Interview Michel van Schaik - Diagnose 2025 - 8 september
Column erik vd loo
1. Gezag, vertrouwen, risico en moed: een bespiegeling over moedig
leiderschap in de zorg1
Erik van de Loo2
Ik wil u graag drie vragen voorleggen om aspecten van de kern van moedig
leiderschap in de zorg te helpen ontsluiten. Hopelijk zijn het daarmee rake
vragen, zowel voor u als groep als voor u als individuele bestuurder of
sleutelfiguur in de zorg. De drie vragen luiden: 1. Vervult u uw rol met gezag? 2.
Wat is het allerbelangrijkste dat u hierbij te doen staat? 3. Hoe gevaarlijk is dit
voor u?
1. Begrijpt u de essentie van uw gezag of het ontbreken van gezag in uw
rol als leider? Goed leiderschap berust niet zozeer op macht als wel op
gezag. Gezag, authority, ontstaat, verwerf en verlies je in relatie met
anderen. Een arts krijgt macht toebedeeld in de relatie met de patient. De
arts mag onder narcose brengen en letterlijk het mes hanteren. Dit gaat
goed zolang de patient ervaart dat dit onderdeel is van goede
dienstverlening. Vertrouwen en gezag ontstaan wanneer men ervaart dat
de arts de goede dingen doet en deze dingen goed doet. Gezag steunt op
vertrouwen en deskundigheid. Voor leiders is dat evenzeer het geval. In
hoeverre heeft u gezag dat steunt op het vertrouwen dat u in staat bent
om te doen wat er gedaan moet worden? Zonder gezag en vertrouwen
wordt leidinggeven akelig en onmogelijk. In veel sectoren van de
samenleving is er scepcis en teleurstelling naar leiders. Burgers, klanten,
patienten en gelovigen, spreken toenemend over falende instituties en
falende leiders. Leiders die zonder gezag een positie bekleden zijn niet te
benijden. Hoe zit het met uw gezag naar artsen, stafmedewerkers,
patienten, politici, verzekeraars? Tegenover wie bent u in meerdere of
mindere mate gezagvol? Het antwoord hierop houdt verband met de
tweede vraag die ik u wil voorleggen.
2. Wat ziet u als het allerbelangrijkste dat u te doen staat in uw rol in
de zorg? Wat ziet u als uw primaire taak? Dat is niet het realiseren van
doelstellingen of targets, maar wat u als een beslissende,
randvoorwaardelijke taak ziet om die doelen duurzaam te bereiken. Wat
moet u doen om wachtlijsten weg te werken, kosten te beheersen,
kwaliteit te vergroten? Heifetz wijst hier op het belangrijke onderscheid
tussen technische oplossingen en grote om aanpassing vragende
veranderingen. Bij een zogenaamde adaptive challenge gaat het erom
individuen en groepen vaak lang bestaande opvattingen, houdingen,
waarden en gedragswijzen te helpen veranderen. Vrijwel alle echte
veranderingen vragen om een combinatie van een technische oplossing
1
Gedachtengoed voor deze column is ondermeer ontleend aan het werk van
Ronald Heifetz, hoogleraar en direkteur van de Kennedy School of Governance,
Harvard University
2
Hoogleraar Leiderschap en Gedrag, Vrije Universiteit Amsterdam; Visiting
Clinical Professor of Leadership, INSEAD, Fontainebleau; Partner adviesbureau
Phyleon, Den Haag
2. en een adaptive challenge. Het invoeren van een nieuw begrotings- of
declareringssystematiek is zoveel meer dan een technisch vraagstuk. De
combinatie van technisch en adaptief is moeilijk en hachelijk.3
De leider
die dat niet ziet of aankan wordt ineffectief en verliest gezag en
vertrouwen. Hoe staat het in dit verband met u? Voor een goed antwoord
hierop is het tijd voor mijn derde vraag.
3. Hoe gevaarlijk is dit voor u? Het ter discussie brengen van adaptive
challenges, het oproepen tot veranderen van lang gehouden opvattingen,
waarden, orientaties en gedragswijzen, roept vrijwel altijd weerstand,
angst en turbulentie op. Diepe veranderingen maken ontregelende,
verstorende krachten los. Deze kunnen zich tegen het proces, de
organisatie, het werk, de medewerkers en de leiders richten. Leiders
staan voor de taak dit te zien, te begrijpen en er niet voor terug te
deinzen. Een leider moet de moed opbrengen het risico te nemen zijn
positie en gezag in de strijd te werpen en daarmee te verliezen. Het
uitwijken naar technische maatregelen en interventies oogt veiliger maar
is uiteindelijk veel gevaarlijker. Zowel voor de leider als de organisatie.
Hoe zit dat in de zorg? Hoe geldt dat voor u? Wanneer ik als betrokken
buitenstaander naar de zorg kijk, naar de worstelingen in de sector, naar
de vergezichten en taakstellingen die voorliggen4
, dan dringt voor mij
onontkoombaar de volgende conclusie op: ook in de zorg zijn echte
leiders gevraagd. Of preciezer: moedige leiders gevraagd. Ik wens u toe
dat u de juiste ruimte vind om deze vragen gezamenlijk en voor uzelf
levend te houden. En om waar nodig moed te verzamelen.
3
Twee boektitels van Heifetz zijn hier veelzeggend: ‘Leadership without easy
answers’ en ‘Leaders on the line’.
4
Zie bijvoorbeeld ‘Perspectief op gezondheid 20/20, Raad voor de
Volksgezondheid & Zorg, Den Haag, 2010