2. BEGRIPPEN
Regering
Koningin en ministers.
Kabinet
De ministers en staatssecretarissen.
Ministerraad
De ministers.
Parlement
Eerste en tweede kamer.
3. MINISTERRAAD
De ministerraad vormt het dagelijkse
bestuur van ons land.
Stellen wetsvoorstellen op.
Voeren besluiten uit.
Geven een jaarbegroting.
Ministers mogen geen lid zijn van het
parlement, anders zouden ze over zichzelf
moeten stemmen.
Ministers hebben eigenlijk meer macht dan
het parlement.
Het parlement geeft vaak alleen achteraf
commentaar.
4. DE KONINGIN
De koningin is ons formele staatshoofd.
Niet verantwoordelijk voor het beleid.
Symbolische functie
Onschendbaar.
Geheim van Huis den Bosch.
Dit zijn de “geheime” adviezen die de
koningin geeft.
Soms lekken de adviezen uit.
5. TAKEN VAN DE KONINGIN
Wat zijn de taken van de koningin?
Plaatsen van handtekening onder de
wetten.
Voorlezen van de troonrede.
Benoemen van ministers en
(in)formateur.
Regelmatig overleg voeren met
minister-president over beleid.
6. MINISTERS
Elke minister heeft een eigen
beleidsterrein.
Minister van financiën.
Minister van onderwijs.
Minister van gezondheidszorg.
Ze hebben allemaal ambtenaren die voor
hen werken.
Ambtenaren bereiden wetsvoorstellen
voor en geven adviezen.
7. STAATSSECRETARISSEN
Elke minister heeft 1 of 2
staatssecretarissen
Dit zijn een soort onderministers, die
verantwoordelijk zijn voor een deel van het
beleidsterrein van de minister.
Bijvoorbeeld: justitie / asielzoekers.
Zitten niet in de ministerraad maar mogen wel zelf in
de 2de kamer het beleid verdedigen.