huis van God

1. De Tabernakel – Gods woonplaats
1

2. God wil te midden van de mensen wonen:
…zodat jullie de Heer waardig
wandelen, tot geheel Zijn behagen,
in alle goed werk vrucht dragend en
groeiend in de erkenning van God
Kolossenzen 1:10, ncv
2

3. God leren kennen:
…’Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader
gezien’ Johannes 14:9
‘Onderzoekt de Schriften, want daarin
menen jullie eonisch leven te hebben;
en die zijn het, die van Mij getuigen
Johannes 5:39
3

4. Gods woonplaats in ontwikkeling:
1
God, zonder zichtbare woonplaats
Genesis 1:1-16:16
4

5. Gods woonplaats in ontwikkeling:
2
de tabernakel, een tijdelijke woning
Genesis 17:1 – Al-Sjaddai
5

6. Gods woonplaats in ontwikkeling:
3
tempels, met handen gemaakt:
volgens Gods richtlijnen:
- Salomo
- Zerubbabel
- Ezechiël
andere:
Herodes voor eerste komst van de Messias Jezus
en de wetteloze (2 Thes. 2:4) voor de tweede komst van Christus
6

7. Gods woonplaats in ontwikkeling:
4
de uitgeroepen gemeente van God
 een geestelijke tempel
7

8. Gods woonplaats in ontwikkeling:
5
Gods woonplaats in de geest,  alles in allen
vol(komen)heid van heel de schepping
8

9. want de wet, hebbende een schaduw van
de toekomende goederen Hebreeën 10:1
laat dan niemand jullie richten inzake voedsel
of drank of details van een feest of van een
nieuwe maan of van sabbatten, die een schaduw
zijn van hetgeen op het punt staat te komen.
Het lichaam echter is van de Christus
Kolossenzen 2:16,17
9

10. misjkan – sjakan
betekent: wonen, resideren
de tabernakel, een tijdelijke woning
Genesis 17:1 – Al-Sjaddai
10

11. noord
oostwest
zuid
Numeri 2 11

12. noord
west
zuid
1 = poort 5 = menorah/kandelaar
2 = brandofferaltaar 6 = reukofferaltaar
3 = wasvat 7 = ark met verzoendeksel
4 = tafel met toonbroden
23
4
5
67
Overzicht Tabernakel 12
1

13. 13
de voorhof
Exodus 27:9-18
38:9-20
50 breed
100 lang
5 hoog
2x5x5
4x5x5
5
5: verborgene,
geestelijke,
genade

14. 14
POORT (Sja’ar) : 20 x 5 EL ‘Ik ben de deur’ (Joh. 10)
BLAUW hemel(se) dingen
PAARS/PURPER hogepriester-middelaar
ROOD/SCHARLAKEN koningschap
LINNEN (WIT) opstanding - priesters

15. 15
in de voorhof (Hb: chatser)

16. het brandofferaltaar
hb: mitzbeach (van
zabach – slachten)
Exodus 20:24-26
Exodus 27:1-8
Exodus 38:1-7
Exodus 39:39
Exodus 40:6, 10 en 29
16

17. het slachten: niet op het brandofferaltaar
‘…als zijn offergave een brandoffer van runderen
is, moet hij een mannetje zonder enig gebrek
aanbieden, hij moet dat bij de ingang van de tent
van ontmoeting aanbieden….dan moet hij het jonge
rund slachten voor het aangezicht van Jahweh/IEUE’
Leviticus 1:3,5
17

18. afmeting in el : 5 x 5 x 3
4 hoorns : koningschap over heel de aarde
rooster : als was het een net
18

19. 19
brandofferaltaar : voor brandoffers (opstijg-offers)
sittimhout (acacia) : mens in zijn vergankelijkheid
aarde : al wat het opbrengt  voor Jahweh/IEUE

20. Tabernakel - Gods plan van eonen
1. Buiten het tentenkamp – Eerste eon (geen mensen)
2. In het tentenkamp – Tweede eon (de mens)
3. De voorhof – Tegenwoordige (boze) eon
4. Het heilige – Komende eon (1000 jaar)
5. Het heilige van de heiligen – De eon van de eon(en) (nieuwe
schepping)
20

21. parallel
tabernakel-
eonen
21

22. Model van de Tabernakel – Bijbels Museum Amsterdam
Opgezet o.l.v. Ds. Leendert Schouten (1828-1905)
22