2. Het woord 'korstmos' is op twee
manieren misleidend.
Korstmossen zijn geen mossen
(ook al eindigt de Nederlandse naam
vaak op '-mos'), en ze hebben lang niet
allemaal een 'korst'-vorm.
Wat zijn ze dan wel?
En wat maakt ze zo bijzonder?
Waar leven ze van?
Waarom zie je ze vooral op de hei en op
schrale plekken?
Hoe vermeerderen ze zich?
Bruin bekermos
3. Korstmossen hebben geen stengels,
bladeren, bloemen of wortels.
Een korstmos bestaat uit
schimmeldraden die een alg of wier
omkapselen. Die algen of wieren zijn
nodig om aan suikers te komen.
Schimmels hebben zelf geen groene of
blauwe cellen, dus geen chlorofyl
(=bladgroen). Ze hebben dus ook geen
fotosynthese. Ze kunnen dus geen suikers
en zetmelen aanmaken.
Planten, grassen, bomen, varens, mossen,
algen en wieren kunnen dat wel.
Wat schimmels wel goed kunnen, is
(voedings-) zouten opnemen uit (regen-)
water, en maken. Dat kunnen schimmels
beter dan algen, wieren, mossen, varens,
grassen, planten en bomen.
eikemos
4. Omdat korstmossen geen wortels hebben,
halen ze alle voeding uit de lucht.
Ruilhandel tussen alg (of wier) en schimmel ligt
voor de hand.
Ravelig bekermos
De uiterlijke kenmerken van korstmossen zijn
zo klein dat een loep van 10x of 20x vergroting
vaak noodzakelijk is. Sommige hebben
aanhechtingsdraadjes (wortelachtig), lobjes of
schubjes (bladachtig), soms bekertjes of staafjes
(steel- of struikachtig), voortplantingsorganen,
korreltjes.
5. De voortplanting van
de schimmel van het
korstmos als een
paddenstoeltje met
sporen is niet
kansrijk.
Voeding krijgt zo'n
spore amper mee. De
sporen van de
schimmel moeten op
een geschikt algje
landen, om daarmee
een nieuw
korstmosje te
vormen.
Gewoon schorsmos