1. Geef jij ook richting aan?
Efeziërs 4:25-32

2. ‘Want in Hem
leven wij,
bewegen wij
en zijn wij’
[Hand.17:18]

3. ‘Legt daarom de leugen* af
en spreekt waarheid,
ieder met zijn naaste,
omdat wij leden zijn van elkaar.’
[Ef.4:25]
* valsheid

5. - toornen à niet zondigen
‘Laat de zon niet ondergaan
over jullie ergernis’
[vs.26]
- stoppen met stelen à
het goede verrichten en met iemand delen
- geen bedorven woord à
een goed woord tot opbouw

6. bitterheid – gramschap – toorn –
geroep – lastering - al het kwade
mild – innerlijk welwillend –
genade schenkend
zoals ook God in Christus
jullie genade schenkt.
[vs.31-32]

8. verzoend? verzoenlijk!
genade? genadig!
liefde? liefhebbend!
ieder afzonderlijk
leden
ten opzichte van
elkaar!