2. Case Study The Edge
Datum: 6 november 2014
Projectinformatie
Titel : The Edge – Amsterdam
Opdrachtgever : OVG Projecten XLIX B.V. – Rotterdam
Huurders : Deloitte Holding B.V. en AKD N.V.
Afbeeldingen : zie www.the-edge.nl
Website : www.the-edge.nl
Locatie : Gustav Mahlerlaan 2930-2970 Amsterdam
BVO : 39.673 m2 bvo kantoren, 11.558 m2 bvo parkeren (364 parkeerplaatsen)
Functie : Kantoor
Bouwkosten : € 74 mio excl. BTW t.b.v. het Casco en het Inrichtingspakket
BREEAM-NL score : BREEAM-NL Outstanding, versie BRL-2010 v1.11
Projectteam
Opdrachtgever : dhr. R. van Alphen, OVG
Expert : dhr. E. van Eeckhoven & mw. L. van Zuilen, C2N
Assessor : dhr. A. Dröge, DGMR
Architect : dhr. R. Bakker, PLP Architects
Aannemer : dhr. W. Verwoerd, G&S Bouw
Installateur : dhr. J. Duyst, De Bosman Bedrijven – Homij Combinatie (HBC)
Installatie-advies : dhr. E. Toussaint, Deerns Raadgevende Ingenieurs
Bouwfysica : mw. J. van der Weerd, LBP Sight
Constructeur : dhr. J.W. Hoekstra, Van Rossum Amsterdam
Projectmanagement : dhr. G. Kirchhoff, KVM
De belangrijkste gebouwspecificaties
• Bruto vloeroppervlak in m2 (NEN 2580);
51.608 m2
• Totaal terrein oppervlak van de locatie in hectare;
0 ha
• Vloeroppervlakken naar functie en hun afmetingen (NEN 2580);
• Kantoren: 32.289,5 m2
• Overige parkeergarage: 11.732 m2
• Overige fietsenstalling: 582 m2
• Verkeersruimten in m2 (NEN 2580);
1.770 m2 (dit is inclusief (verticale) trappen en liften, lifthallen maar
exclusief atrium, entreegebied en ganggebieden in kantooroppervlaktes)
• Opslagruimten in m2 (NEN 2580);
128 m2 incl. kelderverdiepingen
• % oppervlak van terreinen bedoeld voor gebruik door de (lokale)
gemeenschap (indien van toepassing);
n.v.t.
• % oppervlak van gebouwen die gebruikt worden door de (lokale)
gemeenschap (indien van toepassing);
14% (fietsenstalling)
• Verwacht energiegebruik in kWh/m2 BVO;
2,27 kWh/m2 BVO
• Verwacht verbruik van fossiele brandstoffen in kWh/m2 BVO;
0 kWh/m2 BVO (NOx-uitstoot van 0 mg/kWh)
3. • Verwacht verbruik van duurzame energiebronnen in kWh/m2 BVO;
• 2,27 kWh/m2 BVO (energie uit PV cellen)
• Opbrengst duurzame energiebronnen in kWh/m2 BVO;
3,1 kWh/m2 BVO (energie uit PV cellen)
• Verwacht waterverbruik in m3/persoon/jaar;
4,1 m3/persoon/jaar
• Verwacht % van het waterverbruik dat wordt betrokken via
hemelwater;
ca. 22%
• De tijdens het bouwproces ondernomen stappen ter reductie van de
impact op het milieu, bijvoorbeeld door innovatieve bouwmethodes;
Het bouwplaats beheer is zodanig georganiseerd dat de milieubelasting
tot een minimum wordt beperkt:
• Energie zuinig ketenpark
• Energiezuinige verlichting bouwplaats
• CO2 monitoring materieel
• Waterbesparend ketenpark
• Ecologisch werkprotocol
• Een lijst van gepionierde/gerealiseerde duurzame maatregelen op
sociaal of economisch gebied.
Het voorzien van gedeelde faciliteiten (fietsenstalling en grand café) met
de omgeving
Beschrijving
Inleiding : De eerste ontwerpschetsen voor The Edge dateren van 2006. Toen
hebben OVG, Deloitte en AKD het plan opgevat om nieuwbouw te
realiseren voor Deloitte en AKD als huurders van The Edge aan de
Zuidas te Amsterdam. OVG had hierbij de rol van ontwikkelaar. Van meet
af aan was duidelijk dat het een duurzaam pand en een duurzaam
ontwikkel- en realisatieproces moest zijn. Er was nog geen keuze
gemaakt voor de duurzaamheidsmethodiek. De reden voor Deloitte en
AKD om wel voor nieuwbouw te kiezen ligt in het feit dat beide partijen
toen op drie locaties in de regio Amsterdam waren gevestigd en dit terug
wilden brengen tot één locatie. De reden om met alle disciplines op één
locatie gehuisvest te willen zijn, heeft te maken met het meer en meer
multidisciplinaire karakter van hun opdrachten. In 2006 hebben Deloitte
en AKD gezamenlijk de markt verkend naar de mogelijkheden voor
bestaande bouw. Bestaande bouw was niet in die omvang op dat moment
op de markt beschikbaar. Dat was voor Deloitte en AKD de aanleiding om
te kiezen voor nieuwbouw.
De architect was van meet af aan al betrokken bij het project. Het
complete projectteam zoals hierboven beschreven was medio 2010 op
volle sterkte toen de fase voorlopig ontwerp van start ging. De keuze
vanuit OVG om met dit projectteam te werken, is gebaseerd op de
ervaring met deze partijen bij andere projecten enerzijds en op de
expertise en betrokkenheid van deze partijen vanuit ieders discipline
anderzijds.
Ten tijde van de start van het voorlopig ontwerp is ook de keuze gemaakt
voor BREEAM-NL als te hanteren duurzaamheidsmethodiek. De keuze
voor BREEAM-NL is door OVG gemaakt in overleg met beide huurders en
4. de gemeente Amsterdam. Het vertrekpunt voor The Edge was BREEAM
Excellent. De gemeente Amsterdam heeft dit vervolgens overgenomen
als minimale ambitie voor nieuwe kantoor(her)ontwikkelingen op de
Zuidas.
Ambities : Zoals hierboven aangegeven is de keuze voor BREEAM als methodiek
in goed overleg tussen Deloitte, AKD en OVG gemaakt en was het
vertrekpunt BREEAM Excellent. Wanneer Excellent de minimale ambitie
is, heeft het geen zin om te kiezen voor bepaalde speerpunten. Op alle
categorieën moet flink ingezet worden om Excellent te kunnen behalen.
Er lag een basisafspraak tussen Deloitte, AKD en OVG ten aanzien van
de verdeling van de (meer)kosten die aantoonbaar het gevolg zijn van
duurzaamheidsmaatregelen. Deze afspraak was drieledig:
1) Duurzaamheidsmaatregelen die door Deloitte en AKD binnen een
termijn van 10 jaar terugverdiend kunnen worden tijdens de exploitatie
worden volledig betaald door Deloitte en AKD,
2) Daarnaast heeft OVG als ontwikkelaar geïnvesteerd in een aantal
duurzaamheidsmaatregelen,
3) De overige kosten om te komen tot BREEAM Excellent kwamen 50/50
ten laste van OVG enerzijds en Deloitte en AKD anderzijds.
Het resultaat van het (eerste) ontwerpcertificaat was dermate
veelbelovend en het projectteam was ondertussen dermate enthousiast
dat onderzocht is of Outstanding binnen handbereik lag. Dit bleek het
geval met het toevoegen van een mix aan ‘makkelijke en/of goedkope’ en
‘moeilijke en/of dure’ credits. Wat hielp was dat ondertussen
overeenstemming tussen gemeente en OVG was bereikt over het
toepassen van een WKO-installatie (de komst van de WKO heeft een
positieve bijdrage geleverd aan de score, zie hoofdstuk ‘technisch’). Ook
de keuze voor een innovatief LED-verlichtingssysteem heeft positief
bijgedragen aan de hoogte van de score. De score was na
bovengenoemde toevoegingen 91,38%, ruim boven de minimale score
van 85% voor Outstanding.
De vraag die het projectteam zich toen stelde was wat de hoogste
BREEAM-score van een grootschalig (nieuwbouw)kantoor wereldwijd
was. Ook dit is onderzocht en het overtreffen van deze hoogste score
bleek erg ambitieus maar niet onmogelijk. Deze stap is eveneens een mix
geweest van een aantal ‘makkelijke en/of goedkope’ (voor zover nog
mogelijk) en ‘moeilijke en/of dure’ credits. Innovatiecredits, een
vleermuizencorridor en PV-op-afstand zijn hier de belangrijkste
maatregelen geweest, zie het volgende hoofdstuk.
Technisch : Het is ondoenlijk en ook niet zinvol om in deze case study alle credits te
doorlopen. Hier wordt volstaan met een opsomming en korte omschrijving
van de meest opvallende, zowel ‘makkelijke en/of goedkope’ als ‘moeilijke
en/of dure’ credits komen aan bod.
Oriëntatie en geometrie van het gebouw gebaseerd op het pad van
de zon
Het ontwerp van The Edge is gebaseerd op het pad van de zon. Aan de
zuidzijde van The Edge is gezocht naar een optimalisatie van zo veel
mogelijk daglichttoetreding enerzijds en zo weinig mogelijk
zon(warmte)toetreding anderzijds. Dit heeft geresulteerd in een gevel die
5. aan de zuidzijde nog altijd circa 50% transparant is. Daar waar de gevel
gesloten is aan de zuidzijde zijn PV-cellen in de architectuur van de gevel
opgenomen, zo’n 720 m2, om optimaal gebruik te maken van zonne-energie.
Meer naar het noorden toe (zowel westwaarts als oostwaarts)
neemt de transparantie van de gevel toe tot een 100% transparante gevel
aan de noordzijde. Op deze wijze wordt aan de noordzijde optimaal
gebruik gemaakt van de natuurlijke lichtopbrengst van moedernatuur. Ook
het dak van The Edge wordt ten volle benut voor het plaatsen van PV-cellen.
Hier wordt een vlak van circa 1.200 m2 aan PV-cellen gecreëerd.
De elektrische energie die hiermee wordt opgewekt wordt benut voor de
warmtekoudeopslag-installatie (WKO-installatie).
Glasdikte
De engineering van het type glas heeft veel aandacht gevraagd. De
gemiddelde dikte van het glas in de buitengevels van de kantoren is 47
mm en heeft daarmee een 5 dB betere geluidsisolatiewaarde dan wat het
Bouwbesluit eist. Het gevolg is een serene rust en dientengevolge
verhoogd gebruikscomfort op de kantoorvloeren.
Atrium als longen van het gebouw
Het atrium fungeert niet alleen als ‘hart’ van het gebouw, het heeft tevens
de functie van de ‘longen’ van The Edge. De lucht uit de kantoorvloeren
wordt niet zoals te doen gebruikelijk door middel van een plenum naar de
schachten afgevoerd, maar in het atrium geworpen. Op deze wijze wordt
het atrium op efficiënte wijze geklimatiseerd. Op leefniveau in het atrium
wordt vervolgens verse lucht ingeblazen. Al deze lucht wordt uiteindelijk
bovenin het atrium afgezogen langs twee enorme warmtewielen. Deze
warmtewielen zorgen ervoor dat de verse lucht die op de kantoorvloeren
ingeblazen wordt als het ware ‘voorbehandeld’ wordt (gekoeld dan wel
verwarmd) met de restenergie uit deze retourlucht.
WKO met kwaliteitsberekeningen
De WKO bestaat uit twee 130 meter diepe bronnen in combinatie met
twee warmtepompen. De WKO voorziet The Edge van alle benodigde
warmte en koude. In de winter wordt het grondwater vanuit de warme
bron opgepompt voor het verwarmen van The Edge. In de zomer gebeurt
het omgekeerde. Dan wordt het grondwater uit de koude bron opgepompt
voor het koelen van de kantoorvloeren. De beschikbare warmte en koude
wordt enerzijds benut voor het klimatiseren van de lucht via de
luchtbehandelingskasten. Anderzijds wordt water (warm dan wel koud)
door het leidingwerk geleid van de klimaatplafonds op de kantoorvloeren.
Nadat het warme water het gebouw heeft verwarmd in de winter wordt het
afgekoelde water opgeslagen in de koude bron. ’s Zomers gebeurt het
tegenovergestelde.
De gemeente had in de bouwverordening staan dat er een verplichte
aansluiting op stadswarmte en stadskoude van toepassing was. Dit hield
verband met het feit dat de leidingen voor de stadswarmte en -koude op
korte afstand van The Edge gelegen zijn. OVG had vanuit het oogpunt
van duurzaamheid de voorkeur voor een WKO-installatie. Na veelvuldig
overleg tussen gemeente, NUON en OVG is besloten om een WKO-installatie
toe te staan mits er een piek-aansluiting op de stadswarmte zou
komen. Hier is toen voor gekozen.
OVG heeft door een objectieve (externe) partij kwaliteitsverklaringen laten
opstellen voor de COP’s van zowel warmte als koude, omdat de forfaitaire
6. waarden in de EPC bij lange na niet de werkelijkheid weergaven. Dit heeft
een positieve invloed gehad op de EPC en daarmee op de credit ENE1.
Beperken ventilatorvermogens luchtbehandelingskasten
Een andere ingreep die een positieve invloed had op de EPC en daarmee
op ENE1 was het kritisch doorlopen van alle ventilatorvermogens van alle
luchtbehandelingskasten. Daar waar mogelijk zijn de ventilatorvermogens
verkleind (al dan niet door de fysieke grootte van de
luchtbehandelingskast te vergroten) en is voor de twee grootste
luchtbehandelingskasten gekozen voor een zogenaamde change-over
batterij. Warmte en koude hebben in dit geval niet elk een aparte batterij
in de luchtbehandelingskast maar een gecombineerde zodat de
weerstand afneemt waardoor het ventilatorvermogen naar beneden
bijgesteld kan worden. Dit is een relatief simpele ingreep met een
behoorlijk groot effect op het totale ventilatorvermogen.
Toepassen PV-cellen
Bij The Edge zijn op drie niveaus PV-cellen (zonnecellen) toegepast. Het
totaal opgesteld vermogen is voldoende om de gebouw gebonden
elektrische energie duurzaam op te wekken waardoor de EPC nul is en
The Edge als ‘energieneutraal’ bestempeld kan worden conform de
definities van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO,
voorheen AgentschapNL).
Op de zuidgevel
Op de zuidgevel van het gebouw zijn tussen de ramen, ofwel ter plaatse
van de dichte penanten, PV-cellen opgenomen in het gevelbeeld. Het is
daarmee onderdeel geworden van de architectuur. Het totaalmetrage aan
PV-cellen op de zuidgevel bedraagt netto 720 m2. Omdat het hier om
‘specials’ gaat is het een relatief dure ingreep.
Op het dak van The Edge
Daar waar mogelijk is het dak van The Edge vol gelegd met standaard
PV-cellen. In totaal is hier 1.200 m2 aan PV-cellen geplaatst,
polykristallijne panelen van 1 x 1,6 m2 met minimaal 250 kWp per paneel.
De opgewekte energie wordt benut voor het elektrisch vermogen van de
WKO-installatie.
Op de daken van de HvA en de UvA
Binnen de huidige regelgeving (EMG en EPG) wordt de mogelijkheid
geboden om binnen een straal van 10 km van het project (in dit geval The
Edge) duurzame energieopwekkers te plaatsen en de duurzaam
opgewekte energie die hiermee opgewekt wordt mag meegenomen
worden in de EPC van The Edge. OVG, de Hogeschool van Amsterdam
(HvA) en de Universiteit van Amsterdam (UvA) hebben over dit principe
overeenstemming bereikt. Voor een totaal opgesteld vermogen van 640
kWpiek worden PV-cellen geplaatst op de daken van de HvA en de UvA.
De HvA en de UvA dienen dit vermogen binnen een tijdsbestek van 2 jaar
na oplevering van The Edge gerealiseerd te hebben. Het komt er op neer
dat er 4.100 m2 aan PV-cellen, in dit geval eveneens poly-kristallijne
panelen van 1 x 1,6 m2 met minimaal 250 Wpiek per paneel, geplaatst
gaan worden op de daken van de HvA en de UvA. The Edge heeft
hiermee de primeur met PV-op-afstand.
7. LED-verlichtingsinstallatie
The Edge is ook een van de meest innovatieve kantoorgebouwen in de
wereld. Als eerste kantoorpand van deze omvang wordt The Edge
voorzien van een zogenaamd ‘connected lighting system’, een LED-verlichtingsinstallatie
aangestuurd door multi-sensors die per twee
armaturen in het gehele gebouw gerealiseerd worden en gevoed worden
door CAT6-bekabeling. Dit innovatieve verlichtingssysteem is in
samenwerking met Philips en Deloitte speciaal voor The Edge ontwikkeld.
Elk LED-armatuur en elke multi-sensor heeft een eigen IP-adres en is
gekoppeld aan het gebouwbeheerssysteem. De multi-sensoren meten
behalve daglicht ook beweging, temperatuur en infrarood. Door het fijne
grid dat ontstaat met deze multi-sensoren kan The Edge beschikken over
een bulk aan data waarmee, eveneens op fijnmazig niveau, het gebouw
gemeten, gemonitord en gemanaged kan worden. De facilitair managers
van The Edge krijgen een dashboard waarop zij ‘real-time’ de bezetting in
het gebouw kunnen meten. Dit wordt grafisch weergegeven door middel
van zogenaamde ‘heat-maps’ en dit kan inzichtelijk gemaakt worden op
werkplekniveau, op verdiepingsniveau of op gebouwniveau. Behalve
bezetting kan ook het energieverbruik cq energiebesparing op deze
verschillende niveaus gemeten worden. Elektraverbruik per circa 10 m2,
het aansturen van de schoonmaakdiensten of het actief managen van
bezettingen op (delen van) verdiepingsvloeren zijn voorbeelden van hoe
dit intelligente systeem gebruikt kan worden in de praktijk.
Niet alleen de verlichtingsinstallatie is gekoppeld aan de multi-sensor, ook
de verwarming, de koeling en de luchtbehandelingsinstallatie zijn aan dit
systeem gekoppeld. Wanneer geen beweging gedetecteerd wordt door de
multi-sensor wordt de verlichting die gekoppeld is aan deze sensor
uitgeschakeld, gaat de verwarming cq koeling naar het energiezuinige
setpoint en gaan de luchtkleppen van de ventilatie op de stand ‘stand by’.
Op deze manier wordt bewerkstelligd dat er absoluut niet meer energie
verbruikt wordt dan strikt noodzakelijk.
Medewerkers in The Edge kunnen het ‘connected lighting system’ ook
individueel gebruiken. Via zijn/haar smart-phone en/of tablet kan elke
medewerker het verlichtingsniveau en de temperatuur van de eigen
werkplek regelen cq instellen. Aan de hand van een dagelijks, wekelijks of
maandelijks rapport kan elke individuele medewerker zijn/haar
energieverbruik inzichtelijk maken en ‘benchmarken’ ten opzichte van het
gemiddelde energieverbruik van de overige medewerkers. De gedachte
hierbij is om medewerkers bewust te laten worden van hun individuele
energieverbruik en de mogelijkheid om hier invloed op uit te oefenen.
Het gemiddelde verlichtingsvermogen van dit LED-verlichtingssysteem
bedraagt 3,9 W/m2. Dit is aanzienlijk lager dan conventionele verlichting
op basis van TL5.
Het gemiddelde verlichtingsvermogen van dit LED-verlichtingssysteem
is aanzienlijk lager dan conventionele verlichting op basis van TL5.
Hergebruik van regenwater
Regenwater dat op het dak van The Edge en het dakterras terechtkomt
wordt opgevangen en op niveau -2 verzameld in waterbassins. Dit
8. regenwater wordt gebruikt voor het doorspoelen van de toiletten en voor
het irrigeren van de beplanting op en om het dakterras.
Ecologische corridor voor vleermuizen en broedvogels
The Edge levert ook een bijdrage aan de ecologie rondom het project.
Omdat de natuur zich niet laat leiden door erfgrenzen is met de ecoloog
een plan uitgewerkt voor een ecologische verbindingszone die verder reikt
dan de erfgrenzen van The Edge. Er wordt een ecologische
verbindingszone gecreëerd voor vleermuizen en broedvogels tussen hun
leefgebied enerzijds en hun foerageergebieden anderzijds. De Arent
Janszoon Ernststraat is door de ecoloog aangewezen als
verbindingszone met aan de westzijde het foerageergebied ‘Nieuwe Meer’
en aan de oostzijde het foerageergebied ‘Amstelpark’. De gedachte
hierbij is dat het stedelijk gebied tussen deze zones gebruikt wordt als
‘woonomgeving’ van de vleermuizen en broedvogels. Om die reden
worden in deze verbindingszone nestkasten geplaatst door The Edge.
The Edge is de eerste ontwikkeling die een bijdrage levert aan deze
ecologische verbindingszone in de vorm van het plaatsen van nestkasten
en zo nodig een aantal bomen. De gedachte hierbij is dat andere
ontwikkelaars van BREEAM-projecten hierop kunnen voortborduren door
eveneens nestkasten en evt. bomen te plaatsen in deze ecologische
verbindingszone. De hierboven beschreven bijdrage levert een 2e punt op
onder LE4.
Klimaatplafond
Deloitte en AKD wilden graag een klimaatplafond. Omdat dit geen
onderdeel uitmaakte van de standaard leveringsomvang hebben Deloitte
en AKD besloten om hierin te investeren. Een klimaatplafond levert een
thermisch comfort klasse A. Dit wordt gewaardeerd binnen BREEAM.
Behalve een chique uitstraling biedt een klimaatplafond de medewerkers
ook meer comfort. Ook al is het niet met harde cijfers te onderbouwen,
onderzoeken wijzen uit dat de arbeidsproductiviteit toeneemt en het
ziekteverzuim daalt bij het toepassen van een klimaatplafond. Een
bijkomend voordeel is de mogelijkheid van het toepassen van een erg
laag temperatuurtraject. Dit lage temperatuurtraject is bij The Edge ook
gerealiseerd. Dit heeft weer een positieve invloed op het energieverbruik
van de WKO-installatie.
Onderbouwde herkomst van materialen
De onderbouwde herkomst van materialen wordt gewaardeerd in MAT5.
Met deze credit wordt bevorderd dat leveranciers van (samengestelde)
bouwmaterialen en –producten zich laten certificeren conform de
NEN14001 waarin wordt geborgd dat partijen met aandacht voor mens en
milieu hun bedrijfsvoering organiseren. Het uiteindelijke doel van deze
credit is dat alle partijen/leveranciers in elke bouw gerelateerde keten zich
laten certificeren conform bovengenoemde NEN. Vergelijk het met FSC-hout:
van een houten onderdeel dat in een project gemonteerd wordt dat
FSC-gecertificeerd is, is bekend dat de gehele keten tot en met het
bosbouwbedrijf dat de boom heeft omgezaagd FSC-gecertificeerd is.
MAT5 wil een dergelijke keten-certificering bewerkstelligen voor alle bouw
gerelateerde ketens.
OVG heeft dit gedachtengoed geadopteerd en leveranciers
aangemoedigd zich te laten certificeren bij de realisatie van The Edge.
Het resultaat is dat 95% onder tierlevel 4 (vergelijkbaar met de eerste
9. ‘schil’ aan leveranciers gerekend van het project) ISO14001 gecertificeerd
is en er zijn eveneens voldoende partijen in tierlevel 3 ISO14001
gecertificeerd om ook deze level te behalen. Het spreidde zich als een
olievlek uit.
Innovaties
De laatste stap tot de hoogste score was lastig, zie het hoofdstuk
‘ambities’. Vanzelfsprekend waren nagenoeg alle credits al ingevuld. De
BRL biedt de mogelijkheid om een totaal van 10%-punten te behalen met
exemplary performances en innovaties tezamen. Het aantal exemplary
performances bij The Edge bedroeg 8%-punten. OVG heeft toen
onderzocht in overleg met de expert, de assessor en de DGBC wat de
kansen waren voor het behalen van in elk geval nog 2 innovaties. Elke
innovatie die door de DGBC gehonoreerd wordt, wordt gewaardeerd met
1%.
OVG heeft in overleg met de leverancier van de WKO-installatie gekozen
om een tweetal WKO-gerelateerde innovaties door te voeren. The Edge
trad hierbij feitelijk op als ‘launching project’.
De eerste innovatie heeft te maken met een zogenaamd ‘jutterconcept’.
Hierbij worden op basis van onderdruk de filterlengtes van de bronnen
schoon gejutterd waardoor over een grotere lengte een schoon filter
gerealiseerd wordt. Met dit systeem zijn twee voordelen beoogd, 1) er is
minder (zilt/zout) spuiwater benodigd dat op het oppervlaktewater en/of in
het riool geloosd hoeft te worden en 2) wanneer filterlengtes over een
langere lengte schoon zijn, zijn ze efficiënter en kunnen ze bij
(toekomstige) projecten een kleinere diameter krijgen.
De tweede innovatie betrof een combinatie van een extra subcooler en
een innovatieve verdamper ter plaatse van de warmtepomp. De
verwachting is dat de COP-warmte hierdoor met circa 15% (!) omhoog
gaat.
De DGBC heeft beide innovaties gehonoreerd waardoor de score met 2%
is gestegen.
Met bovenstaande opsomming is getracht weer te geven hoe bij het
project The Edge invulling gegeven is aan diverse credits, zoals gezegd
sommige waren ‘makkelijk en/of goedkoop’ en andere waren ‘moeilijk
en/of duur’. Het resultaat is wel dat The Edge in de categorie
grootschalige kantoorontwikkelingen de hoogste score wereldwijd heeft
behaald.
Proces : De belangrijkste randvoorwaarde om de hierboven beschreven ambities
waar te kunnen maken is dat alle stakeholders (partijen en personen) bij
een dergelijke ontwikkeling enthousiast zijn. Dit geldt voor de gebruikers
van het pand, voor de ontwikkelaar, voor de aannemer, voor de
installateur, voor alle adviseurs en uiteindelijk ook voor de eigenaar. Dit
enthousiasme heeft een versterkend effect gehad bij The Edge. Het heeft
er bij The Edge voor gezorgd dat er telkens een stapje extra gezet werd.
Voor een beschrijving van dit feitelijk iteratieve proces wordt verwezen
naar het hoofdstuk ‘ambities’.
10. BREEAM-NL : Zoals hierboven beschreven zijn sommige credits ‘makkelijk en/of
goedkoop’ en zijn andere ‘moeilijk en/of duur’. Het is lastig om in
Nederland op de MAT-credits goed te scoren. Daaruit blijkt dat de
BREEAM-richtlijnen niet in Nederland ontstaan zijn maar dat hun
herkomst in het Angelsaksische ligt.
Wat OVG betreft biedt BREEAM-NL nog onvoldoende ruimte om ‘in de
geest van’ de richtlijnen te kunnen opereren. (te) Vaak wordt in de ogen
van OVG nog door assessoren en de DGBC vastgehouden aan de
letterlijke omschrijving in de BREEAM-richtlijnen en kan dit ten koste gaan
van intrinsieke duurzaamheid en bestaat het gevaar dat het projectteam
verstrikt raakt in bureaucratische (lees: langdurige en daardoor dure)
administratieve processen. OVG is er groot voorstander van wanneer er
een mogelijkheid ontwikkeld wordt waarbij de expert (als
vertegenwoordiger van het projectteam) en de assessor (als bewaker van
het BREEAM-gedachtengoed) gezamenlijk tot een interpretatie van een
project specifieke duurzaamheidsmaatregel kunnen komen die door de
DGBC gehonoreerd wordt omdat de expert en de assessor het er
simpelweg over eens zijn. Ook al is deze specifieke maatregel niet
letterlijk omschreven in de richtlijnen, het past ‘in de geest’ van het
BREEAM-gedachtengoed en het draagt bij aan intrinsieke duurzaamheid.
Kosten : Het blijft een lastige materie om (financiële) kosten en baten van
duurzaamheid in kaart te brengen. Ja, het heeft zeker een aanzienlijk
bedrag gekost om het meest duurzame kantoorpand wereldwijd te
realiseren. Daar staat tegenover dat een aantal maatregelen (en daarmee
kosten) binnen 10 jaar terugverdiend wordt. Echter of de koper van The
Edge minder geld zou hebben betaald voor het pand wanneer het niet of
minder duurzaam was geweest, zal nooit exact te achterhalen zijn. OVG
beschouwt duurzaam ontwikkelen meer als de nieuwe werkelijkheid.
Banken zijn alleen nog bereid te financieren als het project een duurzaam
karakter heeft, gemeenten leggen minimale duurzaamheidsambities op,
gebruikers/huurders zullen meer en meer eisen stellen t.a.v.
duurzaamheid, etc. OVG is ervan overtuigd dat deze (duurzame)
ontwikkeling niet meer terug te draaien is en alleen nog maar sterker zal
worden.
Tips volgend project : De tips zijn feitelijk hierboven reeds beschreven. Zoek van meet af aan
een groep positieve en gedreven mensen en partijen bij elkaar wanneer
de duurzaamheidsambitie hoog is. En start vroegtijdig met het verdiepen
in de richtlijnen. Een behoorlijk aantal ‘laaghangend fruit-credits’ kan bij
alleen bij vroegtijdig starten ‘geplukt’ worden.
Tot slot : BREEAM heeft met zekerheid een belangrijke stempel gedrukt op The
Edge. Door de hoge BREEAM-ambities bij The Edge zijn er behoorlijk wat
keuzes gemaakt door zowel de ontwikkelaar, de aannemer als ook door
de gebruikers, die normaliter niet gemaakt zouden zijn bij een
conventioneel ontwikkel- en realisatietraject. Dit heeft wel geresulteerd tot
een erg aantrekkelijke, comfortabele en state-of-the-art werkomgeving
voor de medewerkers van Deloitte en AKD. En, ook niet onbelangrijk,
heeft The Edge aanzienlijk lagere exploitatiekosten (servicelasten) dan
vergelijkbare (ook eigentijdse) projecten.