2. 2
Lezen: Hebreeën 6:1-8
BELANGRIJK voor het verstaan van de
Hebreeën-brief
de brief staat (oorspronkelijk) tussen Paulus'
brieven, maar... zijn naam ontbreekt!
> hij richt zich niet tot de natien
3. 3
Lezen: Hebreeën 6:1-8
BELANGRIJK voor het verstaan van de
Hebreeën-brief
de brief staat (oorspronkelijk) tussen Paulus'
brieven, maar... zijn naam ontbreekt!
> hij richt zich niet tot de natien
de brief is gericht aan een natie: Israël...
> "de Heer zal zijn volk oordelen" (10:30)
4. 4
Lezen: Hebreeën 6:1-8
BELANGRIJK voor het verstaan van de
Hebreeën-brief
de brief staat (oorspronkelijk) tussen Paulus'
brieven, maar... zijn naam ontbreekt!
> hij richt zich niet tot de natien
de brief is gericht aan een natie: Israël...
> "de Heer zal zijn volk oordelen" (10:30)
... speciaal aan de gelovigen onder hen.
5. 5
Lezen: Hebreeën 6:1-8
BELANGRIJK voor het verstaan van de
Hebreeën-brief
de brief staat (oorspronkelijk) tussen Paulus'
brieven, maar... zijn naam ontbreekt!
> hij richt zich niet tot de natien
de brief is gericht aan een natie: Israël...
> "de Heer zal zijn volk oordelen" (10:30)
... speciaal aan de gelovigen onder hen.
oordeel en vuur waren aanstaande
(8:13; 10:27)
6. 6
1 Laten wij daarom het eerste onderwijs
aangaande Christus laten rusten
en ons richten op het volkomene,
zonder opnieuw het fundament te leggen
van bekering van dode werken
en van geloof in God,
Hebreeën 6
7. 7
16 Zo kennen wij dan
van nu aan niemand naar het vlees.
Indien wij al Christus naar het vlees
gekend hebben, thans niet meer.
-2Korinthe 5-
8. 8
1 Laten wij daarom het eerste onderwijs
aangaande Christus laten rusten
en ons richten op het volkomene,
zonder opnieuw het fundament te leggen
van bekering van dode werken
en van geloof in God,
Hebreeën 6
> Christus in het heiligdom
> "de vaste spijze"
9. 9
1 Laten wij daarom het eerste onderwijs
aangaande Christus laten rusten
en ons richten op het volkomene,
zonder opnieuw het fundament te leggen
van bekering van dode werken
en van geloof in God,
Hebreeën 6
= het onderwijs onder het oude verbond
10. 10
1 Laten wij daarom het eerste onderwijs
aangaande Christus laten rusten
en ons richten op het volkomene,
zonder opnieuw het fundament te leggen
van bekering van dode werken
en van geloof in God,
Hebreeën 6
11. 11
1 Laten wij daarom het eerste onderwijs
aangaande Christus laten rusten
en ons richten op het volkomene,
zonder opnieuw het fundament te leggen
van bekering van dode werken
en van geloof in God,
Hebreeën 6
12. 12
2 van een leer van dopen
en van oplegging der handen,
van opstanding der doden
en van een eeuwig oordeel;
Hebreeën 6
13. 13
10 ... daar zij met hun spijzen en dranken en
onderscheiden wassingen slechts bepalingen
voor het vlees zijn, opgelegd tot de tijd van het
herstel.
-Hebreeën 9-
14. 14
3 (want de Farizeeen en al de Joden eten niet
zonder eerst een handwassing verricht te
hebben, daarmede vasthoudende aan de
overlevering der ouden,
4 en van de markt komende eten zij niet dan
na zich gereinigd (Gr. baptizo) te hebben; en
vele andere dingen zijn er, waaraan zij zich
volgens overlevering houden, bijvoorbeeld het
onderdompelen (Gr. baptismos) van bekers
en kannen en koperwerk)...
-Marcus 7-
15. 15
2 van een leer van dopen
en van oplegging der handen,
van opstanding der doden
en van een eeuwig oordeel;
Hebreeën 6
16. 16
2 van een leer van dopen
en van oplegging der handen,
van opstanding der doden
en van een eeuwig oordeel;
Hebreeën 6
17. 17
2 van een leer van dopen
en van oplegging der handen,
van opstanding der doden
en van een eeuwig oordeel;
Hebreeën 6
18. 18
3 en dat zullen wij doen,
indien God het vergunt.
Hebreeën 6
19. 19
4 Want het is onmogelijk,
degenen, die eens verlicht zijn geweest,
van de hemelse gave genoten hebben
en deel gekregen hebben aan de Heilige Geest,
Hebreeën 6
20. 20
4 Want het is onmogelijk,
degenen, die eens verlicht zijn geweest,
van de hemelse gave genoten hebben
en deel gekregen hebben aan de Heilige Geest,
Hebreeën 6
21. 21
4 Want het is onmogelijk,
degenen, die eens verlicht zijn geweest,
van de hemelse gave genoten hebben
en deel gekregen hebben aan de Heilige Geest,
Hebreeën 6
22. 22
Toen Bileam zijn ogen ophief,
zag hij Israel naar zijn stammen gelegerd,
en de Geest Gods kwam OVER hem.
-Numeri 24:2-
Dan zal de Geest des HEREN
u (=Saul) aangrijpen;
gij zult met hen in geestvervoering geraken...
-1Samuël 10:6-
23. 23
5 en het goede woord Gods
en de krachten der toekomende eeuw
gesmaakt hebben,
Hebreeën 6
24. 24
5 en het goede woord Gods
en de krachten der toekomende eeuw
gesmaakt hebben,
Hebreeën 6
25. 25
En terwijl Hij te Jeruzalem was, op het
Paasfeest, geloofden velen in zijn naam,
doordat zij zijn tekenen zagen,
die Hij deed...
-Johannes 2:23-
26. 26
6 en daarna afgevallen zijn,
weder opnieuw tot bekering te brengen,
daar zij wat hen betreft
de Zoon van God opnieuw kruisigen
en tot een bespotting maken.
Hebreeën 6
27. 27
6 en daarna afgevallen zijn,
weder opnieuw tot bekering te brengen,
daar zij wat hen betreft
de Zoon van God opnieuw kruisigen
en tot een bespotting maken.
Hebreeën 6
28. 28
6 en daarna afgevallen zijn,
weder opnieuw tot bekering te brengen,
daar zij wat hen betreft
de Zoon van God opnieuw kruisigen
en tot een bespotting maken.
Hebreeën 6
29. 29
6 en daarna afgevallen zijn,
weder opnieuw tot bekering te brengen,
daar zij wat hen betreft
de Zoon van God opnieuw kruisigen
en tot een bespotting maken.
Hebreeën 6
30. 30
6 en daarna afgevallen zijn,
weder opnieuw tot bekering te brengen,
daar zij wat hen betreft
de Zoon van God opnieuw kruisigen
en tot een bespotting maken.
Hebreeën 6
31. 31
.... de Zoon van God
met voeten heeft getreden,
het bloed des verbonds,
waardoor hij geheiligd was,
onrein geacht
en de Geest der genade gesmaad heeft?
-Hebreeën 10:29-
32. 32
7 Want de grond, die de regen,
welke er telkens op valt,
indrinkt en gewas voortbrengt,
geschikt voor hen,
ter wille van wie hij ook bewerkt wordt,
ontvangt zegen van God;
Hebreeën 6
33. 33
7 Want de grond, die de regen,
welke er telkens op valt,
indrinkt en gewas voortbrengt,
geschikt voor hen,
ter wille van wie hij ook bewerkt wordt,
ontvangt zegen van God;
Hebreeën 6
34. 34
7 Want de grond, die de regen,
welke er telkens op valt,
indrinkt en gewas voortbrengt,
geschikt voor hen,
ter wille van wie hij ook bewerkt wordt,
ontvangt zegen van God;
Hebreeën 6
35. 35
8 doch als hij doornen en distelen draagt,
is hij ondeugdelijk
en niet ver van de vervloeking,
die uitloopt op verbranding.
Hebreeën 6
36. 36
8 doch als hij doornen en distelen draagt,
is hij ondeugdelijk
en niet ver van de vervloeking,
die uitloopt op verbranding.
Hebreeën 6