Conservatorium Amsterdam, Stichting Cimaké
Foundation, Stichting Culturissima, Open
Ateliers Oost, Museum Het Rembrandthuis, de
Universiteit van Amsterdam, de Hogeschool
van Amsterdam en Utrecht, het Amsterdamse
Pianodocenten Kollektief (APK), Dynamo
Amsterdam, Stichting Zetel en vele anderen.
Wij hopen in de toekomst de productieve
samenwerking voort te zetten, de banden te
verstevigen en ons netwerk uit te breiden.
Veel dank gaat uit naar alle oud-medewerkers,
vrijwilligers en stagiaires. In het bijzonder naar
twee medewerkers die voor Artoteek Oost/CBK
Amsterdam van groot belang zijn geweest:
Maryla Nienhuis, hoofd/directeur van 1984
– 2009 en Mathieu Coumans, medewerker
collectie/tentoonstellingen/kunstuitleen van
1986 – 2011. Zij zijn niet meer in ons midden,
maar wij merken nog dagelijks het effect van
hun niet aflatende gedrevenheid, gevoel voor
kwaliteit en hun warme hart voor de kunst.