Wat is zo nieuw aan die nieuwe media?
Doelstelling van deze intro: stilstaan bij transities, discontinuïteit, verandering, shifts…
Zijn die er echt?
Vanuit een mediasociologisch perspectief: interactie media – maatschappij (dus niet mediumdeterministisch, ook niet maatschappijdeterministisch, maar co-shaping)
Is nieuw per definitie beter? Ideologische betekenis van nieuw hangt eigenlijk samen met ons modernistisch geloof in maatschappelijke vooruitgang
Studiedag Nieuwe/sociale media - "NIEUWE MEDIA: What's in a name?" - Prof. Joke Bauwens (VUB)
1. NIEUWE MEDIA:
WHAT’S IN A NAME?
Prof. Joke Bauwens, jbauwens@vub.ac.be
Vrije Universiteit Brussel, Vakgroep Communicatiewetenschappen
ACW Studiedag 28 oktober 2010
2.
3. Nieuwe media
• Vanaf de jaren 1980
– Van moderniteit naar
postmoderniteit
– Intensifiëring van
globalisering
– Van industrieel naar
postindustrieel tijdperk
– Decentralisering en
ontwrichting van geo-
politieke orde
Maatschappelijke
ontwikkelingen
4. Nieuwe media
• Nieuwe textuele ervaringen
• Nieuwe manieren om de
wereld te representeren
• Nieuwe relaties tussen
gebruikers/consumenten en
mediatechnologieën
• Nieuwe beleving van
belichaming, identiteit en
gemeenschap
• Nieuwe visie op relatie
lichaam – technologie
• Nieuwe organisatie- en
productiepatronen
Media-ontwikkelingen
5. Nieuwe media,
nieuwe generaties?
• Vanaf 9 jaar online
• 57% gaat elke dag online
– In België 65%
– Hoe ouder, hoe dagelijkser
• 86 minuten per dag online
• 28% gaat online via mobiele
telefoon
– In België 18%
• 23% gaat online via eigen
laptop
• 24% gaat online via eigen
laptop of game console
– In België 13%
EU Kids Online survey of 9-16
year olds (and their parents)
Globale percentages voor alle
kinderen in 23 Europese
landen
www.eukidsonline.net
6. Nieuwe media,
nieuwe activiteiten?
• 83% bekijkt videoclips online
• 74% speelt games individueel
• 61% gebruikt instant messaging
• 60% bezoekt SNS
• 59% emailt
• 48% bekijkt het nieuws online
• 44% speelt online games met anderen
• 42% downloadt muziek of films
• 38% uploadt foto’s, videoclips of muziek
om te delen met anderen
• 31% post een bericht
• 29% gebruikt een webcam
• 22% bezoekt een chatroom
• 18% creëert een avatar
• 17% gebruikt file sharing sites
• 17% brengt tijd door in virtuele wereld
• 10% schrijft een blog
EU Kids Online survey of 9-16
year olds (and their parents)
Globale percentages voor alle
kinderen in 23 Europese
landen
www.eukidsonline.net
8. Definities
• Analoge media
– Gecentraliseerde media
– Massamedia:
van industriële, fysieke artefacten
transmissie via signalen en
golven
– ‘Fixity’
• Digitale media
– Dematerialisering van ‘media
texts’
– Compressie van data in erg kleine
ruimten
– Toegang aan hoge snelheid en op
niet-lineaire manier
– Makkelijker manipuleerbaar
– ‘Flux’
Analoog:
Processen waarbij een geheel van
fysieke eigenschappen opgeslagen en
getranscribeerd wordt in een andere
analoge fysieke vorm.
Digitalisering:
Het registreren, opslaan en
distribueren van informatie grijpt
plaats in de vorm van een digitale
binaire code. Alle input data worden
geconverteerd naar getallen. Die ‘data’
zijn eigenlijk al gecodeerd in een
bepaalde culturele vorm, bvb.
geschreven tekst, grafiek, foto,
geluidsopname, etc.
9. Definities • Geen absolute breuk
tussen analoog en digitaal
– Principe van technische
transcriptie en
reproduceerbaarheid
verfijnd
– Materialisering blijft erg
belangrijk
• ‘Thingification of media’
• Kabels, satellietschotels,
decoders,…
Analoog:
Processen waarbij een geheel van
fysieke eigenschappen opgeslagen en
getranscribeerd wordt in een andere
analoge fysieke vorm.
Digitalisering:
Het registreren, opslaan en
distribueren van informatie grijpt
plaats in de vorm van een digitale
binaire code. Alle input data worden
geconverteerd naar getallen. Die ‘data’
zijn eigenlijk al gecodeerd in een
bepaalde culturele vorm, bvb.
geschreven tekst, grafiek, foto,
geluidsopname, etc.
11. Definities
• Oude mediaconsumenten
– Consultatie
– Media-ervaring is lineair
– Afhankelijkheid van het aanbod
• Nieuwe mediaconsumenten
– Grotere betrokkenheid met
media texts
– Minder grote afhankelijkheid van
kennisbronnen (hypertexts)
– Individualisering van
mediagebruik
– Grotere keuze
Passief:
De mediaconsument ondergaat het
aanbod, de media texts.
‘Lean back’
≈ Publiek, consument, kijker, lezer,
luisteraar
Kijken, luisteren, lezen
Interactief:
De mogelijkheid om te interveniëren in
de media texts en ze te manipuleren of
te veranderen.
‘Lean forward’
≈ Gebruiker, consument
Navigeren, spelen, exploreren
13. Definities
• Uitdagingen voor media- en
communicatieprofessionals
– Controle over interpretatie
(‘encoding/decoding’)
• Hoe komt de text bij het publiek
terecht? Waar begint men te
lezen?
– Controle over media-ervaring
als gemeenschappelijke
ervaring (‘community’)
• Wanneer krijgen mensen dit te
lezen, te zien?
– Begeleide vrijheid
• Hoeveel controle krijgt de
gebruiker? Hoeveel controle
houdt de professional?
Passief:
De mediaconsument ondergaat
het aanbod, de media texts.
‘Lean back’
≈ Publiek, consument, kijker, lezer,
luisteraar
Kijken, luisteren, lezen
Interactief:
De mogelijkheid om te
interveniëren in de media texts
en ze te manipuleren of te
veranderen.
‘Lean forward’
≈ Gebruiker, consument
Navigeren, spelen, exploreren
15. Definitie
• Technologische
ontwikkelingen
– Industrieel-politiek complex
– Snelheid is macht (Paul
Virilio)
• Telegrafie
• Broadcasting: radio en TV
• Internet
De tijd om een media text van
productie- naar receptiecontext over
te brengen hangt samen met de
transportmiddelen waarover de mens
beschikt om (1) zichzelf en (2) de
mediatext te verplaatsen.
Te voet
Te paard
Met telegraaf (1793)
Met telefoon (tweede helft 19e eeuw)
Met radio (eind 19e eeuw)
Met televisie (jaren 1920)
Met satelliet (jaren 1950)
Met mobiele telefoon (jaren 1970)
Met draadloos internet (eind jaren
1990)
Met breedband internet (jaren 2000)
…
17. Definitie
• Oude media
– Commercieel: gedrukte media
– Publiek: ‘public service
broadcasting’
• Internet media
– Public service media
– Commercialisering
• Zichtbaar
– On demand, pay per view, …
• Onzichtbaar
– Data mining, profiling, cookies, …
– Participatie, community
media, citizen-journalism, …
Publiek:
Volledig of in hoofdzaak
gesubsidieerd door de
overheid.
Commercieel:
Volledig of in hoofdzaak
gefinancierd door
commerciële inkomsten
(reclame, verkoop data, …)
Notes de l'éditeur
Wat is zo nieuw aan die nieuwe media?
Doelstelling van deze intro: stilstaan bij transities, discontinuïteit, verandering, shifts…
Zijn die er echt?
Vanuit een mediasociologisch perspectief: interactie media – maatschappij (dus niet mediumdeterministisch, ook niet maatschappijdeterministisch, maar co-shaping)
Is nieuw per definitie beter? Ideologische betekenis van nieuw hangt eigenlijk samen met ons modernistisch geloof in maatschappelijke vooruitgang
Voorbeeld analoog – digitaal is de evolutie van ‘transparant’ naar ‘powerpoint’.
Voorbeeld analoog – digitaal is de evolutie van ‘transparant’ naar ‘powerpoint’.
De namen van browsers drukken de idee van ‘verkennen’ uit.
Explorer
Safari
De namen van browsers drukken de idee van ‘verkennen’ uit.
Explorer
Safari
Middelen en technieken om het gedrag van internetgebruikers van nabij te volgen, te analyseren en te categoriseren. Enkele bekende voorbeelden zijn het gebruik van cookies, profiling-methoden en datamining-technieken.
Cookies, profiling en datamining
Cookies zijn kleine bestandjes die worden achtergelaten op de computer van de bezoeker zodra hij of zij een bepaalde website raadpleegt. Bij elk volgend bezoek van de betreffende webpagina bericht dit bestand de eigenaar van de website of de adverteerder.
De koepelterm voor een andere techniek inzake screening van internetgebruikers is profiling of patroonherkenning. Patroonherkenning is een geautomatiseerde verwerking van grote hoeveelheden (persoons)gegevens met als doelstelling een bepaald individu te evalueren en te classificeren door persoonsgegevens te vergelijken en samen te brengen. De persoonsprofielen die voortkomen uit profilering worden vaak nog verder verwerkt en eventueel verhandeld, al of niet via tussenpersonen. Een specifieke vorm van profiling binnen het reclamewezen is het zogenaamde online behavioural advertising. Via deze techniek worden reclameboodschappen individueel aangepast volgens de websites die de consument heeft bezocht of de specifieke pagina’s die hij of zij raadpleegde.
Gegevens verzameld in het kader van profiling worden vervolgens op systematische wijze geanalyseerd door middel van datamining. Je gaat zoals een mijnwerker graven naar de betekenis van de verzamelde data en vooral naar de relatie tussen de data, al of niet afkomstig uit verschillende databanken. Hierdoor kun je – al of niet verborgen – patronen ontdekken waarvan de eigenlijke consument zich misschien zelf niet eens bewust is. Zo ontwikkelden enkele studenten van het MIT (Massachusetts Institute of Technology) in de Verenigde Staten een toepassing die op basis van de profielgegevens op Facebook met een zekere accuraatheid kan voorspellen welke seksuele geaardheid de betreffende persoon heeft, zonder dat de persoon in kwestie die zelf heeft vrijgegeven. Hiervoor gebruiken ze onder meer de publieke online-informatie van het relatienetwerk van collega’s, vrienden, familie en kennissen (Jernigan, C. & Mistree, B.F.T. (2009) ‘Gaydar: facebook friendships expose sexual orientation’ in First Monday, 14, 10). Een soortgelijke toepassing werd ontwikkeld om ook politieke voorkeuren te kunnen vaststellen.