3. Stelling 1
Net als de bibliotheek heeft de digitale bibliotheek de opdracht om
een betrouwbaar rustpunt in de internetstorm te zijn. Dit betekent:
een niet-commerciële omgeving waarin op een kwaliteitsvolle wijze
bepaalde content goed wordt ontsloten en georganiseerd.
vs.
Het goed en betrouwbaar organiseren van content door
professionals is achterhaald. Het publiek doet dit zelf op de
plekken die spontaan ontstaan. De digitale bibliotheek moet
mensen enkel helpen zichzelf te organiseren in deze omgeving.
4. Stelling 2
De digitale bibliotheek moet op heel korte termijn een kwaliteitsvol
en innovatief product ontwikkelen (in samenwerking met andere
openbare spelers: cultuurnet, VRT… ) dat de bibliotheekgebruikers
bindt.
vs.
We moeten grondiger kennis verzamelen over de wijze waarop de
digital natives kennis en cultuur beleven. Nu in alle haast
vernieuwingen lanceren is quasi een garantie om te mislukken en
de bal naast het nieuwe publiek te slaan.
5. Stelling 3
Elke lener moet van thuis uit elk bibliotheekmateriaal vanuit
elke Vlaamse openbare bibliotheek kunnen bestellen.
6. Stelling 4
Nagenoeg alle content is online te vinden, illegaal of zeer
goedkoop. De bibliotheekcollectie wordt overbodig.
vs.
De bibliotheek moet instaan voor blijvende, democratische
toegang tot digitale en andere content.
7. Stelling 5
“Bibliotheken moeten hun aanbod aanpassen aan de noden
van de lokale bevolking.” In het licht van de hoeveelheid
beschikbare content en de variatie in smaken en behoeften is
dit eigenlijk onmogelijk, want elke selectie van content is
arbitrair.
8. Stelling 6
De bibliotheek is een plaats waar je kan experimenteren met de
nieuwste vormen van media.
http://www.youtube.com/watch?v=Fu7XciJi6xY
12. Stelling 9
Openbare bibliotheken moeten zich omvormen tot open
leercentra voor de lokale gemeenschap, bemand met
medewerkers met een agogisch profiel.
13. Stelling 10
Het digitale is voor de lokale bibliotheek maar een “kanaal” dat
er toekomt en verzorgd wordt door anderen. Bibliotheken
moeten vooral blijvend inzetten op het boek.
15. Stelling 12
De sector zal blijven achterop hinken ten aanzien van digital
natives in het publiek, en dus nooit zinvolle diensten zal kunnen
aanbieden voor dit publiek (omwille van traagheid, leeftijd,
vergrijzing, andere lokale prioriteiten…).
16. Stelling 13
De digitale ontwikkelingen maken het steeds meer noodzakelijk
mensen te ondersteunen bij het ontwikkelen van hun
vaardigheden. Lokale bibliotheken moeten hierop inzetten.
vs.
De openbare bibliotheken hebben maar een marginale impact, dit
is in de eerste plaats een taak voor het onderwijs.
17. Stelling 14
Lokale bibliotheken moeten zich met een nicheaanbod van
gespecialiseerde inhoud dat je niet zo maar op internet vindt,
richten op een kleiner publiek.
18. Stelling 15
Lokale bibliotheken koppelen digitale content en digitale diensten
aan fysieke nabijheid. Dat geeft hen een uitstekende positie om
ingeschakeld te worden bij de overbrugging van de digitale kloof.
vs.
Bibliotheken zijn geen welzijnswerkers. Andere maatschappelijke
actoren zijn veel beter geplaatst voor de overbrugging van de
digitale kloof. Bibliotheken kunnen enkel doorverwijzen.
19. Stelling 16
Bibliotheken worden “wiki’s” voor de lokale gemeenschap, met
een zeer diverse en lokaal gebonden dienstverlening. Ze
mobiliseren mensen.
20. Stelling 17
De digitale bib kan maar gerealiseerd worden als ze gevoed
wordt door inhoudelijk sterke mensen uit de lokale
bibliotheken.