2. centraal staat ...
Aanbod van een integrale werking = alle
levensdomeinen & werken met alle leeftijden
het ongelooflijke belang van vertrouwensbanden
naast de plek voor de kinderen ook een plek voor
de ouders, als ouder én als volwassene
hechting versterken tussen ouders en kinderen +
samen concrete kapstokken ontwikkelen +
kinderen in beeld brengen voor/met ouders
3. centraal staat ...
dialoog met mensen in kansarmoede vanuit hun
ervaringen = permanente uitwisseling = beter
signalen herkennen en opsporen
rechtstreekse, gelijkwaardige communicatie en
samen zoeken (respect voor elke ‘rugzak’) versus
aanbieden van zorg ‘die nodig wordt geacht’
werken vanuit krachten en talenten van mensen,
niet vanuit problemen
4. Misschien moet ik klein beginnen. Genieten van het plezier zoals ze dat zegt.
Plezier ? Ze heeft makkelijk praten. Ze heeft haar school wel afgemaakt. Zij
zal haar zoon binnenkort wel kunnen helpen bij zijn huiswerk. Weet ze
eigenlijk dat ik ontzettend zenuwachtig wordt als ik er nog maar aan denk
? Ik lees ontzettend langzaam met horten en stoten. Is dat plezier ?
5. centraal staat ...
er gewoon mogen ‘zijn’ zonder iets te bewijzen
samen dingen doen ipv. praten over iets (samen de
bus nemen, gaan zwemmen, naar de bib gaan, het ochtendritueel
meemaken, ...)
samen op pad gaan op langer termijn zonder het
uiteindelijke bruuske lossen = het belang van
lange trajecten en een blijvende plek
constructief samen zoeken in moeilijke periodes
versus doorverwijzen & luisterend oor
6. ouderbetrokkenheid
blijvend en actief recruteren en motiveren
link maken met onderwijs vanuit kinderopvang,
vertrouwensbanden doorzetten naar school toe
actieve netwerking met wat bestaat in
maatschappij: bibliotheek, opvoedingswinkel, ....
lage drempel = letterlijk de deur openzetten en
toegankelijkheid naar medewerkers vergroten
(oudergroep, koffie-ochtend, oudercafe op woensdag, bureau staat open,
...)
7. Taalbarrière
erkennen van verschillende identiteiten en de
talen van oorsprong
open communicatie op maat
ouders tolken voor ouders
briefing om maat
taalgebruik (‘Wablief’)
8. Een buitenlandse moeder vertelde me dat ze zich hetzelfde afvroeg. Ze was een soort dokter in het
land waar ze vandaan vluchtte.Hier staat ze weer onderaan de ladder. Ze voelt zich net als ik
verloren en leest boekjes in haar moedertaal met haar kind. Dan voelt ze zich sterker. Die sterkte wil
ze laten zien aan het kind.
Misschien kan ik ook vertellen wat ik zie in de boekjes, zonder dat ik hoef voor te lezen. Ik kan wel
goed vertellen. Dan laat ik ook mijn sterkte zien.
Misschien bedoelt ze dat als ze zegt dat het niet uitmaakt hoe je voorleest, maar wel dat je voorleest.
Misschien begrijpt ze me toch iets beter dan ik dacht. Misschien ziet ze én de vrouw en het kleine
meisje. Kwetsbaar en gekwetst. Maar wel sterk.
9. conrete projecten
dagopvang de Wurpskes en kinderwerking
Fabota als basiswerking
de verschillende oudergroepen met ‘uitlopers’
Koffer Schaap (groepswerk met jonge kinderen)
Koffer Schaap Maison (rituelen, taal en hechting)
Vaders (terug) in zicht
opvoeddebat ‘van papa mag het wel’
10.
11. ik kan niet stilzitten
samen met mijn
kinderen
12.
13. ze blijven het vragen ook omdat jullie
dit in de werking doen en ze het leuk
vinden
14.
15. ik vind het zalig als mijn
kind terug ‘klein’ wordt
bij het voorlezen
16.
17. ik vind dat de werking een bib moet
hebben, waar we boekjes kunnen
kezen om voor te lezen
18.
19.
20. Ik copieer thuis eerst letterlijk wat er
in de werking gebeurt, ik heb dat
nodig.
21.
22.
23.
24.
25.
26. Ik wil meer weten over welke
(soorten) boekjes er bestaan
27.
28.
29.
30.
31. Als ik me goed voel lukt het me wel
om met de kinderen iets te doen. Als
ik me slecht voel, en dat is veel, word
ik snel kwaad.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
38. Ik vind het moeilijk om met mijn
kinderen te knuffelen vanuit mijn
geschiedenis. Bij het voorlezen komen
ze heel dicht bij mij zitten.
39. Ik vind knuffelen en lichamelijk
contact met mijn kinderen heel
moeilijk. Met een boekje met mijn
kind op schoot kan ik wel aan.
40.
41.
42.
43.
44.
45.
46. naar het beleid
kinderopvang altijd koppelen aan opvoedings-
ondersteuning met plek voor de ouders
kwalitatieve goede kinderopvang 0-3 jaar zorgt
voor significant verschil (onderzoek) =
organiseer kinderopvang op maat van kansarme
kinderen (o.a. vertikale groepen met langere vertrouwensbanden én
werken in kleinere groepen)
aandacht voor kansarmoede binnen de diverse
opleidingen
47. naar het beleid
inzetten op en versterken van basiswerkingen en
ontmoetingsplekken als lijm/motor, die
verschillende (beleids-)domeinen met elkaar
verbinden
investeren in preventie van het lange type -
‘levensloopbegeleider’ - het leven niet indelen in
leeftijdsfases én dan telkens opnieuw moeten
beginnen