www.sovon.nl/ganzen
Nederland is een internationale mainport voor overwinterende en doortrekkende ganzen. Van vijf van de veertien ganzenpopulaties in Noordwest-Europa, verblijft de helft of meer 's winters in ons land. Momenteel gaat het om zo'n 2,1 miljoen ganzen. Rond 1980 waren dat nog een half miljoen. Met landelijke tellingen worden aantallen nauwkeurig bijgehouden.
Naast de absolute groei van aantallen zijn er ook enkele soorten die 's winters langer in ons land verblijven; ze komen eerder aan (Kolgans) of vertrekken later in het voorjaar (Brandgans).
Deze ontwikkelingen passen in een algehele toename van ganzen in zowel Europa als Noord-Amerika. In tegenstelling tot weidevogels en andere boerenlandvogels, hebben ganzen succesvol ingespeeld op het rijke voedselaanbod dat de modernde landbouw ze in toenemende mate biedt.Tegelijkertijd verbeterde de bescherming in veel landen. Vooral de grauwe gans en de brandgans breiden zich nog steeds uit. Hun aantal vormt een toenemende aandeel van de wintergroepen.
De Taigarietgans en Kleine Rietgans bezoeken ons land daarentegen minder. Veel soorten komen bovendien met steeds minder jongen uit de Arctische broedgebieden terug, een indicatie dat de aantallen daar door natuurlijke omstandigheden worden gereguleerd.
Presentatie Julia Stahl en Kees Koffijberg (beide Sovon) op het ganzensymposium in Friesland op 19 mei 2017
www.sovon.nl/ganzen
Kwantificering bezoek wilde vogels aan uitloop pluimveebedrijf (Armin Elbers)
Ontwikkelingen overwinterende ganzen in Nederland in de afgelopen 10 jaar
1. Ganzensymposium Fryske Akademy
& NOU, 19 mei 2017
Contrastrijke ontwikkelingen bij overwinterende
ganzen in Nederland in de afgelopen 10 jaar
Julia Stahl & Kees Koffijberg
Sovon Vogelonderzoek Nederland
2. 2 / 18 – Inleiding
Landelijke ontwikkelingen op basis van maandelijkse
ganzen (en zwanen)-tellingen – Presentation based on
national monthly goose census
• Maandelijkse tellingen ganzengebieden van september t/m mei
volgens gestandaardiseerde werkwijze
• Uitvoering voornamelijk door ca. 1800 vrijwilligers
• Onderdeel Netwerk Ecologische Monitoring Rijk en Provincies
• Validatie en analyse gegevens in samenwerking met CBS
3. 3 / 18 – Landelijke wintermaxima
Sterke toename wintermaxima, tot ruim 2 miljoen in
december-februari – Long term increase in peak numbers
gem. 2,3 miljoen
4. 4 / 18 – Wintermaxima soorten
Talrijkste soorten (met seizoensmaximum afgelopen tien jaar)
– Most abundant species and peak count last 10 yrs
Kolgans
934.000
Brandgans
845.000
Grauwe Gans
480.000
Toendrarietgans
293.000
Rotgans
119.000
Exoten:
Canadese Gans 33.000
Nijlgans 28.000
5. 5 / 18 – Landelijke trends maxima per soort
Ontwikkelingen seizoensmaxima verschillen per soort – Trend
in peak count differs per species
trend maxima
Taigarietgans sterke afname (-14% per jaar)
Toendrarietgans onzeker (vanwege fluctuaties)
Kleine Rietgans sterke afname (-11% per jaar)
Kolgans stabiel
Grauwe Gans onzeker (vanwege fluctuaties)
Canadese Gans onzeker (vanwege fluctuaties)
Brandgans sterke toename (+ 9% per jaar)
Rotgans onzeker (vanwege fluctuaties)
Nijlgans stabiel
6. 6 / 18 – Friesland maxima
…en deels per regio – …and partly between regions
trend maxima
Taigarietgans n.v.t.
Toendrarietgans onzeker (vanwege fluctuaties)
Kleine Rietgans sterke afname (-14% per jaar)
Kolgans stabiel
Grauwe Gans onzeker (vanwege fluctuaties)
Canadese Gans n.v.t.
Brandgans matige toename (+ 6% per jaar)
Rotgans stabiel
Nijlgans onzeker (vanwege fluctuaties)
7. 7 / 18 – Landelijke trends seizoensgemiddelde
Toename nader bekeken: toename benutting Nederland –
increase in more detail shown by average numbers year-round
8. 8 / 18 – Seizoensverloop
Toename ook door verbreding ganzenseizoen – increase also
by changes in phenology
Aantal per maand afgezet
tegen winterpiek -
Monthly number relative
to winter peak count (%)
Klassiek ganzenseizoen
verbreed van jan-feb in
1975-84 naar nov-feb
vanaf 2005
9. 9 / 18– langer seizoen Kolgans
Vroege aankomst Kolgans – Early arrival Whitefronts
10. 10 / 18 – late vertrek Brandgans
Late vertrek Brandgans – delayed departure Barnacle Goose
11. 11 / 18 – Achtergronden seizoensverloop
Achtergronden verbreding seizoen – backgrounds phenology
1. Veranderingen trekstrategie: vroeger arriveren van vooral
Kolgans en Toendrarietgans in oktober-november en later
vertrek Brandgans in april-mei
2. Toename NL broedpopulatie
Grauwe – Greylag
2012: c. 110.00 bp
Brand – Barnacle
2012: c. 13.800 bp
Nijl – Egyptian
2012: c. 10.300 bp
Bron: Sovon/CBS en Schekkerman et al. 2012, Sovon-rapport 2012/34
12. 12 / 18 – Landelijke verspreiding
Waar grote
aantallen ganzen -
Distribution
Kleine Rietgans
Kolgans
Grauwe Gans
Brandgans
Bron: Schekkerman et al. 2014, Sovon-rapport 2014/28
13. 14 / 18 – Landelijke verspreiding
Waar grote
aantallen ganzen -
Distribution
Specifieke verspreiding
voor Toendrarietgans en
Rotgans
Toendrarietgans-TundraBeanGoose
Rotgans–BrentGoose
14. 15 / 18 – Lokale trends
Veranderingen in verspreiding – changes in distribution
Kolgans – White-fronted Goose Grauwe Gans – Greylag Goose
15. 16 / 18 – Broedsucces
Gemengde ontwikkelingen bij broedsucces – Mixed fortunes in
breeding success
In de winter door groep
specialisten vaststellen
aantal eerstejaars en de
grootte van de families
Geeft indicatie van
broedsucces op de
toendra
Op lange termijn
waardevol om naast
ontwikkeling in overleving
de toestand van de
populatie te volgen
16. 17 / 18 – Wintertrends
Gemengde ontwikkelingen bij broedsucces – Mixed fortunes in
breeding success
Kolgans
White-fronted Goose
Afname broedsucces, zet
zich recent voort
Brandgans
Barnacle Goose
Stabiel broedsucces, al
komen piekjaren met
>20% eerstejaars niet
meer voor
Toendrarietgans
Tundra Bean Goose
Afname
broedsucces, recent
stabilisatie
17. 18 / 18 – Wintertrends
Belangrijkste conclusies – To wrap up
• Sinds 1975 sterke toename aantallen ganzen in Nederland, tot
gemiddeld ruim 2,3 miljoen in de afgelopen vijf jaar
• In de afgelopen jaren bij meeste soorten geen eenduidige trend of
stabiele aantallen (Kolgans). Uitzonderingen Taigarietgans en
Kleine Rietgans (afname) en Brandgans (toename)
• Trend benutting Nederland (afgeleid van aanwezige aantallen in
hele winter) vergelijkbaar met seizoensmaxima. Brandgans en
Grauwe Gans maken steeds groter deel van totale ganzenbezoek
uit.
• Er is een verbreding van het ganzenseizoen van januari-februari
(jaren zeventig) naar november-februari nu. Oorzaak veranderde
trekgewoontes en groei jaarrond aanwezige aantallen broedvogels
• In landelijke context grootste concentratie ganzen in Fryslân,
verschillende trends in de regio en in afzonderlijke gebieden, zelfs
bij algemeen toenemende soorten
• Broedsucces bij meeste soorten goed gevolgd: op lange termijn
afname bij o.a. Toendrarietgans en Kolgans, stabiel bij Brandgans
18. Coördinatie watervogeltellingen Sovon:
Menno Hornman, Erik van Winden, Michel
Klemann, i.s.m. regionale coördinatoren
Dank aan alle vrijwillige tellers!
Meer weten:
www.sovon.nl/ganzen
www.sovon.nl/nl/soort
www.sovon.nl/nl/provincies
19. Bos et al. 2008
Seasonal patterns capacity accommodation areas