SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  90
Télécharger pour lire hors ligne
Met hoogwaardige keynote speakers
                                                                                     Prof. dr. Romain Meeusen
                                                                                     Prof. Jorunn Sundgot-Borgen
                                                                                     Dr. Cees-Rein van den Hoogenband

                                                           Donderdag 1 en            En 12 uitdagende parallelsessies
                                                           vrijdag 2 december 2011   Met thema’s als: gezond | chronisch ziek |
                                                           Efteling te Kaatsheuvel   geblesseerd binnen de doelgroepen
                                                                                     jeugd | volwassenen | ouderen |
                                                                                     gehandicapten | topsport | medische ethiek




                                           Mede mogelijk                                                   Mede mogelijk
                                           gemaakt door:                                                   gemaakt door:




11090_VSG_abstractboek_2011_cover.indd 1                                                                                    24-11-11 11:06
11090_VSG_abstractboek_2011_cover.indd 2   24-11-11 11:06
inhoud


  Voorwoord................................................................................................... 2


  Algemeen.programma.................................................................................. 3


  Programma.dag.1.–.donderdag.1.december.2011. ........................................... 4
                                             .


  Programma.dag.2.–.vrijdag.2.december.2011.................................................. 6


  Dagvoorzitters............................................................................................. 8


  Plenaire.sprekers.......................................................................................... 9


  Abstracts.dag.1.–.donderdag.1.december.2011.............................................. 13


  Abstracts.dag.2.–.vrijdag.2.december.2011.................................................... 52


  Organisatie................................................................................................ 81


  Overzicht.vrije.voordrachten.dag.1.-.donderdag.1.december.2011. .................. 82
                                                                .


  Overzicht.vrije.voordrachten.dag.2.-.vrijdag.2.december.2011......................... 83


  Dankwoord................................................................................................ 84


  Stichting.Sport.&.Orthopedie....................................................................... 85


  De.VSG.bedankt.haar.sponsoren................................................................... 85




                                                                                        1 & 2 december te Kaatsheuvel

                                                                                                                        1
voorwoord VSG Congres 2011


        Sprookjes bestaan!
                                  Hartelijk welkom bij het zevende Sportmedisch Wetenschappelijk Jaarcongres! Het
                                  verheugt ons dat we dit jaar samen met de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de
                                  Sportgezondheidszorg (NVFS) dit congres organiseren. Door deze samenwerking komt het
                                  multidisciplinaire karakter van het congres nog beter tot zijn recht.

                                 De komende dagen staat ons wederom een keur aan interessante keynotes, presentaties
                                 en ontmoetingen te wachten. De doelgroepen jeugd, volwassenen en ouderen vormen dit
                                 keer de focus van de diverse sessies. Binnen deze doelgroepen wordt onderscheid gemaakt
                                 in gezond, chronisch ziek en geblesseerd. De nieuwste kennis en ervaringen op allerlei
                                 uiteenlopende sportmedische gebieden worden belicht. Kortom, voor elk wat wils! Vindt
      u het lastig om een keuze te maken uit de diverse parallelsessies? Dan kunt u zich troosten met de gedachte dat alle
      parallelsessies met een videocamera worden opgenomen en later via een speciale pagina op internet te bekijken zijn. Zo
      hoeft u niets te missen.

      Uit de evaluaties die in de afgelopen jaren zijn gehouden, kunnen we concluderen dat de congresbezoekers van mening
      zijn dat de wetenschappelijke kwaliteit van het congres nog steeds stijgt. Ook overtreft het aantal aanmeldingen voor
      dit jaar wederom de aantallen in voorgaande jaren. Deze beide trends willen we graag doorzetten in de komende jaren.
      Met de samenwerking die de VSG in 2011 is aangegaan met de British Journal of Sports Medicine (BJSM) en de contacten
      die zijn gelegd met de sportgeneeskunde in Qatar hoopt de VSG een basis te hebben gelegd voor de realisatie van een
      Engelstalig jaarcongres op korte termijn. Daarmee kunnen we de wetenschappelijke kwaliteit nog verder verbeteren en
      hopen we ook internationale beroepsgenoten voor ons congres te kunnen interesseren.
      Kwalitatief hoogstaand onderzoek is niets waard als er geen aandacht is voor implementatie van de resultaten in het
      veld. Helaas hebben in het verleden maar al te vaak onderzoeksresultaten op de plank liggen te verstoffen. Gelukkig
      is die tijd voorbij en is er sprake van een toenemende aandacht voor implementatie. Er wordt zelfs bij het opzetten
      van wetenschappelijk onderzoek rekening gehouden met de implementatiemogelijkheden en subsidiegevers stellen
      tegenwoordig eisen aan de implementatie bij het honoreren van onderzoeksvoorstellen. Zo wordt gegarandeerd dat ook
      daadwerkelijk iedereen die er baat bij kan hebben, meeprofiteert van de resultaten. Een goede ontwikkeling!

      Ook op Europees gebied zijn er hoopvolle ontwikkelingen gaande. Tijdens een historische vergadering op het laatste
      congres van de EFSMA is besloten om een Europese aanvraag tot erkenning van de sportgeneeskunde te doen. Ook
      de VSG zal daar zijn belangrijke steen aan bijdragen. Daarnaast is de Nederlandse aanvraag tot erkenning van de
      sportgeneeskunde als zelfstandig geneeskundig specialisme in volle gang. Zo alle ontwikkelingen bij elkaar nemend lijkt
      ons sprookje van de volledig erkende sportgeneeskunde steeds dichterbij te komen. De VSG is er in ieder geval klaar voor.
      Tot slot kan ik u nog melden dat tijdens dit congres voor de tweede maal de CosMed Prijs voor Sportgeneeskunde wordt
      uitgereikt. De jury heeft uit een vijftal proefschriften en negen artikelen een keuze moeten maken. Donderdag aan het
      einde van de middag maakt de jury bekend wie de prijzen in ontvangst mogen nemen. Aansluitend uiteraard weer een
      uitgebreid sociaal programma. Ik hoop u graag te ontmoeten op een van deze twee sportgeneeskundige dagen.

      Veel inspiratie toegewenst!

      Drs. R.J.A. Visser, sportarts
      Voorzitter Vereniging voor Sportgeneeskunde




      Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid

2
algemeen programma

  Algemeen programma dag 1
  Tijdstip    Onderwerp

  08.30 uur   Inloop, registratie en mogelijkheid tot bezoeken netwerkplein in Theater De Efteling

  09.10 uur   Welkom door de dagvoorzitter Dr. Babette Pluim

  09.15 uur   Heet van de naald Drs. Rhijn Visser (VSG) en Dhr. Bart Smit (NVFS)

  09.35 uur   The overtraining syndrome

              Prof. dr. Romain Meeusen, hoofd Departement Humane Fysiologie, Vrije Universiteit Brussel

  10.00 uur   Koffiepauze

  10.45 uur   Start parallelsessies ronde A in de subzalen

  12.45 uur   Lunch op het netwerkplein in Theater De Efteling

  14.15 uur   Start parallelsessies ronde B in de subzalen

  16.15 uur   Theepauze

              Overview of Eating disorders among young athletes and Musculoskeletal factors and injury risks in female
  17.00 uur
              athletes, focussing on effective interventions for prevention

              Prof. Jorunn Sundgot-Borgen, professor of sports medicine, Norwegian School of Sport Sciences

  17.45 uur   Uitreiking CosMed Prijs voor Sportgeneeskunde

  18.15 uur   Afsluiting door de dagvoorzitter en borrel

  19.45 uur   Winterse kost en avondprogramma inclusief muziek en borrel (einde 02.00 uur)




  Algemeen programma dag 2
  Tijdstip    Onderwerp

  08.30 uur   Inloop, registratie en mogelijkheid tot bezoeken netwerkplein in Theater De Efteling

  09.15 uur   Welkom door de dagvoorzitter Drs. Steef Bredeweg

  09.20 uur   Topsportgeneeskunde in Nederland; visie NOC*NSF

              Dr. Cees-Rein van den Hoogenband, Chef Arts Londen 2012

  10.00 uur   Koffiepauze

  10.45 uur   Start parallelsessies ronde C in de subzalen

  12.45 uur   Lunch op het netwerkplein in Theater De Efteling

  14.15 uur   Start parallelsessies ronde D in de subzalen

  16.15 uur   Afsluiting met uitreiking beste vrije voordacht en prijs voor sportfysiotherapeut van het jaar

  16.30 uur   Borrel

  17.30 uur   Einde




                                                                                                   1 & 2 december te Kaatsheuvel

                                                                                                                                   3
programma donderdag 1 december 2011

Plenair
Do:      Dagvoorzitter                                                  Dr. Babette Pluim
Do:      The overtraining syndrome                                      Prof. dr. Romain Meeusen
         Overview of Eating disorders among young athletes and
Do:      Musculoskeletal factors and injury risks in female athletes,   Prof. Jorunn Sundgot-Borgen
         focussing on effective interventions for prevention
Vrij:    Dagvoorzitter                                                  Drs. Steef Bredeweg
Vrij:    Topsportgeneeskunde in Nederland; visie NOC*NSF                Dr. Cees-Rein van den Hoogenband



Ronde A: Gezond | Donderdag 10.45 uur - 12.45 uur
Sessie A1: Jeugd

Sessieleiders: Drs. Ton Langenhorst en Drs. Arjan Kokshoorn
Tijdstip Onderwerp                                                      Spreker                                  Instituut
10.45    Preventie van obesitas door sport/bewegen                      Prof. dr. Jaap Seidell                   Vrije Universiteit Amsterdam
11.10    How sickening is sitting?                                      Dr. Mai Chin A Paw                       EMGO+/VUmc
                                                                                                                 Elferink-Gemser: UMCG, Rijksuniversiteit
         Talentherkenning en -ontwikkeling (vergelijking Nederland en   Dr. Marije Elferink-Gemser (NL) en dr.   Groningen en Instituut voor Sport en
11.30
         Vlaanderen)                                                    Johan Roeykens (BE)                      Bewegingsstudies, HAN Roeykens:
                                                                                                                 Universitair Ziekenhuis Antwerpen
12.05    Gestalte predictie bij 12/13-jarigen                           Prof. dr. Jan Gielen                     Universitair Ziekenhuis Antwerpen
12.25    Twee vrije voordrachten



Sessie A2: Volwassenen

Sessieleiders: Dr. Adam Weir en Drs. Maarten Moen
Tijdstip Onderwerp                                                      Spreker                                  Instituut
10.45    Beweegstimulering                                              Dr. Evert Verhagen                       EMGO-Vumc
         Preventieconsult huisarts: Bedreiging of kans voor de
11.10                                                                   Drs. Jan-Willem Dijkstra                 SMA Regio Haarlem/Kennemer Gasthuis
         sportgeneeskunde?!
         Onderzoek in de praktijk: overzicht van effectieve
11.35                                                                   Drs. Ingrid Vriend                       Consument en Veiligheid
         blessurepreventieve maatregelen
12.00    Aftrainen na een sportcarrière - hoe en waarom?                Dhr. Sander van den Belt MSc.            Vrije Universiteit Amsterdam
12.25    Twee vrije voordrachten


Sessie A3: Ouderen
Sessieleiders: Dr. Han Inklaar en Drs. Don de Winter
Tijdstip Onderwerp                                                      Spreker                                  Instituut
10.45    Sport en artrose?                                              Prof. dr. Sita Bierma-Zeinstra           Erasmus MC
                                                                                                                 Bax: SMA Utrecht/SMA Olympia Amsterdam
11.10    Minibattle: rol van de fietsproef bij sportmedisch onderzoek   Drs. Jaap Bax en dr. Allard Sieders
                                                                                                                 Sieders: Rijnland Ziekenhuis Leiderdorp
11.40    Training door ouderen: voordelen en bedreigingen               Drs. Leo Heere                           Vitesse
12.05    Psychologie van interventies                                   Prof. dr. Gerjo Kok                      Universiteit Maastricht
12.30    Eén vrije voordacht




             Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid

4
Ronde B: Chronisch ziek | Donderdag 14.15 uur - 16.15 uur
Sessie B1: Jeugd

Sessieleiders: Drs. Frits van Bemmel en Dr. Goof Schep
Tijdstip Onderwerp                                                          Spreker                             Instituut
14.15    Sport en aangeboren hartafwijkingen                                Dr. Berto Bouma                     AMC Amsterdam
14.40    Sport en kinderoncologie                                           Dr. Netteke Schouten-van Meeteren   Emma Kinderziekenhuis AMC
         Cystic fibrosis, we like to MOVIT: inspanning en inflammatie bij
15.05                                                                       Dr. Bert Arets                      UMC Utrecht
         taaislijmziekte
15.30    Diabetes type 1                                                    Dr. Wouter de Waal                  Diakonessenhuis Utrecht
15.55    Twee vrije voordrachten


Sessie B2: Volwassenen
Sessieleiders: Drs. Robert Rozenberg en Dr. Stephan Praet
Tijdstip Onderwerp                                                          Spreker                             Instituut
14.15    Migraine, exercise-induced headache in sport                       Drs. Hille Koppen                   Leids Universitair Medisch Centrum
14.40    Depressie en fysieke activiteit                                    Mevr. Annelieke Roest, MSc          Universitair Medisch Centrum Groningen
15.05    Exercise-induced hartritmestoornissen en sport                     Dr. Jan Hoogsteen                   Máxima Medisch Centrum
         Spondyloartritis (SpA) en sportief bewegen: de nieuwste
15.30    ontwikkelingen inzake diagnostiek en behandeling met               Dr. André van Rijthoven             UMC Utrecht
         biologicals
15.55    Twee vrije voordrachten


Sessie B3: Ouderen
Sessieleiders: Drs. Jan-Willem Dijkstra en Drs. Bert van Essen
Tijdstip Onderwerp                                                          Spreker                             Instituut
         Behandelingsopties bij kraakbeenschade in de knie: stand van
14.15                                                                       Dr. Gino Kerkhoffs                  AMC Amsterdam
         zaken
14.40    COPD: inzichten in state of the art longrevalidatie                Prof. dr. Richard Dekhuijzen        UMC St. Radboud Nijmegen
15.05    Conservatieve behandelingen bij enkelartrose                       Drs. Angelique Witteveen            Sint Maartenskliniek
                                                                                                                Meander Medisch Centrum Amersfoort/
15.30    Lichamelijke training van hartfalenpatiënten                       Dr. Jeff Senden
                                                                                                                Baarn
15.55    Twee vrije voordrachten




                                                                                                                  1 & 2 december te Kaatsheuvel

                                                                                                                                                         5
programma vrijdag 2 december 2011

 Ronde C: Geblesseerd | Vrijdag 10.45 uur - 12.45 uur
    Sessie C1: Jeugd

    Sessieleiders: Drs. Peter van Veldhoven en Drs. Ria van Rooijen
    Tijdstip Onderwerp                                                        Spreker                    Instituut
    10.45     Overbelastingsapofysitis: radiologische benadering              Dr. Jan Veryser            Universitair Ziekenhuis Antwerpen
              Overbelastingsproblematiek bij topturners op onvolwassen
    11.10                                                                     Dr. Sam Moustie            Universitair Ziekenhuis Antwerpen
              leeftijd
    11.35     Sportpsychologie bij het kind                                   Drs. Edith Rozendaal       Sportgek
    12.00     Knieklachten bij sportende kinderen, hoe te evalueren?          Dhr. Roy Schaaij           Fysiotherapie Tamminga Utrecht
    12.25     Twee vrije voordrachten



    Sessie C2: Volwassenen

    Sessieleiders: Prof. dr. Jan Gielen en Drs. Peter van Beek
    Tijdstip Onderwerp                                                        Spreker                    Instituut
    10.45     Bone bruise, radiologische diagnostiek en belang bij sporters   Prof. dr. Jan Gielen       Universitair Ziekenhuis Antwerpen
    11.10     Heupimpingement                                                 Drs. Sebastiaan Jansen     Rijnland Ziekenhuis Leiderdorp
              Prevalentie en preventie van medische problemen bij ‘Start to
    11.35                                                                     Dr. Trees Dooms            Universitair Ziekenhuis Antwerpen
              Run’
    12.25     Twee vrije voordrachten



    Sessie C3: Ouderen

    Sessieleiders: Drs. Ed Hendriks en Drs. Leo Heere
    Tijdstip Onderwerp                                                        Spreker                    Instituut
    10.45     Cuff tendinopathie                                              Drs. Henk van der Hoeven   Bergman Kliniek
              Een nieuwe heup of knie, het belang van een lichamelijke en
    11.10                                                                     Dr. Martin Stevens         Rijksuniversiteit Groningen
              sportieve leefstijl
    11.45     Is sporten na een lumbale hernia (on)gezond?                    Dr. Mark Arts              Medisch Centrum Haaglanden

    12.10     Drie vrije voordrachten




                 Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid

6
Ronde D: Bijzonder | Vrijdag 14.15 uur - 16.15 uur
Sessie D1: Gehandicapten

Sessieleiders: Dr. Rienk Dekker en Drs. Wout van der Meulen
Tijdstip Onderwerp                                                          Spreker                               Instituut
                                                                                                                  Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde
14.15    Circuittraining na een beroerte: FIT-Stroke trial                  Dr. Ingrid van de Port                Utrecht, Revalidatiecentrum De Hoogstraat/
                                                                                                                  UMC Utrecht
                                                                                                                  Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde
14.40    Cerebral palsy en conditietraining                                 Dr. Olaf Verschuren                   Utrecht, Revalidatiecentrum De Hoogstraat/
                                                                                                                  UMC Utrecht
         Rheumates@work: promoting physical activity in children with
15.05                                                                       Dr. Otto Lelieveld                    Universitair Medisch Centrum Groningen
         juvenile idiopathic arthritis
         Fysieke training bij facioscapulohumerale spierdystrofie (FSHD):
15.30                                                                       Drs. Nicole Voet                      UMC St. Radboud Nijmegen
         doorbreken van de vicieuze cirkel van inactiviteit
15.55    Twee vrije voordrachten



Sessie D2: Topsport

Sessieleiders: Drs. Maarten Moen en Dhr. Rob Tamminga
Tijdstip Onderwerp                                                          Spreker                               Instituut
14.15    Voeding en topsport                                                Dhr. Floris Wardenaar, MSc            Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN)
14.40    Mentale begeleiding bij presteren, herstellen en revalideren       Drs. Afke van de Wouw                 Afke van de Wouw Sportbegeleiding
                                                                                                                  Ministerie van Defensie en Rabobank
15.05    Vochthuishouding bij topsporters in extreme omstandigheden         Dr. Gerard Rietjens
                                                                                                                  Wielerploeg
15.30    Trainingsbegeleiding en inspanningsfysiologie bij veldrijders      Dr. Guy De Schutter                   Universitair Ziekenhuis Antwerpen
15.55    Twee vrije voordrachten



Sessie D3: Medisch Ethisch, doping in de ongeorganiseerde sport

Sessieleiders: Drs. Esther Schoots en Dr. Ivo van Hilvoorde
Tijdstip Onderwerp                                                          Sprekers                              Instituut

         Mogen (sport)artsen ingaan op hulpvragen over
         prestatiebevorderende middelen, of... moeten ze dat?

         Het strenge antidopingbeleid in de topsport wordt –
         onbedoeld – ook van toepassing geacht voor breedtesport.
         De meeste sportartsen willen niets te maken hebben met
         prestatiebevorderende middelen en hulpvragen hierover van
         bijvoorbeeld bodybuilders. Dat staat op gespannen voet met het
         rapport van de Gezondheidsraad uit 2010 over dopinggebruik
                                                                        Drs. Olivier de Hon, dr. Fred Hartgens,
         in sportscholen. De Gezondheidsraad legt het verband met
14.15                                                                   drs. Maarten Koornneef, dr. Pim de
         verslavingszorg en adviseert onder andere sportartsen in te
                                                                        Ronde en drs. Paul Ruijsenaars
         zetten bij het adviseren van mensen die vragen hebben over
         – of problemen als gevolg van – gebruik van middelen ter
         verbetering van hun figuur en/of prestaties.

         In deze sessie die georganiseerd wordt door de Medisch
         Ethische Commissie van de VSG komen zorgverleners (o.a.
         sportgeneeskunde, verslavingszorg), sporters en experts op het
         gebied van doping en ethiek aan het woord. Discussieert u mee?
         Meldt u snel aan, want het aantal plaatsen is beperkt!




                                                                                                                    1 & 2 december te Kaatsheuvel

                                                                                                                                                               7
dagvoorzitters

    Dagvoorzitter dag 1


    Dr. Babette Pluim
    Babette Pluim is bondsarts van de Koninklijke Nederlandse         Babette schreef het hoofdstuk ‘Medical care of Tennis
    Lawn Tennis Bond (KNLTB) en teamarts van het                      Players’ voor het IOC-boek Tennis en het hoofdstuk
    Nederlandse Davis Cup-team. Zij is toernooiarts van de            ‘The Epidemiology of Tennis Injuries’ voor het IOC-boek
    ATP and WTA-toernooien in Den Bosch (Ordina Open) en              The Epidemiology of Injury in Olympic Sports. Babette
    Rotterdam (ABN AMRO World Tennis Tournament).                     schreef samen met orthopedisch chirurg Marc Safran het
    Babette Pluim is lid van de medische commissie van de             boek From Breakpoint to Advantage: a Practical Guide
    Internationale Tennis Federatie (ITF), de Health, Medical         for Optimal Tennis Health and Performance. In 2009
    and Research Committee van het Wereld Anti-Doping                 verscheen de bewerkte Nederlandse uitgave hiervan,
    Agentschap (WADA) en de Interfederal Commission van de            getiteld Ace of Brace?.
    FIMS. Zij is adjunct-hoofdredacteur van de British Journal
    of Sports Medicine. In 1998 promoveerde zij op onderzoek
    naar het sporthart.




    Dagvoorzitter dag 2


    Drs. Steef Bredeweg
    Functie                                                           Speciaal interessegebied
    Sportarts, Sportmedisch Centrum UMCG                              Sportblessures en onderzoek naar hardlopen en blessures

    Vakgebied                                                         Bijzonderheden
    Sportgeneeskunde                                                  Hoofdopleider sportartsen in de opleidingsregio Groningen
                                                                      Sportarts Nederlands Heren Volleybalteam 1994-1998
    Opleiding                                                         Clubarts FC Groningen 2003-2005
    1984-1992 Studie Geneeskunde Rijksuniversiteit te                 Voorzitter Concilium Nederlands Instituut Opleiding
    Groningen                                                         sportartsen (NIOS)
    1995-1998 Opleiding tot sportarts in de Isala Klinieken
    Zwolle




    Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid

8
plenaire sprekers


  Prof. dr. Romain Meeusen
  Prof. dr. Romain Meeusen, (PhD) is hoofd van het department Humane Fysiologie aan de Vrije Universiteit Brussel. Zijn
  onderzoeksactiviteiten zijn gefocust op ‘Exercise and the Brain’, waarbij de invloed van neurotransmitters op de training
  en het prestatievermogen wordt onderzocht.
  Het recente werk van Romain Meeusen spitst zich toe op de thermoregulatie, het overtrainingssyndroom en
  neurogenese tijdens inspanning. Hij doceert inspanningsfysiologie, training en coaching en sportfysiotherapie. Romain
  publiceerde meer dan 350 artikelen en hoofdstukken in internationaal wetenschappelijke tijdschriften, 18 boeken over
  fysiotherapie en hij sprak op meer dan 650 nationale en internationale congressen.
  Daarnaast is Romain Meeusen voorzitter van de Belgische vereniging voor Fysiotherapie, secretaris-generaal van het
  European College of Sport Science (ECSS) en lid van het American College of Sports Medicine (ACSM).
  Romain Meeusen heeft de leiding over het Brussels Labo voor Inspanning en Topsport, waar hij werkt met verscheidene
  topatleten en wetenschappelijk advies verleent aan het ‘Lotto Cycling Institute’ (Omega-Pharma Lotto wielerploeg).




  Prof. Jorunn Sundgot-Borgen
  Jorunn Sundgot-Borgen (born 18 March 1961) is a Norwegian professor of sports medicine.
  Jorunn Sundgot-Borgen is currently working as a professor in physical activity and health at The Norwegian School of
  Sport Sciences. Since 1995 she was a consultant at The Norwegian Olympic Training center and acted as Head of the
  Nutrition department for the last 5 years.
  Jorunn is one of the leading researchers in the field of eating disorders, nutrition and osteoporosis in sports in general
  and in female athletes in particular. She has coauthored the International Olympic Committee Medical Commission
  Position Stand on the Female Athlete Triad. In her athletic career, she used to be a member of the Norwegian national
  team in gymnastics and rhythmical gymnastics.
  She took the MSc degree at the Arizona State University in 1985, and the dr.scient. degree at the Norwegian School of
  Sport Sciences in 1993. She held a post-doctorate scholarship at Yale University from 1993 to 1997. She was a part-time
  consultant for Olympiatoppen, the Norwegian elite sports program, from 1995 to 2008. She was an associate professor
  from 1997 to 2002, and is a professor since 2002, of sports medicine at the Norwegian School of Sport Sciences. She is
  especially cited on her expertise in eating disorders.
  She has three children, and resides at Bekkestua




  Dr. Cees-Rein van den Hoogenband
  Cees-Rein van den Hoogenband is chef arts Londen 2012. Van den Hoogenband heeft een ruime ervaring met de
  begeleiding van topsporters. Hij maakte vijf keer deel uit van de medische staf van NOC*NSF tijdens de
  Olympische Spelen.
  De functie van Chef Arts Londen 2012 zal hij combineren met zijn werkzaamheden als directeur van het sportmedisch
  gezondheidscentrum Topsupport, een onderdeel van St. Anna Ziekenhuis Geldrop-Eindhoven.
  Cees-Rein van den Hoogenband is van origine chirurg, maar heeft vooral veel te maken gehad met behandeling van
  blessures bij topsporters. Zo is Cees-Rein van 1987 tot 2011 clubarts en hoofd van de medische staf van PSV geweest.
  Mission statement/motto: Trachten voor de Olympische Spelen van 2012 een stevig sportmedische begeleiding in te
  zetten en samen met Maarten Moen proberen om een topsportmedisch beleid voor de jaren daarna op te stellen.




                                                                                                  1 & 2 december te Kaatsheuvel

                                                                                                                                  9
Testing solutions for heart, lungs and movement




          Quark CPET:      Aan de mooie productportfolio van COSMED hebben wij de fantastische                          BTS SPORTLAB:
                           productlijn van BTS Bioengineering toegevoegd. Per direct kunt u bij
Complete SMA inricht-      ons terecht voor deze ‘state of the art’ meetapparatuur voor gang-                           Geïntegreerde biomechanische
ing, ECG, Longfunctie,     beeldanalyse, draadloos oppervlakte EMG, krachtenplatforms, high                             analyse van alle aspecten
VO2max, Ergometers         speed videocamera’s en uiteraard ook voor compleet geïntegreerde                             van beweging, met
en Biometrie               en gesynchroniseerde combinaties hiervan.                                                    sportspecifieke
                                                                                                                        protocollen
                           Voor sportmedische toepassingen kunt u deze apparatuur gebruiken
                           voor: drop-jump test, golf swing test, squat jump test, plotse
                           richtingsverandering, een beet-test en nog veel meer. Internationaal
                           wordt deze apparatuur onder meer gebruikt door Real Madrid, AC
                 K4 b2:                                                                                                 BTS FREEEMG 300:
                           Milan, Juventus en het CONI (Italiaans NOC-NSF).
Gouden Standaard in        De toevoeging van BTS aan onze portfolio maakt dat wij vanaf nu                              Draadloos oppervlakte
draagbare BxB meta-        nog vrijwel uitsluitend van onze eigen naam gebruik gaan maken:                              EMG, tot 16 kanalen,
bole metingen, inclusief   TulipMed in plaats van COSMED Benelux, zoals velen ons reeds kennen.                         ook met footswitches
GPS en telemetrie                                                                                                       en electrogoniometers.
                           Voor onze huidige klanten verandert er vrijwel niets: u kunt nog
                                                                                                                        Integreerbaar met alle
                           steeds bouwen op onze kundige en bovenal snelle service. Verder
                                                                                                                        BTS producten
                           hebt u vooral meer meetoplossingen tot uw beschikking dan voorheen.
                           Alle bestaande contactgegevens blijven actief.
          Bod Pod GS:      Naast COSMED en BTS kunt u bij ons ook terecht voor:
                                                                                                                        BTS DigiVec:
Hoogstnauwkeurige            Monark Excercise                      HP|COSMOS                         Ergoline
meetapparatuur voor                                                                                                     Integratie van video
lichaamssamenstel-                                                                                                      simultaan met grond-
ling volgens Gouden                                                                                                     reactiekrachten tot
Standaard                                                                                                               echte ‘Augmented
                                                                                                                        Reality’.




                           TulipMed B.V. – De Liesbosch 52 – 3439 LC Nieuwegein – T: 088-10.50.500 – F: 088-10.50.599



                                             www.tulipmed.nu
Osteopathie: onmisbaar in de moderne medische
                                                     sportbegeleiding
                                                     De heilzaamheid van osteopathie is algemeen erkend, vooral in de moderne
                                                     medische sportbegeleiding. De interesse voor deze complementaire
                                                     geneeswijze is dan ook groot. Osteopaat is een beroep met toekomst.
                                                     Osteopathie aan de IAO: al 25 jaar de beste
                                                     opleiding in de Benelux
                                                     De International Academy of Osteopathy (IAO) is de enige osteopathie-
                                                     school in de Benelux die voldoet aan de Bachelor/Master-structuur, de
                                                     Europese vereisten betreffende externe kwaliteitsbewaking ISO 9001
                                                     én de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) over
                                                     opleidingen in osteopathie.
                                                     Word Master of Science in Osteopathie en
                                                     specialiseer tot sportosteopaat




                                                                                                                                            ©2011 Mercurius DM
                                                     • Parttime modulaire opleiding voor         Applied Sciences (fhg), die de
                                                       fysio/kinesitherapeuten gedurende         graad uitreikt
                                                       5 jaar: 6 seminaries per jaar           • Permanente vorming: onder meer
                                                       telkens van donderdag tot zaterdag        postgraduaat Sportosteopathie
                                                     • Parallelle programma’s in Gent (B),     • Modern en efficiënt onderwijs-
                                                       Antwerpen (B) en Zeist (NL)               systeem volgens de “blended
                                                     • Bekroond met universitair diploma         learning” principes, een
                                                       Master of Science in Osteopathy           combinatie van online leren,
                                                       (MSc.Ost.), geaccrediteerd en             contactonderwijs en individuele
                                                       erkend in alle Europese landen            begeleiding
                                                       – opleiding i.s.m. University of
                                                                                             5 JAAR PARTTIME (MODULAIR)



                          Osteopaat,
                                                                                             Parallel in Gent (B), A’pen (B) & Zeist (NL)
    (SPORT)                                                                                           MASTER OF SCIENCE
                                                                                                      IN OSTEOPATHIE
    een medisch beroep met toekomst
                                                                                   IAO        Klein Dokkaai 3-5, 9000 Gent
                  MASTER OF SCIENCE IN OSTEOPATHIE                                            T. +32 (0)9 233 04 03
                                                                                              info@osteopathie.eu
                                                                                              www.osteopathie.eu


Congresgids Sport&Geneeskunde 130Hx185B.indd 1                                                                                19/10/11 11:14
Bewezen werking bij acute letsels en ontsteking aan het
                 bewegingsapparaat, voor patiënten vanaf 2 jaar




                               Traumeel® is een erkend product van Heel Biologische Geneesmiddelen.
                               Heel is al 75 jaar pionier op het gebied van wetenschappelijk onderbouwde moderne
                               homeopathie als integraal onderdeel van de hedendaagse geneeskunde. Alle producten zijn
                               geregistreerd en voldoen aan de allerhoogste kwaliteits- en veiligheidseisen. Vergelijkende studies
                               met reguliere geneesmiddelen zijn een belangrijk onderdeel van ons onderzoeksprogramma.

                               Heel Biologische Geneesmiddelen B.V. - Email: info@heelbv.nl - Website: www.heelbv.nl




   Sport verantwoord:
   Laat u wetenschappelijk begeleiden.




   Onderscheid u van uw collega’s met wetenschappelijke sportsoftware
   SpartaNova biedt een wetenschappelijke tool aan waarmee u de conditie, het potentieel en de blessuregevoeligheid van
   uw sporters in kaart brengt. De software werd ontwikkeld aan gerenommeerde Belgische universiteiten en is gebaseerd op
   15 jaar onderzoek bij 25.000 sporters. U test uw sporters op basis van zorgvuldig gekozen parameters, voert de resultaten in
   en krijgt meteen een kant-en-klare analyse. Uit honderden oefeningen adviseert de SpartaNova-tool precies die oefeningen
   die blessures helpen vermijden en de prestaties van uw sporter verbeteren. Via het online dagboek geeft u gepersonaliseerd
   trainingsadvies. U bespaart heel wat tijd, kan meer sporters opvolgen en bouwt een sterkere relatie met hen op.

   uw contact in Nederland: Freek Gubbels • M +31 648 513 301 • freek@spartanova.com • www.spartanova.com                         your scientific supporter




43203_SpartaNova_VSG Congres_adv 185x130_4.indd 1                                                                                                10/27/11 1:37 PM
dag 1 // donderdag 1 december 2011

Sessie A1: Jeugd

Prof. dr J. Seidell
Donderdag.1.december.–.10.45.uur.–.sessie.A1.–.Preventie.van.obesitas.door.sport/bewegen

Biografie

Prof. dr. Jaap Seidell
Jaap Seidell is hoogleraar voeding en gezondheid en directeur      obesitaszorg. Hij is vanwege zijn kennis een veelgevraagd
van de afdeling gezondheidswetenschappen aan de Vrije              adviseur van organisaties in binnen- en buitenland zoals de
Universiteit en het VU medisch centrum in Amsterdam. Hij           Wereldgezondheidsorganisatie, de Gezondheidsraad, overheden,
is een internationaal gerenommeerd onderzoeker op zowel            consumentenorganisaties en organisaties van patiënten en
het gebied van de oorzaken en gevolgen van overgewicht             zorgverleners.
en obesitas als de effectiviteit van overgewichtpreventie en




Dr. M. Chin A Paw
Donderdag.1.december.–.11.10.uur.–.sessie.A1.–.How.sickening.is.sitting?


How sickening is sitting?
            Relative to the large amount of evidence regarding           cardiometabolic health in children and youth. I will also
            the acute and chronic effects of physical activity, little   pay specific attention to the measurement of sedentary
            is known about the adverse health outcomes caused            behaviour in this age group. Finally, I will present the first
            by prolonged sitting, especially in young people. I          results of a ‘sitting experiment’ examining the effects of
            will give an overview of the scientific evidence on the      prolonged sitting on metabolic indicators. //
            prospective relationship between sedentary behaviour and




Biografie

Dr. M. Chin A Paw
Dr Mai Chin A Paw is associate professor at the Department of      Mai is chair of the section Youth and Health within the
Public and Occupational Health, EMGO Institute for Health and      department of Public and Occupational health and is currently
Care Research - VU University Medical Center in Amsterdam, The     involved in several research projects. Examples are the
Netherlands.                                                       development and evaluation of strategies promoting physical
                                                                   activity and reducing sedentariness, measurement of physical
Her background is in Human Movement Science and                    activity, and prevention and treatment of obesity. She uses
Epidemiology. Mai obtained her PhD in 1999 for her thesis that     innovative methodologies in behavioural epidemiology such
investigated the effects of physical exercise and micronutrient    as Intervention Mapping – a protocol for theory and evidence-
supplementation on the health of frail older people. Since 2000    based development of interventions; analysis of mediators (how
her main research focus is on Child Health and Care Research.      does an intervention achieve its effects); analysis of moderators



                                                                                                           1 & 2 december te Kaatsheuvel

                                                                                                                                           13
dag 1 // donderdag 1 december 2011

  (who responds to interventions); multi-level analysis; and the         in Sport and member of the editorial board of the International
  latest techniques for longitudinal data analysis.                      Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity.
  She is associate editor of The Journal of Science and Medicine




  Dr. M. Elferink-Gemser
  Donderdag.1.december.–.11.30.uur.–.sessie.A1.–.Talentherkenning.en.-ontwikkeling:.Nederland


  Talentherkenning en
  -ontwikkeling: Nederland
              Op de site van NOC*NSF staat te lezen dat ‘de                     is, wat de beste progamma’s zijn, wat de beste manier
              toptienambitie, het streven van Nederland om structureel          van begeleiden is en hoe je weet aan welke kinderen
              tot de tien beste topsportlanden ter wereld te behoren,           deze extra mogelijkheden het best geboden zouden
              voor de Nederlandse topsport de ultieme doelstelling is’.         moeten worden. Wie zijn de topsporters van ‘morgen’
              Dit is echter geen eenvoudige opgave en ons land heeft            en waarom zij? Om de olympische ambities te kunnen
              deze positie tot op heden niet structureel gerealiseerd.          waarmaken – Nederland bij de top-10 – gaat het duidelijk
              De concurrentie in de mondiale top is groot en voor               om meer dan alleen maar aanleg, een factor geluk en
              Nederland in de top-10 is kennis van experts uit de               hard trainen. Via onderzoek worden talenten in de tijd
              sport en samenleving onmisbaar. In Nederland worden               gevolgd waarmee teruggekeken kan worden op specifieke
              kinderen opgeleid tot topsporters middels een systeem             ontwikkelingen en kenmerken die bepalen hoe snel een
              dat grotendeels gebaseerd is op talentherkenning vanuit           talent zich feitelijk ontwikkelt. Je kunt daarmee onder
              de sportverenigingen en talentontwikkeling bij zowel de           andere het verschil ontdekken tussen jeugdtalenten
              verenigingen als de districten en nationale jeugdteams.           die zich ontwikkelen tot topsporters en degenen die
              De kinderen die als talentvol worden herkend, krijgen             tijdens het talenttraject ‘afvallen’ en blijven steken op
              vaak een uitnodiging om in selectieteams hun potentie             amateurniveau. Heel essentieel is dat een echte topper
              waar te maken. Ze krijgen extra trainingen aangeboden             extreem gemotiveerd is en goed is in zelfregulatie. Uit het
              door over het algemeen goed opgeleide trainers,                   onderzoek kan geconcludeerd worden dat getalenteerde
              goede trainingsfaciliteiten, medische begeleiding en              sporters vooral beter zijn in het stellen van doelen.
              een wedstrijdprogramma op niveau. Ze kunnen zich                  Een sporter moet dus slim zijn. Het is dus niet alleen
              ontwikkelen door zich op te trekken aan sporters van              kwantitatief je uren draaien, maar vooral ook kwalitatief.
              vergelijkbaar of hoger niveau. Het doel van het bieden            Daarnaast is de kwaliteit van de trainer of coach heel
              van deze extra mogelijkheden is het vergroten van                 belangrijk. Zo zie je bijvoorbeeld dat talenttrainers, die
              de kans om de top te bereiken. In vergelijking met                de meeste talenten aan de top afleveren, zich met name
              decennia geleden is er meer aandacht voor de soms                 onderscheiden door veel autonomie aan de talenten te
              lastige combinatie van school en sport. Dit is onder              geven. Met andere woorden, ze zorgen ervoor dat de
              meer terug te zien in de toename van het aantal                   topper in spe verantwoordelijk wordt voor zijn eigen
              LOOT-scholen. Echter, hoewel talentherkenning en                  leerproces. Want… zelfregulatie is een sleutel- en
              talentontwikkeling niet los te zien zijn van de context, is       succesfactor. //
              er nog veel onduidelijkheid over wat de beste omgeving




              Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid

14
Biografie

Dr. M. Elferink-Gemser
Marije Elferink-Gemser studeerde Bewegingswetenschappen             ruim honderd publicaties over het onderwerp talentherkenning
(UMCG) aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 2005                  en -ontwikkeling op haar naam staan, zowel nationaal als
promoveerde ze aan dezelfde universiteit bij promotor prof.         internationaal in de vorm van wetenschappelijke artikelen,
dr. Chris Visscher op het onderwerp ‘Talentontwikkeling             populairwetenschappelijke artikelen, boeken, boekhoofdstukken
van getalenteerde sporters’. Sindsdien houdt ze zich aan            en bijdragen aan congressen. Ze wordt regelmatig door
de RUG als universitair docent bezig met talentonderzoek.           buitenlandse universiteiten en voor internationale
Een belangrijk onderzoeksthema omvat het waarmaken                  wetenschappelijke congressen uitgenodigd om het Nederlandse
van de bewegingspotentie van jeugdigen (‘het maximale               talentonderzoek te presenteren. Daarnaast vindt ze het heel
uit eigen kunnen halen’). Het onderzoek kenmerkt zich               belangrijk om de onderzoeksresultaten te ‘vertalen’ voor
door het longitudinale karakter waarbij jeugdigen jaren             mensen in het werkveld zoals (toekomstige) trainers, coaches,
achter elkaar worden gevolgd in hun ontwikkeling en het             beleidsmakers, leerkrachten, getalenteerde sporters en hun
multidimensionele karakter waarbij zowel persoonsgebonden           ouders.
als omgevingsgebonden kenmerken in relatie worden gebracht
met de sportprestatie. Marije is daarnaast actief binnen het        Organisaties: Centrum voor Bewegingswetenschappen
Instituut voor Sport en Bewegingsstudies van de Hogeschool          (UMCG/Rijksuniversiteit Groningen); Instituut voor Sport en
Arnhem-Nijmegen dat ‘Talentherkenning en -ontwikkeling van          Bewegingsstudies (Hogeschool Arnhem-Nijmegen).
sporttalent’ als speerpunt heeft gekozen. Ze heeft inmiddels




Dr. J. Roeykens
Donderdag.1.december.–.11.30.uur.–.sessie.A1.–.Talentherkenning.en.-ontwikkeling:.Vlaanderen


Talentherkenning en
-ontwikkeling: Vlaanderen
           Sporttalent detecteren en begeleiden is een kerntaak van      De eerste Vlaamse topsportscholen openden hun deuren
           (top)sportfederaties. In het langdurige traject om sportief   op 1 september 1998. Het doel van de topsportscholen
           talent te detecteren, te selecteren en te begeleiden          is om jonge talenten de kans te geven hun sportcarrière
           tot de topsport, worden in Vlaanderen verschillende           zo optimaal mogelijk te ontwikkelen in combinatie
           beleidsinitiatieven genomen. De leidraad daarvan vormt        met de studies secundair onderwijs. Hiervoor is een
           het topsportactieplan Vlaanderen en hanteert een              structurele samenwerking opgezet tussen de sport- en
           voorwaardenscheppend beleid, géén beloningsbeleid.            de onderwijssector. Aanvankelijk participeerden twaalf
                                                                         sportfederaties in de topsportscholen, vandaag zijn dat
           Een van de grote verwezenlijkingen in Vlaanderen om           er al zeventien. Het aantal ingeschreven leerlingen/
           sportief talent te begeleiden, is de oprichting van de        topsporters steeg van iets meer dan 200 naar ruim 900.
           topsportscholen.
                                                                         De (top)sportfederaties met participatie in een
           Recent werden deze zowel op sportief als onderwijskundig      topsportschool hanteren strenge selectiecriteria voor de
           vlak doorgelicht. In deze uiteenzetting zal na een            inschrijving aan een topsportschool.
           korte situering op de voornaamste resultaten van deze         Leerlingen die in het secundaire onderwijs (leeftijd 12
           evaluaties ingegaan worden.                                   tot 18 jaar) de studierichting topsport volgen, krijgen



                                                                                                         1 & 2 december te Kaatsheuvel

                                                                                                                                         15
dag 1 // donderdag 1 december 2011

                 wekelijks 10 uur sportspecifieke topsporttraining,                de sportfederatie. De lestijden en zelfs examenperiodes
                 aangevuld met 2 uur lichamelijke opvoeding tijdens de             worden indien nodig aangepast aan de noden van de sport.
                 schooluren. Daarnaast volgen zij de trainingen buiten de
                 schooluren in hun sportclub. In het totaal rapporteert men        In het basisonderwijs (leeftijd 6 tot 12 jaar) zijn er vandaag
                 vaak 15 tot 20 uur specifieke training op weekbasis.              slechts twee federaties (gymnastiek en tennis) met
                 Om een volwaardige studie te kunnen volgen, worden de             een participatie in één of meerdere basisscholen voor
                 leerlingen specifiek begeleid en opgevolgd. De leerlingen         topsportbeloften. Hier krijgen de leerlingen wekelijks tot
                 hebben het recht om, tijdens de lesuren, deel te nemen            6 uur sportspecifieke training tijdens de schooluren als
                 aan stages en wedstrijden die onder de leiding staan van          aanvulling op de naschoolse sportbeoefening. //




  Biografie

  Dr. J. Roeykens
     Johan Roeykens is voltijds inspanningsfysioloog op de afdeling         keuringen en inspanningsonderzoeken bij onder andere
     S.P.O.R.T.S. van het UZ Antwerpen. Hij is van huis uit licentiaat      leerlingen/topsporters afgenomen. Daarnaast worden heel wat
     in de Lichamelijke Opvoeding en licentiaat in de Motorische            sporters sportmedisch getest en geadviseerd in verschillende
     Revalidatie en Kinesitherapie.                                         sporttakken. De multidisciplinaire aanpak van de sporter binnen
     S.P.O.R.T.S. is een van de negen door de Vlaamse overheid              het UZ Antwerpen biedt hierbij een belangrijke meerwaarde bij
     erkende sportkeuringscentra en staat voor multidisciplinair            het verlenen van gericht advies.
     centrum voor Screening, Preventie, Onderzoek en onderwijs,             Johan is lesgever aan de Vlaamse Trainerschool (BLOSO), werkt
     Revalidatie, Training en Sportgeneeskunde.                             mee aan verschillende sportwetenschappelijke onderzoeken
     Voordien was Johan werkzaam op de Afdeling Topsport van                binnen het UZ Antwerpen en heeft een bijzondere interesse
     BLOSO, de Vlaamse sportadministratie. Gedurende twee jaar              voor de meting van lichamelijke activiteit en toegepaste
     was hij dossierbeheerder van de topsportscholen in Vlaanderen.         inspanningsfysiologie in de trainingspraktijk.
     Op S.P.O.R.T.S worden de jaarlijkse (verplichte) sportmedische




  Prof. dr. J. Gielen
  Donderdag.1.december.–.12.05.uur.–.sessie.A1.–.Gestaltepredictie.bij.12/13-jarigen


  Gestaltepredictie bij
  12/13-jarigen
                 Gestalte is belangrijk in een aantal sporten, zowel een           10 cm voor jongens en 9 cm voor meisjes voor een 95%
                 kleine of een grote gestalte kan wenselijk zijn in enerzijds      van de populatie. Voor de Vlaamse kinderen met minstens
                 gymnastiek en vechtsporten als anderzijds basketbal,              1 Vlaamse ouder kan de individuele groeicurve berekend
                 volleybal en tennis, atletiek, hordelopen en zwemmen.             worden op basis van minstens twee meetpunten met
                 Selectie van topsporters gebeurt op jonge leeftijd en             minstens 6 maanden tijdsinterval, dit is de meest correcte
                 dus per definitie met onvolwassen gestalte. Selectie kan          voorspeller van de gestalte op volwassen leeftijd. Bij de
                 gebeuren op basis van de gestalte van de ouders, een              selectie van de sporters beschikt men echter meestal
                 individuele groeicurve en door de vaststelling van de             niet over twee meetpunten. Een alternatieve techniek
                 skeletontwikkeling. Een gestalte voorspelling op basis            is de bepaling van de skeletontwikkeling op basis van
                 van genetica – dat wil zeggen op basis van de gestalte            een radiografisch onderzoek van de hand. Niet de
                 van de ouders – is de minst correcte met een marge van            chronologische leeftijd maar de leeftijd van het skelet



                 Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid

16
bepaalt de groeicapaciteit. De ontwikkeling van het           voor niet-medische toepassingen wordt het ALARA-
           skelet loopt dikwijls niet gelijk met de chronologische       principe toegepast. Men zoekt dus naar alternatieven
           leeftijd en is dikwijls familiaal bepaald. Meerdere           die niet gebruikmaken van ioniserende stralen om
           atlassen zijn beschikbaar voor jongens en meisjes om          skeletontwikkeling te determineren. Alternatieve
           de skeletontwikkeling te determineren. Deze techniek          technieken zijn echografie en MRI die in onderzoek zijn.
           heeft een standaarddeviatie van 1,2 cm vanaf de leeftijd      Deze zijn echter nog niet beschikbaar. //
           van 12 jaar bij meisjes en 14 jaar bij jongens. Voor het
           gebruik van röntgentechnieken voor medische en zeker




Biografie

Prof. dr. J. Gielen
Medische studies en specialisatie radiologie aan de Katholieke     Organisator van cycli hands-oncursussen wekedelenechografie
Universiteit van Leuven. Muskuloskeletale radiologiestage bij      sinds 2004. Organisator, in samenwerking met Babette Pluim,
D. Resnick (UCSD, California) en B. Maldague (UCLouvain). Sinds    van het STMS (Society for Tennis Medicine and Science)-congres
oktober 2000 Musculoskeletaal radioloog in het Universitair        16 en 17 februari 2007 te Antwerpen. Auteur en coredacteur
Ziekenhuis Antwerpen (UZA) met speciale interesse in               van een gespecialiseerd boek over sportradiologie Imaging in
radiologische beeldvorming van sportletsels. Mijn bijzondere       Orthopedic Sports Injuries (2006 Springer Verlag).
aandacht gaat naast de klassieke technieken zoals radiografie en
arthrografie vooral uit naar echografie, magnetische resonantie    Al vroeg in zijn carrière legde prof. dr. Jan Gielen zich toe op het
en meersneden CT. PhD sinds februari 2004, thesis ‘Magnetische     onderzoek van sporters. Uit liefde voor de sport? “Ik kom uit
resonantie van wekedelentumoren’. Sinds 15 jaar spreker op het     een heel onsportieve familie. Thuis deden wij niet aan sport en
‘Limburgs Sportcongres’ België. Organisator van het Antwerps       gingen we niet naar het voetbal. Toen ik destijds voor het eerst
Multidisciplinair Sportmedisch Symposium in 2004 en 2005.          Jean-Marie Pfaff moest onderzoeken, kende ik die niet.” Dat
Sinds oktober 2006 docent aan de Universiteit Antwerpen (UA).      gebrek aan affiniteit met de sportwereld vindt hij geen nadeel,
Believer in multidisciplinaire samenwerking en daarom sinds        integendeel: het waarborgt de objectiviteit. “Sportgeneeskunde
februari 2006 organisator van een veertiendaagse theoretische      is boeiend doordat het een kruispunt van disciplines is,
en klinische multidisciplinaire sportvergadering aan de UA in      van fysische geneeskunde en radiologie tot cardiologie en
samenwerking met sportartsen, fysiotherapeuten, kinesisten,        psychologie. En ook op onderzoeksvlak zijn er veel uitdagingen.”
radiologen, orthopedisten, cardiologen, dermatologen.




                                                                                                           1 & 2 december te Kaatsheuvel

                                                                                                                                           17
dag 1 // donderdag 1 december 2011

     Vrije voordrachten sessie A1

  K. Valkenet, F. de Heer, L.A. van Herwerden, P. Doevendans, I.G.L. van de Port
  & F.J.G. Backx

  Preoperatieve fysieke therapie
  voor een openhartoperatie:
  wetenschappelijke evidentie en
  klinische effecten
           Inleiding en vraagstelling                                        risicoscores, ademspiertraininggegevens, incidentie van
           Patiënten die een openhartoperatie moeten ondergaan,              longontstekingen en ligduur na een openhartoperatie.
           behoren tot een kwetsbare populatie. Deze groep zal als           Deze data zijn geanalyseerd middels propensity-analyse
           gevolg van een slechtere preoperatieve fysieke conditie           om uitspraak te doen over de effectiviteit van deze
           meer kans hebben op complicaties en een vertraagd                 interventie.
           herstel. Zo is bekend dat een longontsteking na een
           openhartoperatie de ligduur fors kan verlengen (American          Resultaten
           Thoracic Society, Am J Respir Crit Care Med; 2005). Een           De systematische review laat een significant effect
           goede fysieke voorbereiding is daarom belangrijk. Er zijn         (p<0.05) zien van preoperatieve ademspiertraining op
           twee doelen geformuleerd. Allereerst het geven van een            het terugdringen van longcomplicaties na een buik- of
           systematisch overzicht van de huidige evidentie voor              hartoperatie (4 studies).
           preoperatieve fysieke therapie op het herstel na een              De data betreffende preoperatieve ademspiertraining
           operatie. Daarnaast wordt het effect onderzocht van de            voorafgaand aan een hartoperatie (n=346) laten een trend
           implementatie van preoperatieve ademspiertraining op              zien in het voordeel van de pulmonaal hoog risicogroep
           het verminderen van postoperatieve longontstekingen na            die ademspiertraining heeft gevolgd. In deze groep heeft
           een openhartoperatie.                                             1 van 94 patiënten (1.1%) een longontsteking ontwikkeld
                                                                             na de hartoperatie vergeleken met 8 van de 252 patiënten
           Methode                                                           (3.2%) die geen ademspiertraining hebben gevolgd (odds
           Een systematisch literatuuronderzoek is uitgevoerd,               ratio 0.29 (95% CI 0.032 – 2.64)).
           gebruikmakend van de databases PubMed, EMBASE, PEDro
           and CINAHL waarbij studies werden geïncludeerd die de             Conclusies, discussie en aanbevelingen
           effecten van preoperatieve fysieke therapie onderzochten          Preoperatieve ademspiertraining lijkt effectief
           op de ligduur en complicaties na een operatie (Valkenet           in het terugdringen van longontsteking na een
           et al. Clin Rehab; 2011). De studies zijn beoordeeld op           openhartoperatie. In tegenstelling tot de literatuurstudie
           methodologische kwaliteit (PEDro-scorelijst). Effecten op         laten de data uit de praktijk geen significant verschil
           ligduur en aantal complicaties zijn verwerkt in een meta-         zien op het verminderen van longontstekingen, maar
           analyse.                                                          is er wel een trend zichtbaar in het voordeel van de
           Voor het tweede doel zijn, na implementatie van                   groep die ademspiertraining gevolgd heeft. Aanvullend
           preoperatieve ademspiertraining (dagelijks 20 min.                goed gecontroleerd en gerandomiseerd onderzoek
           gedurende minimaal 2 weken), in 2008 en 2009                      naar ademspiertraining bij verschillende chirurgische
           in het Universitair Medisch Centrum Utrecht data                  patiëntgroepen wordt aanbevolen. //
           verzameld aangaande preoperatieve pulmonale




           Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid

18
R. Agricola


De ontwikkeling van cam laesies
bij jonge voetballers
       Inleiding                                                      kop-halsovergang werd gescoord als 1) normaal, 2)
       Cam impingement is een oorzaak van heuppijn en een             afvlakking of 3) prominentie. Verschillen in prevalentie
       mogelijke risicofactor voor artrose. Cam impingement           werden getest met logistische regressie. Verschillen in
       wordt vooral bij jonge, mannelijke sporters gezien, maar er    de bewegingsuitslagen werden getest met generalized
       zijn slechts een beperkt aantal onderzoeken die zich hebben    estimating equations.
       gericht op de manifestatie van cam laesies tijdens de groei.
                                                                      Resultaten
       Doel                                                           Een abnormale alphahoek werd al gevonden bij 12-jarigen
       Het bepalen op welke leeftijd cam laesies ontstaan, en de      bij zowel voetballers als controles. De prevalentie van
       prevalentie van cam laesies bepalen bij jonge mannelijke       een cam laesie gedefinieerd op basis van een abnormale
       voetballers in vergelijking met niet-sportende controles.      alphahoek was hoger bij voetballers (26%) dan bij
                                                                      controles (17%), alhoewel niet significant wanneer
       Methode                                                        gecorrigeerd werd voor de leeftijd. Een prominentie in de
       In deze studie zijn 89 (178 heupen) voetballers tussen         kop-halsovergang werd alleen gezien bij voetballers, vanaf
       de 12 en 19 jaar, die in selectie-elftallen van Feyenoord      13-jarige leeftijd (13% vs 0%, p<0.033). De prevalentie van
       speelden, geïncludeerd. Tevens zijn er 92 (184 heupen)         een afvlakking van de kophals was ook significant hoger
       controles in dezelfde leeftijdscategorie geselecteerd          bij voetballers (53% vs 19%, p=0.0001). Bij voetballers met
       uit radiologiegegevensbestanden wanneer zowel een              een cam laesie op basis van een abnormale alphahoek
       anterior-posterior (AP) als een Lauenstein-opname van          was de endorotatie significant verminderd (19.7 vs 26.2,
       beide heupen beschikbaar was. Exclusie criteria voor           p=0.002). Een positieve impingementtest associeerde niet
       controles waren het hebben van heuppathologie en               met het hebben van een cam laesie.
       sporten als dit vermeld was in de status. Bij de voetballers
       zijn de bewegingsuitslagen van de heup bepaald en werd         Conclusie
       de impingementtest uitgevoerd. Tevens is er volgens een        Een cam laesie is zichtbaar vanaf 13-jarige leeftijd.
       gestandaardiseerd protocol een AP-bekkenopname en              Cam laesies zijn meer prevalent en meer uitgesproken
       een Lauenstein-opname gemaakt. Om een cam laesie te            bij jonge voetballers dan bij controles. Dit suggereert
       kwantificeren werd de alphahoek in alle röntgenfoto’s          dat mechanische belasting, vooral tijdens het sluiten
       bepaald, waarbij een afkapwaarde van 60 graden werd            van de groeischijf, een belangrijke factor kan zijn in de
       gehanteerd. Tevens werden alle röntgenfoto’s gescoord          ontwikkeling van een cam laesie. //
       op basis van drie categorieën. De anterosuperior




                                                                                                       1 & 2 december te Kaatsheuvel

                                                                                                                                       19
dag 1 // donderdag 1 december 2011

     Sessie A2: Volwassenen

  Dr. E. Verhagen
  Donderdag.1.december.–.10.45.uur.–.sessie.A2.–.Beweegstimulering


  Beweegstimulering
                 Ondanks het onomstotelijke bewijs dat lichamelijke                heeft gewoonweg een sterkere onafhankelijke relatie
                 activiteit de gezondheid bevordert, is de mate waarin de          met allerhande gezondheidsproblemen. Daarnaast
                 populatie lichamelijk actief is in de afgelopen jaren alleen      heeft het stimuleren van lichamelijke activiteit ook
                 maar afgenomen. Mede door specifieke aandacht voor                andere voordelen; een beweegrijke leefstijl helpt in het
                 voldoende lichamelijke activiteit in het gezondheidsbeleid        handhaven van een gezond gewicht, is gecorreleerd aan
                 en een daaraan gekoppeld publiek besef, lijkt de afname           een gezonder voedingspatroon en draagt bij aan het
                 de laatste jaren enigszins gestabiliseerd. Er wordt zelfs         terugdringen van het aantal rokers.
                 een lichte toename gezien in het percentage Nederlanders
                 dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen.               Met het oog op de vele voordelen van lichamelijke
                 Echter, we bewegen nog niet voldoende en de promotie              activiteit voor de gezondheid in diverse levensfasen, zijn
                 van voldoende lichamelijke activiteit blijft vooralsnog           de preventie en interventiemogelijkheden ontelbaar. Het
                 een vitale component voor de preventie van chronische             voert dan ook te ver om een volledig overzicht te geven
                 aandoening en het bevorderen van de algemene                      van bestaande beweeginterventies en hun (potentiële)
                 gezondheid in de hedendaagse samenleving.                         impact op de maatschappelijke gezondheid. Daarom
                 Met het oog op het populatie attributieve risico                  zal er hier middels een selectie van interventies een
                 (PAR) is het zelfs zo dat vanuit het perspectief van              overzicht worden gegeven van mogelijkheden waarop
                 de maatschappelijke gezondheid het bevorderen van                 beweegstimulering kan worden ingezet voor primaire,
                 lichamelijke activiteit meer gezondheidswinst kan                 secundaire en tertiaire preventie van diverse (chronische)
                 opleveren dan het verbeteren van voedingspatronen en              aandoeningen. //
                 verlagen van lichaamsgewicht. Lichamelijke inactiviteit




  Biografie

  Dr. E. Verhagen
     Evert Verhagen is als universitair docent verbonden aan                breedtesport en de implementatie van evidence naar de praktijk.
     de afdeling Sociale Geneeskunde en het EMGO+ Instituut                 Daarnaast coördineert hij onderwijs op dit brede terrein bij de
     van het VU Medisch Centrum in Amsterdam. Na zijn studie                faculteiten Bewegingswetenschappen en Geneeskunde van de
     bewegingswetenschappen promoveerde hij in 2004 op een                  Vrije Universiteit in Amsterdam. Evert Verhagen is lid van het
     onderzoek naar de preventie van enkelletsels bij volleyballers.        editorial board van de Journal of Science and Medicine in Sport
     Nadien is hij zich breder gaan oriënteren en voert nu studies          en associate editor van de British Journal of Sports Medicine.
     uit op het brede terrein van sport, leefstijl en gezondheid; van       Tevens is hij als onderzoeker verbonden aan de Vrije Universiteit
     beweegstimulering bij jongeren tot letselpreventie bij top- en         te Brussel en Monash University te Melbourne.




                 Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid

20
Drs. H.J.W. Dijkstra
Donderdag.1.december.–.11.10.uur.–.sessie.A2.–.Preventieconsult.huisarts:.Bedreiging.of.kans.voor.
de.sportgeneeskunde?!


Preventieconsult huisarts:
Bedreiging of kans voor de
sportgeneeskunde?!
           In Nederland is de afgelopen jaren als gevolg van een         preventie bij patiënten met reeds aanwezige coronaire
           ongezonde leefstijl een stijging van overgewicht en           hartziekten. Er momenteel een brede tendens zichtbaar
           obesitas waarneembaar. Met de stijging in overgewicht         die gaat van case finding naar preventie.
           is het aannemelijk dat ook het aantal mensen met              Er zijn op dit moment vele preventieve onderzoeken
           hypertensie, dislipidemie en verhoogd glucose de laatste      en checks beschikbaar bij diverse (vaak commerciële)
           jaren is toegenomen. Het valt daarom te verwachten            instanties. De NHG-standaard Preventieconsult
           dat ook een toename van de prevalentie van hart- en           Cardiometabool beoogt een evidence based-antwoord te
           vaatziekten, diabetes mellitus en chronische nierschade in    zijn op deze wildgroei aan testmogelijkheden en zelftests
           het verschiet ligt.                                           tegen relatief lage kosten.
           Op grond van demografische ontwikkelingen (dubbele            Deze voordracht heeft enerzijds tot doel om u kennis
           vergrijzing: toename van de oudere bevolking in               te geven van het hoe en waarom van deze nieuwe
           combinatie met hogere levensverwachting) en een               NHG-standaard op basis van actuele wetenschappelijke
           toename van (ernstig) overgewicht met effecten op             achtergronden; het preventieconsult raakt aan, in
           de incidentie en prevalentie van hart- en vaatziekten,        sportgeneeskunde gangbare, onderzoeksvormen.
           diabetes en chronische nierschade ontstaat er meer            Daarnaast zal de spreker trachten inzichtelijk te maken
           aandacht voor preventie.                                      dat er op basis van het huidige kennisdomein van de
           Er zijn studies die aantonen dat het reduceren van            sportgeneeskunde aangaande beweegadvisering op maat
           risicofactoren bij gezonde mensen (= universele, selectieve   en de actuele stand van zaken omtrent beweegadvies door
           en geïndiceerde preventie) een viervoudige reductie           de huisarts mogelijk een wereld te winnen is. //
           in sterfte geeft ten opzichte van de zorggerelateerde




Biografie

Drs. H.J.W. Dijkstra
Jan-Willem Dijkstra is sportarts en sinds 2005 werkzaam als        met het Linneus Instituut en realisatie van het door NOC*NSF
sportarts-medisch coördinator in het SMA Haarlem-Kennemer          gecertificeerde Topsport Medisch Samenwerkingsverband tot
Gasthuis. Zijn werkopdracht is het in de regio Haarlem             stand gebracht.
vormgeven/verder professionaliseren van het specialisme            Aandachtsvelden van de spreker zijn echografie (MSU) enerzijds
sportgeneeskunde. De afgelopen jaren werden onder zijn leiding     en anderzijds de toepassingsmogelijkheden van spiro-ergometrie
onder andere integratie binnen de medische staf van het KG,        bij revalidatie op maat van chronisch zieken, in het bijzonder
subspecialisatie binnen de driekoppige vakgroep, scholing          hartfalenpatiënten.
huisartsen/fysiotherapeuten, opstarten multidisciplinaire          Jan-Willem is tevens geregistreerd huisarts en als zodanig
sportpoli SMA Haarlem met Heliomare, aanzet tot ontwikkeling       geïnteresseerd in de raakvlakken van de eerste lijn met het
van een onderzoekstak sportgeneeskunde in samenwerking             specialisme sportgeneeskunde en vice versa.



                                                                                                        1 & 2 december te Kaatsheuvel

                                                                                                                                        21
dag 1 // donderdag 1 december 2011

  Zelf is Jan-Willem in zijn vrije tijd fervent windsurfer en skiër,     marathonschaatsen (M2)) veelvuldig te traceren op de ijsbaan
  tevens voormalig windsurfinstructeur en meer dan 15 jaar actief        van Haarlem, door liefhebbers ook wel het ‘Davos van het
  geweest als Oostenrijks (Tirol/Landes) geregistreerd skileraar. In     Noorden’ genoemd.
  deze tijd van het jaar is hij als schaatser (Elfstedentocht 1985/




  Drs. I. Vriend
  Donderdag.1.december.–.11.35.uur.–.sessie.A2.–.Onderzoek.in.de.praktijk:.overzicht.van.effectieve.
  blessurepreventieve.maatregelen


  Onderzoek in de praktijk:
  overzicht van effectieve
  blessurepreventieve maatregelen
              Sporten en bewegen is gezond en Nederlanders worden               gebruikt en van plan is om deze op lange termijn te blijven
              dan ook gestimuleerd om dit (meer) te gaan doen.                  gebruiken.
              Circa 11 miljoen Nederlanders sporten en bewegen in
              georganiseerd en ongeorganiseerd verband. Populair zijn           Om deze informatie te verzamelen, zijn diverse
              fitness, zwemmen, wielrennen/toerfietsen, hardlopen               onderzoeken uitgevoerd. Ten eerste is een overzicht
              en veldvoetbal. Sporten is gezond, maar brengt tegelijk           gemaakt van welke maatregelen werken ter preventie
              ook risico’s met zich mee. Het aantal sportblessures in           van specifieke blessures (effectiviteit van bijvoorbeeld een
              Nederland is, vergeleken met andere aandoeningen en               brace, helm, trainingsprogramma). Dit is gedaan door het
              ziektes, hoog. Jaarlijks ontstaan 3,7 miljoen sportblessures,     raadplegen van wetenschappelijke literatuur en (inter-)
              waarvan 39% medische behandeling nodig heeft. Naast               nationale experts. De kennis neemt steeds toe door het
              belangrijke gevolgen voor de sporter zelf (sportverzuim,          verschijnen van nieuwe publicaties (compressiekous,
              stoppen met sporten), gaat dit samen met hoge medische            core stability) en actuele discussies (rekken). Tevens is via
              kosten en arbeidsverzuim. Om die reden heeft het                  trendanalyses van blessurecijfers gekeken of de verplichte
              Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)            invoering van bijvoorbeeld de fietshelm tot een daling
              blessurepreventie op de agenda staan. In de periode               heeft geleid van het aantal blessures. De resultaten van de
              2008-2011 zijn activiteiten uitgevoerd om blessures               onderzoeken worden toegelicht.
              te voorkomen, specifiek gericht op 12 geprioriteerde              Met behulp van de Veiligheidsbarometer Sporters is in
              sporttakken en enkel-, knie-, hoofdblessures en geleidelijk       2008 en in 2011 de veiligheidsbeleving en het gedrag van
              ontstane blessures.                                               Nederlandse sporters met betrekking tot blessurepreventie
                                                                                in kaart gebracht. De focus ligt primair op het in kaart
              Om sportblessures te kunnen voorkomen, moeten                     brengen van het gedrag en de gedragsdeterminanten van
              maatregelen en interventies ingezet worden die                    de sporters. Weten sporters welke maatregelen zij zelf
              effectief zijn en werkzaam zijn in de praktijk (efficiënt).       kunnen nemen en in welke mate doen zij dit?
              Belangrijke modellen die gehanteerd worden binnen de
              sportblessurepreventie om resultaten van onderzoek te             Ten slotte is het belangrijk om inzicht te krijgen in de
              vertalen naar de praktijk, zijn het TRIPP-model (Finch,           effecten in de praktijk van de gevoerde blessurepreventieve
              2006) en het RE-AIM-model (Finch & Donaldson, 2009).              activiteiten in de periode 2008-2011. Dit is gedaan door
              Dit laatste model wordt gebruikt om inzicht te krijgen            te kijken naar de trend in de landelijke blessurecijfers,
              in de totale impact van een interventie in de praktijk.           veranderingen in het gedrag en in de intermediaire
              Verschillende dimensies moeten hiervoor worden                    gedragsdeterminanten van sporters en door proces- en
              gemeten, waaronder het aandeel sporters dat bekend is             effectevaluaties van de ingezette pilot-interventies. //
              met de preventieve maatregel, deze (op de juiste manier)



              Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid

22
Biografie

Drs. I. Vriend
Ingrid Vriend is projectleider en onderzoeker bij Stichting       wielrennen en mountainbiken centraal. Om de kennis en
Consument en Veiligheid. Consument en Veiligheid werkt, in        ervaring met betrekking tot de monitoring van sportblessures
opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en       in Nederland af te stemmen, is eind 2004 op verzoek van het
Sport, samen met de VSG, sportbonden en andere organisaties       Ministerie van VWS het platform Monitoren Sportblessures
aan de uitvoering van het landelijke blessurepreventiebeleid.     opgericht. In dit platform hebben experts op het gebied
Hiervoor houdt Ingrid zich bezig met onderzoek naar de wensen     van de epidemiologie van sportblessures zitting namens
en behoeften van de doelgroep (sporters en intermediairs)         hun organisatie. Ingrid is voorzitter van dit platform. Na de
en proces- en effectevaluaties van (pilot)interventies. Het       studie Bewegingswetenschappen aan de VU, heeft ze de
afgelopen jaar stond onderzoek naar de effecten van de            masteropleiding Epidemiologie afgerond.
campagne ‘Gebruik je kop, helm op’ bij skiën, snowboarden,




Dhr. S. van den Belt
Donderdag.1.december.–.12.00.uur.–.sessie.A2.–.Aftrainen.na.een.sportcarrière.–.hoe.waarom?


Aftrainen na een sportcarrière –
hoe en waarom?
           Er is, vanzelfsprekend en terecht, veel aandacht voor        fenomeen ‘aftrainen’. Of wellicht is ‘afbouwen’ in deze
           talentontwikkeling en voor fysieke training van atleten.     context een beter woord, gezien de eventuele verwarring
           Dit leidt tot kennis, sportief – en wellicht economisch –    met het gewichtsverlies binnen sporten waarin met
           succes, maar ook tot het opzoeken van de grenzen van         gewichtsklasses wordt gewerkt.
           fysieke grenzen van elke atleet. Tel daarbij op dat een      Het literatuuronderzoek waar de presentatie haar
           survey onder Schotse oud-atletes aantoonde dat van           oorsprong in vindt, laat zien dat er inderdaad geen
           alle veranderingen die plaatsvinden vanaf het moment         evidence based-programma lijkt te bestaan voor
           van stoppen de fysieke aanpassing met 12.2 ± 11.9            afbouwen. In de voordracht zal de toehoorder dan ook
           maanden het langst duurde en dat van dezelfde groep 60%      meegenomen worden op een zoektocht die leidt van de
           aangaf dat hulp bij physiological and dietary detraining     summiere kennis die wel beschikbaar is, via de kennis over
           terugkijkend nuttig zou zijn geweest. Dit is hoger dan de    de kortetermijngevolgen van niet of verminderd trainen
           51% die aangaf dat career planning wel handig zou zijn       en de algemene kennis over de fysieke adaptaties aan een
           geweest, terwijl daar in Nederland wel een programma         intensieve sportbeoefening naar zo concreet mogelijke
           voor bestaat. Dit leidt tot de conclusie dat het eigenlijk   aanbevelingen voor waar een goed afbouwprogramma
           raar is dat er zo weinig bekend lijkt te zijn over het       aan zou moeten voldoen. //




                                                                                                       1 & 2 december te Kaatsheuvel

                                                                                                                                       23
dag 1 // donderdag 1 december 2011

  Biografie

  Dhr. S. van den Belt
  Sander van den Belt (1986) studeerde bewegingswetenschappen            over dit onderwerp. De resultaten daarvan worden op het VSG-
  in Groningen. Daar ontwikkelde hij een fascinatie voor ‘vergeten       congres gedeeld.
  groepen binnen de (top)sport’. Zo vroeg hij zich af wat een sporter    Op dit moment houdt Sander zich bezig met een andere
  doet na zijn carrière, behalve in ‘het zwarte gat’ vallen en/of        vergeten groep: ouders van sporttalent, waarvoor hij www.
  aftrainen. Aftrainen? Wat is dat eigenlijk, hoe moet dat, waarom       topsportouders.nl opzette. Daarnaast is hij als teamleider
  moet dat, waar kan een gestopte atleet hiervoor terecht?               medische onderzoeken van Rienks Arbodienst nauw betrokken
  NOC*NSF zag het hiaat in de eigen kennis en gaf Sander de              bij een heel andere tak van sport: gezondheid, vitaliteit en
  opdracht de literatuur in te duiken op zoek naar de kennis             langdurige inzetbaarheid op de werkvloer.



     Vrije voordrachten sessie A2

  Drs. M.R. Krist, drs. ing. A.M.C. van Beijsterveldt, dr. S.L. Schmikli, dr. I.G.L
  van de Port, prof. dr. F.J.G. Backx

  Effectiviteit van een
  blessurepreventief
  oefenprogramma voor
  mannelijke amateurvoetballers
              Inleiding                                                         lengte, gewicht, voetbalervaring, dominant been, positie en
              De hamstringblessure is een veelvoorkomende blessure on-          blessurehistorie. Van iedere speler is ook de voetbalexpositie
              der voetballers en is verantwoordelijk voor 12-16% van alle       bijgehouden. De relatie tussen risicofactoren en hamstring-
              voetbalblessures. De hamstringblessure zorgt voor langdurig       blessures is onderzocht met logistische regressieanalyses.
              sportverzuim en heeft een hoge recidiefkans. Kennis van de        Uit de totale steekproef zijn bij 179 spelers aan het begin van
              risicofactoren is vereist voor adequate preventie.                het seizoen ook testen afgenomen. De testbatterij bestond
                                                                                uit: lengte- en gewichtmeting, vetpercentagebepaling,
              Doelstelling                                                      sit-and-reach (sar)-test, kuitspierlengte test, Interval Shuttle
              Wat zijn risicofactoren voor het oplopen van hamstringbles-       Run Test (submaximaal), square-hoptest en vertesprongen.
              sures bij mannelijke, volwassen amateurvoetballers?               Non-parametrische analyses zijn toegepast om de relatie tus-
                                                                                sen de testscores en hamstringblessures te onderzoeken.
              Methode
              Het onderzoek is verricht onder 456 mannelijke volwas-            Resultaten
              sen amateurvoetballers die spelen in het hoogste elftal           Alle voetballers zijn meegenomen in de analyse (24,8 ±
              van 23 eersteklasseverenigingen. Gedurende het seizoen            4,2 jaar; 183,4 ± 6,5 cm; 78,2 ± 7,5 kg). In totaal hebben
              2009-2010 zijn blessures geregistreerd in het online Bles-        49 spelers 63 hamstringblessures opgelopen. Een eerdere
              sureregistratie Informatie Systeem (BIS) van TNO. Hiermee         hamstringblessure is een significante voorspeller voor een
              zijn onder andere de diagnose, het ontstaansmoment en             hamstringblessure (p=0.001). Voor de overige variabelen zijn
              de herstelduur vastgelegd. Bij aanvang van de studie is           geen significante verbanden gevonden.
              gevraagd naar een aantal potentiële risicofactoren: leeftijd,     In de subgroep van geteste spelers (24,8 jaar ± 4,1;182,5 cm


              Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid

24
± 6,3; 78,2 kg ± 7,3) wordt een significant verband gevonden    hamstringblessure. Spelers zonder hamstringverleden
       tussen het risico op een hamstringblessure en de sar test-      en met een verminderde flexibiliteit van de onderrug en
       score (p=0.016). Deze lage score op de sit-and-reachtest ver-   achterzijde onderste extremiteit (sar score) hebben een
       hoogt de kans op een hamstringblessure. Dit verband blijkt      grotere kans op een hamstringblessure. De resultaten van
       echter alleen te gelden voor spelers die in het voorgaande      deze prospectieve studies komen deels overeen met bevin-
       seizoen geen hamstringblessures hebben gehad. Voor de           dingen uit andere studies. Een grootschalig onderzoek naar
       overige testresultaten zijn geen significante verbanden met     de relatie tussen verminderde flexibiliteit en hamstring-
       een hamstringblessure aangetoond.                               blessures bij dezelfde onderzoekspopulatie is dan ook aan
                                                                       te bevelen. Dit kan leiden tot betere preventiemaatregelen
       Conclusies                                                      voor hamstringletsels. //
       Uit dit onderzoek is gebleken dat een eerdere hamstring-
       blessure een risicofactor is voor het oplopen van een



H. van der Worp, J. Zwerver, I. van den Akker-Scheek & R.L. Diercks


De TOPSHOCK studie: een
RCT naar de effectiviteit van
radiale shockwave therapie in
vergelijking met gefocuste
shockwave therapie voor patella
tendinopathie
       Inleiding en vraagstelling                                      met gefocuste ESWT en de andere groep met radiale
       Patellatendinopathie is een moeilijk te behandelen              ESWT. Daarnaast kregen beide groepen een excentrisch
       blessure. Extracorporele Schokgolf Therapie (ESWT) is           trainingsprogramma. Follow-upmetingen vonden 1, 4, 7
       een relatief nieuwe methode voor het behandelen van             en 12 weken na de laatste ESWT-behandeling plaats. De
       tendinopathie. Oorspronkelijk werd gebruikgemaakt van           primaire uitkomstmaat was de VISA-P vragenlijst.
       gefocuste schokgolven bij ESWT. Een aantal jaar geleden
       werd een nieuwe vorm van ESWT geïntroduceerd waarbij            Resultaten
       gebruik wordt gemaakt van radiale schokgolven. Deze             43 sporters (32 mannen) werden gerandomiseerd en
       vorm van ESWT wordt in Nederland meer gebruikt dan de           57 pezen werden behandeld. Kenmerken van de sporters
       gefocuste vorm. Het meeste onderzoek is echter gedaan           waren (gemiddelde±standaard deviatie): leeftijd 31±11
       met gefocuste ESWT. Het doel van deze studie is dan ook         jaar, lengte 181±9 cm, gewicht 79±13 kg, aantal uren
       om beide vormen van ESWT vóór het behandelen van                sport per week 2.5±3.2 uur. VISA-P score op baseline was
       patella tendinopathie met elkaar te vergelijken.                49±17. Resultaten worden begin november 2011 verwacht
                                                                       en zullen op het congres worden gepresenteerd.
       Methode
       De TOPSHOCK-studie is een gerandomiseerde,                      Conclusies, discussie aanbevelingen
       gecontroleerde trial met geblindeerde patiënten en              Op basis van de resultaten zal de effectiviteit van beide
       testafnemers. Sporters die langer dan 3 maanden                 methoden worden vergeleken en bediscussieerd. //
       patellatendinopathie hadden, werden gerandomiseerd
       in twee groepen. Eén groep werd 3 keer behandeld



                                                                                                        1 & 2 december te Kaatsheuvel

                                                                                                                                        25
dag 1 // donderdag 1 december 2011

     Sessie A3: Ouderen

  Prof. dr S. Bierma-Zeinstra
  Donderdag.1.december.–.10.45.uur.–.sessie.A3.–.Sport.en.artrose?

  Biografie

  Prof. dr. S. Bierma-Zeinstra
  Sita Bierma-Zeinstra is bijzonder hoogleraar ‘Artrose en                 aanpak. Sita werkte vanaf 1983 tien jaar als fysiotherapeut in
  gerelateerde aandoeningen’ aan het Erasmus MC. Haar                      Zweden en kwam daarna naar Nederland terug om biomedische
  onderzoekgroep verricht epidemiologisch, klinisch en                     wetenschappen (richting bewegingswetenschappen) in
  translationeel onderzoek naar artrose vanuit de afdeling                 Nijmegen te studeren. Na een promotieonderzoek aan het
  huisartsgeneeskunde en orthopedie; het artroseonderzoek                  Erasmus MC bouwde zij daar vervolgens haar eigen lijn van
  onder haar hoede is gekenmerkt door een multidisciplinaire               artroseonderzoek op.




  Drs. J.G. Bax & dr. A. Sieders
  Donderdag.1.december.–.11.10.uur.–.sessie.A3.–.Minibattle:.rol.van.de.fietsproef.bij.sportmedisch.
  onderzoek


  Minibattle: rol van de fietsproef
  bij sportmedisch onderzoek
                Elke sportarts doet regelmatig inspanningsonderzoek               zullen een voor- en een tegenstander de degens kruisen.
                op een fietsergometer bij sporters en niet-sporters.              De cardioloog zet grote vraagtekens bij het nut van de
                Verschillende vraagstellingen liggen hieraan ten grondslag        fietsproef bij een sportmedisch onderzoek en vindt het
                zoals een check-up, diagnostiek bij inspanningsgebonden           zonde van de inspanning. De sportarts heeft genoeg
                klachten, uitsluiten van ischemie en bepalen van de               argumenten om te concluderen dat dit onderzoek
                belastbaarheid.                                                   van grote toegevoegde waarde is en bij uitstek in de
                Het is de vraag of de fietsproef bij een sportmedisch             sportgeneeskundige praktijk thuishoort. //
                onderzoek een zinvol onderzoek is. In deze minibattle




 Biografie

 Drs. J.G. Bax
     Jaap Bax (05-01-1962) studeerde geneeskunde aan de                    Koninklijke Landmacht. Hier heeft hij later een deel van de
     Universiteit van Amsterdam. Na zijn artsexamen vervulde               opleiding sportgeneeskunde gedaan en een aantal jaren
     hij zijn dienstplicht bij het Sportmedisch Centrum van de             als sportarts gewerkt. In 1996 heeft hij de cardioscreening



                Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid

26
ontwikkeld, een onderzoek dat heeft geresulteerd in een            schouderklachten bij racketsporters. Als lid van de werkgroep
getrapte cardiovasculaire screening met behulp van de              Huisarts en Sport van de VSG heeft hij diverse onderwijsmodules
Framingham Index. Deze cardioscreening wordt gebruikt bij          ontwikkeld voor huisartsen. Jaap is docent bij de SOS, NSPOH en
beroepsmilitairen, die verplicht zijn om een conditieproef         de LHV. In zijn vrije tijd is hij actief tennisser, mountainbiker
af te leggen. Momenteel is Jaap werkzaam bij het SMA               en skiër.
Utrecht en SMA Olympia. Extra interesse heeft hij in rug- en




Drs. L. Heere
Donderdag.1.december.–.11.40.uur.–.sessie.A3.–.Training.door.ouderen:.voordelen.en.bedreigingen


Training door ouderen:
voordelen en bedreigingen
            In de huidige maatschappij wordt steeds meer                 beter acceptabel. Bij individuele sporten, zoals hardlopen,
            geaccepteerd dat het sporten op oudere leeftijd gangbaar     worden tabellen gehanteerd hoeveel tijd meer nodig is
            is. Niet lang geleden werd, ook binnen de medische           om op oudere leeftijd tot hetzelfde prestatieniveau als op
            wereld, raar aangekeken tegen fitte 60-plussers, waarbij     jongvolwassen leeftijd te komen.
            gezondheidsklachten niet tot adviezen leidde om te blijven   De afname in maximale hartfrequentie is samen met de
            bewegen, maar tot het voorstel om eens te stoppen met die    afname in spiermassa de voornaamste reden voor het
            sportactiviteiten. Het belang van het sportief bewegen in    prestatieverlies. Andere redenen kunnen de toegenomen
            relatie tot gezondheidswinst wordt langzamerhand ontdekt.    spier-, pees- en gewrichtsstijfheid zijn en de afnemende
            Zo kan regelmatige lichaamsbeweging het ontstaan van         bewegingscoördinatie. Andere aspecten die het
            sommige chronische ziekten vertragen of voorkomen. Een       prestatievermogen negatief kunnen beïnvloeden, zijn
            goed voorbeeld hiervan is type 2-diabetes. Bij mensen, die   de afname van de longcapaciteit en de vermindering in
            aanleg hebben voor het ontstaan van deze aandoening,         warmteregulatie op oudere leeftijd, waardoor sporten
            zijn vele goede wetenschappelijk onderzoeken bekend, die     bij ongunstige klimatologische omstandigheden extra
            het belang van regelmatige sportieve beweging aantonen.      risico’s op oververhitting, uitdroging of bevriezing met zich
            Osteoporose en hypertensie, aandoeningen die op oudere       meebrengen.
            leeftijd vaak voorkomen, kunnen door lichaamsbeweging        De blessurekans lijkt met het stijgen van de leeftijd toe
            ook gunstig beïnvloed worden. Andere effecten van            te nemen, maar door minder intensief sporten en het
            het bewegen, zoals spierkracht en coördinatie, maar          verschuiven van de beoefende sportvormen in de richting
            ook valpreventie, stemmingsverbetering en verbeterde         van individuele sportvormen zijn blessurerisico’s meer
            cognitieve functies, vergroten de zelfstandigheid op oude    theoretisch van aard dan wetenschappelijk onderbouwd.
            leeftijd waardoor zorgkosten kunnen dalen. De toegenomen     Daarbij is ook nog op te merken dat mensen met een
            fitheid houdt ook na het verminderen van training nog        grote blessuregevoeligheid met het stijgen van de leeftijd
            langere tijd aan. De afname in aeroob vermogen bedraagt 5    rustige sportvormen kiezen of met sporten stoppen.
            ml/kg.min per tien jaar. De maximale zuurstofopname, die     Artrose zien we op oudere leeftijd met grote regelmaat,
            nodig is om zelfstandig te kunnen functioneren bedraagt      mede door eerder gewrichtsletsel, de afnemende
            15-18 ml/kg.min en wordt bij inactieve ouderen vaak rond     gewrichtssmering en de grotere gewrichtsbelasting in de
            85 jaar bereikt. Conditioneel gerichte trainingen verhogen   huidige maatschappij, waar mensen al op jongere leeftijd
            het aeroob vermogen met 5-10 ml, zodat de afhankelijkheid    overgewicht hebben.
            tien jaar kan worden uitgesteld.                             Conclusie: sporten kan tot op oudere leeftijd de
            De afname van het fysieke vermogen met de leeftijd           zelfstandigheid en de fysieke belastbaarheid op
            demotiveert wel, vooral bij mensen die altijd prestatief     niveau houden, maar men dient de langzamerhand
            hebben gesport. De indeling in leeftijdscategorieën bij      verminderende lichaamsfuncties te accepteren. //
            vele takken van sport maken deze prestatievermindering




                                                                                                           1 & 2 december te Kaatsheuvel

                                                                                                                                           27
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011
Congresmap VSG congres 2011

Contenu connexe

En vedette

A retrospective and comparative analysis of food crises and food insecurity i...
A retrospective and comparative analysis of food crises and food insecurity i...A retrospective and comparative analysis of food crises and food insecurity i...
A retrospective and comparative analysis of food crises and food insecurity i...Sahel and West Africa Club (SWAC/OECD)
 
Final portfolio michael voit 140130
Final portfolio michael voit 140130Final portfolio michael voit 140130
Final portfolio michael voit 140130voit1
 
Wil Group global survey 2015 16
Wil Group global survey 2015 16Wil Group global survey 2015 16
Wil Group global survey 2015 16Ricky L. Stewart
 
PunkMoney - talk
PunkMoney - talkPunkMoney - talk
PunkMoney - talkpunkmoney
 
La computadora
La computadoraLa computadora
La computadoraRay Osorio
 
Pintura cinquecento
Pintura cinquecentoPintura cinquecento
Pintura cinquecentomasinisa
 
.: 3rd i innovations :. Portfolio
.: 3rd i innovations :. Portfolio.: 3rd i innovations :. Portfolio
.: 3rd i innovations :. PortfolioPrabanjan TR
 
PunkMoney: How To Print Money on Twitter (2)
PunkMoney: How To Print Money on Twitter (2)PunkMoney: How To Print Money on Twitter (2)
PunkMoney: How To Print Money on Twitter (2)punkmoney
 
Marketing artikel factomagazine 1107 en 1108 (white space conflict)
Marketing artikel factomagazine 1107 en 1108 (white space conflict)Marketing artikel factomagazine 1107 en 1108 (white space conflict)
Marketing artikel factomagazine 1107 en 1108 (white space conflict)Mobiliteitsscan.com
 
Manila RiverCity Residences Presentation
Manila RiverCity Residences PresentationManila RiverCity Residences Presentation
Manila RiverCity Residences PresentationJay Berceles
 
Recommendations for Custom Calibration Solutions DBA Custom-Cal by Randy Yousey
Recommendations for Custom Calibration Solutions DBA Custom-Cal by Randy YouseyRecommendations for Custom Calibration Solutions DBA Custom-Cal by Randy Yousey
Recommendations for Custom Calibration Solutions DBA Custom-Cal by Randy Youseyrjyousey
 
Taking Pnb To The Next Level
Taking Pnb To The Next LevelTaking Pnb To The Next Level
Taking Pnb To The Next Leveltiwari1989
 
해외 건설 계약 리스크 관리 2013
해외 건설 계약 리스크 관리 2013해외 건설 계약 리스크 관리 2013
해외 건설 계약 리스크 관리 2013Sungdae Lee
 

En vedette (20)

Planning
PlanningPlanning
Planning
 
Presentation2
Presentation2Presentation2
Presentation2
 
A retrospective and comparative analysis of food crises and food insecurity i...
A retrospective and comparative analysis of food crises and food insecurity i...A retrospective and comparative analysis of food crises and food insecurity i...
A retrospective and comparative analysis of food crises and food insecurity i...
 
Onderwijs in de steigers in Mago
Onderwijs in de steigers in MagoOnderwijs in de steigers in Mago
Onderwijs in de steigers in Mago
 
Warm up 3ºA
Warm up 3ºAWarm up 3ºA
Warm up 3ºA
 
La carta de garcia.
La carta de garcia.La carta de garcia.
La carta de garcia.
 
Final portfolio michael voit 140130
Final portfolio michael voit 140130Final portfolio michael voit 140130
Final portfolio michael voit 140130
 
Wil Group global survey 2015 16
Wil Group global survey 2015 16Wil Group global survey 2015 16
Wil Group global survey 2015 16
 
PunkMoney - talk
PunkMoney - talkPunkMoney - talk
PunkMoney - talk
 
La computadora
La computadoraLa computadora
La computadora
 
Pintura cinquecento
Pintura cinquecentoPintura cinquecento
Pintura cinquecento
 
Elastisitas
ElastisitasElastisitas
Elastisitas
 
Me
MeMe
Me
 
.: 3rd i innovations :. Portfolio
.: 3rd i innovations :. Portfolio.: 3rd i innovations :. Portfolio
.: 3rd i innovations :. Portfolio
 
PunkMoney: How To Print Money on Twitter (2)
PunkMoney: How To Print Money on Twitter (2)PunkMoney: How To Print Money on Twitter (2)
PunkMoney: How To Print Money on Twitter (2)
 
Marketing artikel factomagazine 1107 en 1108 (white space conflict)
Marketing artikel factomagazine 1107 en 1108 (white space conflict)Marketing artikel factomagazine 1107 en 1108 (white space conflict)
Marketing artikel factomagazine 1107 en 1108 (white space conflict)
 
Manila RiverCity Residences Presentation
Manila RiverCity Residences PresentationManila RiverCity Residences Presentation
Manila RiverCity Residences Presentation
 
Recommendations for Custom Calibration Solutions DBA Custom-Cal by Randy Yousey
Recommendations for Custom Calibration Solutions DBA Custom-Cal by Randy YouseyRecommendations for Custom Calibration Solutions DBA Custom-Cal by Randy Yousey
Recommendations for Custom Calibration Solutions DBA Custom-Cal by Randy Yousey
 
Taking Pnb To The Next Level
Taking Pnb To The Next LevelTaking Pnb To The Next Level
Taking Pnb To The Next Level
 
해외 건설 계약 리스크 관리 2013
해외 건설 계약 리스크 관리 2013해외 건설 계약 리스크 관리 2013
해외 건설 계약 리스크 관리 2013
 

Similaire à Congresmap VSG congres 2011

Nieuwsbrief asz-2013-2-onlinev3
Nieuwsbrief asz-2013-2-onlinev3Nieuwsbrief asz-2013-2-onlinev3
Nieuwsbrief asz-2013-2-onlinev3Katrien Vangeyte
 
Nederlands orthopedie vereniging presentatie- samen beslissen 12 mei 2017
Nederlands orthopedie vereniging presentatie- samen beslissen 12 mei 2017 Nederlands orthopedie vereniging presentatie- samen beslissen 12 mei 2017
Nederlands orthopedie vereniging presentatie- samen beslissen 12 mei 2017 Markus Oei
 
Programma toelichting donderdag 8 maart 2018
Programma toelichting donderdag 8 maart 2018 Programma toelichting donderdag 8 maart 2018
Programma toelichting donderdag 8 maart 2018 Debbie Schuurmans
 
Programma toelichting donderdag 8 maart 2018
Programma toelichting donderdag 8 maart 2018Programma toelichting donderdag 8 maart 2018
Programma toelichting donderdag 8 maart 2018NVPO -
 
Programma toelichting donderdag 8maart
Programma toelichting donderdag 8maartProgramma toelichting donderdag 8maart
Programma toelichting donderdag 8maartDebbie Schuurmans
 
Programma toelichting donderdag 8 maart
Programma toelichting donderdag 8 maartProgramma toelichting donderdag 8 maart
Programma toelichting donderdag 8 maartDebbie Schuurmans
 
Presentaties Topevent 2014 te Veghel
Presentaties Topevent 2014 te VeghelPresentaties Topevent 2014 te Veghel
Presentaties Topevent 2014 te VeghelTopfysiotherapie
 
Programma toelichting donderdag 8 maart
Programma toelichting donderdag 8 maartProgramma toelichting donderdag 8 maart
Programma toelichting donderdag 8 maartDebbie Schuurmans
 
ZONH-werkconferentie Kompas voor e-health: Workshop Fysiotherapie in combinat...
ZONH-werkconferentie Kompas voor e-health: Workshop Fysiotherapie in combinat...ZONH-werkconferentie Kompas voor e-health: Workshop Fysiotherapie in combinat...
ZONH-werkconferentie Kompas voor e-health: Workshop Fysiotherapie in combinat...ROS_ZONH
 
Jaarverslag cardio 2013-online2
Jaarverslag cardio 2013-online2Jaarverslag cardio 2013-online2
Jaarverslag cardio 2013-online2Katrien Vangeyte
 
NOV richtlijn
NOV richtlijnNOV richtlijn
NOV richtlijnzaansmc
 
NTvH 2008; 7: 283
NTvH 2008; 7: 283NTvH 2008; 7: 283
NTvH 2008; 7: 283juten
 
DVS 04-2016 Artikel Prijswinnaars
DVS 04-2016 Artikel PrijswinnaarsDVS 04-2016 Artikel Prijswinnaars
DVS 04-2016 Artikel PrijswinnaarsJaap Kappert
 
Seminariewerk senseweardefinitief2
Seminariewerk senseweardefinitief2Seminariewerk senseweardefinitief2
Seminariewerk senseweardefinitief2Jolien VndrAuwera
 

Similaire à Congresmap VSG congres 2011 (20)

Nieuwsbrief asz-2013-2-onlinev3
Nieuwsbrief asz-2013-2-onlinev3Nieuwsbrief asz-2013-2-onlinev3
Nieuwsbrief asz-2013-2-onlinev3
 
RUG01-002163777_2014_0001_AC-2
RUG01-002163777_2014_0001_AC-2RUG01-002163777_2014_0001_AC-2
RUG01-002163777_2014_0001_AC-2
 
Nederlands orthopedie vereniging presentatie- samen beslissen 12 mei 2017
Nederlands orthopedie vereniging presentatie- samen beslissen 12 mei 2017 Nederlands orthopedie vereniging presentatie- samen beslissen 12 mei 2017
Nederlands orthopedie vereniging presentatie- samen beslissen 12 mei 2017
 
oratie Wolff def
oratie Wolff deforatie Wolff def
oratie Wolff def
 
Programma toelichting donderdag 8 maart 2018
Programma toelichting donderdag 8 maart 2018 Programma toelichting donderdag 8 maart 2018
Programma toelichting donderdag 8 maart 2018
 
Programma toelichting donderdag 8 maart 2018
Programma toelichting donderdag 8 maart 2018Programma toelichting donderdag 8 maart 2018
Programma toelichting donderdag 8 maart 2018
 
MedVet module 8 nl
MedVet module 8 nlMedVet module 8 nl
MedVet module 8 nl
 
Literatuurstudie - pdf
Literatuurstudie - pdfLiteratuurstudie - pdf
Literatuurstudie - pdf
 
Programma toelichting donderdag 8maart
Programma toelichting donderdag 8maartProgramma toelichting donderdag 8maart
Programma toelichting donderdag 8maart
 
Programma toelichting donderdag 8 maart
Programma toelichting donderdag 8 maartProgramma toelichting donderdag 8 maart
Programma toelichting donderdag 8 maart
 
Presentaties Topevent 2014 te Veghel
Presentaties Topevent 2014 te VeghelPresentaties Topevent 2014 te Veghel
Presentaties Topevent 2014 te Veghel
 
Programma toelichting donderdag 8 maart
Programma toelichting donderdag 8 maartProgramma toelichting donderdag 8 maart
Programma toelichting donderdag 8 maart
 
ZONH-werkconferentie Kompas voor e-health: Workshop Fysiotherapie in combinat...
ZONH-werkconferentie Kompas voor e-health: Workshop Fysiotherapie in combinat...ZONH-werkconferentie Kompas voor e-health: Workshop Fysiotherapie in combinat...
ZONH-werkconferentie Kompas voor e-health: Workshop Fysiotherapie in combinat...
 
Seminar 27-11-2015 mw. Oostwaard
Seminar 27-11-2015 mw. OostwaardSeminar 27-11-2015 mw. Oostwaard
Seminar 27-11-2015 mw. Oostwaard
 
Jaarverslag cardio 2013-online2
Jaarverslag cardio 2013-online2Jaarverslag cardio 2013-online2
Jaarverslag cardio 2013-online2
 
NOV richtlijn
NOV richtlijnNOV richtlijn
NOV richtlijn
 
NTvH 2008; 7: 283
NTvH 2008; 7: 283NTvH 2008; 7: 283
NTvH 2008; 7: 283
 
DVS 04-2016 Artikel Prijswinnaars
DVS 04-2016 Artikel PrijswinnaarsDVS 04-2016 Artikel Prijswinnaars
DVS 04-2016 Artikel Prijswinnaars
 
Seminariewerk senseweardefinitief2
Seminariewerk senseweardefinitief2Seminariewerk senseweardefinitief2
Seminariewerk senseweardefinitief2
 
Het Autisten Potje Kook Workshops
Het Autisten Potje Kook WorkshopsHet Autisten Potje Kook Workshops
Het Autisten Potje Kook Workshops
 

Congresmap VSG congres 2011

  • 1. Met hoogwaardige keynote speakers Prof. dr. Romain Meeusen Prof. Jorunn Sundgot-Borgen Dr. Cees-Rein van den Hoogenband Donderdag 1 en En 12 uitdagende parallelsessies vrijdag 2 december 2011 Met thema’s als: gezond | chronisch ziek | Efteling te Kaatsheuvel geblesseerd binnen de doelgroepen jeugd | volwassenen | ouderen | gehandicapten | topsport | medische ethiek Mede mogelijk Mede mogelijk gemaakt door: gemaakt door: 11090_VSG_abstractboek_2011_cover.indd 1 24-11-11 11:06
  • 3. inhoud Voorwoord................................................................................................... 2 Algemeen.programma.................................................................................. 3 Programma.dag.1.–.donderdag.1.december.2011. ........................................... 4 . Programma.dag.2.–.vrijdag.2.december.2011.................................................. 6 Dagvoorzitters............................................................................................. 8 Plenaire.sprekers.......................................................................................... 9 Abstracts.dag.1.–.donderdag.1.december.2011.............................................. 13 Abstracts.dag.2.–.vrijdag.2.december.2011.................................................... 52 Organisatie................................................................................................ 81 Overzicht.vrije.voordrachten.dag.1.-.donderdag.1.december.2011. .................. 82 . Overzicht.vrije.voordrachten.dag.2.-.vrijdag.2.december.2011......................... 83 Dankwoord................................................................................................ 84 Stichting.Sport.&.Orthopedie....................................................................... 85 De.VSG.bedankt.haar.sponsoren................................................................... 85 1 & 2 december te Kaatsheuvel 1
  • 4. voorwoord VSG Congres 2011 Sprookjes bestaan! Hartelijk welkom bij het zevende Sportmedisch Wetenschappelijk Jaarcongres! Het verheugt ons dat we dit jaar samen met de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sportgezondheidszorg (NVFS) dit congres organiseren. Door deze samenwerking komt het multidisciplinaire karakter van het congres nog beter tot zijn recht. De komende dagen staat ons wederom een keur aan interessante keynotes, presentaties en ontmoetingen te wachten. De doelgroepen jeugd, volwassenen en ouderen vormen dit keer de focus van de diverse sessies. Binnen deze doelgroepen wordt onderscheid gemaakt in gezond, chronisch ziek en geblesseerd. De nieuwste kennis en ervaringen op allerlei uiteenlopende sportmedische gebieden worden belicht. Kortom, voor elk wat wils! Vindt u het lastig om een keuze te maken uit de diverse parallelsessies? Dan kunt u zich troosten met de gedachte dat alle parallelsessies met een videocamera worden opgenomen en later via een speciale pagina op internet te bekijken zijn. Zo hoeft u niets te missen. Uit de evaluaties die in de afgelopen jaren zijn gehouden, kunnen we concluderen dat de congresbezoekers van mening zijn dat de wetenschappelijke kwaliteit van het congres nog steeds stijgt. Ook overtreft het aantal aanmeldingen voor dit jaar wederom de aantallen in voorgaande jaren. Deze beide trends willen we graag doorzetten in de komende jaren. Met de samenwerking die de VSG in 2011 is aangegaan met de British Journal of Sports Medicine (BJSM) en de contacten die zijn gelegd met de sportgeneeskunde in Qatar hoopt de VSG een basis te hebben gelegd voor de realisatie van een Engelstalig jaarcongres op korte termijn. Daarmee kunnen we de wetenschappelijke kwaliteit nog verder verbeteren en hopen we ook internationale beroepsgenoten voor ons congres te kunnen interesseren. Kwalitatief hoogstaand onderzoek is niets waard als er geen aandacht is voor implementatie van de resultaten in het veld. Helaas hebben in het verleden maar al te vaak onderzoeksresultaten op de plank liggen te verstoffen. Gelukkig is die tijd voorbij en is er sprake van een toenemende aandacht voor implementatie. Er wordt zelfs bij het opzetten van wetenschappelijk onderzoek rekening gehouden met de implementatiemogelijkheden en subsidiegevers stellen tegenwoordig eisen aan de implementatie bij het honoreren van onderzoeksvoorstellen. Zo wordt gegarandeerd dat ook daadwerkelijk iedereen die er baat bij kan hebben, meeprofiteert van de resultaten. Een goede ontwikkeling! Ook op Europees gebied zijn er hoopvolle ontwikkelingen gaande. Tijdens een historische vergadering op het laatste congres van de EFSMA is besloten om een Europese aanvraag tot erkenning van de sportgeneeskunde te doen. Ook de VSG zal daar zijn belangrijke steen aan bijdragen. Daarnaast is de Nederlandse aanvraag tot erkenning van de sportgeneeskunde als zelfstandig geneeskundig specialisme in volle gang. Zo alle ontwikkelingen bij elkaar nemend lijkt ons sprookje van de volledig erkende sportgeneeskunde steeds dichterbij te komen. De VSG is er in ieder geval klaar voor. Tot slot kan ik u nog melden dat tijdens dit congres voor de tweede maal de CosMed Prijs voor Sportgeneeskunde wordt uitgereikt. De jury heeft uit een vijftal proefschriften en negen artikelen een keuze moeten maken. Donderdag aan het einde van de middag maakt de jury bekend wie de prijzen in ontvangst mogen nemen. Aansluitend uiteraard weer een uitgebreid sociaal programma. Ik hoop u graag te ontmoeten op een van deze twee sportgeneeskundige dagen. Veel inspiratie toegewenst! Drs. R.J.A. Visser, sportarts Voorzitter Vereniging voor Sportgeneeskunde Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid 2
  • 5. algemeen programma Algemeen programma dag 1 Tijdstip Onderwerp 08.30 uur Inloop, registratie en mogelijkheid tot bezoeken netwerkplein in Theater De Efteling 09.10 uur Welkom door de dagvoorzitter Dr. Babette Pluim 09.15 uur Heet van de naald Drs. Rhijn Visser (VSG) en Dhr. Bart Smit (NVFS) 09.35 uur The overtraining syndrome Prof. dr. Romain Meeusen, hoofd Departement Humane Fysiologie, Vrije Universiteit Brussel 10.00 uur Koffiepauze 10.45 uur Start parallelsessies ronde A in de subzalen 12.45 uur Lunch op het netwerkplein in Theater De Efteling 14.15 uur Start parallelsessies ronde B in de subzalen 16.15 uur Theepauze Overview of Eating disorders among young athletes and Musculoskeletal factors and injury risks in female 17.00 uur athletes, focussing on effective interventions for prevention Prof. Jorunn Sundgot-Borgen, professor of sports medicine, Norwegian School of Sport Sciences 17.45 uur Uitreiking CosMed Prijs voor Sportgeneeskunde 18.15 uur Afsluiting door de dagvoorzitter en borrel 19.45 uur Winterse kost en avondprogramma inclusief muziek en borrel (einde 02.00 uur) Algemeen programma dag 2 Tijdstip Onderwerp 08.30 uur Inloop, registratie en mogelijkheid tot bezoeken netwerkplein in Theater De Efteling 09.15 uur Welkom door de dagvoorzitter Drs. Steef Bredeweg 09.20 uur Topsportgeneeskunde in Nederland; visie NOC*NSF Dr. Cees-Rein van den Hoogenband, Chef Arts Londen 2012 10.00 uur Koffiepauze 10.45 uur Start parallelsessies ronde C in de subzalen 12.45 uur Lunch op het netwerkplein in Theater De Efteling 14.15 uur Start parallelsessies ronde D in de subzalen 16.15 uur Afsluiting met uitreiking beste vrije voordacht en prijs voor sportfysiotherapeut van het jaar 16.30 uur Borrel 17.30 uur Einde 1 & 2 december te Kaatsheuvel 3
  • 6. programma donderdag 1 december 2011 Plenair Do: Dagvoorzitter Dr. Babette Pluim Do: The overtraining syndrome Prof. dr. Romain Meeusen Overview of Eating disorders among young athletes and Do: Musculoskeletal factors and injury risks in female athletes, Prof. Jorunn Sundgot-Borgen focussing on effective interventions for prevention Vrij: Dagvoorzitter Drs. Steef Bredeweg Vrij: Topsportgeneeskunde in Nederland; visie NOC*NSF Dr. Cees-Rein van den Hoogenband Ronde A: Gezond | Donderdag 10.45 uur - 12.45 uur Sessie A1: Jeugd Sessieleiders: Drs. Ton Langenhorst en Drs. Arjan Kokshoorn Tijdstip Onderwerp Spreker Instituut 10.45 Preventie van obesitas door sport/bewegen Prof. dr. Jaap Seidell Vrije Universiteit Amsterdam 11.10 How sickening is sitting? Dr. Mai Chin A Paw EMGO+/VUmc Elferink-Gemser: UMCG, Rijksuniversiteit Talentherkenning en -ontwikkeling (vergelijking Nederland en Dr. Marije Elferink-Gemser (NL) en dr. Groningen en Instituut voor Sport en 11.30 Vlaanderen) Johan Roeykens (BE) Bewegingsstudies, HAN Roeykens: Universitair Ziekenhuis Antwerpen 12.05 Gestalte predictie bij 12/13-jarigen Prof. dr. Jan Gielen Universitair Ziekenhuis Antwerpen 12.25 Twee vrije voordrachten Sessie A2: Volwassenen Sessieleiders: Dr. Adam Weir en Drs. Maarten Moen Tijdstip Onderwerp Spreker Instituut 10.45 Beweegstimulering Dr. Evert Verhagen EMGO-Vumc Preventieconsult huisarts: Bedreiging of kans voor de 11.10 Drs. Jan-Willem Dijkstra SMA Regio Haarlem/Kennemer Gasthuis sportgeneeskunde?! Onderzoek in de praktijk: overzicht van effectieve 11.35 Drs. Ingrid Vriend Consument en Veiligheid blessurepreventieve maatregelen 12.00 Aftrainen na een sportcarrière - hoe en waarom? Dhr. Sander van den Belt MSc. Vrije Universiteit Amsterdam 12.25 Twee vrije voordrachten Sessie A3: Ouderen Sessieleiders: Dr. Han Inklaar en Drs. Don de Winter Tijdstip Onderwerp Spreker Instituut 10.45 Sport en artrose? Prof. dr. Sita Bierma-Zeinstra Erasmus MC Bax: SMA Utrecht/SMA Olympia Amsterdam 11.10 Minibattle: rol van de fietsproef bij sportmedisch onderzoek Drs. Jaap Bax en dr. Allard Sieders Sieders: Rijnland Ziekenhuis Leiderdorp 11.40 Training door ouderen: voordelen en bedreigingen Drs. Leo Heere Vitesse 12.05 Psychologie van interventies Prof. dr. Gerjo Kok Universiteit Maastricht 12.30 Eén vrije voordacht Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid 4
  • 7. Ronde B: Chronisch ziek | Donderdag 14.15 uur - 16.15 uur Sessie B1: Jeugd Sessieleiders: Drs. Frits van Bemmel en Dr. Goof Schep Tijdstip Onderwerp Spreker Instituut 14.15 Sport en aangeboren hartafwijkingen Dr. Berto Bouma AMC Amsterdam 14.40 Sport en kinderoncologie Dr. Netteke Schouten-van Meeteren Emma Kinderziekenhuis AMC Cystic fibrosis, we like to MOVIT: inspanning en inflammatie bij 15.05 Dr. Bert Arets UMC Utrecht taaislijmziekte 15.30 Diabetes type 1 Dr. Wouter de Waal Diakonessenhuis Utrecht 15.55 Twee vrije voordrachten Sessie B2: Volwassenen Sessieleiders: Drs. Robert Rozenberg en Dr. Stephan Praet Tijdstip Onderwerp Spreker Instituut 14.15 Migraine, exercise-induced headache in sport Drs. Hille Koppen Leids Universitair Medisch Centrum 14.40 Depressie en fysieke activiteit Mevr. Annelieke Roest, MSc Universitair Medisch Centrum Groningen 15.05 Exercise-induced hartritmestoornissen en sport Dr. Jan Hoogsteen Máxima Medisch Centrum Spondyloartritis (SpA) en sportief bewegen: de nieuwste 15.30 ontwikkelingen inzake diagnostiek en behandeling met Dr. André van Rijthoven UMC Utrecht biologicals 15.55 Twee vrije voordrachten Sessie B3: Ouderen Sessieleiders: Drs. Jan-Willem Dijkstra en Drs. Bert van Essen Tijdstip Onderwerp Spreker Instituut Behandelingsopties bij kraakbeenschade in de knie: stand van 14.15 Dr. Gino Kerkhoffs AMC Amsterdam zaken 14.40 COPD: inzichten in state of the art longrevalidatie Prof. dr. Richard Dekhuijzen UMC St. Radboud Nijmegen 15.05 Conservatieve behandelingen bij enkelartrose Drs. Angelique Witteveen Sint Maartenskliniek Meander Medisch Centrum Amersfoort/ 15.30 Lichamelijke training van hartfalenpatiënten Dr. Jeff Senden Baarn 15.55 Twee vrije voordrachten 1 & 2 december te Kaatsheuvel 5
  • 8. programma vrijdag 2 december 2011 Ronde C: Geblesseerd | Vrijdag 10.45 uur - 12.45 uur Sessie C1: Jeugd Sessieleiders: Drs. Peter van Veldhoven en Drs. Ria van Rooijen Tijdstip Onderwerp Spreker Instituut 10.45 Overbelastingsapofysitis: radiologische benadering Dr. Jan Veryser Universitair Ziekenhuis Antwerpen Overbelastingsproblematiek bij topturners op onvolwassen 11.10 Dr. Sam Moustie Universitair Ziekenhuis Antwerpen leeftijd 11.35 Sportpsychologie bij het kind Drs. Edith Rozendaal Sportgek 12.00 Knieklachten bij sportende kinderen, hoe te evalueren? Dhr. Roy Schaaij Fysiotherapie Tamminga Utrecht 12.25 Twee vrije voordrachten Sessie C2: Volwassenen Sessieleiders: Prof. dr. Jan Gielen en Drs. Peter van Beek Tijdstip Onderwerp Spreker Instituut 10.45 Bone bruise, radiologische diagnostiek en belang bij sporters Prof. dr. Jan Gielen Universitair Ziekenhuis Antwerpen 11.10 Heupimpingement Drs. Sebastiaan Jansen Rijnland Ziekenhuis Leiderdorp Prevalentie en preventie van medische problemen bij ‘Start to 11.35 Dr. Trees Dooms Universitair Ziekenhuis Antwerpen Run’ 12.25 Twee vrije voordrachten Sessie C3: Ouderen Sessieleiders: Drs. Ed Hendriks en Drs. Leo Heere Tijdstip Onderwerp Spreker Instituut 10.45 Cuff tendinopathie Drs. Henk van der Hoeven Bergman Kliniek Een nieuwe heup of knie, het belang van een lichamelijke en 11.10 Dr. Martin Stevens Rijksuniversiteit Groningen sportieve leefstijl 11.45 Is sporten na een lumbale hernia (on)gezond? Dr. Mark Arts Medisch Centrum Haaglanden 12.10 Drie vrije voordrachten Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid 6
  • 9. Ronde D: Bijzonder | Vrijdag 14.15 uur - 16.15 uur Sessie D1: Gehandicapten Sessieleiders: Dr. Rienk Dekker en Drs. Wout van der Meulen Tijdstip Onderwerp Spreker Instituut Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde 14.15 Circuittraining na een beroerte: FIT-Stroke trial Dr. Ingrid van de Port Utrecht, Revalidatiecentrum De Hoogstraat/ UMC Utrecht Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde 14.40 Cerebral palsy en conditietraining Dr. Olaf Verschuren Utrecht, Revalidatiecentrum De Hoogstraat/ UMC Utrecht Rheumates@work: promoting physical activity in children with 15.05 Dr. Otto Lelieveld Universitair Medisch Centrum Groningen juvenile idiopathic arthritis Fysieke training bij facioscapulohumerale spierdystrofie (FSHD): 15.30 Drs. Nicole Voet UMC St. Radboud Nijmegen doorbreken van de vicieuze cirkel van inactiviteit 15.55 Twee vrije voordrachten Sessie D2: Topsport Sessieleiders: Drs. Maarten Moen en Dhr. Rob Tamminga Tijdstip Onderwerp Spreker Instituut 14.15 Voeding en topsport Dhr. Floris Wardenaar, MSc Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) 14.40 Mentale begeleiding bij presteren, herstellen en revalideren Drs. Afke van de Wouw Afke van de Wouw Sportbegeleiding Ministerie van Defensie en Rabobank 15.05 Vochthuishouding bij topsporters in extreme omstandigheden Dr. Gerard Rietjens Wielerploeg 15.30 Trainingsbegeleiding en inspanningsfysiologie bij veldrijders Dr. Guy De Schutter Universitair Ziekenhuis Antwerpen 15.55 Twee vrije voordrachten Sessie D3: Medisch Ethisch, doping in de ongeorganiseerde sport Sessieleiders: Drs. Esther Schoots en Dr. Ivo van Hilvoorde Tijdstip Onderwerp Sprekers Instituut Mogen (sport)artsen ingaan op hulpvragen over prestatiebevorderende middelen, of... moeten ze dat? Het strenge antidopingbeleid in de topsport wordt – onbedoeld – ook van toepassing geacht voor breedtesport. De meeste sportartsen willen niets te maken hebben met prestatiebevorderende middelen en hulpvragen hierover van bijvoorbeeld bodybuilders. Dat staat op gespannen voet met het rapport van de Gezondheidsraad uit 2010 over dopinggebruik Drs. Olivier de Hon, dr. Fred Hartgens, in sportscholen. De Gezondheidsraad legt het verband met 14.15 drs. Maarten Koornneef, dr. Pim de verslavingszorg en adviseert onder andere sportartsen in te Ronde en drs. Paul Ruijsenaars zetten bij het adviseren van mensen die vragen hebben over – of problemen als gevolg van – gebruik van middelen ter verbetering van hun figuur en/of prestaties. In deze sessie die georganiseerd wordt door de Medisch Ethische Commissie van de VSG komen zorgverleners (o.a. sportgeneeskunde, verslavingszorg), sporters en experts op het gebied van doping en ethiek aan het woord. Discussieert u mee? Meldt u snel aan, want het aantal plaatsen is beperkt! 1 & 2 december te Kaatsheuvel 7
  • 10. dagvoorzitters Dagvoorzitter dag 1 Dr. Babette Pluim Babette Pluim is bondsarts van de Koninklijke Nederlandse Babette schreef het hoofdstuk ‘Medical care of Tennis Lawn Tennis Bond (KNLTB) en teamarts van het Players’ voor het IOC-boek Tennis en het hoofdstuk Nederlandse Davis Cup-team. Zij is toernooiarts van de ‘The Epidemiology of Tennis Injuries’ voor het IOC-boek ATP and WTA-toernooien in Den Bosch (Ordina Open) en The Epidemiology of Injury in Olympic Sports. Babette Rotterdam (ABN AMRO World Tennis Tournament). schreef samen met orthopedisch chirurg Marc Safran het Babette Pluim is lid van de medische commissie van de boek From Breakpoint to Advantage: a Practical Guide Internationale Tennis Federatie (ITF), de Health, Medical for Optimal Tennis Health and Performance. In 2009 and Research Committee van het Wereld Anti-Doping verscheen de bewerkte Nederlandse uitgave hiervan, Agentschap (WADA) en de Interfederal Commission van de getiteld Ace of Brace?. FIMS. Zij is adjunct-hoofdredacteur van de British Journal of Sports Medicine. In 1998 promoveerde zij op onderzoek naar het sporthart. Dagvoorzitter dag 2 Drs. Steef Bredeweg Functie Speciaal interessegebied Sportarts, Sportmedisch Centrum UMCG Sportblessures en onderzoek naar hardlopen en blessures Vakgebied Bijzonderheden Sportgeneeskunde Hoofdopleider sportartsen in de opleidingsregio Groningen Sportarts Nederlands Heren Volleybalteam 1994-1998 Opleiding Clubarts FC Groningen 2003-2005 1984-1992 Studie Geneeskunde Rijksuniversiteit te Voorzitter Concilium Nederlands Instituut Opleiding Groningen sportartsen (NIOS) 1995-1998 Opleiding tot sportarts in de Isala Klinieken Zwolle Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid 8
  • 11. plenaire sprekers Prof. dr. Romain Meeusen Prof. dr. Romain Meeusen, (PhD) is hoofd van het department Humane Fysiologie aan de Vrije Universiteit Brussel. Zijn onderzoeksactiviteiten zijn gefocust op ‘Exercise and the Brain’, waarbij de invloed van neurotransmitters op de training en het prestatievermogen wordt onderzocht. Het recente werk van Romain Meeusen spitst zich toe op de thermoregulatie, het overtrainingssyndroom en neurogenese tijdens inspanning. Hij doceert inspanningsfysiologie, training en coaching en sportfysiotherapie. Romain publiceerde meer dan 350 artikelen en hoofdstukken in internationaal wetenschappelijke tijdschriften, 18 boeken over fysiotherapie en hij sprak op meer dan 650 nationale en internationale congressen. Daarnaast is Romain Meeusen voorzitter van de Belgische vereniging voor Fysiotherapie, secretaris-generaal van het European College of Sport Science (ECSS) en lid van het American College of Sports Medicine (ACSM). Romain Meeusen heeft de leiding over het Brussels Labo voor Inspanning en Topsport, waar hij werkt met verscheidene topatleten en wetenschappelijk advies verleent aan het ‘Lotto Cycling Institute’ (Omega-Pharma Lotto wielerploeg). Prof. Jorunn Sundgot-Borgen Jorunn Sundgot-Borgen (born 18 March 1961) is a Norwegian professor of sports medicine. Jorunn Sundgot-Borgen is currently working as a professor in physical activity and health at The Norwegian School of Sport Sciences. Since 1995 she was a consultant at The Norwegian Olympic Training center and acted as Head of the Nutrition department for the last 5 years. Jorunn is one of the leading researchers in the field of eating disorders, nutrition and osteoporosis in sports in general and in female athletes in particular. She has coauthored the International Olympic Committee Medical Commission Position Stand on the Female Athlete Triad. In her athletic career, she used to be a member of the Norwegian national team in gymnastics and rhythmical gymnastics. She took the MSc degree at the Arizona State University in 1985, and the dr.scient. degree at the Norwegian School of Sport Sciences in 1993. She held a post-doctorate scholarship at Yale University from 1993 to 1997. She was a part-time consultant for Olympiatoppen, the Norwegian elite sports program, from 1995 to 2008. She was an associate professor from 1997 to 2002, and is a professor since 2002, of sports medicine at the Norwegian School of Sport Sciences. She is especially cited on her expertise in eating disorders. She has three children, and resides at Bekkestua Dr. Cees-Rein van den Hoogenband Cees-Rein van den Hoogenband is chef arts Londen 2012. Van den Hoogenband heeft een ruime ervaring met de begeleiding van topsporters. Hij maakte vijf keer deel uit van de medische staf van NOC*NSF tijdens de Olympische Spelen. De functie van Chef Arts Londen 2012 zal hij combineren met zijn werkzaamheden als directeur van het sportmedisch gezondheidscentrum Topsupport, een onderdeel van St. Anna Ziekenhuis Geldrop-Eindhoven. Cees-Rein van den Hoogenband is van origine chirurg, maar heeft vooral veel te maken gehad met behandeling van blessures bij topsporters. Zo is Cees-Rein van 1987 tot 2011 clubarts en hoofd van de medische staf van PSV geweest. Mission statement/motto: Trachten voor de Olympische Spelen van 2012 een stevig sportmedische begeleiding in te zetten en samen met Maarten Moen proberen om een topsportmedisch beleid voor de jaren daarna op te stellen. 1 & 2 december te Kaatsheuvel 9
  • 12. Testing solutions for heart, lungs and movement Quark CPET: Aan de mooie productportfolio van COSMED hebben wij de fantastische BTS SPORTLAB: productlijn van BTS Bioengineering toegevoegd. Per direct kunt u bij Complete SMA inricht- ons terecht voor deze ‘state of the art’ meetapparatuur voor gang- Geïntegreerde biomechanische ing, ECG, Longfunctie, beeldanalyse, draadloos oppervlakte EMG, krachtenplatforms, high analyse van alle aspecten VO2max, Ergometers speed videocamera’s en uiteraard ook voor compleet geïntegreerde van beweging, met en Biometrie en gesynchroniseerde combinaties hiervan. sportspecifieke protocollen Voor sportmedische toepassingen kunt u deze apparatuur gebruiken voor: drop-jump test, golf swing test, squat jump test, plotse richtingsverandering, een beet-test en nog veel meer. Internationaal wordt deze apparatuur onder meer gebruikt door Real Madrid, AC K4 b2: BTS FREEEMG 300: Milan, Juventus en het CONI (Italiaans NOC-NSF). Gouden Standaard in De toevoeging van BTS aan onze portfolio maakt dat wij vanaf nu Draadloos oppervlakte draagbare BxB meta- nog vrijwel uitsluitend van onze eigen naam gebruik gaan maken: EMG, tot 16 kanalen, bole metingen, inclusief TulipMed in plaats van COSMED Benelux, zoals velen ons reeds kennen. ook met footswitches GPS en telemetrie en electrogoniometers. Voor onze huidige klanten verandert er vrijwel niets: u kunt nog Integreerbaar met alle steeds bouwen op onze kundige en bovenal snelle service. Verder BTS producten hebt u vooral meer meetoplossingen tot uw beschikking dan voorheen. Alle bestaande contactgegevens blijven actief. Bod Pod GS: Naast COSMED en BTS kunt u bij ons ook terecht voor: BTS DigiVec: Hoogstnauwkeurige Monark Excercise HP|COSMOS Ergoline meetapparatuur voor Integratie van video lichaamssamenstel- simultaan met grond- ling volgens Gouden reactiekrachten tot Standaard echte ‘Augmented Reality’. TulipMed B.V. – De Liesbosch 52 – 3439 LC Nieuwegein – T: 088-10.50.500 – F: 088-10.50.599 www.tulipmed.nu
  • 13. Osteopathie: onmisbaar in de moderne medische sportbegeleiding De heilzaamheid van osteopathie is algemeen erkend, vooral in de moderne medische sportbegeleiding. De interesse voor deze complementaire geneeswijze is dan ook groot. Osteopaat is een beroep met toekomst. Osteopathie aan de IAO: al 25 jaar de beste opleiding in de Benelux De International Academy of Osteopathy (IAO) is de enige osteopathie- school in de Benelux die voldoet aan de Bachelor/Master-structuur, de Europese vereisten betreffende externe kwaliteitsbewaking ISO 9001 én de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) over opleidingen in osteopathie. Word Master of Science in Osteopathie en specialiseer tot sportosteopaat ©2011 Mercurius DM • Parttime modulaire opleiding voor Applied Sciences (fhg), die de fysio/kinesitherapeuten gedurende graad uitreikt 5 jaar: 6 seminaries per jaar • Permanente vorming: onder meer telkens van donderdag tot zaterdag postgraduaat Sportosteopathie • Parallelle programma’s in Gent (B), • Modern en efficiënt onderwijs- Antwerpen (B) en Zeist (NL) systeem volgens de “blended • Bekroond met universitair diploma learning” principes, een Master of Science in Osteopathy combinatie van online leren, (MSc.Ost.), geaccrediteerd en contactonderwijs en individuele erkend in alle Europese landen begeleiding – opleiding i.s.m. University of 5 JAAR PARTTIME (MODULAIR) Osteopaat, Parallel in Gent (B), A’pen (B) & Zeist (NL) (SPORT) MASTER OF SCIENCE IN OSTEOPATHIE een medisch beroep met toekomst IAO Klein Dokkaai 3-5, 9000 Gent MASTER OF SCIENCE IN OSTEOPATHIE T. +32 (0)9 233 04 03 info@osteopathie.eu www.osteopathie.eu Congresgids Sport&Geneeskunde 130Hx185B.indd 1 19/10/11 11:14
  • 14. Bewezen werking bij acute letsels en ontsteking aan het bewegingsapparaat, voor patiënten vanaf 2 jaar Traumeel® is een erkend product van Heel Biologische Geneesmiddelen. Heel is al 75 jaar pionier op het gebied van wetenschappelijk onderbouwde moderne homeopathie als integraal onderdeel van de hedendaagse geneeskunde. Alle producten zijn geregistreerd en voldoen aan de allerhoogste kwaliteits- en veiligheidseisen. Vergelijkende studies met reguliere geneesmiddelen zijn een belangrijk onderdeel van ons onderzoeksprogramma. Heel Biologische Geneesmiddelen B.V. - Email: info@heelbv.nl - Website: www.heelbv.nl Sport verantwoord: Laat u wetenschappelijk begeleiden. Onderscheid u van uw collega’s met wetenschappelijke sportsoftware SpartaNova biedt een wetenschappelijke tool aan waarmee u de conditie, het potentieel en de blessuregevoeligheid van uw sporters in kaart brengt. De software werd ontwikkeld aan gerenommeerde Belgische universiteiten en is gebaseerd op 15 jaar onderzoek bij 25.000 sporters. U test uw sporters op basis van zorgvuldig gekozen parameters, voert de resultaten in en krijgt meteen een kant-en-klare analyse. Uit honderden oefeningen adviseert de SpartaNova-tool precies die oefeningen die blessures helpen vermijden en de prestaties van uw sporter verbeteren. Via het online dagboek geeft u gepersonaliseerd trainingsadvies. U bespaart heel wat tijd, kan meer sporters opvolgen en bouwt een sterkere relatie met hen op. uw contact in Nederland: Freek Gubbels • M +31 648 513 301 • freek@spartanova.com • www.spartanova.com your scientific supporter 43203_SpartaNova_VSG Congres_adv 185x130_4.indd 1 10/27/11 1:37 PM
  • 15. dag 1 // donderdag 1 december 2011 Sessie A1: Jeugd Prof. dr J. Seidell Donderdag.1.december.–.10.45.uur.–.sessie.A1.–.Preventie.van.obesitas.door.sport/bewegen Biografie Prof. dr. Jaap Seidell Jaap Seidell is hoogleraar voeding en gezondheid en directeur obesitaszorg. Hij is vanwege zijn kennis een veelgevraagd van de afdeling gezondheidswetenschappen aan de Vrije adviseur van organisaties in binnen- en buitenland zoals de Universiteit en het VU medisch centrum in Amsterdam. Hij Wereldgezondheidsorganisatie, de Gezondheidsraad, overheden, is een internationaal gerenommeerd onderzoeker op zowel consumentenorganisaties en organisaties van patiënten en het gebied van de oorzaken en gevolgen van overgewicht zorgverleners. en obesitas als de effectiviteit van overgewichtpreventie en Dr. M. Chin A Paw Donderdag.1.december.–.11.10.uur.–.sessie.A1.–.How.sickening.is.sitting? How sickening is sitting? Relative to the large amount of evidence regarding cardiometabolic health in children and youth. I will also the acute and chronic effects of physical activity, little pay specific attention to the measurement of sedentary is known about the adverse health outcomes caused behaviour in this age group. Finally, I will present the first by prolonged sitting, especially in young people. I results of a ‘sitting experiment’ examining the effects of will give an overview of the scientific evidence on the prolonged sitting on metabolic indicators. // prospective relationship between sedentary behaviour and Biografie Dr. M. Chin A Paw Dr Mai Chin A Paw is associate professor at the Department of Mai is chair of the section Youth and Health within the Public and Occupational Health, EMGO Institute for Health and department of Public and Occupational health and is currently Care Research - VU University Medical Center in Amsterdam, The involved in several research projects. Examples are the Netherlands. development and evaluation of strategies promoting physical activity and reducing sedentariness, measurement of physical Her background is in Human Movement Science and activity, and prevention and treatment of obesity. She uses Epidemiology. Mai obtained her PhD in 1999 for her thesis that innovative methodologies in behavioural epidemiology such investigated the effects of physical exercise and micronutrient as Intervention Mapping – a protocol for theory and evidence- supplementation on the health of frail older people. Since 2000 based development of interventions; analysis of mediators (how her main research focus is on Child Health and Care Research. does an intervention achieve its effects); analysis of moderators 1 & 2 december te Kaatsheuvel 13
  • 16. dag 1 // donderdag 1 december 2011 (who responds to interventions); multi-level analysis; and the in Sport and member of the editorial board of the International latest techniques for longitudinal data analysis. Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity. She is associate editor of The Journal of Science and Medicine Dr. M. Elferink-Gemser Donderdag.1.december.–.11.30.uur.–.sessie.A1.–.Talentherkenning.en.-ontwikkeling:.Nederland Talentherkenning en -ontwikkeling: Nederland Op de site van NOC*NSF staat te lezen dat ‘de is, wat de beste progamma’s zijn, wat de beste manier toptienambitie, het streven van Nederland om structureel van begeleiden is en hoe je weet aan welke kinderen tot de tien beste topsportlanden ter wereld te behoren, deze extra mogelijkheden het best geboden zouden voor de Nederlandse topsport de ultieme doelstelling is’. moeten worden. Wie zijn de topsporters van ‘morgen’ Dit is echter geen eenvoudige opgave en ons land heeft en waarom zij? Om de olympische ambities te kunnen deze positie tot op heden niet structureel gerealiseerd. waarmaken – Nederland bij de top-10 – gaat het duidelijk De concurrentie in de mondiale top is groot en voor om meer dan alleen maar aanleg, een factor geluk en Nederland in de top-10 is kennis van experts uit de hard trainen. Via onderzoek worden talenten in de tijd sport en samenleving onmisbaar. In Nederland worden gevolgd waarmee teruggekeken kan worden op specifieke kinderen opgeleid tot topsporters middels een systeem ontwikkelingen en kenmerken die bepalen hoe snel een dat grotendeels gebaseerd is op talentherkenning vanuit talent zich feitelijk ontwikkelt. Je kunt daarmee onder de sportverenigingen en talentontwikkeling bij zowel de andere het verschil ontdekken tussen jeugdtalenten verenigingen als de districten en nationale jeugdteams. die zich ontwikkelen tot topsporters en degenen die De kinderen die als talentvol worden herkend, krijgen tijdens het talenttraject ‘afvallen’ en blijven steken op vaak een uitnodiging om in selectieteams hun potentie amateurniveau. Heel essentieel is dat een echte topper waar te maken. Ze krijgen extra trainingen aangeboden extreem gemotiveerd is en goed is in zelfregulatie. Uit het door over het algemeen goed opgeleide trainers, onderzoek kan geconcludeerd worden dat getalenteerde goede trainingsfaciliteiten, medische begeleiding en sporters vooral beter zijn in het stellen van doelen. een wedstrijdprogramma op niveau. Ze kunnen zich Een sporter moet dus slim zijn. Het is dus niet alleen ontwikkelen door zich op te trekken aan sporters van kwantitatief je uren draaien, maar vooral ook kwalitatief. vergelijkbaar of hoger niveau. Het doel van het bieden Daarnaast is de kwaliteit van de trainer of coach heel van deze extra mogelijkheden is het vergroten van belangrijk. Zo zie je bijvoorbeeld dat talenttrainers, die de kans om de top te bereiken. In vergelijking met de meeste talenten aan de top afleveren, zich met name decennia geleden is er meer aandacht voor de soms onderscheiden door veel autonomie aan de talenten te lastige combinatie van school en sport. Dit is onder geven. Met andere woorden, ze zorgen ervoor dat de meer terug te zien in de toename van het aantal topper in spe verantwoordelijk wordt voor zijn eigen LOOT-scholen. Echter, hoewel talentherkenning en leerproces. Want… zelfregulatie is een sleutel- en talentontwikkeling niet los te zien zijn van de context, is succesfactor. // er nog veel onduidelijkheid over wat de beste omgeving Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid 14
  • 17. Biografie Dr. M. Elferink-Gemser Marije Elferink-Gemser studeerde Bewegingswetenschappen ruim honderd publicaties over het onderwerp talentherkenning (UMCG) aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 2005 en -ontwikkeling op haar naam staan, zowel nationaal als promoveerde ze aan dezelfde universiteit bij promotor prof. internationaal in de vorm van wetenschappelijke artikelen, dr. Chris Visscher op het onderwerp ‘Talentontwikkeling populairwetenschappelijke artikelen, boeken, boekhoofdstukken van getalenteerde sporters’. Sindsdien houdt ze zich aan en bijdragen aan congressen. Ze wordt regelmatig door de RUG als universitair docent bezig met talentonderzoek. buitenlandse universiteiten en voor internationale Een belangrijk onderzoeksthema omvat het waarmaken wetenschappelijke congressen uitgenodigd om het Nederlandse van de bewegingspotentie van jeugdigen (‘het maximale talentonderzoek te presenteren. Daarnaast vindt ze het heel uit eigen kunnen halen’). Het onderzoek kenmerkt zich belangrijk om de onderzoeksresultaten te ‘vertalen’ voor door het longitudinale karakter waarbij jeugdigen jaren mensen in het werkveld zoals (toekomstige) trainers, coaches, achter elkaar worden gevolgd in hun ontwikkeling en het beleidsmakers, leerkrachten, getalenteerde sporters en hun multidimensionele karakter waarbij zowel persoonsgebonden ouders. als omgevingsgebonden kenmerken in relatie worden gebracht met de sportprestatie. Marije is daarnaast actief binnen het Organisaties: Centrum voor Bewegingswetenschappen Instituut voor Sport en Bewegingsstudies van de Hogeschool (UMCG/Rijksuniversiteit Groningen); Instituut voor Sport en Arnhem-Nijmegen dat ‘Talentherkenning en -ontwikkeling van Bewegingsstudies (Hogeschool Arnhem-Nijmegen). sporttalent’ als speerpunt heeft gekozen. Ze heeft inmiddels Dr. J. Roeykens Donderdag.1.december.–.11.30.uur.–.sessie.A1.–.Talentherkenning.en.-ontwikkeling:.Vlaanderen Talentherkenning en -ontwikkeling: Vlaanderen Sporttalent detecteren en begeleiden is een kerntaak van De eerste Vlaamse topsportscholen openden hun deuren (top)sportfederaties. In het langdurige traject om sportief op 1 september 1998. Het doel van de topsportscholen talent te detecteren, te selecteren en te begeleiden is om jonge talenten de kans te geven hun sportcarrière tot de topsport, worden in Vlaanderen verschillende zo optimaal mogelijk te ontwikkelen in combinatie beleidsinitiatieven genomen. De leidraad daarvan vormt met de studies secundair onderwijs. Hiervoor is een het topsportactieplan Vlaanderen en hanteert een structurele samenwerking opgezet tussen de sport- en voorwaardenscheppend beleid, géén beloningsbeleid. de onderwijssector. Aanvankelijk participeerden twaalf sportfederaties in de topsportscholen, vandaag zijn dat Een van de grote verwezenlijkingen in Vlaanderen om er al zeventien. Het aantal ingeschreven leerlingen/ sportief talent te begeleiden, is de oprichting van de topsporters steeg van iets meer dan 200 naar ruim 900. topsportscholen. De (top)sportfederaties met participatie in een Recent werden deze zowel op sportief als onderwijskundig topsportschool hanteren strenge selectiecriteria voor de vlak doorgelicht. In deze uiteenzetting zal na een inschrijving aan een topsportschool. korte situering op de voornaamste resultaten van deze Leerlingen die in het secundaire onderwijs (leeftijd 12 evaluaties ingegaan worden. tot 18 jaar) de studierichting topsport volgen, krijgen 1 & 2 december te Kaatsheuvel 15
  • 18. dag 1 // donderdag 1 december 2011 wekelijks 10 uur sportspecifieke topsporttraining, de sportfederatie. De lestijden en zelfs examenperiodes aangevuld met 2 uur lichamelijke opvoeding tijdens de worden indien nodig aangepast aan de noden van de sport. schooluren. Daarnaast volgen zij de trainingen buiten de schooluren in hun sportclub. In het totaal rapporteert men In het basisonderwijs (leeftijd 6 tot 12 jaar) zijn er vandaag vaak 15 tot 20 uur specifieke training op weekbasis. slechts twee federaties (gymnastiek en tennis) met Om een volwaardige studie te kunnen volgen, worden de een participatie in één of meerdere basisscholen voor leerlingen specifiek begeleid en opgevolgd. De leerlingen topsportbeloften. Hier krijgen de leerlingen wekelijks tot hebben het recht om, tijdens de lesuren, deel te nemen 6 uur sportspecifieke training tijdens de schooluren als aan stages en wedstrijden die onder de leiding staan van aanvulling op de naschoolse sportbeoefening. // Biografie Dr. J. Roeykens Johan Roeykens is voltijds inspanningsfysioloog op de afdeling keuringen en inspanningsonderzoeken bij onder andere S.P.O.R.T.S. van het UZ Antwerpen. Hij is van huis uit licentiaat leerlingen/topsporters afgenomen. Daarnaast worden heel wat in de Lichamelijke Opvoeding en licentiaat in de Motorische sporters sportmedisch getest en geadviseerd in verschillende Revalidatie en Kinesitherapie. sporttakken. De multidisciplinaire aanpak van de sporter binnen S.P.O.R.T.S. is een van de negen door de Vlaamse overheid het UZ Antwerpen biedt hierbij een belangrijke meerwaarde bij erkende sportkeuringscentra en staat voor multidisciplinair het verlenen van gericht advies. centrum voor Screening, Preventie, Onderzoek en onderwijs, Johan is lesgever aan de Vlaamse Trainerschool (BLOSO), werkt Revalidatie, Training en Sportgeneeskunde. mee aan verschillende sportwetenschappelijke onderzoeken Voordien was Johan werkzaam op de Afdeling Topsport van binnen het UZ Antwerpen en heeft een bijzondere interesse BLOSO, de Vlaamse sportadministratie. Gedurende twee jaar voor de meting van lichamelijke activiteit en toegepaste was hij dossierbeheerder van de topsportscholen in Vlaanderen. inspanningsfysiologie in de trainingspraktijk. Op S.P.O.R.T.S worden de jaarlijkse (verplichte) sportmedische Prof. dr. J. Gielen Donderdag.1.december.–.12.05.uur.–.sessie.A1.–.Gestaltepredictie.bij.12/13-jarigen Gestaltepredictie bij 12/13-jarigen Gestalte is belangrijk in een aantal sporten, zowel een 10 cm voor jongens en 9 cm voor meisjes voor een 95% kleine of een grote gestalte kan wenselijk zijn in enerzijds van de populatie. Voor de Vlaamse kinderen met minstens gymnastiek en vechtsporten als anderzijds basketbal, 1 Vlaamse ouder kan de individuele groeicurve berekend volleybal en tennis, atletiek, hordelopen en zwemmen. worden op basis van minstens twee meetpunten met Selectie van topsporters gebeurt op jonge leeftijd en minstens 6 maanden tijdsinterval, dit is de meest correcte dus per definitie met onvolwassen gestalte. Selectie kan voorspeller van de gestalte op volwassen leeftijd. Bij de gebeuren op basis van de gestalte van de ouders, een selectie van de sporters beschikt men echter meestal individuele groeicurve en door de vaststelling van de niet over twee meetpunten. Een alternatieve techniek skeletontwikkeling. Een gestalte voorspelling op basis is de bepaling van de skeletontwikkeling op basis van van genetica – dat wil zeggen op basis van de gestalte een radiografisch onderzoek van de hand. Niet de van de ouders – is de minst correcte met een marge van chronologische leeftijd maar de leeftijd van het skelet Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid 16
  • 19. bepaalt de groeicapaciteit. De ontwikkeling van het voor niet-medische toepassingen wordt het ALARA- skelet loopt dikwijls niet gelijk met de chronologische principe toegepast. Men zoekt dus naar alternatieven leeftijd en is dikwijls familiaal bepaald. Meerdere die niet gebruikmaken van ioniserende stralen om atlassen zijn beschikbaar voor jongens en meisjes om skeletontwikkeling te determineren. Alternatieve de skeletontwikkeling te determineren. Deze techniek technieken zijn echografie en MRI die in onderzoek zijn. heeft een standaarddeviatie van 1,2 cm vanaf de leeftijd Deze zijn echter nog niet beschikbaar. // van 12 jaar bij meisjes en 14 jaar bij jongens. Voor het gebruik van röntgentechnieken voor medische en zeker Biografie Prof. dr. J. Gielen Medische studies en specialisatie radiologie aan de Katholieke Organisator van cycli hands-oncursussen wekedelenechografie Universiteit van Leuven. Muskuloskeletale radiologiestage bij sinds 2004. Organisator, in samenwerking met Babette Pluim, D. Resnick (UCSD, California) en B. Maldague (UCLouvain). Sinds van het STMS (Society for Tennis Medicine and Science)-congres oktober 2000 Musculoskeletaal radioloog in het Universitair 16 en 17 februari 2007 te Antwerpen. Auteur en coredacteur Ziekenhuis Antwerpen (UZA) met speciale interesse in van een gespecialiseerd boek over sportradiologie Imaging in radiologische beeldvorming van sportletsels. Mijn bijzondere Orthopedic Sports Injuries (2006 Springer Verlag). aandacht gaat naast de klassieke technieken zoals radiografie en arthrografie vooral uit naar echografie, magnetische resonantie Al vroeg in zijn carrière legde prof. dr. Jan Gielen zich toe op het en meersneden CT. PhD sinds februari 2004, thesis ‘Magnetische onderzoek van sporters. Uit liefde voor de sport? “Ik kom uit resonantie van wekedelentumoren’. Sinds 15 jaar spreker op het een heel onsportieve familie. Thuis deden wij niet aan sport en ‘Limburgs Sportcongres’ België. Organisator van het Antwerps gingen we niet naar het voetbal. Toen ik destijds voor het eerst Multidisciplinair Sportmedisch Symposium in 2004 en 2005. Jean-Marie Pfaff moest onderzoeken, kende ik die niet.” Dat Sinds oktober 2006 docent aan de Universiteit Antwerpen (UA). gebrek aan affiniteit met de sportwereld vindt hij geen nadeel, Believer in multidisciplinaire samenwerking en daarom sinds integendeel: het waarborgt de objectiviteit. “Sportgeneeskunde februari 2006 organisator van een veertiendaagse theoretische is boeiend doordat het een kruispunt van disciplines is, en klinische multidisciplinaire sportvergadering aan de UA in van fysische geneeskunde en radiologie tot cardiologie en samenwerking met sportartsen, fysiotherapeuten, kinesisten, psychologie. En ook op onderzoeksvlak zijn er veel uitdagingen.” radiologen, orthopedisten, cardiologen, dermatologen. 1 & 2 december te Kaatsheuvel 17
  • 20. dag 1 // donderdag 1 december 2011 Vrije voordrachten sessie A1 K. Valkenet, F. de Heer, L.A. van Herwerden, P. Doevendans, I.G.L. van de Port & F.J.G. Backx Preoperatieve fysieke therapie voor een openhartoperatie: wetenschappelijke evidentie en klinische effecten Inleiding en vraagstelling risicoscores, ademspiertraininggegevens, incidentie van Patiënten die een openhartoperatie moeten ondergaan, longontstekingen en ligduur na een openhartoperatie. behoren tot een kwetsbare populatie. Deze groep zal als Deze data zijn geanalyseerd middels propensity-analyse gevolg van een slechtere preoperatieve fysieke conditie om uitspraak te doen over de effectiviteit van deze meer kans hebben op complicaties en een vertraagd interventie. herstel. Zo is bekend dat een longontsteking na een openhartoperatie de ligduur fors kan verlengen (American Resultaten Thoracic Society, Am J Respir Crit Care Med; 2005). Een De systematische review laat een significant effect goede fysieke voorbereiding is daarom belangrijk. Er zijn (p<0.05) zien van preoperatieve ademspiertraining op twee doelen geformuleerd. Allereerst het geven van een het terugdringen van longcomplicaties na een buik- of systematisch overzicht van de huidige evidentie voor hartoperatie (4 studies). preoperatieve fysieke therapie op het herstel na een De data betreffende preoperatieve ademspiertraining operatie. Daarnaast wordt het effect onderzocht van de voorafgaand aan een hartoperatie (n=346) laten een trend implementatie van preoperatieve ademspiertraining op zien in het voordeel van de pulmonaal hoog risicogroep het verminderen van postoperatieve longontstekingen na die ademspiertraining heeft gevolgd. In deze groep heeft een openhartoperatie. 1 van 94 patiënten (1.1%) een longontsteking ontwikkeld na de hartoperatie vergeleken met 8 van de 252 patiënten Methode (3.2%) die geen ademspiertraining hebben gevolgd (odds Een systematisch literatuuronderzoek is uitgevoerd, ratio 0.29 (95% CI 0.032 – 2.64)). gebruikmakend van de databases PubMed, EMBASE, PEDro and CINAHL waarbij studies werden geïncludeerd die de Conclusies, discussie en aanbevelingen effecten van preoperatieve fysieke therapie onderzochten Preoperatieve ademspiertraining lijkt effectief op de ligduur en complicaties na een operatie (Valkenet in het terugdringen van longontsteking na een et al. Clin Rehab; 2011). De studies zijn beoordeeld op openhartoperatie. In tegenstelling tot de literatuurstudie methodologische kwaliteit (PEDro-scorelijst). Effecten op laten de data uit de praktijk geen significant verschil ligduur en aantal complicaties zijn verwerkt in een meta- zien op het verminderen van longontstekingen, maar analyse. is er wel een trend zichtbaar in het voordeel van de Voor het tweede doel zijn, na implementatie van groep die ademspiertraining gevolgd heeft. Aanvullend preoperatieve ademspiertraining (dagelijks 20 min. goed gecontroleerd en gerandomiseerd onderzoek gedurende minimaal 2 weken), in 2008 en 2009 naar ademspiertraining bij verschillende chirurgische in het Universitair Medisch Centrum Utrecht data patiëntgroepen wordt aanbevolen. // verzameld aangaande preoperatieve pulmonale Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid 18
  • 21. R. Agricola De ontwikkeling van cam laesies bij jonge voetballers Inleiding kop-halsovergang werd gescoord als 1) normaal, 2) Cam impingement is een oorzaak van heuppijn en een afvlakking of 3) prominentie. Verschillen in prevalentie mogelijke risicofactor voor artrose. Cam impingement werden getest met logistische regressie. Verschillen in wordt vooral bij jonge, mannelijke sporters gezien, maar er de bewegingsuitslagen werden getest met generalized zijn slechts een beperkt aantal onderzoeken die zich hebben estimating equations. gericht op de manifestatie van cam laesies tijdens de groei. Resultaten Doel Een abnormale alphahoek werd al gevonden bij 12-jarigen Het bepalen op welke leeftijd cam laesies ontstaan, en de bij zowel voetballers als controles. De prevalentie van prevalentie van cam laesies bepalen bij jonge mannelijke een cam laesie gedefinieerd op basis van een abnormale voetballers in vergelijking met niet-sportende controles. alphahoek was hoger bij voetballers (26%) dan bij controles (17%), alhoewel niet significant wanneer Methode gecorrigeerd werd voor de leeftijd. Een prominentie in de In deze studie zijn 89 (178 heupen) voetballers tussen kop-halsovergang werd alleen gezien bij voetballers, vanaf de 12 en 19 jaar, die in selectie-elftallen van Feyenoord 13-jarige leeftijd (13% vs 0%, p<0.033). De prevalentie van speelden, geïncludeerd. Tevens zijn er 92 (184 heupen) een afvlakking van de kophals was ook significant hoger controles in dezelfde leeftijdscategorie geselecteerd bij voetballers (53% vs 19%, p=0.0001). Bij voetballers met uit radiologiegegevensbestanden wanneer zowel een een cam laesie op basis van een abnormale alphahoek anterior-posterior (AP) als een Lauenstein-opname van was de endorotatie significant verminderd (19.7 vs 26.2, beide heupen beschikbaar was. Exclusie criteria voor p=0.002). Een positieve impingementtest associeerde niet controles waren het hebben van heuppathologie en met het hebben van een cam laesie. sporten als dit vermeld was in de status. Bij de voetballers zijn de bewegingsuitslagen van de heup bepaald en werd Conclusie de impingementtest uitgevoerd. Tevens is er volgens een Een cam laesie is zichtbaar vanaf 13-jarige leeftijd. gestandaardiseerd protocol een AP-bekkenopname en Cam laesies zijn meer prevalent en meer uitgesproken een Lauenstein-opname gemaakt. Om een cam laesie te bij jonge voetballers dan bij controles. Dit suggereert kwantificeren werd de alphahoek in alle röntgenfoto’s dat mechanische belasting, vooral tijdens het sluiten bepaald, waarbij een afkapwaarde van 60 graden werd van de groeischijf, een belangrijke factor kan zijn in de gehanteerd. Tevens werden alle röntgenfoto’s gescoord ontwikkeling van een cam laesie. // op basis van drie categorieën. De anterosuperior 1 & 2 december te Kaatsheuvel 19
  • 22. dag 1 // donderdag 1 december 2011 Sessie A2: Volwassenen Dr. E. Verhagen Donderdag.1.december.–.10.45.uur.–.sessie.A2.–.Beweegstimulering Beweegstimulering Ondanks het onomstotelijke bewijs dat lichamelijke heeft gewoonweg een sterkere onafhankelijke relatie activiteit de gezondheid bevordert, is de mate waarin de met allerhande gezondheidsproblemen. Daarnaast populatie lichamelijk actief is in de afgelopen jaren alleen heeft het stimuleren van lichamelijke activiteit ook maar afgenomen. Mede door specifieke aandacht voor andere voordelen; een beweegrijke leefstijl helpt in het voldoende lichamelijke activiteit in het gezondheidsbeleid handhaven van een gezond gewicht, is gecorreleerd aan en een daaraan gekoppeld publiek besef, lijkt de afname een gezonder voedingspatroon en draagt bij aan het de laatste jaren enigszins gestabiliseerd. Er wordt zelfs terugdringen van het aantal rokers. een lichte toename gezien in het percentage Nederlanders dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Met het oog op de vele voordelen van lichamelijke Echter, we bewegen nog niet voldoende en de promotie activiteit voor de gezondheid in diverse levensfasen, zijn van voldoende lichamelijke activiteit blijft vooralsnog de preventie en interventiemogelijkheden ontelbaar. Het een vitale component voor de preventie van chronische voert dan ook te ver om een volledig overzicht te geven aandoening en het bevorderen van de algemene van bestaande beweeginterventies en hun (potentiële) gezondheid in de hedendaagse samenleving. impact op de maatschappelijke gezondheid. Daarom Met het oog op het populatie attributieve risico zal er hier middels een selectie van interventies een (PAR) is het zelfs zo dat vanuit het perspectief van overzicht worden gegeven van mogelijkheden waarop de maatschappelijke gezondheid het bevorderen van beweegstimulering kan worden ingezet voor primaire, lichamelijke activiteit meer gezondheidswinst kan secundaire en tertiaire preventie van diverse (chronische) opleveren dan het verbeteren van voedingspatronen en aandoeningen. // verlagen van lichaamsgewicht. Lichamelijke inactiviteit Biografie Dr. E. Verhagen Evert Verhagen is als universitair docent verbonden aan breedtesport en de implementatie van evidence naar de praktijk. de afdeling Sociale Geneeskunde en het EMGO+ Instituut Daarnaast coördineert hij onderwijs op dit brede terrein bij de van het VU Medisch Centrum in Amsterdam. Na zijn studie faculteiten Bewegingswetenschappen en Geneeskunde van de bewegingswetenschappen promoveerde hij in 2004 op een Vrije Universiteit in Amsterdam. Evert Verhagen is lid van het onderzoek naar de preventie van enkelletsels bij volleyballers. editorial board van de Journal of Science and Medicine in Sport Nadien is hij zich breder gaan oriënteren en voert nu studies en associate editor van de British Journal of Sports Medicine. uit op het brede terrein van sport, leefstijl en gezondheid; van Tevens is hij als onderzoeker verbonden aan de Vrije Universiteit beweegstimulering bij jongeren tot letselpreventie bij top- en te Brussel en Monash University te Melbourne. Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid 20
  • 23. Drs. H.J.W. Dijkstra Donderdag.1.december.–.11.10.uur.–.sessie.A2.–.Preventieconsult.huisarts:.Bedreiging.of.kans.voor. de.sportgeneeskunde?! Preventieconsult huisarts: Bedreiging of kans voor de sportgeneeskunde?! In Nederland is de afgelopen jaren als gevolg van een preventie bij patiënten met reeds aanwezige coronaire ongezonde leefstijl een stijging van overgewicht en hartziekten. Er momenteel een brede tendens zichtbaar obesitas waarneembaar. Met de stijging in overgewicht die gaat van case finding naar preventie. is het aannemelijk dat ook het aantal mensen met Er zijn op dit moment vele preventieve onderzoeken hypertensie, dislipidemie en verhoogd glucose de laatste en checks beschikbaar bij diverse (vaak commerciële) jaren is toegenomen. Het valt daarom te verwachten instanties. De NHG-standaard Preventieconsult dat ook een toename van de prevalentie van hart- en Cardiometabool beoogt een evidence based-antwoord te vaatziekten, diabetes mellitus en chronische nierschade in zijn op deze wildgroei aan testmogelijkheden en zelftests het verschiet ligt. tegen relatief lage kosten. Op grond van demografische ontwikkelingen (dubbele Deze voordracht heeft enerzijds tot doel om u kennis vergrijzing: toename van de oudere bevolking in te geven van het hoe en waarom van deze nieuwe combinatie met hogere levensverwachting) en een NHG-standaard op basis van actuele wetenschappelijke toename van (ernstig) overgewicht met effecten op achtergronden; het preventieconsult raakt aan, in de incidentie en prevalentie van hart- en vaatziekten, sportgeneeskunde gangbare, onderzoeksvormen. diabetes en chronische nierschade ontstaat er meer Daarnaast zal de spreker trachten inzichtelijk te maken aandacht voor preventie. dat er op basis van het huidige kennisdomein van de Er zijn studies die aantonen dat het reduceren van sportgeneeskunde aangaande beweegadvisering op maat risicofactoren bij gezonde mensen (= universele, selectieve en de actuele stand van zaken omtrent beweegadvies door en geïndiceerde preventie) een viervoudige reductie de huisarts mogelijk een wereld te winnen is. // in sterfte geeft ten opzichte van de zorggerelateerde Biografie Drs. H.J.W. Dijkstra Jan-Willem Dijkstra is sportarts en sinds 2005 werkzaam als met het Linneus Instituut en realisatie van het door NOC*NSF sportarts-medisch coördinator in het SMA Haarlem-Kennemer gecertificeerde Topsport Medisch Samenwerkingsverband tot Gasthuis. Zijn werkopdracht is het in de regio Haarlem stand gebracht. vormgeven/verder professionaliseren van het specialisme Aandachtsvelden van de spreker zijn echografie (MSU) enerzijds sportgeneeskunde. De afgelopen jaren werden onder zijn leiding en anderzijds de toepassingsmogelijkheden van spiro-ergometrie onder andere integratie binnen de medische staf van het KG, bij revalidatie op maat van chronisch zieken, in het bijzonder subspecialisatie binnen de driekoppige vakgroep, scholing hartfalenpatiënten. huisartsen/fysiotherapeuten, opstarten multidisciplinaire Jan-Willem is tevens geregistreerd huisarts en als zodanig sportpoli SMA Haarlem met Heliomare, aanzet tot ontwikkeling geïnteresseerd in de raakvlakken van de eerste lijn met het van een onderzoekstak sportgeneeskunde in samenwerking specialisme sportgeneeskunde en vice versa. 1 & 2 december te Kaatsheuvel 21
  • 24. dag 1 // donderdag 1 december 2011 Zelf is Jan-Willem in zijn vrije tijd fervent windsurfer en skiër, marathonschaatsen (M2)) veelvuldig te traceren op de ijsbaan tevens voormalig windsurfinstructeur en meer dan 15 jaar actief van Haarlem, door liefhebbers ook wel het ‘Davos van het geweest als Oostenrijks (Tirol/Landes) geregistreerd skileraar. In Noorden’ genoemd. deze tijd van het jaar is hij als schaatser (Elfstedentocht 1985/ Drs. I. Vriend Donderdag.1.december.–.11.35.uur.–.sessie.A2.–.Onderzoek.in.de.praktijk:.overzicht.van.effectieve. blessurepreventieve.maatregelen Onderzoek in de praktijk: overzicht van effectieve blessurepreventieve maatregelen Sporten en bewegen is gezond en Nederlanders worden gebruikt en van plan is om deze op lange termijn te blijven dan ook gestimuleerd om dit (meer) te gaan doen. gebruiken. Circa 11 miljoen Nederlanders sporten en bewegen in georganiseerd en ongeorganiseerd verband. Populair zijn Om deze informatie te verzamelen, zijn diverse fitness, zwemmen, wielrennen/toerfietsen, hardlopen onderzoeken uitgevoerd. Ten eerste is een overzicht en veldvoetbal. Sporten is gezond, maar brengt tegelijk gemaakt van welke maatregelen werken ter preventie ook risico’s met zich mee. Het aantal sportblessures in van specifieke blessures (effectiviteit van bijvoorbeeld een Nederland is, vergeleken met andere aandoeningen en brace, helm, trainingsprogramma). Dit is gedaan door het ziektes, hoog. Jaarlijks ontstaan 3,7 miljoen sportblessures, raadplegen van wetenschappelijke literatuur en (inter-) waarvan 39% medische behandeling nodig heeft. Naast nationale experts. De kennis neemt steeds toe door het belangrijke gevolgen voor de sporter zelf (sportverzuim, verschijnen van nieuwe publicaties (compressiekous, stoppen met sporten), gaat dit samen met hoge medische core stability) en actuele discussies (rekken). Tevens is via kosten en arbeidsverzuim. Om die reden heeft het trendanalyses van blessurecijfers gekeken of de verplichte Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) invoering van bijvoorbeeld de fietshelm tot een daling blessurepreventie op de agenda staan. In de periode heeft geleid van het aantal blessures. De resultaten van de 2008-2011 zijn activiteiten uitgevoerd om blessures onderzoeken worden toegelicht. te voorkomen, specifiek gericht op 12 geprioriteerde Met behulp van de Veiligheidsbarometer Sporters is in sporttakken en enkel-, knie-, hoofdblessures en geleidelijk 2008 en in 2011 de veiligheidsbeleving en het gedrag van ontstane blessures. Nederlandse sporters met betrekking tot blessurepreventie in kaart gebracht. De focus ligt primair op het in kaart Om sportblessures te kunnen voorkomen, moeten brengen van het gedrag en de gedragsdeterminanten van maatregelen en interventies ingezet worden die de sporters. Weten sporters welke maatregelen zij zelf effectief zijn en werkzaam zijn in de praktijk (efficiënt). kunnen nemen en in welke mate doen zij dit? Belangrijke modellen die gehanteerd worden binnen de sportblessurepreventie om resultaten van onderzoek te Ten slotte is het belangrijk om inzicht te krijgen in de vertalen naar de praktijk, zijn het TRIPP-model (Finch, effecten in de praktijk van de gevoerde blessurepreventieve 2006) en het RE-AIM-model (Finch & Donaldson, 2009). activiteiten in de periode 2008-2011. Dit is gedaan door Dit laatste model wordt gebruikt om inzicht te krijgen te kijken naar de trend in de landelijke blessurecijfers, in de totale impact van een interventie in de praktijk. veranderingen in het gedrag en in de intermediaire Verschillende dimensies moeten hiervoor worden gedragsdeterminanten van sporters en door proces- en gemeten, waaronder het aandeel sporters dat bekend is effectevaluaties van de ingezette pilot-interventies. // met de preventieve maatregel, deze (op de juiste manier) Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid 22
  • 25. Biografie Drs. I. Vriend Ingrid Vriend is projectleider en onderzoeker bij Stichting wielrennen en mountainbiken centraal. Om de kennis en Consument en Veiligheid. Consument en Veiligheid werkt, in ervaring met betrekking tot de monitoring van sportblessures opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en in Nederland af te stemmen, is eind 2004 op verzoek van het Sport, samen met de VSG, sportbonden en andere organisaties Ministerie van VWS het platform Monitoren Sportblessures aan de uitvoering van het landelijke blessurepreventiebeleid. opgericht. In dit platform hebben experts op het gebied Hiervoor houdt Ingrid zich bezig met onderzoek naar de wensen van de epidemiologie van sportblessures zitting namens en behoeften van de doelgroep (sporters en intermediairs) hun organisatie. Ingrid is voorzitter van dit platform. Na de en proces- en effectevaluaties van (pilot)interventies. Het studie Bewegingswetenschappen aan de VU, heeft ze de afgelopen jaar stond onderzoek naar de effecten van de masteropleiding Epidemiologie afgerond. campagne ‘Gebruik je kop, helm op’ bij skiën, snowboarden, Dhr. S. van den Belt Donderdag.1.december.–.12.00.uur.–.sessie.A2.–.Aftrainen.na.een.sportcarrière.–.hoe.waarom? Aftrainen na een sportcarrière – hoe en waarom? Er is, vanzelfsprekend en terecht, veel aandacht voor fenomeen ‘aftrainen’. Of wellicht is ‘afbouwen’ in deze talentontwikkeling en voor fysieke training van atleten. context een beter woord, gezien de eventuele verwarring Dit leidt tot kennis, sportief – en wellicht economisch – met het gewichtsverlies binnen sporten waarin met succes, maar ook tot het opzoeken van de grenzen van gewichtsklasses wordt gewerkt. fysieke grenzen van elke atleet. Tel daarbij op dat een Het literatuuronderzoek waar de presentatie haar survey onder Schotse oud-atletes aantoonde dat van oorsprong in vindt, laat zien dat er inderdaad geen alle veranderingen die plaatsvinden vanaf het moment evidence based-programma lijkt te bestaan voor van stoppen de fysieke aanpassing met 12.2 ± 11.9 afbouwen. In de voordracht zal de toehoorder dan ook maanden het langst duurde en dat van dezelfde groep 60% meegenomen worden op een zoektocht die leidt van de aangaf dat hulp bij physiological and dietary detraining summiere kennis die wel beschikbaar is, via de kennis over terugkijkend nuttig zou zijn geweest. Dit is hoger dan de de kortetermijngevolgen van niet of verminderd trainen 51% die aangaf dat career planning wel handig zou zijn en de algemene kennis over de fysieke adaptaties aan een geweest, terwijl daar in Nederland wel een programma intensieve sportbeoefening naar zo concreet mogelijke voor bestaat. Dit leidt tot de conclusie dat het eigenlijk aanbevelingen voor waar een goed afbouwprogramma raar is dat er zo weinig bekend lijkt te zijn over het aan zou moeten voldoen. // 1 & 2 december te Kaatsheuvel 23
  • 26. dag 1 // donderdag 1 december 2011 Biografie Dhr. S. van den Belt Sander van den Belt (1986) studeerde bewegingswetenschappen over dit onderwerp. De resultaten daarvan worden op het VSG- in Groningen. Daar ontwikkelde hij een fascinatie voor ‘vergeten congres gedeeld. groepen binnen de (top)sport’. Zo vroeg hij zich af wat een sporter Op dit moment houdt Sander zich bezig met een andere doet na zijn carrière, behalve in ‘het zwarte gat’ vallen en/of vergeten groep: ouders van sporttalent, waarvoor hij www. aftrainen. Aftrainen? Wat is dat eigenlijk, hoe moet dat, waarom topsportouders.nl opzette. Daarnaast is hij als teamleider moet dat, waar kan een gestopte atleet hiervoor terecht? medische onderzoeken van Rienks Arbodienst nauw betrokken NOC*NSF zag het hiaat in de eigen kennis en gaf Sander de bij een heel andere tak van sport: gezondheid, vitaliteit en opdracht de literatuur in te duiken op zoek naar de kennis langdurige inzetbaarheid op de werkvloer. Vrije voordrachten sessie A2 Drs. M.R. Krist, drs. ing. A.M.C. van Beijsterveldt, dr. S.L. Schmikli, dr. I.G.L van de Port, prof. dr. F.J.G. Backx Effectiviteit van een blessurepreventief oefenprogramma voor mannelijke amateurvoetballers Inleiding lengte, gewicht, voetbalervaring, dominant been, positie en De hamstringblessure is een veelvoorkomende blessure on- blessurehistorie. Van iedere speler is ook de voetbalexpositie der voetballers en is verantwoordelijk voor 12-16% van alle bijgehouden. De relatie tussen risicofactoren en hamstring- voetbalblessures. De hamstringblessure zorgt voor langdurig blessures is onderzocht met logistische regressieanalyses. sportverzuim en heeft een hoge recidiefkans. Kennis van de Uit de totale steekproef zijn bij 179 spelers aan het begin van risicofactoren is vereist voor adequate preventie. het seizoen ook testen afgenomen. De testbatterij bestond uit: lengte- en gewichtmeting, vetpercentagebepaling, Doelstelling sit-and-reach (sar)-test, kuitspierlengte test, Interval Shuttle Wat zijn risicofactoren voor het oplopen van hamstringbles- Run Test (submaximaal), square-hoptest en vertesprongen. sures bij mannelijke, volwassen amateurvoetballers? Non-parametrische analyses zijn toegepast om de relatie tus- sen de testscores en hamstringblessures te onderzoeken. Methode Het onderzoek is verricht onder 456 mannelijke volwas- Resultaten sen amateurvoetballers die spelen in het hoogste elftal Alle voetballers zijn meegenomen in de analyse (24,8 ± van 23 eersteklasseverenigingen. Gedurende het seizoen 4,2 jaar; 183,4 ± 6,5 cm; 78,2 ± 7,5 kg). In totaal hebben 2009-2010 zijn blessures geregistreerd in het online Bles- 49 spelers 63 hamstringblessures opgelopen. Een eerdere sureregistratie Informatie Systeem (BIS) van TNO. Hiermee hamstringblessure is een significante voorspeller voor een zijn onder andere de diagnose, het ontstaansmoment en hamstringblessure (p=0.001). Voor de overige variabelen zijn de herstelduur vastgelegd. Bij aanvang van de studie is geen significante verbanden gevonden. gevraagd naar een aantal potentiële risicofactoren: leeftijd, In de subgroep van geteste spelers (24,8 jaar ± 4,1;182,5 cm Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid 24
  • 27. ± 6,3; 78,2 kg ± 7,3) wordt een significant verband gevonden hamstringblessure. Spelers zonder hamstringverleden tussen het risico op een hamstringblessure en de sar test- en met een verminderde flexibiliteit van de onderrug en score (p=0.016). Deze lage score op de sit-and-reachtest ver- achterzijde onderste extremiteit (sar score) hebben een hoogt de kans op een hamstringblessure. Dit verband blijkt grotere kans op een hamstringblessure. De resultaten van echter alleen te gelden voor spelers die in het voorgaande deze prospectieve studies komen deels overeen met bevin- seizoen geen hamstringblessures hebben gehad. Voor de dingen uit andere studies. Een grootschalig onderzoek naar overige testresultaten zijn geen significante verbanden met de relatie tussen verminderde flexibiliteit en hamstring- een hamstringblessure aangetoond. blessures bij dezelfde onderzoekspopulatie is dan ook aan te bevelen. Dit kan leiden tot betere preventiemaatregelen Conclusies voor hamstringletsels. // Uit dit onderzoek is gebleken dat een eerdere hamstring- blessure een risicofactor is voor het oplopen van een H. van der Worp, J. Zwerver, I. van den Akker-Scheek & R.L. Diercks De TOPSHOCK studie: een RCT naar de effectiviteit van radiale shockwave therapie in vergelijking met gefocuste shockwave therapie voor patella tendinopathie Inleiding en vraagstelling met gefocuste ESWT en de andere groep met radiale Patellatendinopathie is een moeilijk te behandelen ESWT. Daarnaast kregen beide groepen een excentrisch blessure. Extracorporele Schokgolf Therapie (ESWT) is trainingsprogramma. Follow-upmetingen vonden 1, 4, 7 een relatief nieuwe methode voor het behandelen van en 12 weken na de laatste ESWT-behandeling plaats. De tendinopathie. Oorspronkelijk werd gebruikgemaakt van primaire uitkomstmaat was de VISA-P vragenlijst. gefocuste schokgolven bij ESWT. Een aantal jaar geleden werd een nieuwe vorm van ESWT geïntroduceerd waarbij Resultaten gebruik wordt gemaakt van radiale schokgolven. Deze 43 sporters (32 mannen) werden gerandomiseerd en vorm van ESWT wordt in Nederland meer gebruikt dan de 57 pezen werden behandeld. Kenmerken van de sporters gefocuste vorm. Het meeste onderzoek is echter gedaan waren (gemiddelde±standaard deviatie): leeftijd 31±11 met gefocuste ESWT. Het doel van deze studie is dan ook jaar, lengte 181±9 cm, gewicht 79±13 kg, aantal uren om beide vormen van ESWT vóór het behandelen van sport per week 2.5±3.2 uur. VISA-P score op baseline was patella tendinopathie met elkaar te vergelijken. 49±17. Resultaten worden begin november 2011 verwacht en zullen op het congres worden gepresenteerd. Methode De TOPSHOCK-studie is een gerandomiseerde, Conclusies, discussie aanbevelingen gecontroleerde trial met geblindeerde patiënten en Op basis van de resultaten zal de effectiviteit van beide testafnemers. Sporters die langer dan 3 maanden methoden worden vergeleken en bediscussieerd. // patellatendinopathie hadden, werden gerandomiseerd in twee groepen. Eén groep werd 3 keer behandeld 1 & 2 december te Kaatsheuvel 25
  • 28. dag 1 // donderdag 1 december 2011 Sessie A3: Ouderen Prof. dr S. Bierma-Zeinstra Donderdag.1.december.–.10.45.uur.–.sessie.A3.–.Sport.en.artrose? Biografie Prof. dr. S. Bierma-Zeinstra Sita Bierma-Zeinstra is bijzonder hoogleraar ‘Artrose en aanpak. Sita werkte vanaf 1983 tien jaar als fysiotherapeut in gerelateerde aandoeningen’ aan het Erasmus MC. Haar Zweden en kwam daarna naar Nederland terug om biomedische onderzoekgroep verricht epidemiologisch, klinisch en wetenschappen (richting bewegingswetenschappen) in translationeel onderzoek naar artrose vanuit de afdeling Nijmegen te studeren. Na een promotieonderzoek aan het huisartsgeneeskunde en orthopedie; het artroseonderzoek Erasmus MC bouwde zij daar vervolgens haar eigen lijn van onder haar hoede is gekenmerkt door een multidisciplinaire artroseonderzoek op. Drs. J.G. Bax & dr. A. Sieders Donderdag.1.december.–.11.10.uur.–.sessie.A3.–.Minibattle:.rol.van.de.fietsproef.bij.sportmedisch. onderzoek Minibattle: rol van de fietsproef bij sportmedisch onderzoek Elke sportarts doet regelmatig inspanningsonderzoek zullen een voor- en een tegenstander de degens kruisen. op een fietsergometer bij sporters en niet-sporters. De cardioloog zet grote vraagtekens bij het nut van de Verschillende vraagstellingen liggen hieraan ten grondslag fietsproef bij een sportmedisch onderzoek en vindt het zoals een check-up, diagnostiek bij inspanningsgebonden zonde van de inspanning. De sportarts heeft genoeg klachten, uitsluiten van ischemie en bepalen van de argumenten om te concluderen dat dit onderzoek belastbaarheid. van grote toegevoegde waarde is en bij uitstek in de Het is de vraag of de fietsproef bij een sportmedisch sportgeneeskundige praktijk thuishoort. // onderzoek een zinvol onderzoek is. In deze minibattle Biografie Drs. J.G. Bax Jaap Bax (05-01-1962) studeerde geneeskunde aan de Koninklijke Landmacht. Hier heeft hij later een deel van de Universiteit van Amsterdam. Na zijn artsexamen vervulde opleiding sportgeneeskunde gedaan en een aantal jaren hij zijn dienstplicht bij het Sportmedisch Centrum van de als sportarts gewerkt. In 1996 heeft hij de cardioscreening Sportmedisch Wetenschappelijk Congres: Sport, Bewegen en Gezondheid 26
  • 29. ontwikkeld, een onderzoek dat heeft geresulteerd in een schouderklachten bij racketsporters. Als lid van de werkgroep getrapte cardiovasculaire screening met behulp van de Huisarts en Sport van de VSG heeft hij diverse onderwijsmodules Framingham Index. Deze cardioscreening wordt gebruikt bij ontwikkeld voor huisartsen. Jaap is docent bij de SOS, NSPOH en beroepsmilitairen, die verplicht zijn om een conditieproef de LHV. In zijn vrije tijd is hij actief tennisser, mountainbiker af te leggen. Momenteel is Jaap werkzaam bij het SMA en skiër. Utrecht en SMA Olympia. Extra interesse heeft hij in rug- en Drs. L. Heere Donderdag.1.december.–.11.40.uur.–.sessie.A3.–.Training.door.ouderen:.voordelen.en.bedreigingen Training door ouderen: voordelen en bedreigingen In de huidige maatschappij wordt steeds meer beter acceptabel. Bij individuele sporten, zoals hardlopen, geaccepteerd dat het sporten op oudere leeftijd gangbaar worden tabellen gehanteerd hoeveel tijd meer nodig is is. Niet lang geleden werd, ook binnen de medische om op oudere leeftijd tot hetzelfde prestatieniveau als op wereld, raar aangekeken tegen fitte 60-plussers, waarbij jongvolwassen leeftijd te komen. gezondheidsklachten niet tot adviezen leidde om te blijven De afname in maximale hartfrequentie is samen met de bewegen, maar tot het voorstel om eens te stoppen met die afname in spiermassa de voornaamste reden voor het sportactiviteiten. Het belang van het sportief bewegen in prestatieverlies. Andere redenen kunnen de toegenomen relatie tot gezondheidswinst wordt langzamerhand ontdekt. spier-, pees- en gewrichtsstijfheid zijn en de afnemende Zo kan regelmatige lichaamsbeweging het ontstaan van bewegingscoördinatie. Andere aspecten die het sommige chronische ziekten vertragen of voorkomen. Een prestatievermogen negatief kunnen beïnvloeden, zijn goed voorbeeld hiervan is type 2-diabetes. Bij mensen, die de afname van de longcapaciteit en de vermindering in aanleg hebben voor het ontstaan van deze aandoening, warmteregulatie op oudere leeftijd, waardoor sporten zijn vele goede wetenschappelijk onderzoeken bekend, die bij ongunstige klimatologische omstandigheden extra het belang van regelmatige sportieve beweging aantonen. risico’s op oververhitting, uitdroging of bevriezing met zich Osteoporose en hypertensie, aandoeningen die op oudere meebrengen. leeftijd vaak voorkomen, kunnen door lichaamsbeweging De blessurekans lijkt met het stijgen van de leeftijd toe ook gunstig beïnvloed worden. Andere effecten van te nemen, maar door minder intensief sporten en het het bewegen, zoals spierkracht en coördinatie, maar verschuiven van de beoefende sportvormen in de richting ook valpreventie, stemmingsverbetering en verbeterde van individuele sportvormen zijn blessurerisico’s meer cognitieve functies, vergroten de zelfstandigheid op oude theoretisch van aard dan wetenschappelijk onderbouwd. leeftijd waardoor zorgkosten kunnen dalen. De toegenomen Daarbij is ook nog op te merken dat mensen met een fitheid houdt ook na het verminderen van training nog grote blessuregevoeligheid met het stijgen van de leeftijd langere tijd aan. De afname in aeroob vermogen bedraagt 5 rustige sportvormen kiezen of met sporten stoppen. ml/kg.min per tien jaar. De maximale zuurstofopname, die Artrose zien we op oudere leeftijd met grote regelmaat, nodig is om zelfstandig te kunnen functioneren bedraagt mede door eerder gewrichtsletsel, de afnemende 15-18 ml/kg.min en wordt bij inactieve ouderen vaak rond gewrichtssmering en de grotere gewrichtsbelasting in de 85 jaar bereikt. Conditioneel gerichte trainingen verhogen huidige maatschappij, waar mensen al op jongere leeftijd het aeroob vermogen met 5-10 ml, zodat de afhankelijkheid overgewicht hebben. tien jaar kan worden uitgesteld. Conclusie: sporten kan tot op oudere leeftijd de De afname van het fysieke vermogen met de leeftijd zelfstandigheid en de fysieke belastbaarheid op demotiveert wel, vooral bij mensen die altijd prestatief niveau houden, maar men dient de langzamerhand hebben gesport. De indeling in leeftijdscategorieën bij verminderende lichaamsfuncties te accepteren. // vele takken van sport maken deze prestatievermindering 1 & 2 december te Kaatsheuvel 27