Naar je innerlijke stem luisteren bij het kiezen van een studie
Leerreflectie
1. Sander Piccart 0471/62.10.74 WarniKoers 1LLO – PP 4eLj.
Leerreflectie
We hebben juist de module ‘ Actief leren ‘ achter de rug. Ik had ergens wel al een idee over
wat het zou gaan. Terwijl de kinderen iets actief aan het doen zijn, moeten ze hier ook iets
uit leren. Hier hebben we in vogelvlucht een doel moeten bereiken. We moesten namelijk
een actieve leerdag organiseren voor de leerlingen van het vierde leerjaar van de school
Poelbos. We hebben verschillende onderdelen gezien onder de vorm van een hoorcollege,
werkcollege, IZW’s, BOG, ICT, ontwerpateliers, reflectiemomenten, enz. In deze leerreflectie
beschrijf ik hoe ik de module ervaren heb en wat mijn leermomenten waren.
We zijn begonnen met een filmpje te bekijken. We moesten aan de hand van het filmpje tien
dingen kunnen zeggen wat actief leren volgens ons niet is. In het filmpje moesten de
leerlingen gehoorzamen aan de leerkrachten, schoon achter hun boeken blijven zitten,
alleen maar met de theorie bezig zijn, geen andere dingen doen (gedichtenboekje) want dan
maakte je je belachelijk,… Er kwam dus alles in voor hoe actief leren niet hoort te zijn ( =
passief leren).
Nadien zijn we aan de slag gegaan met bronnen en hebben we bekeken wat actief leren
hoort te zijn. Na het lezen van teksten zijn we tot enkele conclusies gekomen:
Actief leren (kennis vaardigheden, attitudes, motivatie, meervoudige intelligentie):
1. Variatie
- Stimulatie
- Werkvormen, oefeningen
2. Uitdaging
- Initiatief
- Creativiteit
- Stimulatie
- Positieve leeromgeving
3. Leerenergie
- Interesse
- Exploratiedrang ( = drang naar meer weten, aangehouden tijdvergeten bezig zijn.)
- Stimulatie
Na ‘actief leren’ zelf onderzocht te hebben, hebben we 2 hoorcolleges gekregen van meneer
Dewitte. Hij wist ons te vertellen dat men slimheid koppelt aan schoolkennis en als je niet
schoolslim bent, wordt je als dom beschouwd. Wij hebben gezien dat niemand dom is,
iedereen is gewoon anders slim. Je kan slim zijn op verschillende vlakken. Zo is iemand die
1
2. Sander Piccart 0471/62.10.74 WarniKoers 1LLO – PP 4eLj.
graag wiskunde doet getalslim, iemand anders die veel over zichzelf praat en zich
binnenstebuiten kent is zelfslim, je hebt ook nog beeldslim, woordslim, muziekslim, …
Allemaal verschillende vormen van slim zijn. Dit is de theorie van Howard Gardner. Een
andere theorie (van David Kolb) vertelt over de verschillende leerstijlen. Een leerstijl is een
manier om een situatie aan te pakken en elke stap in het leerproces is belangrijk. Mensen
kunnen op vier manieren een situatie aannemen:
- Concreet ervaren of ondervinden leren = leren door het zelf te doen;
- Reflectief observeren of reflecterend leren = leren door te kijken en na te doen;
- Abstract conceptualiseren of conceptualiserend leren = leren door zelf te
bedenken (vanuit theorie/regels);
- Actief experimenteren of experimenterend leren = leren door zelf uit te
proberen, uit je fouten leer je.
In het tweede hoorcollege hebben we het verschil tussen inductief en deductief gezien.
Inductief wil zeggen dat je vanuit voorbeelden zelf de achterliggende regels en principes
ontdekt. Het is traag maar heel diepgaand. Deductief wil zeggen dat je bij gegeven regel,
principe, wetmatigheid of theorie zelf concrete voorbeelden geeft of zoekt. Het is een snelle
manier maar ook oppervlakkig. Het secundair onderwijs verloopt veelal deductief, het lager
onderwijs verloopt meestal vanuit het beeld om de kinderen zelf te laten ontdekken. Zo leer
je immers het best bij.
De studenten lopen met een verkeerde opvatting over het onderwijs rond: ze denken dat je
eerst de theorie moet gezien hebben alvorens er oefeningen kunnen gemaakt worden. Dit is
niet zo en op deze manier kunnen kinderen niet zelf ontdekken en leren = deductief.
Om tot actief leren te komen, heb je een aanpak nodig, wat leidt tot een leerproces en dat
een bepaalt leereffect beoogd.
De hoorcolleges maar ook de teksten uit het bronnenboek waren leerstof voor de kennistest
die we moesten afleggen op 27/02/’12. We hebben de bronnenteksten verdeeld onder ons 5
en ieder heeft zijn stukje samengevat. Alle samenvattingen kwamen uiteindelijk bijeen in 1
word-document.
Doorheen de module hebben we verschillende opdrachten moeten uitvoeren. De
hoofdopdracht was om een actieve leerdag van 200 minuten te organiseren voor de
leerlingen uit het vierde leerjaar van de school Poelbos. We moesten alles wat we gezien
hebben, kunnen toepassen in onze leerdag. Als centrale thema was er gekozen voor
‘architectuur’. Ik had geen flauw idee van wat ik hier mee moest aanvangen. Op maandag
22/02/’12 was er een werkcollege waar we het thema ‘architectuur’ breder gingen gaan
zien. We kregen drie inspiratiedozen die gingen over kleur, vorm en klimaat. In de dozen zat
allerlei materiaal dat te maken had met architectuur. We moesten aan de hand van de
2
3. Sander Piccart 0471/62.10.74 WarniKoers 1LLO – PP 4eLj.
dozen verschillende opdrachten verzinnen op de verschillende slimheidsniveaus. Zo konden
we inspiratie opdoen voor onze leerdag.
Op dinsdag 23/02/’12 hadden we een bog ‘Taal’ waarbij we zelf een verhaal moesten
verzinnen aan de hand van tekeningen. Hier kreeg ik de term ‘kamishibai’ voor het eerst te
horen. Het is een methode om prenten door een soort van houten (tv-)kast te laten schuiven
en het verhaal rond die prenten te vertellen. We moesten dit eerst doen met
medestudenten van de opleiding kleuteronderwijs. Achteraf moesten we gaan samenzitten
om al eens na te denken over hoe we ons verhaal van onze leerdag gaan samenstellen en we
zijn hier uiteindelijk gekomen tot het thema ‘Architectuur bij de Romeinen’. We hebben voor
dit thema gekozen omdat bij de Romeinen toch wel veel architectuur voorkwam en zij 1 van
de grondleggers zijn van de architectuur. We hebben heel wat informatie opgezocht om te
gebruiken op onze leerdag en zo leerden we allemaal onverwachts toch nog iets bij over de
Romeinen hun levenswijze en de Romeinse bouwstijl. Tijdens de verschillende
ontwerpateliers hebben we nagedacht over hoe we het zouden kunnen aanpakken, hoe we
de leerlingen actief zouden kunnen laten leren , … We zijn er dan toch in geslaagd om een
toffe voormiddag te organiseren met heel veel variatie in de werkvormen. De leerlingen
vonden het allemaal heel leuk.
Na onze actieve leerdag hebben we van mevrouw Koers feedback gekregen. Die was voor
iedereen positief en iedereen was hier dan ook heel blij mee. We kregen te horen dat
iedereen van ons geslaagd was voor de actieve leerdag.
Waar ik zeker rekening mee ga houden in de toekomst voor mijn stage:
- Een bepaalde sfeer creëren waardoor de nieuwsgierigheid van de leerlingen
aangesproken wordt en waardoor ze gemotiveerd raken.
- Zorgen voor voldoende variatie in leermaterialen en werkvormen in verschillende
situaties. Door voldoende variatie in de activiteiten, wordt iedereen van de klas
aangesproken ( de 1 doet liever dit en de ander liever dat ).
- Zorgen voor voldoende uitdaging en leerenergie. Zo voelen ze een drang naar
mee willen weten en willen ze aan een opdracht werken.
- Elk thema zo breed mogelijk bekijken. Dit verbreed hun kijk op het thema en
geeft hun meer fantasie en creativiteit.
- De leerlingen zitten vol energie. Je moet ze dan ook zoveel mogelijk de kans
geven om actief bezig te zijn. Ze moeten er wel iets uit leren.
Zo, dit is mijn verhaal rond de module ‘Actief leren’. Ik hoop dat jullie nu een kijk krijgen op
hoe ik de module heb ervaren en wat ik eruit geleerd heb.
3