2. Welke items staan op het voorblad van je LV?
a) Identificatie, beginsituatie, leerplan, media
b) Nummer LV, lesonderwerp,
Scholengemeenschap en aantal leerlingen
c) Lesonderwerp, beginsituatie, leerplan,
bronnen
3. Wat moet je noteren bij de leerstofgebonden
beginsituatie?
a) Aantal leerlingen, voorkennis en ‘eigenheid
van de klasgroep’
b) Voorkennis, beginniveau van de
vaardigheden
c) Het materiaal en de technische snufjes
4. Wat allemaal noteren bij de situering in het
leerplan?
a) LICAP-nummer
b) Nummer van de doelstelling
c) LICAP, nummer doelstelling én de doelstelling
voluit
5. Doelstellingen: welke stelling is juist?
a) De doelstellingen zijn concreet
waarneembaar en vooral gericht op
vaardigheden
b) De doelstellingen zijn allemaal gelinkt aan
het leerplan
c) De doelstellingen zijn richtlijnen maar hoef je
niet na te streven
6. De kolom ‘inhoud’ bevat voor PAV:
a) Een mooi leesbare structuur van de thema-
inhoud
b) De stappenplannen achter de vaardigheden
c) Beide
7. • Bij de lesontwikkeling noteer je:
a) De aanpak, werkvormen en belangrijkste
vragen
b) Vragen, antwoorden en werkvormen
c) De aanpak, vragen en antwoorden
8. Schiftingsvragen:
Geef 3 voorbeelden van media.
Moet er altijd een bord- of ondersteunend
schema aanwezig zijn?
9. Welke items staan op het voorblad van je LV?
a) Identificatie, beginsituatie, leerplan, media
b) Nummer LV, lesonderwerp,
Scholengemeenschap en aantal leerlingen
c) Lesonderwerp, beginsituatie, leerplan,
bronnen
10. Wat moet je noteren bij de leerstofgebonden
beginsituatie?
a) Aantal leerlingen, voorkennis en ‘eigenheid
van de klasgroep’
b) Voorkennis, beginniveau van de
vaardigheden
c) Het materiaal en de technische snufjes
11. Wat allemaal noteren bij de situering in het
leerplan?
a) LICAP-nummer
b) Nummer van de doelstelling
c) LICAP, nummer doelstelling én de
doelstelling voluit
12. Doelstellingen: welke stelling is juist?
a) De doelstellingen zijn concreet
waarneembaar en vooral gericht op
vaardigheden
b) De doelstellingen zijn allemaal gelinkt aan
het leerplan
c) De doelstellingen zijn richtlijnen maar hoef je
niet na te streven
13. De kolom ‘inhoud’ bevat voor PAV:
a) Een mooi leesbare structuur van de thema-
inhoud
b) De stappenplannen achter de vaardigheden
c) Beide
14. Bij de lesontwikkeling noteer je:
a) De aanpak, werkvormen en belangrijkste
vragen
b) Vragen, antwoorden en werkvormen
c) De aanpak, vragen en antwoorden
15. Schiftingsvragen:
Geef 3 voorbeelden van media.
bord, bundel/werkblad, PP, PC/laptop,
beamer, tablet, tijdschriften, …
Moet er altijd een bord- of ondersteunend
schema aanwezig zijn? JA
17. LV: voorblad
Wie is de mentor?
Wat vermeld bij BS?
Hoeveel doelen bij
‘situering in het
leerplan’?
Wat heb je genoteerd
bij het lesonderwerp?
Geef een voorbeeld van
een hoofddoelstelling
18. Mentor = mevr Rosiers
2 tot 5
LP-doelen
per les
Lesonderwerp = thema + deelthema/probleemstelling +
belangrijkste vaardigheid
Vooral leerstofgebonden BS is zeer
belangrijk:
- Wat weten ze al over het deelthema van
deze les?
- Wat kunnen ze al ivm de vaardigheden
die je zal aanleren?
Voorbeeld hoofddoel: de lln kunnen de gevaren van
lichaamsversiering afleiden uit cijfergegevens
20. Hoe les opbouwen?
De waarde van een les is afhankelijk van een goede
formulering en afbakening van de lesdoelen.
Formuleer op een apart blad wat de lln
allemaal zullen leren tijdens je les. De
lln leren …
Herformuleer de zinnen nadien tot
goede doelstellingen.
21. Hoe les opbouwen?
De waarde van een les is afhankelijk van een goede
formulering en afbakening van de lesdoelen.
Voorbeeld Verbeteren Peerfeedback
Schoudermaatje
Bekijk het voorbeeld, verbeter je eigen doelen en vraag
feedback van je schoudermaatje.
22. Goede lesdoelen?
• Stel:
– De lln kunnen een omschrijving geven van
de 5 besproken natuurrampen.
– De lln kunnen samenwerken.
– De lln begrijpen de negatieve invloed van
de mens op de natuur.
– De lln kunnen informatie opzoeken op
internet, via google.
Link leerstofgebonden BS?
23. Verbetering
– De lln kunnen de werking omschrijven
van de 5 besproken natuurrampen.
– De lln kunnen groepsrollen verdelen en
correct uitvoeren tijdens een
groepswerk.
– De lln geven minstens 5 voorbeelden van
de negatieve invloed van de mens op de
natuur.
– De lln kunnen informatie opzoeken op
internet, door samengestelde
zoektermen te gebruiken.
Link leerstofgebonden BS?
Vermeld wat lln al kunnen!
Hoe beter je nagedacht over de
BS, hoe concreter je de doelen
kan formuleren
= beter/meer leerrendement
24. Goede lesdoelen?
Verbeter je eigen
doelen:
Concretiseren
Juist formuleren
Kijk de doelen van je
buur na en verbeter
indien nodig.
26. De rode draad binnen de les
Hoe krijg je een mooie
lesopbouw?
Bekijk het voorbeeld ‘LV 5
volledig ingevuld’
27. Logische structuur?
• Doelen:
– De lln kunnen de werking omschrijven van de 5
besproken natuurrampen.
– De lln kunnen groepsrollen verdelen en correct
uitvoeren tijdens een groepswerk.
– De lln geven minstens 5 voorbeelden van de
negatieve invloed van de mens op de natuur.
– De lln kunnen informatie opzoeken op internet,
door samengestelde zoektermen te gebruiken.
28. Logische structuur?
• Doelen:
– De lln kunnen de werking
omschrijven van de 5
besproken natuurrampen.
– De lln kunnen groepsrollen
verdelen en correct
uitvoeren tijdens een
groepswerk.
– De lln geven minstens 5
voorbeelden van de
negatieve invloed van de
mens op de natuur.
– De lln kunnen informatie
opzoeken op internet,
door samengestelde
zoektermen te gebruiken.
Probleemstelling:
In welke mate graaft de mens zijn eigen
groene graf?
Deelprobleem 1: hoe beïnvloedt de mens
het milieu negatief?
(Invloed mens + groepswerk)
Deelprobleem 2: hoe worden bestaande
natuurrampen hierdoor versterkt?
(Natuurrampen + info opzoeken)
29. Andere structuur is eveneens mogelijk: zorg voor een
duidelijke lijn / verhaal
=> Bepaal de rode draad van je les in functie van de te
behalen hoofddoelstelling.
Maak een inleiding om bij de probleemstelling uit te
komen.
31. Hoe les opbouwen en
uitschrijven?
Het is onmogelijk dat de kolom ‘lesinhoud’ leeg
is. Ze bevat immers ‘de leerstof’ van je les…
Voorbeeld Toepassen Peerfeedback
Oogmaatje
Opnieuw een voorbeeldje en nadien de kans op feedback van
een tafelgenoot.
32. Doelen en inhoud
Hoofddoelstelling les 2 (2 lesuren): Leerlingen kunnen de gevaren van drugs aan de
hand van cijfermateriaal aantonen.
Deeldoelstellingen Lesinhoud
De leerlingen kunnen:
Minstens 5 gevaren van druggebruik
aangeven
Cijfermateriaal (procenten, grafieken
en tabellen) i.v.m. de gevaren van
drugs interpreteren
De gevaren van drugs objectief
verwoorden aan de hand van
cijfermateriaal
Een (objectieve) mening formuleren
over de gevaren van drugs
33. Mogelijke verbetering
Hoofddoelstelling les 2 (2 lesuren): Leerlingen kunnen de gevaren van drugs aan de
hand van cijfermateriaal aantonen.
Deeldoelstellingen Lesinhoud
De leerlingen kunnen:
Minstens 5 gevaren van druggebruik
aangeven
Cijfermateriaal (procenten, grafieken
en tabellen) i.v.m. de gevaren van
drugs interpreteren
De gevaren van drugs objectief
verwoorden aan de hand van
cijfermateriaal
Een (objectieve) mening formuleren
over de gevaren van drugs
Gevaren: (1) verslavend, (2) lichamelijke gevolgen
+ grotere kans op ziekte en aandoeningen, (3)
financiële gevolgen, (4) verkeerde milieus, (5)
sociale gevolgen (familie/vrienden), …
Cijfermateriaal interpreteren:
1. Wat is het onderwerp van de grafische
voorstelling? (kijk naar de titel)
2. Wat is de betekenis van een cijfer in de
voorstelling? (X- en Y-as lezen of betekenis rij en
kolom)
3. Wat kan je afleiden uit de verschillende cijfers?
(eerste vs laatste cijfer of hoogste vs laagste,
evoluties, totalen, …)
Voorbeeld van verwoording:
… % van de druggebruikers heeft …
Spreekkader mening formuleren:
Mijn mening is … een eerste objectief argument
hiervoor … Verder …
34. Doelen en inhoud
Thema-inhoud per fase = antwoord op deelprobleem
Concreet leereffect binnen vaardigheid = inhoud
achter de vaardigheid.
Lesfase per doel?
Thematisch doel en vaardigheidsdoel samen in 1
fase?
35. Lesinhoud vastleggen
Neem de doelen over op je
LV-formulier
Formuleer onder de doelen
de ‘leerstof’, hetgeen je
moet aanleren.
Nadien: verbeter de
lesinhoud van je overbuur:
Diepgaand en volledig
(thema)
Concrete procedure (vdh)
37. Hoe les opbouwen en
uitschrijven?
Bekijk het voorbeeld
van een ingevulde LV’n
op BB. Welke ‘kapstok’
is zichtbaar bij de
lesontwikkeling?
38. LV inhoud vs ontwikkeling
Lesfase 2
K/I: De leerlingen kunnen de belangrijkste verschillen aangeven tussen een vriendschappelijk en zakelijk telefoongesprek
V2: De leerlingen kunnen op een beleefde manier een telefoongesprek voeren.
Deelprobleem 2: Hoe nemen we contact op met de zoo?
Telefoongesprekken:
Vriendschappelijk Zakelijk
- Je- of gij-vorm
- Informeel
taalgebruik,
dialect
- Afkortingen,
koosnaampjes, …
- Yo, chaou, hi, …
- …
- U-vorm
- Aanspreking
- Goed articuleren
- Beleefd en
geduldig blijven
- Dank u zeggen
- …
Een zakelijk telefoongesprek:
- Stap 1: Zoek het telefoonnummer op.
- Stap 2: Bedenk/noteer kort welke info je nodig
hebt en wat je wil vragen.
- Stap 3: Bel het nummer.
- Stap 4: Beleefde aanspreking.
- Stap 5: Je vertelt waarom je belt.
- Stap 6: Je stelt je eigenlijke vraag/vragen.
- Stap 7: Je sluit het gesprek af.
Waarneming en analyse:
- Naar wie telefoneer je zoal?
- Hoe spreek je iemand aan?
- Hoe neem je zelf de telefoon op?
- Hoe sluit je een gesprek af?
- Zijn er verschillen tussen bellen naar vrienden en bellen naar
mensen die je niet kent? Welke?
LKR noteert de verschillen op het bord.
- Jullie merken dus duidelijk op dat er grote verschillen zijn
tussen een vriendschappelijk telefoongesprek en een zakelijk.
- Jullie gaan contact opnemen met de zoo, dat wordt dus een
zakelijk telefoongesprek.
Conclusie:
- Een telefoongesprek kan je best in stappen aanpakken.
- Neem pag. 8 , wij gaan samen het stappenplan opstellen.
- Wat is de allereerste stap die je gaat doen? Alvorens je
werkelijk
- gaat telefoneren?
- Wat doen we erna?
- Hoe spreek je best een onbekende aan?
- […]
(indien dit moeizaam verloopt, doet de leerkracht een zakelijk
telefoongesprek voor)
Oefening:
- Oefen nu met je buur het telefoongesprek in. Kijk hiervoor op
pag. 9.
- Werk de opdracht deftig uit, zo dadelijk moet je het luidop
voorbrengen en de andere leerlingen gaan het gesprek
beoordelen.
Welk telefoongesprek zouden we gebruiken om te bellen?
Tegen volgende keer laat ik weten welke brief we gebruiken
om met de ouders te communiceren.
WACO
Waarneming
Analyse en
conclusie
Controle-oefening
overgang
39. Werktijd
Zorg voor een logische
lesstructuur op je LV.
Bedenk een zo
onderzoekend mogelijke
aanpak bij jouw lesfasen
(WACO).
Vul de kolom organisatie
aan.
Bespreek met de lector
welk stukje je zal geven.
41. Afronding
Zorg voor een
ondersteunend
bordschema
Kijk de voorlopig
uitgewerkte les na via de
checklist (BB)
Werk eventueel
werkblaadjes uit en
voorzie voldoende
kopieën (max 7 ‘lln’)