2. Leerlijn onderwijsvak informatica
Wat moet een student kennen en kunnen op het einde van de
opleiding
De studenten kunnen oplossingsgericht werken in
toepassingsgerichte softwarepakketten
contextvrije ontwikkelomgevingen
objectgeoriënteerde ontwikkelomgeving
De studenten bezitten een diepgaande kennis van en vaardigheden in
computerconfiguratie en netwerken
toepassingsprogrammatuur
De studenten zijn zich bewust van de maatschappelijke en ethische
aspecten van computer en internetgebruik
De studenten kunnen de inhouden en de vaardigheden op een
didactisch verantwoorde wijze aanbrengen
De studenten bezitten voldoende achtergrond om de inhouden en
vaardigheden in een ruimer kader te plaatsen
De studenten beschikken over de nodige vaardigheden om nieuwe
leerinhouden en didactische inzichten te verwerven en toe te passen in
de lespraktijk
3. Leerstofspreiding
leerstof eerste jaar tweede jaar derde jaar
Toepassingssoftware Tekstverwerking Gegevensbeheer
Rekenbladen Integratie office-toepassingen
Gegevensbeheer
Programmeren Algoritmiek VBA (Excel) VBA (Access) gevorderd
Programmeren in een syntaxvrije VB.NET VB.NET
omgeving (Robomind, Alice, Game Javascript
Maker …)
VBA (Access)
Computerconfiguratie Historiek van de computer Installatie van besturingssystemen
Basisbeginselen van de computer Gegevensbehandeling
& netwerken Werking van de onderdelen Beveiliging
Basisbeginselen van netwerken Netwerk opzetten
Webontwikkeling HTML Met toepassingssoftware Ontwerpen van een didactisch leerpad
(Dreamweaver) in een e-leerplatform
Javascript Multimedia
Vakdidactiek Visie op informaticaonderwijs Presenteren Jaarplannen
Vaklokaal Evaluatie Elektronische leeromgeving
Klasmanagement Didactisch model
Handboeken Didactische principes
Beginsituatie
Doelen
Didactische werkvormen
5. Situering in het opleidingsonderdeel
In dit opleidingsonderdeel verwerft de student de vakkennis,
vaardigheden en attitudes die nodig zijn om ICT te
onderwijzen aan leerlingen van de 1ste graad van het
secundair onderwijs en (Toegepaste) Informatica te
onderwijzen aan leerlingen van de 2de graad van het
secundair onderwijs en het volledige beroepsonderwijs. Het
opleidingsonderdeel staat in de drie jaren van de opleiding op
het programma.
In dit opleidingsonderdeel ligt de klemtoon op
het probleemoplossend denken met behulp van algoritmen
het verwerven van ICT-vaardigheden en inzichten in
toepassingsoftware
het verwerven van kennis, inzichten en vaardigheden in
computerconfiguratie en netwerken
6. Startcompetenties
De student bezit de basisvaardigheden in logisch, algoritmisch
en probleemoplossend denken.
De student bezit basiskennis en -vaardigheden betreffende
besturingssystemen, internet, tekstverwerking en rekenblad.
De student beheerst klaviervaardigheid of is bereid dit op peil
te brengen.
De student toont interesse in de snelle en voortdurende
evolutie in de ICT-wereld.
De student is voldoende stressbestendig en bezit het
doorzettingsvermogen om binnen een bepaalde tijdslimiet
oplossingen voor gestelde problemen te bedenken.
7. Competenties
Inhoudelijk expert
De student kan aan probleemanalyse doen: algoritmes ontwerpen van
grofstructuur via stapsgewijze verfijning tot deelprobleem,
controlestructuren schrijven en implementeren in een syntaxvrije
ontwikkelomgeving.
De student is in staat om toepassingsprogramma's voor
tekstverwerking en rekenbladen geavanceerd te gebruiken.
De student weet de basisbeginselen van databasecomponenten en
databasestructuren te doorgronden en te implementeren in een
RDBMS.
Organisator
De student ontwikkelt attitudes zoals administratieve stiptheid,
doorzettingsvermogen, zelfredzaamheid, zin voor efficiëntie, open
houding ten opzichte van veranderingen.
8. Inhouden
Algoritmiek
achtergronden
probleemdefinitie en –analyse
schema’s bedenken en ontwerpen: structogrammen en flowcharts
controlestructuren: eerste aanzet tot programmeren met behulp van een
syntaxvrije programmeeromgeving
Toepassingssoftware
tekstverwerker: tabulatorstops, tabellen, opmaakprofielen, inhoudsopgave
en index maken, kopen voetteksten, paginanummering, secties, figuren
geavanceerd opmaken, bijschrift, voetnoten, sjablonen en formulieren
rekenblad: werkmappen en –bladen, relatieve en absolute celadressering,
grafieken, functies, lijsten en filters, draaitabellen, voorwaardelijke opmaak
Databanken: tabellen, query's, formulieren, rapporten, relaties.
11. Evaluatie Deel 1
Permanente evaluatie vormt 25% van het waarderingscijfer:
Toetsen, taken en opdrachten in de klas
De uiterste datum van inlevering wordt steeds via Toledo
meegedeeld bij de toelichting van de taken.
Tijdens de 1ste examenperiode wordt de leerstof schriftelijk en
praktisch geëxamineerd voor 75% van het waarderingscijfer.
Het examen is voor het praktische deel open boek.
Voor de 3de examenperiode wordt schriftelijk en praktisch
geëxamineerd voor 100% van het waarderingscijfer.
13. Situering in het opleidingsonderdeel
Dit opleidingsonderdeel is specifiek gericht op het leren onderwijzen
of aanleren van het vak informatica aan jongeren. De student leert de
visie kennen op het vakdomein binnen het leerplan van het secundair
onderwijs. De student leert specifieke vaardigheden, principes,
didactische materialen, handboeken, didactische werkvormen, …
kennen en gebruiken die typisch zijn voor dit vakdomein.
Dit onderdeel staat in het eerste jaar van de opleiding op het
programma omdat het gaat om inzichten en vaardigheden die de
student van bij het begin van je opleiding nodig heeft om het vak te
kunnen aanleren tijdens de stages in het secundair onderwijs.
In het eerste jaar komen deze inzichten en vaardigheden daarom in
een apart opleidingsonderdeel aan bod en worden ze geïntegreerd
toegepast in de praktijkateliers. In het tweede jaar is vakdidactiek
geen apart onderdeel meer, maar wordt het geïntegreerd in het
onderwijsvak en in de praktijkateliers.
14. Startcompetenties
Van de student wordt verwacht dat hij/zij kan rekenen en
bouwen op een creatieve, open en gedreven houding.
15. Competenties
Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
De student bezit de nodige competenties om computerbegrippen, vaardigheden,
leerstofonderdelen op een eenvoudige maar duidelijke en correcte wijze uit te
leggen, te demonstreren en/of te situeren.
De student kan eigen materiaal ontwikkelen en aanpassen aan een specifieke
doelgroep.
De student kan handboeken en cursussen vanuit een kritisch oogpunt beoordelen.
De student kan aangepaste oefeningen en werkbladen in verschillende niveaus
herkennen en opstellen.
Inhoudelijk expert
De student kent de visie en beheerst de leerstof en basisvaardigheden zoals
beschreven in het raamplan ICT van de eerste graad van het secundair onderwijs en
de leerplannen AV Informatica van de tweede graad secundair onderwijs.
De student is competent om een lesvoorbereiding te maken voor een les informatica
voor ASO, TSO, KSO en BSO over systeemsoftware, tekstverwerking, rekenbladen,
databasebeheer, Internet, computerconfiguratie en probleemoplossen.
Organisator
De student is competent om vakspecifieke componenten bij het maken van de
lesvoorbereiding kritisch en verantwoord te selecteren en te hanteren.
Lid van de onderwijsgemeenschap
De student is zich bewust van de evolutie van de didactiek van het informatica-
onderwijs.
16. Inhouden
Kennis en inzicht in de evolutie van de didactiek van het
informatica onderwijs
Vakspecifieke componenten bij het maken van de
lesvoorbereiding
specifieke werkvormen
gebruik van multimedia
…
Studie van de leerplannen informatica en raamplan ICT van het
vrij onderwijs
Kennis, inzichten en vaardigheden bij
gebruik van handboeken
de verschillende niveaus voor praktijkoefeningen informatica
het ontwikkelen van eigen les- en cursusmateriaal
19. Evaluatie
Permanente evaluatie vormt 100% van het waarderingscijfer.
Voor de 3de examenperiode maak je een lesvoorbereiding voor
een lessenreeks over een, door de docent op voorhand
bepaald lesonderwerp. Deze lessenreeks wordt voorzien van
een aangepaste cursus en oefeningen. Deze opdracht geldt
voor 100% van het waarderingscijfer.
21. Situering in het opleidingsonderdeel
In dit opleidingsonderdeel verwerft de student de vakkennis,
vaardigheden en attitudes die de student nodig heeft om ICT te
onderwijzen aan leerlingen van de 1ste graad van het secundair
onderwijs en (Toegepaste) Informatica te onderwijzen aan
leerlingen van de 2de graad van het secundair onderwijs en het
volledige beroepsonderwijs. Het opleidingsonderdeel staat in
de drie jaren van de opleiding op het programma.
In dit opleidingsonderdeel ligt de klemtoon op
relatiestructuren in databases;
het oplossen en beschrijven van problemen in een actuele
ontwikkelomgeving
het verdiepen en verruimen van kennis, inzichten en
vaardigheden in computerconfiguratie en netwerken
onderzoek naar evaluatievormen, klasinrichting en leerplannen.
22. Startcompetenties
de kennis, vaardigheden en attitudes bereikt in het eerste jaar
van de opleiding
De student kan rekenen en bouwen op zijn/haar creatieve,
open en gedreven houding, ondersteund door je kennis en
ervaringen opgedaan tijdens het eerste jaar vakdidactiek.
23. Competenties
Inhoudelijk expert
De student heeft inzicht in relatieconcepten van een database om meer
complexe databasestructuren op te zetten.
De student kan complexe problemen zelfstandig analyseren, oplossingen
bedenken, algoritmisch beschrijven en implementeren in een
hedendaagse objectgeoriënteerde ontwikkelomgeving.
De student beschikt over diepgaande kennis, inzichten en vaardigheden
op het vlak van de computerconfiguratie en netwerken en is in staat een
bestaand of 'naakt' computersysteem te configureren en te tunen. De
student kan hierbij de nodige netwerkverbindingen realiseren.
Organisator
De student ontwikkelt en verfijnt attitudes zoals administratieve stiptheid,
doorzettingsvermogen, zelfredzaamheid, zin voor efficiëntie, open
houding ten opzichte van veranderingen.
Onderzoeker
De student onderzoekt de mogelijkheden die de opstelling van een
informaticaklas biedt in functie van de optimalisatie van zijn
lesorganisatie.
De student onderzoekt en vergelijkt leerplannen.
24. Competenties
Organisator
De student ontwikkelt en verfijnt attitudes zoals administratieve
stiptheid, doorzettingsvermogen, zelfredzaamheid, zin voor
efficiëntie, open houding ten opzichte van veranderingen.
Onderzoeker
De student onderzoekt de mogelijkheden die de opstelling van
een informaticaklas biedt in functie van de optimalisatie van zijn
lesorganisatie.
De student onderzoekt mogelijke evaluatievormen, -criteria en –
doelstellingen.
De student onderzoekt en vergelijkt leerplannen.
25. Inhouden
Toepassingssoftware
Database :
gevorderde selectiequery’s
actiequery’s
complexere relaties
subformulieren en –rapporten
Programmeren met Visual Basic for Applications in
Microsoft Excel:
Macro’s
Herhaling controlestructuren
Verkennen van het VBA-objectmodel voor Excel
Besturingselementen manipuleren en integreren
Probleemoplossend denken
26. Inhouden
Computerconfiguratie en netwerken
Verschillende besturingssystemen installeren en tunen
Beveiliging van computersystemen
Gegevensbehandeling
Netwerken en hardwarecomponenten
Servers
Beveiliging van een netwerk
Infrastructuur van het vaklokaal informatica
Klasopstelling en inrichting
Multimedia-apparatuur
Leerplannen
Vergelijking tussen leerplannen informatica uit de verschillende
onderwijsnetten
28. Leermiddelen
Handboeken & cursussen
Cursussen via de hogeschool
Online cursussen
Artikels uit tijdschriften.
E-learning
Pluymers J.P., e.a. (2011), Vakdidactiek informatica, Die Keure nv,
Brugge
Handboeken vorig academiejaar
Frans, R. (2010), Access 2010 1/3, Campinia media, Geel
29. Evaluatie
De theoretische gedeeltes worden mondeling, schriftelijk en
praktisch geëxamineerd tijdens de 1ste examenperiode voor
100% van de punten.
Voor de 3de examenperiode:
Mondeling, schriftelijk en praktisch examen
31. Situering in het opleidingsonderdeel
In dit opleidingsonderdeel verwerf je vakkennis, vaardigheden
en attitudes die je nodig hebt om informatica te onderwijzen
aan leerlingen van de 1ste en 2de graad ASO, TSO, KSO en
BSO. Je kennis van systemen wordt sterk uitgebreid, zodat je
later ook als ICT-coördinator aan de slag kunt.
Het opleidingsonderdeel staat in de drie jaren van de
opleiding op het programma.
In het derde jaar ligt de klemtoon op het verdiepen in
probleemoplossend denken via een programmeeromgeving
en webontwikkelomgeving. Ook computerconfiguratie,
netwerken en troubleshooting komen vooral praktisch aan
bod.
32. Startcompetenties
de kennis, vaardigheden en attitudes bereikt in de twee eerste
studiejaren van de opleiding
33. Competenties
Inhoudelijk expert, onderzoeker, vernieuwer, leerbegeleider van
ontwikkelingsprocesssen
De student kan in teamverband een gebruiksvriendelijke toepassing maken in
Microsoft Access voor eindgebruikers die Access zelf niet beheersen. De
student bezit daartoe een diepgaande kennis van databases en de
interfacemogelijkheden van Access en vult deze aan met een praktisch gebruik
van de programmeertaal Visual Basic for Applications.
De student integreert vakdidactische vaardigheden met zijn inhoudelijke
competenties in de informatica: hij ontwerpt een didactisch project dat vertrekt
vanuit een zelfgekozen onderwerp of context. Hiermee bewijst de student dat
hij in staat is om een didactische leerroute voor een specifieke doelgroep uit te
stippelen binnen een elektronisch leerplatform.
De student bezit de kennis, inzichten en vaardigheden om de functie van ICT-
coördinator zowel op technisch als pedagogisch vlak uit te oefenen.
De student bezit basiskennis, inzichten en vaardigheden om verschillende
types van servers te kunnen beheren.
Organisator
De student verfijnt attitudes zoals administratieve stiptheid,
doorzettingsvermogen, zelfredzaamheid, zin voor efficiëntie, open houding ten
opzichte van veranderingen.
De student kan een jaarplan opstellen voor het vak informatica.
34. Inhouden
Computerconfiguratie
Een computer geavanceerd tunen
belangrijke DOS opdrachten
batch bestanden
BIOS
opstartproces onder Windows XP
register van Windows XP
randapparatuur
installatie van harden software
een computerklas beheren en onderhouden
netwerken opzetten en beheren, inclusief installatie en beheer
van een Windows Server.
De computer lid maken van een netwerkomgeving
35. Inhouden
Toepassingsprogrammatuur
Databasemanagement in Access met integratie van Visual Basic
for Applications
Korte herhaling van de basisvaardigheden Access : tabellen,
formulieren, query’s, rapporten en relaties.
Herhaling controlestructuren in VBA
Een gebruiksvriendelijk project aanmaken en beheren
Een menustructuur bouwen via het lint
Automatisering van acties
Programmeren in Visual Basic.NET
Sequentiële bestanden, components, listbox, databases koppelen,
een project distribueren
36. Inhouden
Vakdidactiek
Didactische leerroute ontwikkelen
Ontwerpen van een persoonlijk didactisch project waarin je bewijst
dat je een didactische route voor een of meerdere leereenheden kunt
realiseren in de vorm van een technisch hoogstaande website. Het
onderwerp mag je vrij kiezen.
Elektronische leeromgeving
Tijdens deze lessen gaan we zelf te werk in een E-learn platform als
Instructor. Hierdoor ben je in staat om zelf een didactische cursus op
te bouwen.
Didactisch materiaal ontwikkelen via videocaptatie-software
Deze software laat je toe om videocaptaties van je scherm te maken.
Hierdoor kun je fantastisch didactisch materiaal ontwikkelen.
Een jaarplan opstellen
38. Studiemateriaal
Handboeken & cursussen
Pluymers J.P., e.a. (2011), Vakdidactiek informatica, Die Keure nv,
Brugge
cursussen via de hogeschool:
Online cursussen
Artikels uit tijdschriften..
39. Evaluatievorm
Er is voortdurend permanente evaluatie over alle aspecten van
de inhouden voor 40% van het waarderingscijfer.
Het waarderingscijfer als volgt verdeeld:
Project Access & VBA: 15%
Persoonlijk didactisch project: 25%
De uiterste datum van inlevering wordt steeds via Toledo
meegedeeld bij de toelichting van de opdrachten.
De leerstof wordt mondeling en via presentatie geëxamineerd
tijdens de 1ste examenperiode voor 60% van het
waarderingscijfer.
Voor de 3de examenperiode wordt de leefstof via presentatie
geëxamineerd