SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  41
Trainingsleer Hoofdstuk 4 Martin Breedijk
Gedragscode SM&O Hoorcollege Als je hierbinnen gaat kies je voor een hoor college; het woord zegt het al, ga zitten en luister. Mits de docent toestemming heeft gegeven, mag je gebruik maken van een computer, maar GA VOORAAN zitten!! Computer gebruik is alléén toegestaan ten behoeve van de les. Niet eten en drinken. We spreken elkaar aan op het navolgen van deze gedragscode.
Uithoudingsvermogen Is het vermogen om dynamische of statische arbeid zo lang mogelijk vol te houden Onderscheid naar: Hoeveelheid gebruikte spiermassa Energievoorziening Aard van de spiercontractie
Overzicht Lokaal Uithoudingsvermogen Algemeen Uithoudingsvermogen Aëroob Anaëroob Aëroob Anaëroob Dynamisch Statisch Dynamisch Statisch Dynamisch Statisch Dynamisch Statisch UITHOUDING
Lokaal uithoudingsvermogen Inspanning waarbij de actieve spiermassa kleiner is dan 1/6 tot 1/7 van de totale spiermassa Lokaal aëroob dynamisch uithoudingsvermogen Lokaal aëroob statisch uithoudingsvermogen Lokaal anaëroob dynamisch uithoudingsvermogen Lokaal anaëroob statisch uithoudingsvermogen
Lokaal aëroob dynamisch uithoudingsvermogen Voorbeeld curlbeweging van de armen De perifere doorbloeding en de spierstofwisseling zullen de prestatie domineren Cardiovasculaire systeem is slechts tussenschakel
Lokaal aëroob statisch uithoudingsvermogen Spiermassa kleiner dan 1/6 tot 1/7 totale spiermassa en intensiteit lager dan 15% maximale kracht Betekenis hiervan is gering. In het kader van de revalidatie van hartpatiënten trainen.
Lokaal anaëroob statisch en dynamisch uithoudingsvermogen Het lokaal anaëroob statisch en dynamisch uithoudingsvermogen is in de sportpraktijk niet relevant en zal daarom niet besproken worden.
Het Algemeen Aëroob Uithoudingsvermogen Het statische algemeen aëroob uithoudingsvermogen is in de sportpraktijk niet relevant en zal daarom niet besproken worden. Bij het maximale aërobe uithoudingsvermogen zijn de volgende componenten van belang: Ademminuutvolume Het hartdebiet (=slagvolume X hartfrequentie) Hemoglobinegehalte De zuurstofextractie ter hoogte van de spieren Kan men bepalen door het meten van de VO2max
VO2 MAX ,[object Object]
Kan je meten door sporters aan een maximaaltest te onderwerpen op een ergometer
VO2max weergegeven per kilogram lichaamsgewicht, b.v. 70ml.min-1.kg-1
De VO2max is voor een groot deel erfelijk bepaald, trainingseffect is 15 tot 20%,[object Object]
VO2 max. onder de 60 is middelmatig
VO2 max. sedentaire (niet bewegen) volwassen mannen 35 tot 45 en vrouwen 25 tot 35Alle waardes in ml.min-1.kg-1
VO2 max. testen ,[object Object]
Belangrijk is de test bewegingsspecifiek af te nemen, dus voetballers niet laten fietsenLopers halen op een loopband hogere VO2 max. dan op een fietsergometer en omgekeerd Voor minder getrainde mensen is het effect minder groot
VO2 MAX test in de praktijk
Anaërobe en aërobe drempel Uit recente studies blijkt dat een determinerende factor voor de duurprestatie is hoeveel procent van de VO2 max een atleet langdurig kan volhouden Hiervoor gebruiken we het begrip anaërobe drempel Die intensiteit van inspanning (snelheid) waarboven melkzuur zich begint op te hopen in de spieren en het bloed
Bepalen (an)aërobe drempel Via lactaat of via verhouding O2/CO2 In de praktijk vind bepaling vaak plaats met lactaat meting. Hierbij worden verschillende grenzen gehanteerd: Aërobe drempel 2mmol.l-1 Onder deze waarde vindt de energielevering voornamelijk aëroob plaats. Anaërobe drempel 4mmol.-1 Boven deze waarde vindt de energielevering voornamelijk anaëroob plaatsDit noemt men de MAXLASS (Maximale Lactaat Steady State), 20 min tot 1 uur vol te houden Het gebied er tussen in noemen we het aërobe/anaërobe overgangsgebeid. Hierin spreekt men van de lactaat steady state
De lactaatcurve Training kan ook zorgen voor hogere piek Niet iedereen gebruikt dus dezelfde grenzen Verschuiving van de lactaatcurve door training Bij dezelfde snelheid lagere lactaatwaarde Deze curve is veel steiler http://www.sparrenweg.info/superrunner/images/gevorderden2.jpg
Oxycontest curve
Testen in de praktijk zonder lactaat Conconi test Voordeel  makkelijk te organiseren Goed reproduceerbaar Nadeel Niet iedereen heeft de Conconi knik (25% niet) Protocol zie boek sport-manni.de
Testen in de praktijk zonder lactaat VIAD test Voordeel  Nauwkeuriger Makkelijk te organiseren Nadeel Gevoel voor snelheid vereist Protocol blokken van 800 tot 1200 m lopen met 1’ pauze passief. Beginnen 5 blokken onder VIAD http://www.sparrenweg.info/superrunner/images/gevorderden3.jpg
Uurtest MAXLASS (Maximale Lactaat Steady State), is de intensiteit die men in wedstrijden 20 minuten tot maximaal 1 uur kan volhouden. Hoe kun je dit vertalen in een test (voorbeeld lopen) Laten we eens een voorbeeld nemen.
Grafieken
Effecten aeroob uithoudingsvermogen training Aanpassingen aan het cardiovasculaire systeem Aanpassingen ter hoogte van de spieren
Aanpassingen aan het cardiovasculaire systeem in rust Toename van het hartvolume door grotere ventriculaire holten Daling van de rustpols (bradycardie) na een lange periode van training (van 70/80 naar 40/50 gemiddeld voor mannen) Toename van het slagvolume Toename van de bloedvoorziening rond de spieren Verbeterde capillarisatie Meer capillairen Verbeterde intramusculaire bloedverdeling
Aanpassingen aan het cardiovasculaire systeem bij submaximale inspanning Toename in slagvolume  Bij een gelijke submaximale inspanning per kilogram spier minder bloed nodig
Aanpassingen aan het cardiovasculaire systeem bij maximale inspanning Toename van VO2max,  verhoogd zuurstof aanbod toegenomen zuurstofopname in de spieren Maximale hartdebiet neemt sterk toe Toename van het maximale slagvolume Geen verandering in Hfmax, hoogstens een lichte afname Grotere spiermassa kan worden ingezet
Aanpassingen aan het cardiovasculaire systeem niet hart en vaatsysteem Vergroting  respiratorisch oppervlak in de longen Vergroting diffusie capaciteit capillairen in de longblaasjes Verbetering van de ademhalingsefficiëntie
Aanpassingen op spierniveau Toename hoeveelheid myoglobine Toename oxidatieve capaciteit van de spier Hoeveelheid glycogeen bij eenzelfde inspanning zal dalen door toename in vetverbranding Lagere lactaatconcentratie bij eenzelfde inspanning. Oorzaak; betere vetverbranding, snellere toename zuurstofverbruik, verbeterde eliminatie lactaat (tabel 39 p. 100)
Algemeen anaëroobuithouingsvermogen Afhankelijk van de volgende factoren: Dynamische en statische kracht Coördinatie Contractiesnelheid Antropometrische kenmerken Lenigheid Max. capaciteit anaërobe energielevering
Testen anaërobe uithoudingsvermogen Meten van vermogen of de hoogste uitwendige arbeid. B.v verticale sprongtest (jump and reach) Anaerobe capaciteitstesten meten de maximale inspanning gedurende een bepaalde duur (30 tot 120 sec)Meest gebruikte is Wingate test http://www.youtube.com/watch?v=20GzJGp1oQY&feature=related
Lactaat, enkele feiten Concentratie in het bloed is altijd lager dan in de cel. Bij een actieve pauze (65% van de max.) zal het lactaat twee keer zo snel worden geëlimineerd (normaal 60 min) Hoogste lactaatwaarden na inspanningen van 40 tot 90 sec.
Algemeen Specifiek Nog een keer bekeken Algemeen uithoudingsvermogen Eigenschap om een inspanning waarbij grote spiergroepen betrokken zijn gedurende lange tijd vol te houden Deze eigenschap is aspecifiek met een mogelijkheid tot transfer naar andere sporten Tendens in de topsport is dat het aandeel specifiek uithoudingsvermogen aan belang wint.
Aandachtspunten specifieke training Ontwikkeling van de capaciteit om intensieve inspanningen vol te houden zelfs bij vermoeidheid Vermogen om gedurende wedstrijd tempo te kunnen variëren Uitvoeren van optimale en efficiënte techniek Trainen van capaciteit om aan het einde van de wedstrijd snelheid op te voeren Kweken wilskracht om een maximale inspanning te leveren
Bepalen geschikte HF om op te trainen Percentage van de HF max Percentage van verschil Hfmax en HfrustHftraining = Hfrust + %(Hfmax – Hfrust) Laatste is de beste methode!
Trainingsmethodologische indeling Vier grote groepen De duurmethode De intervalmethode De herhalingsmethode De wedstrijd- en controlemethode
De duurtraining Ononderbroken inspanning die ligt in de aërobe zone Extensieve duurtraining Intensiteit 85-90% van anaërobe drempel (lactaat 1.5 tot 3 mmol.l-1) HF 60-80% van de HF bij anaërobe drempel Duur: 30-100’ 1 herhaling Geen pauze
De duurtraining Intensieve duurtraining Intensiteit 90-100% van anaërobe drempel (lactaat 3 tot 4 mmol.l-1 HF 80-100% van de HF bij anaërobe drempel Duur: 30-100’ Duur: blokken van 10-30’ totaal 45-60’ 2-6 herhaling Pauze 2-3’ actief Wisselende duurtraining Een extensieve duurtraining met (korte) blokjes intensieve duurtraining er in Fartlekmethode Lijkt sterk op interval training

Contenu connexe

Tendances

NYC Marathon 2011 - Bart's voorbereiding #2
NYC Marathon 2011 - Bart's voorbereiding #2NYC Marathon 2011 - Bart's voorbereiding #2
NYC Marathon 2011 - Bart's voorbereiding #2Rob Geurtsen
 
Prestatiegericht roeiers coachen
Prestatiegericht roeiers coachenPrestatiegericht roeiers coachen
Prestatiegericht roeiers coachenMarkOrie
 
Trainingsleer 1e jaar d1 triathlon zoals gegeven
Trainingsleer 1e jaar d1 triathlon zoals gegevenTrainingsleer 1e jaar d1 triathlon zoals gegeven
Trainingsleer 1e jaar d1 triathlon zoals gegevenMartin Breedijk
 
Trainingsleer 1e jaar 4.3 uitleg verwerking climaxloop
Trainingsleer 1e jaar 4.3 uitleg verwerking climaxloopTrainingsleer 1e jaar 4.3 uitleg verwerking climaxloop
Trainingsleer 1e jaar 4.3 uitleg verwerking climaxloopMartin Breedijk
 
Clinic 2 : Periodisering 'Fail to plan - plan to fail' (31/02/11)
Clinic 2 : Periodisering  'Fail to plan - plan to fail' (31/02/11)Clinic 2 : Periodisering  'Fail to plan - plan to fail' (31/02/11)
Clinic 2 : Periodisering 'Fail to plan - plan to fail' (31/02/11)Topsportlab
 
Training CAL d'HuZes 200112
Training CAL d'HuZes 200112Training CAL d'HuZes 200112
Training CAL d'HuZes 200112Team Cal
 
Trainingsleer 1e jaar 4.2 triathlon
Trainingsleer 1e jaar 4.2 triathlonTrainingsleer 1e jaar 4.2 triathlon
Trainingsleer 1e jaar 4.2 triathlonMartin Breedijk
 
Trainingsleer 1e jaar 4.3 2012
Trainingsleer 1e jaar 4.3 2012Trainingsleer 1e jaar 4.3 2012
Trainingsleer 1e jaar 4.3 2012Martin Breedijk
 
Training Planning en Periodisering
Training Planning en PeriodiseringTraining Planning en Periodisering
Training Planning en PeriodiseringEvert van der Zee
 
Trainingsleer 1e jaar 4.1
Trainingsleer 1e jaar 4.1Trainingsleer 1e jaar 4.1
Trainingsleer 1e jaar 4.1Martin Breedijk
 
Trainingsleer week 1.3 2011
Trainingsleer week 1.3 2011Trainingsleer week 1.3 2011
Trainingsleer week 1.3 2011Martin Breedijk
 
Train hard but smart
Train hard but smartTrain hard but smart
Train hard but smartTeam Cal
 
Workshop jaarplanning maken
Workshop jaarplanning makenWorkshop jaarplanning maken
Workshop jaarplanning makenTon Kallenberg
 

Tendances (15)

NYC Marathon 2011 - Bart's voorbereiding #2
NYC Marathon 2011 - Bart's voorbereiding #2NYC Marathon 2011 - Bart's voorbereiding #2
NYC Marathon 2011 - Bart's voorbereiding #2
 
Prestatiegericht roeiers coachen
Prestatiegericht roeiers coachenPrestatiegericht roeiers coachen
Prestatiegericht roeiers coachen
 
Trainingsleer 1e jaar d1 triathlon zoals gegeven
Trainingsleer 1e jaar d1 triathlon zoals gegevenTrainingsleer 1e jaar d1 triathlon zoals gegeven
Trainingsleer 1e jaar d1 triathlon zoals gegeven
 
Trainingsleer 1e jaar 4.3 uitleg verwerking climaxloop
Trainingsleer 1e jaar 4.3 uitleg verwerking climaxloopTrainingsleer 1e jaar 4.3 uitleg verwerking climaxloop
Trainingsleer 1e jaar 4.3 uitleg verwerking climaxloop
 
Clinic 2 : Periodisering 'Fail to plan - plan to fail' (31/02/11)
Clinic 2 : Periodisering  'Fail to plan - plan to fail' (31/02/11)Clinic 2 : Periodisering  'Fail to plan - plan to fail' (31/02/11)
Clinic 2 : Periodisering 'Fail to plan - plan to fail' (31/02/11)
 
Training CAL d'HuZes 200112
Training CAL d'HuZes 200112Training CAL d'HuZes 200112
Training CAL d'HuZes 200112
 
Trainingsleer 1e jaar 4.2 triathlon
Trainingsleer 1e jaar 4.2 triathlonTrainingsleer 1e jaar 4.2 triathlon
Trainingsleer 1e jaar 4.2 triathlon
 
Trainingsleer 1e jaar 4.3 2012
Trainingsleer 1e jaar 4.3 2012Trainingsleer 1e jaar 4.3 2012
Trainingsleer 1e jaar 4.3 2012
 
Trainingsvariabelen
TrainingsvariabelenTrainingsvariabelen
Trainingsvariabelen
 
Training Planning en Periodisering
Training Planning en PeriodiseringTraining Planning en Periodisering
Training Planning en Periodisering
 
Trainingsleer 1e jaar 4.1
Trainingsleer 1e jaar 4.1Trainingsleer 1e jaar 4.1
Trainingsleer 1e jaar 4.1
 
Trainingsleer week 1.3 2011
Trainingsleer week 1.3 2011Trainingsleer week 1.3 2011
Trainingsleer week 1.3 2011
 
Train hard but smart
Train hard but smartTrain hard but smart
Train hard but smart
 
Workshop jaarplanning maken
Workshop jaarplanning makenWorkshop jaarplanning maken
Workshop jaarplanning maken
 
Triday training en voeding
Triday training en voedingTriday training en voeding
Triday training en voeding
 

En vedette

Presentatie loopsportdag trainingsschemas via internet
Presentatie loopsportdag trainingsschemas via internetPresentatie loopsportdag trainingsschemas via internet
Presentatie loopsportdag trainingsschemas via internetMartin Breedijk
 
Hardloopclinic ren je fit 18 sept.2012
Hardloopclinic ren je fit 18 sept.2012Hardloopclinic ren je fit 18 sept.2012
Hardloopclinic ren je fit 18 sept.2012Sportservice Scholten
 
Presentatie onderzoek sons gehouden op dag van sportonderzoek 101116
Presentatie onderzoek sons gehouden op dag van sportonderzoek 101116Presentatie onderzoek sons gehouden op dag van sportonderzoek 101116
Presentatie onderzoek sons gehouden op dag van sportonderzoek 101116Martin Breedijk
 
Sub-3:00 Marathon Training Plan
Sub-3:00 Marathon Training PlanSub-3:00 Marathon Training Plan
Sub-3:00 Marathon Training PlanGreg Strosaker
 
Senso run data donderdag 191115 v1
Senso run data donderdag 191115 v1Senso run data donderdag 191115 v1
Senso run data donderdag 191115 v1Cre-Aid
 
Samenvatting The Making Of Bk City
Samenvatting The Making Of Bk CitySamenvatting The Making Of Bk City
Samenvatting The Making Of Bk Cityadenheijer
 
Workshop hlt café jaarplan recreanten
Workshop hlt café jaarplan recreantenWorkshop hlt café jaarplan recreanten
Workshop hlt café jaarplan recreantenGerard Smit
 
Gsk Looptraining V1.2
Gsk Looptraining V1.2Gsk Looptraining V1.2
Gsk Looptraining V1.2guest446a2c2d
 
Diploma uitreiking 11012013
Diploma uitreiking 11012013Diploma uitreiking 11012013
Diploma uitreiking 11012013patr2704
 
Oeh 10 k (1)
Oeh 10 k (1)Oeh 10 k (1)
Oeh 10 k (1)patr2704
 
Trainingsleer
TrainingsleerTrainingsleer
Trainingsleerdwebbink
 
2ppt kleur les_inspanningsfysiologie
2ppt kleur les_inspanningsfysiologie2ppt kleur les_inspanningsfysiologie
2ppt kleur les_inspanningsfysiologieKaren Roover
 
Presentatie loopsportdag wat kan de hardloper van de triatleet leren
Presentatie loopsportdag wat kan de hardloper van de triatleet lerenPresentatie loopsportdag wat kan de hardloper van de triatleet leren
Presentatie loopsportdag wat kan de hardloper van de triatleet lerenMartin Breedijk
 

En vedette (18)

Presentatie loopsportdag trainingsschemas via internet
Presentatie loopsportdag trainingsschemas via internetPresentatie loopsportdag trainingsschemas via internet
Presentatie loopsportdag trainingsschemas via internet
 
Hardloopclinic ren je fit 18 sept.2012
Hardloopclinic ren je fit 18 sept.2012Hardloopclinic ren je fit 18 sept.2012
Hardloopclinic ren je fit 18 sept.2012
 
Presentatie onderzoek sons gehouden op dag van sportonderzoek 101116
Presentatie onderzoek sons gehouden op dag van sportonderzoek 101116Presentatie onderzoek sons gehouden op dag van sportonderzoek 101116
Presentatie onderzoek sons gehouden op dag van sportonderzoek 101116
 
Sub-3:00 Marathon Training Plan
Sub-3:00 Marathon Training PlanSub-3:00 Marathon Training Plan
Sub-3:00 Marathon Training Plan
 
The Unforgiven - Marien Lievaart & Jan Rodenburg
The Unforgiven - Marien Lievaart & Jan RodenburgThe Unforgiven - Marien Lievaart & Jan Rodenburg
The Unforgiven - Marien Lievaart & Jan Rodenburg
 
Senso run data donderdag 191115 v1
Senso run data donderdag 191115 v1Senso run data donderdag 191115 v1
Senso run data donderdag 191115 v1
 
Samenvatting The Making Of Bk City
Samenvatting The Making Of Bk CitySamenvatting The Making Of Bk City
Samenvatting The Making Of Bk City
 
Workshop hlt café jaarplan recreanten
Workshop hlt café jaarplan recreantenWorkshop hlt café jaarplan recreanten
Workshop hlt café jaarplan recreanten
 
Bevlogen hardlopen
Bevlogen hardlopenBevlogen hardlopen
Bevlogen hardlopen
 
Slim Staan - Het comfort van staande werknemers vergroten geschreven door Pro...
Slim Staan - Het comfort van staande werknemers vergroten geschreven door Pro...Slim Staan - Het comfort van staande werknemers vergroten geschreven door Pro...
Slim Staan - Het comfort van staande werknemers vergroten geschreven door Pro...
 
Van kruipen naar marathon
Van kruipen naar marathonVan kruipen naar marathon
Van kruipen naar marathon
 
Gsk Looptraining V1.2
Gsk Looptraining V1.2Gsk Looptraining V1.2
Gsk Looptraining V1.2
 
Diploma uitreiking 11012013
Diploma uitreiking 11012013Diploma uitreiking 11012013
Diploma uitreiking 11012013
 
Oeh 10 k (1)
Oeh 10 k (1)Oeh 10 k (1)
Oeh 10 k (1)
 
Trainingsleer
TrainingsleerTrainingsleer
Trainingsleer
 
Looptechniek
LooptechniekLooptechniek
Looptechniek
 
2ppt kleur les_inspanningsfysiologie
2ppt kleur les_inspanningsfysiologie2ppt kleur les_inspanningsfysiologie
2ppt kleur les_inspanningsfysiologie
 
Presentatie loopsportdag wat kan de hardloper van de triatleet leren
Presentatie loopsportdag wat kan de hardloper van de triatleet lerenPresentatie loopsportdag wat kan de hardloper van de triatleet leren
Presentatie loopsportdag wat kan de hardloper van de triatleet leren
 

Trainingsleer week 1.4 hva sjabloon 2011

  • 1. Trainingsleer Hoofdstuk 4 Martin Breedijk
  • 2. Gedragscode SM&O Hoorcollege Als je hierbinnen gaat kies je voor een hoor college; het woord zegt het al, ga zitten en luister. Mits de docent toestemming heeft gegeven, mag je gebruik maken van een computer, maar GA VOORAAN zitten!! Computer gebruik is alléén toegestaan ten behoeve van de les. Niet eten en drinken. We spreken elkaar aan op het navolgen van deze gedragscode.
  • 3. Uithoudingsvermogen Is het vermogen om dynamische of statische arbeid zo lang mogelijk vol te houden Onderscheid naar: Hoeveelheid gebruikte spiermassa Energievoorziening Aard van de spiercontractie
  • 4. Overzicht Lokaal Uithoudingsvermogen Algemeen Uithoudingsvermogen Aëroob Anaëroob Aëroob Anaëroob Dynamisch Statisch Dynamisch Statisch Dynamisch Statisch Dynamisch Statisch UITHOUDING
  • 5. Lokaal uithoudingsvermogen Inspanning waarbij de actieve spiermassa kleiner is dan 1/6 tot 1/7 van de totale spiermassa Lokaal aëroob dynamisch uithoudingsvermogen Lokaal aëroob statisch uithoudingsvermogen Lokaal anaëroob dynamisch uithoudingsvermogen Lokaal anaëroob statisch uithoudingsvermogen
  • 6. Lokaal aëroob dynamisch uithoudingsvermogen Voorbeeld curlbeweging van de armen De perifere doorbloeding en de spierstofwisseling zullen de prestatie domineren Cardiovasculaire systeem is slechts tussenschakel
  • 7. Lokaal aëroob statisch uithoudingsvermogen Spiermassa kleiner dan 1/6 tot 1/7 totale spiermassa en intensiteit lager dan 15% maximale kracht Betekenis hiervan is gering. In het kader van de revalidatie van hartpatiënten trainen.
  • 8. Lokaal anaëroob statisch en dynamisch uithoudingsvermogen Het lokaal anaëroob statisch en dynamisch uithoudingsvermogen is in de sportpraktijk niet relevant en zal daarom niet besproken worden.
  • 9. Het Algemeen Aëroob Uithoudingsvermogen Het statische algemeen aëroob uithoudingsvermogen is in de sportpraktijk niet relevant en zal daarom niet besproken worden. Bij het maximale aërobe uithoudingsvermogen zijn de volgende componenten van belang: Ademminuutvolume Het hartdebiet (=slagvolume X hartfrequentie) Hemoglobinegehalte De zuurstofextractie ter hoogte van de spieren Kan men bepalen door het meten van de VO2max
  • 10.
  • 11. Kan je meten door sporters aan een maximaaltest te onderwerpen op een ergometer
  • 12. VO2max weergegeven per kilogram lichaamsgewicht, b.v. 70ml.min-1.kg-1
  • 13.
  • 14. VO2 max. onder de 60 is middelmatig
  • 15. VO2 max. sedentaire (niet bewegen) volwassen mannen 35 tot 45 en vrouwen 25 tot 35Alle waardes in ml.min-1.kg-1
  • 16.
  • 17. Belangrijk is de test bewegingsspecifiek af te nemen, dus voetballers niet laten fietsenLopers halen op een loopband hogere VO2 max. dan op een fietsergometer en omgekeerd Voor minder getrainde mensen is het effect minder groot
  • 18. VO2 MAX test in de praktijk
  • 19. Anaërobe en aërobe drempel Uit recente studies blijkt dat een determinerende factor voor de duurprestatie is hoeveel procent van de VO2 max een atleet langdurig kan volhouden Hiervoor gebruiken we het begrip anaërobe drempel Die intensiteit van inspanning (snelheid) waarboven melkzuur zich begint op te hopen in de spieren en het bloed
  • 20. Bepalen (an)aërobe drempel Via lactaat of via verhouding O2/CO2 In de praktijk vind bepaling vaak plaats met lactaat meting. Hierbij worden verschillende grenzen gehanteerd: Aërobe drempel 2mmol.l-1 Onder deze waarde vindt de energielevering voornamelijk aëroob plaats. Anaërobe drempel 4mmol.-1 Boven deze waarde vindt de energielevering voornamelijk anaëroob plaatsDit noemt men de MAXLASS (Maximale Lactaat Steady State), 20 min tot 1 uur vol te houden Het gebied er tussen in noemen we het aërobe/anaërobe overgangsgebeid. Hierin spreekt men van de lactaat steady state
  • 21. De lactaatcurve Training kan ook zorgen voor hogere piek Niet iedereen gebruikt dus dezelfde grenzen Verschuiving van de lactaatcurve door training Bij dezelfde snelheid lagere lactaatwaarde Deze curve is veel steiler http://www.sparrenweg.info/superrunner/images/gevorderden2.jpg
  • 23. Testen in de praktijk zonder lactaat Conconi test Voordeel makkelijk te organiseren Goed reproduceerbaar Nadeel Niet iedereen heeft de Conconi knik (25% niet) Protocol zie boek sport-manni.de
  • 24. Testen in de praktijk zonder lactaat VIAD test Voordeel Nauwkeuriger Makkelijk te organiseren Nadeel Gevoel voor snelheid vereist Protocol blokken van 800 tot 1200 m lopen met 1’ pauze passief. Beginnen 5 blokken onder VIAD http://www.sparrenweg.info/superrunner/images/gevorderden3.jpg
  • 25. Uurtest MAXLASS (Maximale Lactaat Steady State), is de intensiteit die men in wedstrijden 20 minuten tot maximaal 1 uur kan volhouden. Hoe kun je dit vertalen in een test (voorbeeld lopen) Laten we eens een voorbeeld nemen.
  • 27. Effecten aeroob uithoudingsvermogen training Aanpassingen aan het cardiovasculaire systeem Aanpassingen ter hoogte van de spieren
  • 28. Aanpassingen aan het cardiovasculaire systeem in rust Toename van het hartvolume door grotere ventriculaire holten Daling van de rustpols (bradycardie) na een lange periode van training (van 70/80 naar 40/50 gemiddeld voor mannen) Toename van het slagvolume Toename van de bloedvoorziening rond de spieren Verbeterde capillarisatie Meer capillairen Verbeterde intramusculaire bloedverdeling
  • 29. Aanpassingen aan het cardiovasculaire systeem bij submaximale inspanning Toename in slagvolume Bij een gelijke submaximale inspanning per kilogram spier minder bloed nodig
  • 30. Aanpassingen aan het cardiovasculaire systeem bij maximale inspanning Toename van VO2max, verhoogd zuurstof aanbod toegenomen zuurstofopname in de spieren Maximale hartdebiet neemt sterk toe Toename van het maximale slagvolume Geen verandering in Hfmax, hoogstens een lichte afname Grotere spiermassa kan worden ingezet
  • 31. Aanpassingen aan het cardiovasculaire systeem niet hart en vaatsysteem Vergroting respiratorisch oppervlak in de longen Vergroting diffusie capaciteit capillairen in de longblaasjes Verbetering van de ademhalingsefficiëntie
  • 32. Aanpassingen op spierniveau Toename hoeveelheid myoglobine Toename oxidatieve capaciteit van de spier Hoeveelheid glycogeen bij eenzelfde inspanning zal dalen door toename in vetverbranding Lagere lactaatconcentratie bij eenzelfde inspanning. Oorzaak; betere vetverbranding, snellere toename zuurstofverbruik, verbeterde eliminatie lactaat (tabel 39 p. 100)
  • 33. Algemeen anaëroobuithouingsvermogen Afhankelijk van de volgende factoren: Dynamische en statische kracht Coördinatie Contractiesnelheid Antropometrische kenmerken Lenigheid Max. capaciteit anaërobe energielevering
  • 34. Testen anaërobe uithoudingsvermogen Meten van vermogen of de hoogste uitwendige arbeid. B.v verticale sprongtest (jump and reach) Anaerobe capaciteitstesten meten de maximale inspanning gedurende een bepaalde duur (30 tot 120 sec)Meest gebruikte is Wingate test http://www.youtube.com/watch?v=20GzJGp1oQY&feature=related
  • 35. Lactaat, enkele feiten Concentratie in het bloed is altijd lager dan in de cel. Bij een actieve pauze (65% van de max.) zal het lactaat twee keer zo snel worden geëlimineerd (normaal 60 min) Hoogste lactaatwaarden na inspanningen van 40 tot 90 sec.
  • 36. Algemeen Specifiek Nog een keer bekeken Algemeen uithoudingsvermogen Eigenschap om een inspanning waarbij grote spiergroepen betrokken zijn gedurende lange tijd vol te houden Deze eigenschap is aspecifiek met een mogelijkheid tot transfer naar andere sporten Tendens in de topsport is dat het aandeel specifiek uithoudingsvermogen aan belang wint.
  • 37. Aandachtspunten specifieke training Ontwikkeling van de capaciteit om intensieve inspanningen vol te houden zelfs bij vermoeidheid Vermogen om gedurende wedstrijd tempo te kunnen variëren Uitvoeren van optimale en efficiënte techniek Trainen van capaciteit om aan het einde van de wedstrijd snelheid op te voeren Kweken wilskracht om een maximale inspanning te leveren
  • 38. Bepalen geschikte HF om op te trainen Percentage van de HF max Percentage van verschil Hfmax en HfrustHftraining = Hfrust + %(Hfmax – Hfrust) Laatste is de beste methode!
  • 39. Trainingsmethodologische indeling Vier grote groepen De duurmethode De intervalmethode De herhalingsmethode De wedstrijd- en controlemethode
  • 40. De duurtraining Ononderbroken inspanning die ligt in de aërobe zone Extensieve duurtraining Intensiteit 85-90% van anaërobe drempel (lactaat 1.5 tot 3 mmol.l-1) HF 60-80% van de HF bij anaërobe drempel Duur: 30-100’ 1 herhaling Geen pauze
  • 41. De duurtraining Intensieve duurtraining Intensiteit 90-100% van anaërobe drempel (lactaat 3 tot 4 mmol.l-1 HF 80-100% van de HF bij anaërobe drempel Duur: 30-100’ Duur: blokken van 10-30’ totaal 45-60’ 2-6 herhaling Pauze 2-3’ actief Wisselende duurtraining Een extensieve duurtraining met (korte) blokjes intensieve duurtraining er in Fartlekmethode Lijkt sterk op interval training
  • 42. Trainingsmethodologische indeling Vier grote groepen De duurmethode DE INTERVALMETHODE De herhalingsmethode De wedstrijd- en controlemethode
  • 43. Interval methode Indeling naar tijd Korte duur interval (15”-1’) Middellange duur (1-4’) Lange duur (4-15’) Indeling naar intensiteit Extensieve interval Intensieve interval
  • 44. Interval training ingedeeld naar intensiteit Extensieve intervaltraining 70-90% van de beste tijd of prestatie voor de deelafstanden Duur van 1-4’(80-90% intensiteit) of 4-15’(70-80% intensiteit) Herstel is 1:1-1:0,5 Effect vooral op het aërobe uithoudingsvermogen Intensieve intervaltraining 90-100% van de beste tijd of prestatie voor de deelafstanden Duur 15”-1’ Herstel 1:1 – 1:2 Effect vooral op het anaërobe uithoudingsvermogen
  • 45. Trainingsmethodologische indeling Vier grote groepen De duurmethode Deintervalmethode DE HERHALINGSMETHODE De wedstrijd- en controlemethode
  • 46. De herhalingsmethode Herhaald uitvoeren van een inspanning met maximale intensiteit na volledig herstel Deelafstanden worden afgelegd in het tempo waar in de wedstrijd naar gestreefd wordt Voorbeeld http://www.openplay.nl/tdr/iframe_player.php?video_id=59
  • 47. Trainingsmethodologische indeling Vier grote groepen De duurmethode Deintervalmethode De herhalingsmethode DE WEDSTRIJD- EN CONTROLEMETHODE
  • 48. DE WEDSTRIJD- EN CONTROLEMETHODE Eenmalige wedstrijdspecifieke trainingsbelasting over ongeveer dezelfde duur als de wedstrijd De opbouwwedstrijd Testen