1. Het Ui-model op organisatieniveau Op basis van Leren van binnenuit, p. 117
Noteer telkens kort waaraan je bij de verschillende lagen op “organisatieniveau” denkt.
Bemerkingen
Omgeving In deze buitenste laag gaat het om het
gebouw, de inrichting, materiaal,
voorzieningen, omgeving waarin de school
staat. En ook de maatschappelijke context
waarin we ons bevinden. ...
Gedrag Welk gedrag is kenmerkend voor de school?
Zijn we gericht op het overdragen van
kennis, het ondersteunen van zelfstandig
werken e.d. ? Is er een nadruk op
controleren of vrijlaten? ...
Bekwaamheden Welke bekwaamheden zijn in het
(competenties) docententeam aanwezig? Hebben we
variëteit in competenties? Zijn er voldoende
bekwaamheden op verschillende niveaus in
de organisatie? ...
Overtuigingen Deelt het team bepaalde overtuigingen over
leren en leraarschap? is er wat dat betreft
sprake van een collectieve visie? ...
Identiteit Waarop drukt de school zich als geheel uit?
Wat is kenmerkend voor onze school? Waar
liggen kernkwaliteiten van de organisatie?
...
Betrokkenheid Wat zijn de diepere waarden en idealen die
ten grondslag liggen aan het werk van
iedereen in de school? Is daar contact over?
Voldoende? We hoeven niet dezelfde
idealen te hebben, maar is er overlapping,
een gevoel van gezamenlijke
betrokkenheid?
Tweede oefening: Idealen
1. Schrijf een concreet ideaal van jouzelf op dat te maken heeft met de ontwikkeling van jouw school
in de komende jaren.
2. Welke kernkwaliteit van jouzelf is verbonden met dit ideaal?
3. Weten je collega’s dat jij dit belangrijk vindt? Bedenk hoe je hierover met hen in gesprek kunt
gaan en daarbij ook hun idealen en kernkwaliteiten boven tafel kunt krijgen.
4. Voer en gesprek hierover met één of meer van je collega’s.
5. Levert het gesprek iets op?