1. Hoe
sociaal
is
social
media?
Maakt
social
media
ons
socialer
of
raken
we
eerder
sociaal
geïsoleerd?
Paula
Vermeulen
1576511
|
JDE-‐CONTD-‐2
|
Essay
Cursus:
Content
2
2011
periode
A
|
Docent:
Madris
Duric
28
oktober
2011
2.
Inhoudsopgave
Inleiding
3
Ja
we
raken
sociaal
geïsoleerd!
4
Nee
het
maakt
ons
juist
socialer!
5
Conclusie
8
Paula
Vermeulen
1576511
|
JDE-‐CONTD-‐2
|
Essay
|
content
2
2011
periode
A
|
Madris
Duric
2
3. Inleiding
Had
ik
op
de
basisschool
nog
niet
eens
van
social
media
gehoord
en
was
ik
op
mijn
twaalfde
blij
met
mijn
eerste
mobiele
telefoon
die
geen
kleurenscherm
had,
geen
apps
en
alleen
maar
kon
bellen
en
sms’en.
Nu
lacht
mijn
nichtje
van
13
je
vierkant
uit
als
je
niet
weet
wat
een
Blackberry
of
social
media
is.
‘Vroeger’
hingen
we
nog
op
straat
om
elkaar
te
zien,
nu
kruipen
we
achter
een
beeldscherm.
Natuurlijk,
de
wereld
verandert,
de
technologie
ontwikkelt
zich
verder
en
dat
is
maar
goed
ook.
We
willen
niet
stil
staan
en
technologie
maakt
ons
dagelijkse
leven
makkelijk.
Maar
is
er
niet
ook
een
keerzijde
van
al
die
social
media?
Mensen
zitten
in
de
kroeg
constant
hun
Facebook
status
bij
te
werken
of
tweets
te
posten,
ze
worden
geweigerd
als
ze
Wordfeud
spelen
en
zelfs
onze
Koningin
besteedde
in
haar
kersttoespraak
in
2009
veel
aandacht
aan
social
media.
Is
het
niet
zo
dat
we
steeds
vaker
achter
onze
beeldschermen
kruipen
in
plaats
van
elkaar
te
zien?
En
voelen
wij
ons
daar
eigenlijk
niet
veel
eenzamer
door?
Daarom
stel
ik
de
vraag:
maakt
social
media
ons
wel
socialer
of
raken
we
eerder
sociaal
geïsoleerd?
Ik
zal
de
voor-‐
en
tegenargumenten
van
sociologen,
psychologen,
professoren
en
die
van
de
koningin
naast
elkaar
leggen
en
mijn
eigen
conclusie
trekken.
Paula
Vermeulen
1576511
|
JDE-‐CONTD-‐2
|
Essay
|
content
2
2011
periode
A
|
Madris
Duric
3
4. Ja
we
raken
sociaal
geïsoleerd!
In
de
kersttoespraak
van
2009
uit
koningin
Beatrix
haar
mening
over
social
media.
Ze
stelt
dat
hoewel
de
technische
vooruitgang
ons
onafhankelijker
maakt
we
ook
afstandelijker
worden.
We
zijn
teveel
met
onszelf
bezig,
kennen
onze
buren
niet
meer
en
worden
steeds
individualistischer.
‘Persoonlijke
vrijheid
is
los
komen
te
staan
van
verbondenheid
met
de
gemeenschap.
Maar
zonder
enig
'wij-‐gevoel'
wordt
ons
bestaan
leeg.
Met
virtuele
ontmoetingen
is
die
leegte
niet
te
vullen;
integendeel,
afstanden
worden
juist
vergroot.
Het
ideaal
van
het
bevrijde
individu
heeft
zijn
eindpunt
bereikt.
We
moeten
trachten
een
weg
terug
te
vinden
naar
wat
samenbindt.’1
‘De
moderne
technische
mogelijkheden
lijken
mensen
wel
dichter
bij
elkaar
te
brengen
maar
ze
blijven
op
'veilige'
afstand,
schuilgaand
achter
hun
schermen.
Wij
kunnen
nu
spreken
zonder
te
voorschijn
te
komen,
zonder
zelf
gezien
te
worden,
anoniem.
Domweg,
grofweg
emoties
uiten
is
makkelijk
geworden.’
1
Social
media
vult
je
eenzaamheid
dus
niet
op.
Mensen
hebben
behoefte
aan
face-‐to-‐face
contact.
Een
ander
persoon
die
deze
mening
deelt
is
Sherry
Turkle, 2
Sherry
Turkle
schrijft
in
haar
boek
nieuwste
boek
Alone
Together:
Why
we
expect
more
from
technology
and
less
from
each
other
over
hoe
technologie
ons
verandert.
Waarom
wij
meer
van
technologie
verwachten
dan
van
elkaar.
Door
technologie,
creëren,
navigeren
en
stellen
wij
emotionele
levens
ten
toon.
‘We
are
shaped
by
our
tools.
And
now,
the
computer,
a
machine,
on
the
border
of
becoming
a
mind,
was
changing
and
shaping
us.’
3
Turkle
ziet
het
vooral
als
een
negatieve
ontwikkeling.
We
sms’en
liever
dan
dat
we
echt
met
iemand
praten.
We
zijn
eenzaam
en
het
net
is
verleidelijk.
‘We
fear
the
risks
and
disappointments
of
relationships
with
our
fellow
humans.
We
expect
more
from
technology
and
less
from
each
other.’
3
‘We’re
using
inanimate
objects
to
convince
ourselves
that
even
when
we’re
alone,
we
feel
together.
And
then
when
we’re
with
each
other,
we
put
ourselves
in
situations
where
we
feel
alone—constantly
on
our
mobile
devices.
It’s
what
I
call
a
perfect
storm
of
confusion
about
what’s
important
in
our
human
connections.’
3
Daphne
Bunskoek
interviewt
Sherry
Turkle
over
haar
boek
in
het
programma
gesprek
op
2.
In
dit
gesprek
waarschuwt
Sherry
Turkle
ons
voor
de
gevolgen
van
het
communiceren
via
social
media.
Ze
keurt
de
technologische
ontwikkelingen
niet
af,
maar
we
moeten
wel
uitkijken.
Als
we
zo
doorgaan,
dan
leren
we
niet
meer
hoe
we
een
echt
gesprek
moeten
voeren.
Het
aangaan
van
social
media
relaties
is
goed
maar
meestal
blijven
we
thuis
bij
Facebook
in
plaats
van
dat
we
de
deur
uitgaan
en
met
mensen
afspreken.
We
zijn
meer
verbonden
dan
ooit,
maar
zo
alleen
hebben
we
ons
nog
nooit
gevoeld.
4
1
Koningin
Beatrix.
Kersttoespraak.
Den
Haag,
2009.
2
Sherry
Turkle
Abby
Rockefeller
Mauzé
Professor
of
the
Social
Studies
of
Science
and
Technology
at
the
MIT,
2
Sherry
Turkle
Abby
Rockefeller
Mauzé
Professor
of
the
Social
Studies
of
Science
and
Technology
at
the
MIT,
vinder
en
directeur
van
het
MIT
Initiative
on
Technology
and
Self
en
schrijfster
van
onder
andere
The
Second
Self:
Computers
and
the
Human
Spirit
en
Life
on
the
Screen:
Identity
in
the
Age
of
the
Internet.
3
Turkle,
S.
Alone
together.
Why
we
expect
more
from
technology
and
less
from
each
other.
New
York:
Basic
Books,
2011.
4
‘Aflevering
3:
Sherry
Turkle.’
Gesprek
op
2.
VPRO,
Ikon
en
NTR:.
25
september
2011.
Televisie.
Paula
Vermeulen
1576511
|
JDE-‐CONTD-‐2
|
Essay
|
content
2
2011
periode
A
|
Madris
Duric
4
5.
Uit
onderzoek
aan
de
California
State
University
blijkt
dat
jongeren
die
gebruiken
van
social
media
sneller
narcistische
trekjes
en
gedragsproblemen
ontwikkelen.
Hoogleraar
psychologie
Larry
Rosen
legt
uit
dat
jongeren
die
jarenlang
overmatig
gebruik
maken
van
sociale
media
op
termijn
heel
ijdel,
agressief
en
asociaal
kunnen
worden.
Bovendien
hebben
ze
een
verhoogd
risico
om
allerlei
angsten,
depressies
en
soortgelijke
psychische
stoornissen
te
ontwikkelen.5
Nee
het
maakt
ons
juist
socialer!
Volgens
onderzoek
door
de
University
of
Texas
at
Austin
maakt
social
media
ons
juist
meer
sociaal.
Tijdens
een
ondervraging
van
900
recent
afgestudeerde
studenten
onderzochten
Craig
Watkins
en
Erin
Lee
van
de
Department
of
Radio-‐Television-‐Film
at
the
University
of
Texas,
de
impact
op
het
sociale
leven
van
Facebook-‐gebruikers
met
als
conclusie
dat
social
media
nieuwe
mogelijkheden
biedt
op
het
gebied
van
vriendschap.
6
Twee
van
de
voornaamste
redenen
waarom
jongeren
Facebook
gebruiken
is
om
in
contact
te
blijven
met
verre
vrienden
(47%)
en
familieleden
(35%).
Watkins
wijst
ook
op
het
feit
dat
vier
à
vijf
jaar
geleden
het
netwerk
van
jongeren
veel
beperkter
was.
6
‘It
would
have
been
unimaginable
for
young
people
to
have
their
family
members
as
part
of
their
network.’
6
De
ondervraagden
begonnen
al
vroeg
met
Facebook:
zo’n
50%
begon
het
te
gebruiken
tussen
de
leeftijd
van
14
tot
18
jaar.
Daarbij
heeft
bijna
de
helft
tussen
de
100
en
500
vrienden
op
Facebook.
Ook
zijn
ze
heel
actief,
80%
van
de
ondervraagden
gaf
aan
dagelijks
in
te
loggen
op
Facebook.
Daarvan
logt
60%
meerdere
keren
per
dag
in.
Op
de
vraag
of
de
studenten
wilden
dat
ze
minder
tijd
op
Facebook
door
konden
brengen
dan
ze
nu
doen,
antwoorden
40%
nee
en
slechts
20
%
ja.
De
meeste
studenten
vinden
dus
niet
dat
ze
teveel
tijd
online
doorbrengen.
Wat
doen
de
studenten
nou
eigenlijk
op
Facebook?
Meer
dan
twee
derde
gaf
aan
het
meeste
hun
status
te
updaten
en
commentaar
en
likes
te
plaatsen.7
Socioloog
Keith
Hampton
gelooft
ook
dat
technologie
en
sociaal
netwerken
ons
leven
op
een
hele
positieve
manier
beïnvloed.
Samen
met
het
Pew
Research
Center’s
Internet
&
American
Life
Project
deed
hij
onderzoek
naar
de
sociale
netwerken
van
mensen
en
hoe
het
gebruik
van
deze
technologie
samenhangt
met
vertrouwen,
tolerantie,
sociale
steun,
en
maatschappelijke
en
politieke
betrokkenheid.
8
‘There
has
been
a
great
deal
of
speculation
about
the
impact
of
social
networking
site
uses
on
people’s
social
lives,
and
how
much
of
it
has
centered
on
the
possibility
that
these
sites
are
hurting
users’
relationships
and
pushing
them
away
from
participating
in
the
world.
We’ve
found
the
exact
opposite—that
people
who
use
sites
like
Facebook
actually
have
more
close
relationships
and
are
more
likely
to
be
involved
in
civic
and
political
activities.’
8
Facebook
is
de
meest
gebruikte
sociale
netwerk-‐site
met
92%
gevolgd
door
MySpace
29%,
LinkedIn
18%
en
Twitter
13%.
Ook
bleek
uit
dit
onderzoek
weer
dat
mensen
dagelijks
op
sociale
5
‘Facebook
maakt
jongeren
narcistisch’.
De
standaard
online.
11
augustus
2011.
Web.
Oktober
2011.
6
Paul,
Pamela.
‘Does
Facebook
make
someone
social
offline?’
The
New
York
Times.
The
New
York
Times
Company.
28
januari
2011.
Web.
Oktober
2011.
7
Watkins,
Craig
and
Erin
Lee.
‘Got
Facebook?
Investigating
what’s
social
about
social
media.’
The
University
of
Texas
at
Austin,
department
of
Radio-‐Television-‐Film.
18
november
2010.
Web.
Oktober
2011.
8
Gambino,
Megan.
‘How
technology
makes
us
better
social
beings’.
Smithsonian.com.
Smithsonian
magazine.
11
juli
2011.
Web.
Oktober
2011.
Paula
Vermeulen
1576511
|
JDE-‐CONTD-‐2
|
Essay
|
content
2
2011
periode
A
|
Madris
Duric
5
6. netwerk
sites
te
vinden
zijn.
Hoewel
het
bijna
klinkt
als
een
verslaving
zou
je
uit
dit
onderzoek
kunnen
opmaken
dat
het
misschien
wel
een
goede
verslaving
is
om
te
hebben.
Mensen
die
Facebook
meerdere
keren
per
dag
gebruiken
hebben
43%
meer
kans
dan
andere
internet
gebruikers
om
te
voelen
dat
de
meeste
mensen
te
vertrouwen
zijn.
Daarnaast
hebben
ze
ongeveer
9%
meer
hechte
relaties
en
43%
meer
kans
te
hebben
gezegd
dat
ze
zouden
stemmen.
Ook
krijgen
ze
meer
sociale
steun.
Denk
maar
aan
al
die
mensen
die
je
beterschap
wensen
als
je
status
op
Facebook
‘Ziek
in
bed’
is.
9
Uit
een
ander
onderzoek
door
de
Pew
Internet
and
American
Life
Project
onder
technologie
experts
blijkt
dat
generatie
Y,
mensen
geboren
tussen
1980
en
1994,
door
zal
gaan
met
het
gebruik
van
social
media
als
ze
volwassen
worden
en
een
eigen
familie
krijgen.
Het
onderzoek
is
onderdeel
van
Pew’s
vierde
‘Future
of
the
Internet
study’
in
waar
geselecteerde
experts
en
internetgebruikers
gevraagd
werd
na
te
denken
over
‘the
future
of
the
internet-‐
connected
world
between
no
wand
2020’.
Als
het
aankomt
op
generatie
Y
dan
zijn
67%
van
de
experts
het
eens
over
de
volgende
stelling:
‘By
2020,
members
of
Generation
Y
(today’s
‘digital
natives’)
will
continue
to
be
ambient
broadcasters
who
disclose
a
great
deal
of
personal
information
in
order
to
stay
connected
and
take
advantage
of
social,
economic,
and
political
opportunities.
Even
as
they
mature,
have
families,
and
take
on
more
significant
responsibilities,
their
enthusiasm
for
widespread
information
sharing
will
carry
forward.’10
Uit
het
onderzoek
kwam
ook
naar
voren
dat
de
experts
geloven
in
de
voordelen
en
de
sociale
voordelen
van
het
delen
van
persoonlijke
informatieve
ten
op
opzichte
van
de
nadelen.
Een
reactie
van
een
Mozilla
programmeur
is
hiervan
een
voorbeeld:
‘Unless
Generation
Y
has
a
collective
privacy-‐related
epiphany,
they
will
continue
to
happily
trade
it
for
convenience.’11
Tom
Gouman12
werd
een
tijd
geleden
geïnterviewd
door
een
aantal
studenten
van
de
Hogeschool
voor
de
Kunsten
in
Utrecht
over
het
onderwerp
social
media
en
vriendschap
vanuit
sociologisch
perspectief.
Dat
de
omgang
met
elkaar
is
veranderd
is
algemeen
bekend.
Tom
Gouman
schrijft
dit
echter
niet
direct
toe
aan
het
internet
en
social
media.
13Er
wordt
veel
gesproken
over
de
toenemende
individualisering
in
Nederland.
‘Wat
je
ziet
is
dat
de
gemeenschappen
waar
mensen
deel
van
uitmaken
niet
meer
gelden
voor
het
leven.
Mensen
wonen
niet
meer
hun
hele
leven
in
hetzelfde
huis,
in
hetzelfde
dorp.
Gemeenschappen
worden
daarom
minder
hecht
en
vluchtiger.
Hierbij
is
het
wel
belangrijk
dat
de
behoefte
om
deel
uit
te
maken
van
een
gemeenschap
of
groep
mensen
altijd
zal
blijven.
De
mens
is
namelijk
ten
diepste
een
sociaal
wezen.’
9
Hampton,
Keith
et
al.
‘Social
networking
sites
and
our
lives’.
Pew
Internet
and
American
Life
Project.
16
juni
2011.
Web.
Oktober
2011.
10
Grove,
Jennifer
van.
‘Experts
agree:
Gen
Y
will
not
grow
out
of
social
networking
[study]’.
Mashable.
Mashable
inc.
9
juli
2010.
Web.
Oktober
2011.
11
Anderson,
Janna
and
Lee
Rainie.
‘Millennials
will
make
online
sharing
in
networks
a
lifelong
habit’.
Pew
Internet
and
American
Life
Project.
Onderdeel
van
het
vierde
Future
of
the
Internet
Study.
9
juli
2010.
Web.
Oktober
2011.
12
Tom
Gouman,
Community
Manager
bij
Twynstra
Gudde,
Blogger
Frankwatching.com,
schrijver
van
#volgjemenog?,
Master
in
Sociology
en
Social
Media
Consultant.
13
Tom
Gouman.
‘Social
media
en
vriendschap’.
Tomgouman.
Tomgouman,
18
mei
2011.
Web.
Oktober
2011.
Paula
Vermeulen
1576511
|
JDE-‐CONTD-‐2
|
Essay
|
content
2
2011
periode
A
|
Madris
Duric
6
7. Maar
wat
is
dan
de
invloed
van
sociale
media
op
vriendschap?
Hierin
blijft
Tom
Gouman
aardig
in
het
midden.
Face-‐to-‐face
ontmoetingen
zullen
volgens
hem
altijd
een
belangrijke
rol
blijven
spelen
bij
het
onderhouden
van
sterke
banden
en
vriendschappen.
‘Social
media
zorgen
er
dus
zeker
niet
voor
dat
we
minder
of
meer
goede
vrienden
hebben
of
dat
het
contact
met
onze
vrienden
oppervlakkiger
wordt,
zoals
vaak
wordt
gesteld.
Wel
denk
ik
dat
sociale
media
ervoor
heeft
gezorgd
dat
het
aantal
zwakkere
bindingen
dat
een
mens
heeft
enorm
is
toegenomen.’
Tot
slot
somt
Gouman
de
positieve
en
negatieve
ontwikkelingen
op
die
social
media
met
zich
meebrengt
als
we
het
hebben
over
sociale
omgang
in
de
privé
sferen.
Positief:
‘We
zijn
niet
meer
afhankelijk
van
tijd
en
plaats
om
contact
te
onderhouden
met
onze
vrienden,
je
blijft
dus
makkelijker
op
de
hoogte
van
wat
er
speelt.
Ook
maakt
social
media
het
makkelijker
om
in
concact
te
komen
met
mensen
uit
andere
werelden.
De
grenzen
tussen
gemeenschappen
vervagen.’
Negatief:
‘Het
gevaar
bestaat
dat
contact
via
social
media
de
offline
communicatie
(voor
een
deel)
vervangt.
Ik
denk
dat
we
bijvoorbeeld
minder
snel
geneigd
zijn
om
elkaar
te
bellen
of
af
te
spreken
met
elkaar,
omdat
we
al
weten
wat
er
bij
elkaar
speelt
door
middel
van
Hyves
of
Facebook.
De
gesprekken
die
je
hebt
op
Hyves
en
Facebook
zijn
toch
anders
dan
wanneer
je
elkaar
belt
of
ziet.
Iemands
gezicht
zien
of
zijn
stem
horen
blijft
altijd
belangrijk.’
‘Als
je
kijkt
naar
de
gesprekken
tussen
vrienden
op
sociale
media,
dan
gaat
het
vaak
over
de
dingen
die
je
met
elkaar
hebt
beleefd
of
meegemaakt.
Hoe
meer
je
contact
verschuift
van
face-‐to-‐face
naar
virtueel,
hoe
minder
gedeelde
belevenissen
je
uiteindelijk
hebt
om
over
te
communiceren.
Ik
denk
dat
die
gedeelde
belevenissen
een
belangrijk
onderdeel
zijn
van
een
vriendschap.
Daarom
is
het
erg
moeilijk
om
een
échte
goede
vriendschap
te
onderhouden
met
iemand
die
op
grote
afstand
woont.’
Paula
Vermeulen
1576511
|
JDE-‐CONTD-‐2
|
Essay
|
content
2
2011
periode
A
|
Madris
Duric
7
8. Conclusie
In
het
begin
van
het
essay
stelde
ik
de
vraag:
maakt
social
media
ons
socialer
of
raken
we
eerder
sociaal
geïsoleerd?
In
mijn
onderzoek
kwam
ik
voor
en
tegenstanders
tegen
met
allebei
goede
argumenten.
Is
er
eigenlijk
wel
een
antwoord
op
de
vraag?
Koningin
Beatrix
zei
dat
de
persoonlijke
vrijheid
los
is
komen
te
staan
van
verbondenheid
met
de
gemeenschap.
Dit
beaamt
Tom
Gouman
ook.
Mensen
wonen
niet
meer
hun
hele
leven
in
hetzelfde
huis,
in
hetzelfde
dorp.
En
dat
is
logisch.
Wij
groeien
en
de
wereld
wordt
kleiner.
De
afstanden
tussen
mensen
wordt
kleiner,
we
kunnen
sneller
reizen
en
weten
meer
van
de
wereld.
Hierdoor
worden
we
nieuwsgieriger
en
willen
we
ook
niet
meer
ons
hele
leven
in
de
oude
vertrouwde
omgeving
blijven.
Dat
gaat
ons
vervelen.
Daar
kan
ik
mij,
als
groot
liefhebber
van
reizen,
volledig
in
vinden.
Sherry
Turkle
waarschuwt
ons
voor
de
gevolgen
van
het
communiceren
via
social
media.
Ze
keurt
de
technologische
ontwikkelingen
niet
af,
maar
we
moeten
wel
uitkijken.
Als
we
zo
doorgaan,
dan
leren
we
niet
meer
hoe
we
een
echt
gesprek
moeten
voeren.
Het
aangaan
van
social
media
relaties
is
goed
maar
meestal
blijven
we
thuis
bij
Facebook
in
plaats
van
dat
we
de
deur
uitgaan
en
met
mensen
afspreken.
We
zijn
meer
verbonden
dan
ooit,
maar
zo
alleen
hebben
we
ons
nog
nooit
gevoeld.
Zijn
we
online
ook
wel
echt
wie
we
zijn?
Of
doen
we
ons
voor
als
degene
die
we
willen
zijn?
Bijna
iedereen
zet
alleen
de
leuke,
positieve
dingen
die
je
meemaakt
op
Facebook.
Daar
schijnt
altijd
de
zon
en
dat
zie
je
ook
bij
anderen.
Hierdoor
ontstaat
er
zelfs
een
jaloersheid
jegens
je
vrienden,
hoe
leuk
hun
leven
wel
niet
is.
Hierdoor
raken
we
juist
eerder
depressief
en
worden
we
bang
om
mensen
in
het
echt
onder
ogen
te
komen.
Want
wat
als
jij
tegenvalt?
Pubers
leven
door
Facebook
in
een
illusie
dat
ze
nooit
alleen
zijn
vanwege
de
technologie.
En
natuurlijk,
we
hoeven
onze
computer
maar
aan
de
zetten
en
er
is
vast
iemand
online
met
wie
we
kunnen
praten
of
er
zijn
nieuwe
status
updates
die
we
kunnen
lezen.
Hierdoor
hebben
ze
niet
het
gevoel
dat
ze
willen
bellen.
En
doordat
ze
in
die
illusie
leven
nooit
alleen
te
zijn
leren
ze
juist
niet
dat
het
weleens
goed
om
alleen
thuis
zijn.
Tenslotte
moet
je
jezelf
ook
kunnen
vermaken.
Turkle
wijst
erop
dat
er
een
balans
moet
komen.
En
hier
ben
ik
het
volledig
mee
eens.
Ik
kan
me
in
alle
onderzoeken
wel
vinden.
Natuurlijk
is
het
makkelijker
contact
te
houden
met
vakantie-‐
vrienden,
oud-‐huisgenoten,
vrienden
die
naar
het
buitenland
zijn
verhuisd.
Social
media
is
de
manier
om
nog
een
beetje
op
de
hoogte
te
blijven
van
elkaars
leven
en
in
dat
opzicht
is
het
een
goed
communicatiemiddel.
Maar
social
media
moet
het
niet
gaan
overnemen.
We
moeten
ons
realiseren
hoe
belangrijk
face-‐
to-‐face
contact
ook
is.
Dingen
kunnen
via
het
internet
heel
anders
overkomen
en
zo
ontstaat
er
makkelijk
miscommunicatie.
Ik
merk
de
laatste
tijd
dat
het
mij
veel
meer
opvalt
dat
we
de
hele
dag
met
onze
telefoon
in
de
hand
moeten
lopen.
We
hoeven
niet
24/7
bereikbaar
te
zijn.
Er
moet
een
balans
komen
tussen
online
en
offline.
Als
je
een
afspraak
hebt
met
mensen
dan
moet
de
aandacht
daar
zijn
en
niet
bij
de
nog
200
andere
vrienden
op
Facebook.
Anders
komt
het
straks
zo
ver
dat
we
alleen
nog
maar
via
social
media
communiceren
en
niet
eens
meer
praten.
Paula
Vermeulen
1576511
|
JDE-‐CONTD-‐2
|
Essay
|
content
2
2011
periode
A
|
Madris
Duric
8