e-GO, alles gevangen in één systeem. In het InnovatieLab in Gouda ontwikkelde Tony Hardenberg van Van de Geijn Partners met andere partijen een digitaal leerplatform: e-GO. Hiervoor had hij hulp van ‘wereldkampioenen’: specialisten van de universiteiten van Leiden en Tilburg en de beste didactici van Nederland. E-GO is een integraal systeem waarin de persoon centraal staat, en waarin alle aspecten van zijn opleiding verbonden zijn.

1. e-GO, alles gevangen
in één systeem.
In het InnovatieLab in Gouda
ontwikkelde Tony Hardenberg van Van
de Geijn Partners met andere partijen
een digitaal leerplatform: e-GO. Hiervoor
had hij hulp van ‘wereldkampioenen’:
specialisten van de universiteiten van
Leiden en Tilburg en de beste didactici
van Nederland. E-GO is een integraal
systeem waarin de persoon centraal
staat, en waarin alle aspecten van zijn
opleiding verbonden zijn.
Foto: Erik Kottier.
Zes gedetineerden op één cel, zelf verantwoordelijk voor hun dagprogramma. High tech producten voor bewakers
en bewaakten. Een efficiëntere werkwijze die flink bespaart op de dagelijkse detentiekosten. In het kort de
succesformule van het Detentie Concept Lelystad (DCL). Geen verbeterde gevangenis, maar een volslagen nieuwe
benadering. ‘Vaak zijn veranderingen enkel het optimaliseren van wat er al is’, stelt Tony Hardenberg,
partner/innovatiearchitect van Van de Geijn Partners, en tevens geestelijk vader van DCL. ‘Wij proberen
daadwerkelijk te innoveren.’ Dat is met dit spraakmakende concept gelukt. Opdrachtgever ministerie van Jusititie gaf
Van de Geijn Partners vervolgens de middelen om in Gouda ‘Het InnovatieLab’ op en in te richten. Doel was ditmaal
het resultaat van de detentietijd te verbeteren en detentieschade te beperken. Dat leidde tot zes elektronische
producten.
Individuele student
Een daarvan is e-GO, een digitaal leerplatform voor gedetineerden dat ook voor het mbo interessant kan zijn. Het is
namelijk een systeem dat verder reikt dan de manier waarop nu digitaal leren het onderwijs binnensijpelt. Van
intake tot het invullen van het portfolio, van alle toetsen die een leerling succesvol afrondt tot de competenties die
hij zich eigen maakt. Alles is geïntegreerd en wordt opgeslagen en verwerkt door een digitale coach. Zo wordt
digitaal leren een nauwkeurig op de individuele student afgestemde leermethode. De digitale coach vervangt bij e-
GO de ‘levende’ docent overigens niet volledig; hij blijft nodig, bijvoorbeeld voor bijles aan individuen of kleine
groepjes leerlingen.
Bonaire
Hardenberg heeft in Gouda al flink wat enthousiaste mensen uit het onderwijs op bezoek gehad. Toch voorspelt dit
weinig over de toekomst van het prototype e-GO: ‘Daar is geld én visie voor nodig. Net als in het gevangeniswezen
moeten in het onderwijs dan wel heilige huisjes om. Zo zullen educatieve uitgeverijen niet blij zijn, omdat papieren
boeken overbodig worden. E-GO is met de nieuwste inzichten gemaakt en lijkt in niets op het huidige e-learning
concept. Dat is eigenlijk veredeld elektronisch bladzijdes omslaan.’ Daarnaast worden onderwijsinstellingen nu
betaald voor het aantal uren dat docenten fysiek voor de klas staan. ‘Bij e-GO kan de docent veel lessen net zo goed
vanuit Bonaire regelen. Met webcam en laptop. Uiteraard op voorwaarde dat de studieresultaten van de leerlingen
goed blijven.’