2. • “Zijn particuliere spreekkamer was altijd leeg
en kostte hem meer geld dan ze opbracht. […]
Niet omdat er plotseling geen mensen met
problemen meer waren en het land bevolkt
werd door louter gelukkige mensen, maar
omdat het bestaan van de rijken geen enkel
probleem was en de anderen, hoewel ze
dringend hulp nodig hadden, zich de luxe van
een psychologische behandeling niet konden
veroorloven.” (p. 53)
7. • “Ze omhelsden elkaar om afscheid te nemen.
[…] In het gulden licht van de dageraad bleven
ze stilstaan om voor de laatste keer naar hun
land te kijken. ‘Zullen we ooit terugkeren?’
fluisterde Irene. ‘We zullen ooit terugkeren,’
antwoordde Fransisco. En in de
daaropvolgende jaren zouden die woorden
hun leidraar worden: we zullen terugkeren,
we zullen terugkeren...” (p. 295)
9. • “’Het was een goeie jongen, die Ranquileo,’
zei de sergeant.
‘Was?’
‘Ze zeggen dat hij dood is.’
Irene kon nog net een zucht van teleurstelling
onderdrukken. Dat nieuws stuurde haar
plannen in de war.” (p. 245)
10. “Ze had de laatste dagen
regelmatig dat
soort
onverklaarbare
opwellingen
gehad en begon
soms aan haar
eigen verstand
te twijfelen.”
(p. 245)