3. Individu en groep
Culturele nationaliteit:
de groep (‘natie’) waarin een individu (m/v)
- zich herkent, deel van uitmaakt
- waarmee hij solidair is
- waarin hij zich engageert
- waarin hij een gezamenlijke identiteit vindt
De natiestaat als een ‘natuurlijke’,
georganiseerde groep
4. Identiteit
• Identiteit is een zeer complex begrip: het geheel
van kenmerken van het individu
• Is altijd aanwezig, iedereen heeft het
• Belangrijkste identificatie: met familie, vrienden,
collega’s
• Politiek-territoriale identificatie: voor meeste
Belgen niet prioritair
• Belang wisselt met de omstandigheden
• Is niet exclusief
5. Wie zijn wij?
• Vroeger was het eenvoudig
• Identiteit wordt uitgedaagd
– Globalisering, internationalisering
– Migratie, mobiliteit
– Multiculturaliteit als resultaat
6. Het Belgische dilemma
• België had altijd al een identiteitsprobleem:
het taalprobleem
• 1830: staat met een Franstalige elite
• Taal aanvankelijk geen groot probleem
• België een ‘natuurlijke’ staat?
7. Een verdeeld land
• Taalverschillen aangescherpt door sociale en
economische verschillen
- Noorden: agrarisch, arm
- Zuiden: industrieel, rijk
• Taalverschillen aangescherpt door culturele
en politieke verschillen
- Noorden: katholiek, conservatief
- Zuiden: socialistisch, progressief
8. Een verenigd land
• Verschillende identiteiten tastten de eenheid
van de natiestaat niet aan
• Grote bloei Belgisch patriottisme, vooral rond
het koningshuis
• Franstalige vrees voor minorisering leidt tot
het vastleggen van een taalgrens
9. Van taalwet naar
staatshervorming
• Na WO2: economische zwaartepunt verschuift
naar Vlaanderen
• Twee bewegingen vallen samen
- economische autonomie in het Zuiden
- culturele autonomie in het Noorden
=> begin staatshervorming (1970)
10. Nog een staatshervorming?
• Vandaag: politieke impasse sinds 2004 (BHV)
en 2007 (mislukte staatshervorming)
• Ligt dat aan de structuren?
• Staatshervorming is nodig:
- financieringswet
- herverdelen bevoegdheden
- federale kieskring?
11. Hoe voelen Vlamingen zich?
(2003, in %)
Alleen Vlaming 7,4
Meer Vlaming dan Belg 23,9
Evenveel Vlaming als Belg 42,8
Meer Belg dan Vlaming 14,0
Alleen Belg 11,9
13. Vlamingen over de staatshervorming
(2007, in %)
Herstel unitaire Belgische staat 11,4
Meer centrale bevoegdheden overheid 10,9
De huidige situatie moet behouden blijven 20,2
Meer (de)federalisering 45,8
België moet gesplitst worden 9,4
Geen mening 2,3
14. Welk politieke niveau moet de
beslissingen nemen? (2007, in %)
Vlaanderen België
alleen alleen
1991 9,0 26,1 15,6 28,9 20,5
1995 5,8 27,1 21,1 31,0 15,0
1999 5,3 22,7 19,1 35,6 17,3
2003 7,8 23,4 20,1 37,1 11,7
2007 10,3 32,0 17,1 24,8 15,8
15. Prioriteit bij de verkiezingen
(2007, in %)
1 Werkgelegenheid en tewerkstelling 15,6
2 Pensioenen 15,3
3 Gezondheidszorg 13,0
4 Sociale zekerheid 9,9
5 Economie en bedrijfsleven 8,9
6 Belasting en begroting 6,6
7 Milieu en energie 6,5
8 Migratie en integratie 6,1
9 Staatshervorming 5,4
10 Justitie en politie 4,6
11 Onderwijs 3,7
16. Voorstanders van separatisme
(2007)
% over partijen heen % eigen kiezers
CD&V-N-VA 14,8 5,0
open VLD 7,6 3,9
Sp.a-Spirit 5,9 3,6
Vlaams Belang 57,0 28,5
Groen! 2,8 4,2
Lijst Dedecker 7,3 12,1
Ander/Blanco 4,6 5,8