3. Wat gaan we doen? A: Procedureel: Waar werk je naar toe? Hoe gaan we te werk? Wat doen we wanneer? Verslaglegging Kennisdissemitatie B: Inhoudelijk: Wat is onderzoek? Wat is prakijkonderzoek? Wat is ontwerponderzoek?
5. Waar werk je naar toe? Aan het eind van het eerste semester heb je een ontwerponderzoek uitgevoerd rondom projectmatig werken op je basisschool en hierover een procesverslag, onderzoeksverslag en artikel geschreven. Ook heb je aan het eind de ontwikkelde lessen online gepubliceerd.
6. Hoe gaan we te werk? Onderzoekslessen Feedbackbijeenkomsten Literatuurstudie Enquête Observaties prototypes
7. Wat doen we wanneer? (1) 35: startbijeenkomst onderzoek en projectmatig werken. Uitleg literatuurstudie; 36: Interview en enquête opstellen; 37: Feedback op interview en enquête; 38: expert interviewen en observeren; 40: Feedbackbijeenkomst literatuurstudie/ observatie en enquête; 41: Presentatie eerste prototype en verwerken tot tweede prototype.
8. Wat doen we wanneer? (2) 45: uitproberen tweede prototype; 47: uitwisselen ervaringen. Introductie schrijven publicatie; 48: Schrijven aan publicatie; 49: Uitvoeren derde prototype; 50: Uitwisselen ervaringen. Schrijven aan publicatie. Werken aan presentatie; 51: Feedback op publicatie; 02-03: Presentatie.
11. Verslaglegging Procesverslag Onderzoeksblog Voorbeeld onderzoeksblog student Eigen weblog Onderzoeksverslag: Onderzoekscontext en analyse; Onderzoeksopzet; Theoretische verdieping; Opzet eerste en tweede prototype; Uitvoering tweede en opzet derde prototype; Uitvoering derde prototype; Evaluaties, conclusies en aanbevelingen; Literatuurlijst. Voorbeeld onderzoeksverslag student
14. Wat is onderzoek? Hoofdstuk 1 Praktijkonderzoek in de school: 1.1 Een positiebepaling van onderzoek 1.2 Kernactiviteiten van praktijkonderzoek 1.3 Spelregels van praktijkonderzoek 1.4 Soorten onderzoeksvormen
15. 1.1 Een positiebepaling van onderzoek Wat is praktijkonderzoek? Praktijkonderzoek in de school is onderzoek dat wordt uitgevoerd door leraren en leraren-in-opleiding, waarbij op een systematische wijze in interactie met de omgeving antwoorden verkregen worden op vragen die ontstaan in de eigen onderwijspraktijk en gericht op het verbetering van deze praktijk.
16. 1.1 Een positiebepaling van onderzoek Doel van het onderzoek is theorievorming Doel van het onderzoek is de verbetering van de eigen praktijk Is er een relatie waarneembaar tussen het beroep van de ouders en de profiekeuze van de leerling? Hoe moeten we de mentorlessen vormgeven, zodat leerlingen in de onderbouw zich bewuster worden van hun eigen sociale gedrag tijdens de pauzes?
17. 1.1 Een positiebepaling van onderzoek Je beïnvloedt als onderzoeker de praktijk Twee onderzoeksbenaderingen: Constructivistisch Er zijn meerdere interpretaties van de werkelijkheid Een zeer complexe en dynamische werkelijkheid Positivistisch Een bestaande werkelijkheid Aandacht voor factoren die de werkelijkheid beïnvloeden
18. 1.2 Kernactiviteiten van praktijkonderzoek Praktijkonderzoek is een vorm van leren Leercyclus van Kolb (1984) Concreet ervaren Actief uitproberen Reflectieve observatie Abstracte begripsvorming
19. 1.2 Kernactiviteiten van praktijkonderzoek Regulatieve cyclus van VanStrien (1986) Probleemstelling Evalueren Diagnose Ingreep Plan
20. 1.2 Kernactiviteiten van praktijkonderzoek Oriënteren Rapporteren en presenteren Richten Plannen Analyseren en concluderen Verzamelen Ontwerpen
21. 1.3 Spelregels voor praktijkonderzoek Validiteit: je onderzoekt datgene wat je wilt onderzoeken Volledige validiteit is bij praktijkonderzoek niet mogelijk Soorten validiteit: Resultaatvaliditeit Procesvaliditeit Democratische validiteit Katalyserende validiteit Dialogische validiteit
22. 1.3 Spelregels voor praktijkonderzoek Betrouwbaarheid: Bij herhaling van je onderzoek kom je tot dezelfde onderzoeksresultaten. In onderwijssituaties is dit ook nauwelijks mogelijk. Je moet data zo eenduidig en objectief mogelijk verzamelen
23. 1.3 Spelregels voor praktijkonderzoek Richtlijnen voor validiteit en betrouwbaarheid: Triangulatie: Brontriangulatie Methodische triangulatie Onderzoekerstriangulatie Communicatie: Criticalfriends inschakelen Transparantie: Bijhouden logboek Inzicht in het praktijkprobleem: Uitvoeren probleemanalyse Inzicht in de organisatie Inzicht in de verschillende perspectieven Het gebruiken van theorie
24. 1.4 soorten onderzoeksvormen Beschrijvend onderzoek: doel is het maken van een beschrijving; het in kaart brengen van een thema of praktijksituatie.
25. 1.4 soorten onderzoeksvormen Vergelijkend onderzoek: doel is om overeenkomsten en verschillen te onderzoeken tussen twee of meer praktijken of tussen theorie en praktijk.
26. 1.4 soorten onderzoeksvormen Definiërend onderzoek: onderzoek gericht op beeldvorming en betekenissen; inzicht krijgen in de relaties tussen verschillende elementen, thema’s en/ of processen uit de onderwijspraktijk
27. 1.4 soorten onderzoeksvormen Evaluerend onderzoek: systematische beoordeling op basis waarvannieuwe beslissingen kunnen worden genomen.
28. 1.4 soorten onderzoeksvormen Verklarend onderzoek: doel is om te onderzoeken of zaken daadwerkelijk met elkaar verband houden.
29. 1.4 soorten onderzoeksvormen Ontwerponderzoek (Van den Akker e.a, 2006): Invoering interventie; ontwerpproces heeft een onderzoeksmatig karakter; Interventieproces wordt gevolgd; Meerwaarde ontwerpproduct staat centraal; Ontwerp is theoretisch gebaseerd en levert nieuwe inzichten op.
31. Ontwerponderzoek Ontwerponderzoek in vogelvlucht (Van den Berg, Kouwenhoven, 2008): Vooronderzoek: verkenning en analyse van het onderwijsprobleem om tot criteria te komen waar de oplossing aan zou moeten voldoen. Randvoorwaarden zijn bekend waarbinnen de oplossing zich dient te bewegen. Ontwerpfase: waarin de interventie in een cyclisch proces van ontwerpen, evalueren, overleggen en bijstellen tot stand komt.
32. Ontwerponderzoek Vooronderzoek: Oriëntatie: probleem en de mogelijke oplossingsrichtingen zijn verhelderd, de belangrijkste betrokkenen en experts op het gebied zijn geïdentificeerd en relevante bronnen zijn opgespoord. Analyse: een behoefteanalyse; een contextanalyse; een literatuurstudie; en het bestuderen van goede voorbeelden. Programma van eisen
33. Ontwerponderzoek Ontwerpfase Naar een globale oplossingsrichting: Brainstormen Ontwikkelen van een eerste interventie-prototype Feedback krijgen op eerste opzet door criticalfriends Verbetering van het prototype Waar mogelijk feedback opnemen in tweede prototype Een tweede cyclus: prototype en eindgebruikers Uitproberen en evalueren Een derde cyclus: bijna eindversie en try-out Kunnen idealen in de praktijk worden waargemaakt?
35. Ontwerponderzoek Het antwoord: If you want to design intervention X for the purpose/function Y in context Z, then you are best advised to give that intervention the characteristics A, B, and C [substantive emphasis], and to do that via procedures K, L, and M [procedural emphasis], because of arguments P, Q, and R.” (Van den Akker, 1999)
36. Ontwerponderzoek Het antwoord: Als je ingreep X wilt ontwerpen [voor doel/ functie Y in context Z] dan zijn de inhoudelijke keuzes C, C, …C het beste, zijn procedures P, P ….P het handigst omdat T, T…T de argumenten zijn en E, E,…E de ervaringen zijn.
38. Ontwerponderzoek Onderzoeks-context Onderzoeksopzet Theore-tische verdieping Opzet eerste prototype Opzet tweede prototype Uitvoering tweede en opzet derde prototype Uitvoering derde prototype Evaluaties, conclusies en aanbeve-lingen Verslaglegging
39. Onderzoekscontext Vanuit de opleiding: Uitvoering van derde prototype is in week 49 Tijd tussen Sinterklaas en Kerstvakantie Je verdiept je in projectmatig werken Ontwerp moet hier dus rekening mee houden Vanuit de school: Schoolontwikkelingsagenda/ onderzoeksagenda Interview met schooldirecteur/ kartrekker
40. Onderzoekscontext Voorbeelden praktijkproblemen: Het projectmatig werken richt zich nog te weinig op de kunstvakken. Die moeten er ook bij worden betrokken. De school wil gaan werken met projecten en daarbij aandacht besteden aan meervoudige intelligenties. Tijdens vieringen op school worden ouders nog te weinig betrokken. Leerlingen vinden het lastig om samen te werken tijdens projectwerk. Tijdens projecten is er voor leerlingen die meer uitdaging nodig hebben te weinig materiaal.
41. Onderzoekscontext Het theoretisch kader: Overzicht van bestaande kennis en inzichten over het praktijkprobleem dat centraal staat in je onderzoek. Je beschrijft in feite je praktijkprobleem vanuit relevante betrouwbare bronnen vanuit verschillende perspectieven. (Van der Donk en Van Lanen, 2009)
42. Onderzoekscontext Publieke bronnen Vakliteratuur en onderzoeksrapporten Beleidsdocumenten Kranten/ tijdschriften Websites en fora Interne bronnen Schoolgebonden beleidsdocumenten Schoolgids/ website Notulen/ memo’s Les en leerlingmateriaal
44. Opdracht voor de volgende keer Lezen: Berg, E. van den, Kouwenhoven, K. (2008). Ontwerponderzoek in vogelvlucht. Velon: tijdschrift voor lerarenopleiders, 29(4), 20-26 Donk, C. van der. Lanen, B. van. (2009). Praktijkonderzoek in de school. Uitgeverij Coutinho, Bussum. Hoofdstuk 1, 3 en 6 Doorlopen HIT Gesprek met schooldirecteur/ kartrekker Begin van contextanalyse maken (paragraaf 3.5)
45. Opdracht voor de volgende keer Gesprek met schooldirecteur/ kartrekker: Kader schetsen van ontwerponderzoek Onderzoeksproces schetsen Vragen naar onderzoeksagenda/ ontwikkelingsagenda van de school Vragen naar actuele onderwijsproblemen van de school