SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  26
Télécharger pour lire hors ligne
Zeinab El Ksaihi




                                                                                                   El Kabir-moskee
familie
Zeinab (17 jaar) en haar zus Yassmine (22 jaar) wonen, samen
met een broertje, bij hun ouders in Amsterdam-Noord, in een ge-




                                                                                                   Amsterdam
zellige eengezinswoning. Vader en moeder zijn in de jaren zeventig
van de vorige eeuw vanuit Marokko naar Nederland gekomen om
hier te werken en een bestaan op te bouwen. De twee meiden
zijn geboren en getogen in Amsterdam en in de woonkamer, die is
ingericht in Marokkaanse stijl met lange banken en veel kussens,
vertellen ze honderduit.
Zeinab zegt: ‘Wij zijn wel opgevoed met de Koran, maar onze
ouders zijn niet superstreng; ze laten ons in veel dingen de vrije
keus. Er wordt ons wel verteld dat God overal is en dat hij alles
ziet, maar belangrijker zijn toch de normen en waarden die je wor-
den meegegeven: wees goed voor je buren en je medemensen,
roddel niet, steel niet – eigenlijk de normale dingen.
Het geloof speelt in mijn leven wel een rol, maar het is voor mij
niet zo belangrijk als voor Yassmine. Ik heb wel altijd op een
islamitische school gezeten en op zaterdag ging ik naar de ko-
ranschool – daar leer je Arabisch en krijg je uitleg over de islam.
Sinds een tijdje ben ik weer begonnen met bidden; dat vind ik
toch het mooiste en het belangrijkste.’




                                                                      wanden zijn bedekt met geornamenteerde tegels
                                                                      en al het houtwerk is voorzien van handgesneden
                                                                      versieringen.
                                                                      In de gebedsruimte zelf ligt een hoogpolig, rood
                                                                      tapijt. Als je erop staat, zakken je tenen in de
                                                                      zachte wol (in de moskee mag je geen schoenen
                                                                      dragen). De twee grote lichtkoepels waardoor het
                                                                      daglicht binnenkomt, zijn ingelegd met gekleurd
                                                                      glas en voorin de ruimte staat de minbar: een
                                                                      preekstoel, waarin tientallen houtsoorten zijn ver-
                                                                      werkt. De versierde zuilen die het plafond dragen,
           AAls je aan een Marokkaanse Amsterdammer                   maken het beeld compleet.
           vraagt waar ‘dé moskee’ is, zal hij je zonder twij-
           fel naar de El Kabir-moskee sturen – het mooiste           Voorzitter van de moskee is Mohamed Echar-
           en belangrijkste islamitische gebedshuis van de            routi. Samen met Yassmine El Ksaihi, die lid is
           hoofdstad. Elke dag komen hier honderden mos-              van de overkoepelende organisatie van moskeeën
           lims en moslima’s bij elkaar om te bidden.                 (ummon), ontvangt hij zijn gasten in de stijlvolle
                                                                      lounge. Terwijl de voorzitter zijn gasten een glas
           De buitenkant van de moskee is een rommeltje               zoete Marokkaanse thee inschenkt, vertelt hij trots
           – de verf bladdert van de muren en een glazen              over de moskee: ‘De moskee bestaat al langer,
           ruit boven de deur wordt met plakband bij elkaar           maar vanaf 1985 zijn we in dit pand gehuisvest.
           gehouden –, maar binnen is alles even verzorgd             De afgelopen drie jaar hebben we verbouwd en
           en mooi. De vloer is van glanzend marmer, de               het werk is nu bijna klaar. Alle materialen die we
hoofddoek
                                                                                                        Zeinab zegt over de hoofddoek: ‘Ik draag nu geen hoofddoek; dat
                                                                                                        zou niet passen bij de strakke kleren die ik meestal kies en bij
                                                                                                        mijn manier van leven op dit moment. Ik denk niet dat mijn omge-
                                                                                                        ving het nu van me verwacht – ze zouden verbaasd zijn als ik het
                                                                                                        zou doen. Maar aan de andere kant stimuleren mijn Marokkaanse
                                                                                                        vriendinnen die wel een hoofddoek dragen het ook weer.
                                                                                                        Ik weet van mezelf dat ik er nog lang niet klaar voor ben. Ik zou te
                                                                                                        veel dingen moet aanpassen en moeten veranderen. Maar ik ga
                                                                                                        er wel vanuit dat ik op een dag een hoofddoek ga dragen – in-
                                                                                                        sja’llah, als God het wil. Als ik wat ouder en serieuzer ben is het
                                                                                                        misschien ook makkelijker.’
                                                                                                        Yassmine vertelt waarom zij wel een hoofddoek draagt: ‘Ik ben me
                                                                                                        op een bepaald moment meer in de islam gaan verdiepen. Ik had
                                                                                                        een lijstje met zonden die ik wilde afstrepen, en het niet dragen
                                                                                                        van een hoofddoek was er daar een van. Het was een stappen-
                                                                                                        plan, ik heb er twee jaar over gedaan. Het begon ermee dat ik
                                                                                                        m’n klerenkast ging opruimen en me probeerde wat correcter te
                                                                                                        kleden – langzaam werd het steeds vanzelfsprekender om voor
                                                                                                        een hoofddoek te kiezen.’
                                                                                                        De moeder van de zussen mengt zich in het gesprek en zegt dat
                                                                                                        zij het wel fijn zou vinden als Zeinab ook een hoofddoek ging dra-
                                                                                                        gen. Zeinab zegt daarop: ‘Elke Marokkaanse moeder wil graag dat
                                                                                                        haar dochter een hoofddoek draagt. Maar er is wel een verschil
                                                                                                        met onze generatie. Voor mijn moeder is de hoofddoek vanzelf-
                                                                                                        sprekend vanuit haar cultuur, maar de jongeren tegenwoordig
                                                                                                        dragen hem vaker puur uit religieuze overtuiging.’

                                                                                                        maatschappij
                                                                                                        Veel Marokkaanse jongeren zijn thuis in twee werelden. Hun
                                                                                                        ouders houden vast aan de gewoonten en gebruiken van hun
                                                                                                        moederland, en voeden zo hun kinderen op. Tegelijk hebben ze in
                                                                                                        het dagelijks leven te maken met de Nederlandse cultuur, die op

Voorzitter van de moskee is Mohamed Echarrouti.                                                                                                                                         De moskee is een heiligdom van Allah. De ruimte
                                                                                                                                                                                        moet daarom schoon en rein blijven. Als ze bin-
                                                                                                                                                                                        nenkomen, trekken alle moskeegangers hun
                                                                                                                                                                                        schoenen uit en betreden de gebedsruimte op
gebruiken, zoals de tegels en het houtwerk, ko-     hoe-ruimte (voor de rituele wassing), en ook een               trekt hij alweer na een jaar en dan komt er een
                                                                                                                                                                                        sokken of blote voeten. Aan het begin van de
men uit Marokko – in Nederland kan niemand het      aparte, iets kleinere gebedsruimte. ‘Dat is mak-               opvolger. Dat is wel eens lastig, omdat de imam
                                                                                                                                                                                        gebedsruimte staan lange kasten waarin tijdens
zo maken. We moeten alleen nog de buitengevel       kelijker,’ zegt Yassmine, ‘want we proberen in de              thuis moet raken in de gemeenschap om zijn werk
                                                                                                                                                                                        het gebed honderden paren schoenen staan.
opnieuw optrekken.’                                 moskee het opwekken van lustgevoelens zoveel                   goed te kunnen doen. Hij gaat niet alleen voor in
                                                    mogelijk te vermijden, vooral na de wassing en                 gebed, maar hij heeft ook een bemiddelende en
Elke dag is de moskee geopend en komen de mos-      tijdens het gebed. Om alle misverstanden en ver-               steunende rol als er bijvoorbeeld huwelijksproble-          Vanuit die verzoenende rol organiseert de El Kabir
lims hier bidden. Al een uur voor aanvang lopen     leidingen te voorkomen, hebben we het hier zo                  men zijn of bij ziekte en verdriet.                         ook elk jaar een grote iftar-maaltijd. De moskee
de eerste mensen binnen. Ze zoeken een plaatsje     geregeld dat de mannen en de vrouwen elkaar                    Vroeger was de maatschappelijke rol van de mos-             brengt dan allerlei verschillende partijen bij elkaar
in de gebedsruimte en pakken een Koran van de       niet hoeven te zien.’                                          kee nog groter. Toen werden de ouderenzorg, de              om gezamenlijk het vasten te verbreken. Aan één
stapel of praten wat met elkaar. De meesten zijn                                                                   rechtshulp en andere sociale taken allemaal geor-           tafel zitten bij die gelegenheid moslims en buurt-
buurtbewoners. ‘In de Koran staat dat de mos-       Het gebed wordt geleid door de imam, de geeste-                ganiseerd door de moskee. Nu zijn daar gelukkig             bewoners, maar ook politie, rabbijnen, politici
lims moeten bidden in de moskee die het dichtst     lijk leider van de geloofsgemeenschap. Over de                 aparte organisaties en stichtingen voor gekomen,            en schrijvers. Voorzitter Echarrouti zegt over dat
bij hun huis is,’ vertelt Yassmine. ‘Tegenwoordig   taken van de imam zegt Yassmine: ‘Er is een vaste              die zelfstandig opereren en de moskee alleen nog            jaarlijkse evenement: ‘Wij zijn de oemma, de is-
wordt daar wat flexibeler mee omgegaan. Veel        imam in de moskee, maar hij wordt vaak maar                    als uitvalsbasis gebruiken.’                                lamitische gemeenschap. De kern van het geloof
moslims gaan bijvoorbeeld naar een moskee in de     voor een beperkte periode aangesteld. Soms ver-                                                                            is voor alle moslims hetzelfde: we lezen allemaal
buurt van hun werk, omdat dat praktischer is. De                                                                   Ook bij ernstige gebeurtenissen is de moskee de             de Koran en proberen ons te houden aan de vijf
ene moskee is ook strenger in de leer dan de an-                                                                   bindende kracht in de Marokkaanse gemeenschap.              zuilen. Maar ook voor andere culturen hebben wij
dere, en je zoekt naar een plek die bij je past.’                                                                  Als er maatschappelijke onrust is, zoals bijvoor-           respect. In de Koran staat: “Dien God … en wees
                                                                                                                   beeld na de moord op Theo van Gogh of als Geert             goed voor de ouders en ook voor de verwant, de
Net als in andere moskeeën bidden de vrouwen                                                                       Wilders met een uitspraak olie op het vuur gooit,           wezen, de behoeftigen, de verwante buur, de niet-
apart. De El Kabir is zo ingericht dat de mannen                                                                   neemt de moskee het voortouw en probeert ze de              verwante buur, de niet-verwante medeburger, hij
en vrouwen elkaar niet hoeven tegen te komen.                                                                      gemoederen te sussen en te bemiddelen tussen de             die onderweg is …” En dat proberen we hier in
Zo hebben de vrouwen een eigen ingang en woed-                                                                     partijen.                                                   praktijk te brengen.’
sommige punten verschilt. Soms botst dat. Zeinab zegt: ‘Op dit
                                                                                                      moment zijn de Marokkaanse jongeren een probleem in onze ge-
                                                                                                      meenschap. Er is een kleine groep die het verpest voor iedereen
                                                                                                      en zo krijgt de maatschappij een slecht beeld van de hele Marok-
                                                                                                      kaanse gemeenschap. Dat is natuurlijk wel jammer.
                                                                                                      Ik vind het dan ook goed dat er voor jongeren scholen zijn waar
                                                                                                      je Arabische les kunt volgen om zo je eigen cultuur beter te leren
                                                                                                      kennen en waar je leert hoe je je geloof kunt combineren met de
                                                                                                      westerse cultuur waarin we ook leven.

                                                                                                      De Nederlandse cultuur is in vergelijking met onze cultuur vrijer.
                                                                                                      Ik zou bijvoorbeeld nooit een vriendje mee naar huis kunnen
                                                                                                      nemen – als ik dat zou willen. Dat zijn de momenten waarop je
                                                                                                      wel verschillen merkt. Het is niet dat ik anders omga met mijn Ne-
                                                                                                      derlandse vriendinnen, maar het is wel zo dat ik met mijn Marok-
                                                                                                      kaanse vrienden en vriendinnen beter kan praten over ons geloof
                                                                                                      en onze cultuur.’
                                                                                                      Yassmine vult aan: ‘De westerse maatschappij lijkt wel vrijer, maar
                                                                                                      ik vind die vrijheid vaak een illusie. Misschien hoort bij die vrijheid
                                                                                                      ook wel losbandigheid. Je kunt van islamitische samenlevingen
                                                                                                                                           net zo goed zeggen dat ze vrij
                                                                                                                                           zijn – maar op een andere
                                                                                                                                           manier. Het is maar vanuit welk
                                                                                                                                           gezichtspunt je het bekijkt.’
                                                                                                                                           Zeinab: ‘Wat ik goed vind aan
                                                                                                                                           onze cultuur is dat we altijd voor
                                                                                                                                           elkaar klaar staan – de islam is
                                                                                                                                           warmer. Ook de familiebanden
                                                                                                                                           zijn erg belangrijk, terwijl in de
                                                                                                                                           westerse cultuur vaak het indi-
                         Het mooiste object in de moskee is de minbar. Voorin de ruimte staat deze
                                                                                                                                           vidu bovenaan staat. Volgens de
                         prachtige preekstoel, van waaraf de imam het gebed uitspreekt en de lezin-
                                                                                                                                           islam ligt het paradijs onder de
                         gen worden gehouden. Het is een kunstwerk, met ingelegd hout en sierlijke
                                                                                                                                           voeten van je moeder.’
                         ornamenten. De eerste minbar werd door de profeet Mohammed zelf gebruikt
                         om boven de menigte uit te komen, zodat ze hem beter konden zien en horen.
In de ontvangstruimte.
Een leesboekje van de jongste broer van Zeinab: spelenderwijs wordt de
islam uitgelegd.




               In de El Kabir-moskee is een koranschool waar de jongens en meisjes leren hoe je de Koran
               moet lezen en aan welke leefregels een goede moslim zich moet houden.
               Achter in de moskee is een klein boekwinkeltje waar lesmateriaal te verkrijgen is. Tegen de
               muur staan stapels dozen met boeken die net zijn binnengekomen: een geschenk van de Ma-
               rokkaanse koning voor landgenoten in het buitenland.
Tekstje over bidden en of over gastvrijheid...




In de moskeeën klinkt vijf maal per dag de oproep om te gaan bidden. De meeste moslims
gaan een paar keer per week naar de moskee, in ieder geval op vrijdag - in de Koran staat:
‘Vrijdag is voor de gelovigen zowel op de aardse wereld als in het hiernamaals een feestdag.’
Maar meestal wordt thuis gebeden. Ook bij Zeinab thuis klinkt regelmatig de iqaamah.
De vader rolt een kleedje uit en in de richting van Mekka bid hij samen met zijn zoontje.
Het is niet de bedoeling dat mannen en vrouwen in één ruimte bidden; de dames van het
gezin praten achterin de kamer rustig verder terwijl de mannen knielen.
Moslimjongeren die in de stad wonen hebben hun eigen cultuur
ontwikkeld. Ze combineren elementen van hun Marokkaanse of
Turkse achtergrond met westerse mode en muziek. Uit deze mix
van tradities en trends ontstaan nieuwe ideeën.
Zeinab bezoekt met een paar vriendinnen de tentoonstelling
Multiple M: Moslims, Mode en Muziek. Hier is kleding te zien, ont-
worpen door en voor moslimmeiden. Op de achtergrond klinkt de
muziek van rapper Salah Edin en aan de muur hangt een prachtige
fotoreportage die de nieuwe jongerencultuur in beeld brengt.
Cultuur Vereniging                                    centrum
                                                      In de Alevitisch Cultuur Vereniging worden niet alleen gebedsdien-
                                                      sten gehouden, maar ook andere activiteiten. Het is de stek voor
                                                      een grote groep Turkse alevieten die hier hun eigen cultuur bele-
                                                      ven. Zo zijn er volksdansgroepen en muzieklessen, en de mannen
                                                      kijken er elke zondag voetbal.
                                                      Sevim Incedal (17 jaar) is vaste bezoekster van het centrum. Op
                                                      haar schoudertas heeft ze buttons van Marx en Che Guevara. Trots
                                                      vertelt ze over het alevitisme en het centrum: ‘Ik kom ongeveer
Alevitische


                                                      twee keer per week naar de cultuurvereniging. De vereniging is
Rotterdam

                                                      mijn basis. Ik kom hier al van jongs af aan. De gemeenschap zelf
                                                      zie ik altijd terug, elke dag en overal. Als we elkaar niet in het
                                                      centrum zien, komen we elkaar wel tegen in de stad of gaan we bij
                                                      elkaar op bezoek.’

                                                      In Turkije waren de alevieten altijd een minderheid en konden ze
                                                      zich moeilijk organiseren. Sevim: ‘Vroeger waren de alevieten meer
                                                      verspreid en kenden ze elkaar niet. Maar de alevieten die naar Eu-
                                                      ropa zijn gekomen hebben elkaar opgezocht en zijn als organisatie
                                                      steeds groter geworden. Vooral in Duitsland wonen veel alevieten.
                                                      Tegenwoordig hebben we ook in Turkije meer vrijheid en proberen
                                                      we een eenheid te vormen.’

                                                      alevitisme
                                                      Binnen het alevitisme bestaan weinig strenge religieuze regels en
                                                      voorschriften. Het idee is dat een mens uiteindelijk altijd verant-




Langs het spoor in Rotterdam-Zuid staat een lange      gebedsdienst van de alevieten – een opvallende
rij bedrijfsgebouwen. Tussen een sportschool en        stroming binnen de islam, waarvan de meeste
een magazijn draagt een rommelig pand een bord         aanhangers uit Turkije komen.
met het opschrift ‘Alevitische Cultuur Vereniging’.
Voor de deur staan een paar vrouwen een siga-          Binnen de islam bestaan twee richtingen, die een
retje te roken en wat bij te praten. In de boven-      lange geschiedenis hebben. Na de dood van Mo-
zaal wachten ongeveer 150 mannen, vrouwen en           hammed, de profeet en de stichter van de wereld-
kinderen op het begin van de cem. De cem is de         godsdienst, ontstond er strijd over zijn opvolging.
                                                       De ‘volgers van de traditie’ (de soennieten) zeiden
                                                       dat de opvolger gekozen moest worden. Maar an-
                                                       deren geloofden dat Mohammed zelf de nieuwe
                                                       leider al had aangewezen, namelijk zijn neef Ali.
                                                       Zo ontstonden de ‘volgers van Ali’ (de sjiieten),
                                                       waar de alevieten bij horen.

                                                       In de zaal van het cultureel centrum is de dede
                                                       (letterlijk ‘opa’) gearriveerd, die de cem zal leiden.
                                                       Met aktetas en gekleed in driedelig pak betreedt
                                                       hij de gebedsruimte. Als de dede eenmaal voor in
                                                       de zaal zit, buigt iedereen als eerbetoon. De de-
                                                       de’s zijn de geestelijke leiders van de alevieten.
                                                       De functie wordt van vader op zoon (heel soms


                                                 De dede speelt op de saz.
woordelijk is voor zichzelf en zijn eigen daden. En dat betekent
                                                        ook dat een aleviet alle mensen accepteert zoals ze zijn, zonder
                                                        te letten op geloof of afkomst. Sevim zegt daarover: ‘De alevieten
                                                        nemen de Koran wel als uitgangspunt, maar het gaat er vooral om
                                                        een goed leven op aarde te hebben. In veel religies word je bang
                                                        gemaakt, maar dat gebeurt bij ons niet. Het alevitisme is niet
                                                        gericht op een leven na de dood. Leef nu maar goed op aarde, de
                                                        rest komt later wel.
                                                        We wachten ook niet op een dag des oordeels of wat dan ook. We
                                                        willen het goed hebben in het hier en nu. Het is misschien mak-
                                                        kelijk gezegd, maar het is eigenlijk veel moeilijker, want je moet
                                                        vooral van binnenuit leven. Ik kan mezelf wel aleviet noemen,
                                                        maar het gaat erom dat je vanbinnen ook zo gaat denken.
                                                        In het alevitisme gebeurt veel spontaan en vanzelf. Tijdens de
                                                        maaltijd zeg je als vanzelf de namen van de profeet en Ali. Vaste
                                                        tijden om te bidden hebben we ook niet – je moet het doen als je
                                                        het voelt.’




                                                                                                                                Sevim: ‘Vrouwen en mannen zijn binnen het alevitisme gelijk. Onder ale-
                                                                                                                                vieten zal nooit geaccepteerd worden dat een man belangrijker is dan een
                                                                                                                                vrouw, of andersom. Tijdens onze gebedsdiensten bidden mannen, vrouwen
                                                                                                                                en kinderen samen, want het gaat om de ziel en niet om het geslacht. Ieder-
                                                            Spontaan wordt de sema gedanst -de heilige dans van de Alevieten.   een is gelijk, niemand is meer of minder dan de ander.’
                                                                                                                                                                                                                                De gözcü, die de deur bewaakt.




op dochter) doorgegeven en van sommige dede’s            vreemdgaat. Wie zich daaraan houdt, is niet al-                                     zijn stem en er rollen tranen over zijn wangen.                  Twaalf mensen hebben tijdens de gebedsdienst een
gaat die lijn rechtstreeks terug tot Ali zelf. Ook de    leen een goede aleviet, maar ook een goed mens.                                     Ook de andere aanwezigen beginnen te huilen. De                  symbolische rol. Zo sprenkelt een van de twaalf
dede die in Rotterdam de dienst leidt, staat in een                                                                                          sfeer in de zaal is vol van verdriet. De historische             water over de aanwezigen, bedoeld als symboli-
lange lijn van voorgangers. Tijdens de cem wordt         Tijdens een lied dat de dede op de saz (een tradi-                                  gebeurtenis wordt beleefd of ze gisteren heeft                   sche reiniging. En een andere rol wordt gespeeld
die traditie steeds bevestigd met de aanroep: ‘Al-       tioneel snaarinstrument) speelt, springen opeens                                    plaatsgevonden. En op een bepaalde manier is dat                 door een oude man die bij de deur staat en op een
lah, Mohammed, Ali askina’, wat betekent: ‘Lief-         zes van de aanwezigen naar voren en beginnen in                                     ook zo, want ook in onze tijd hebben de gelovigen                stok leunt. Hij is de gözcü, het ‘oog’, die zorgt voor
de voor Allah, Mohammed en Ali’.                         een kring te dansen. Het is de semah, de heilige                                    het moeilijk. Nog in 1978 werden er in het gebied                de veiligheid door de ingang te bewaken. Maar hij
                                                         dans. Ze draaien in een steeds kleiner wordende                                     Kahramanmaras honderden alevieten vermoord.                      houdt ook toezicht op de orde in de zaal. Met zijn
Net als andere moslims geloven de alevieten dat er       cirkel waarbij ze hun ogen op de dede gericht                                       En hoewel de situatie in Turkije nu is verbeterd, is             stok geeft hij de aanwezigen een por als ze even
één God is, Allah, en dat Mohammed zijn profeet          houden. De dansers maken zeer geconcentreerd                                        er nog steeds godsdienstongelijkheid.                            niet opletten of wegdommelen. Ook de kinderen
is. Om de mensen terug te brengen op het rechte          de voorgeschreven bewegingen en raken in een                                                                                                         probeert hij in toom te houden, door de stok af en
pad heeft Allah aan Mohammed de Koran geopen-            soort trance. De semah mag ook eigenlijk niet een                                                                                                    toe dreigend op te heffen.
baard – het heilige boek van de islam. Hierin staat      dans worden genoemd, maar ze is voor de alevie-                                                           Vol van verdriet
beschreven hoe de gelovigen moeten leven om na           ten vooral een manier om met God in contact te                                                                                                       Aan het eind van de dienst is er een gezamenlijke
hun dood in de hemel te komen.                           komen.                                                                                                                                               maaltijd. Op ronde tafels wordt een geurige maal-
Voor de alevieten staat echter niet een boek, een                                                                                                                                                             tijd opgediend. Na de gebedsdienst, die uren heeft
ritueel of de profeet centraal, maar de mens. Ze         Als de dansers hun plaats weer hebben gevonden,                                                                                                      geduurd, heeft iedereen honger, maar niemand
hoeven zich dan ook niet streng aan de regels uit        begint de dede een langzaam lied waarin een diep-                                                                                                    begint met eten. Dat is om nog een keer het lijden
de Koran te houden. Het mag wel, maar je kunt            tepunt uit de geschiedenis van de alevieten wordt                                                                                                    van Hüseyin en zijn volgelingen te gedenken. Pas
ook een goede moslim zijn als je je eigen geweten        bezongen. In het jaar 680 werd bij Kerbela, een                                                                                                      als de dede zijn zegen heeft uitgesproken valt ie-
volgt. De belangrijkste leefregel voor de alevieten      plaats in het huidige Irak, Hüseyin vermoord, de                                                                                                     dereen aan op de maaltijd, die bestaat uit heerlijk
is dat je ‘je handen, tong en lendenen beheerst’,        zoon van Ali, samen met 72 van zijn volgelingen.                                                                                                     gekruid schapenvlees, Turks brood, dunne yog-
dat wil zeggen: niet steelt, niet roddelt en niet        Als de dede zingt over deze gebeurtenis, stokt                                                                                                       hurt en een stuk superzoet gebak als toetje.
gezin
‘Alevieten worden niet volgestampt met ideeën, ook niet in het gezin.
Mij is altijd meegegeven waar we vandaan komen en wat we zijn,
maar mijn ouders hebben me nooit opgedragen wat ik moet geloven
of denken. Ik heb het allemaal zelf opgezocht, uit eigen interesse.
Andere gelovigen gaan naar de moskee of kerk en krijgen daar hun
ideeën. Dat we niet regelmatig in de moskee bidden en op een ande-
re manier vasten wordt ons door andere moslims wel eens verweten.
Waarden en normen die voor mij met het alevitisme samenhangen,
hebben te maken met familie, dede’s en de gemeenschap. We heb-
ben in het gezin en de gemeenschap veel respect voor elkaar. Om
elkaar respect te geven heb je inzicht nodig, dat kun je niet leren.’

de Weg
Toch heeft het alevitisme ook een religieus doel, namelijk een Vol-
maakt Mens te worden. Om dit te bereiken moet je de Vier Poorten
doorgaan en de Tien Treden belopen. Elke trede is een stap op de
Weg, bijvoorbeeld ‘Geen schade toebrengen aan levende wezens en
de natuur’ of ‘Zoeken naar kennis en die delen met anderen’. Het uit-
eindelijke doel is dat je volledig inzicht krijgt in jezelf. Alevieten zeggen
ook dat je God kunt herkennen in het gezicht van de mensen... dat de
mens dus het evenbeeld van God is.
Sevim zegt daarover: ‘Als ik aan de Volmaakte Mens denk, denk ik
aan puurheid: anderen mooie zaken gunnen en tevreden zijn met wat
je hebt. Het gaat er daarbij om je diepste persoonlijkheid te vinden.
Maar het is moeilijk om het goede pad te ontdekken en te volgen.
Alevieten zeggen dat dit ‘nog dunner is dan een haar, nog scherper
dan een zwaard’.
Ik probeer mezelf te onthouden van slechte gedachten, en alleen
goede gedachten en gevoelens te hebben. Maar je moet het echt
willen en er tijd aan besteden. Het hoort diep vanuit je binnenste te
komen. Het leven is een geschenk waar je een hel van kunt maken,
maar ook een hemel.’




                                                                                Sevim zegt over de dede: ‘De dede is een expert op het gebied van de islam. Hij moet de Koran kunnen
                                                                                lezen en kunnen bidden. Hij moet op de hoogte zijn van de Vier Poorten en de Veertig Treden en moet
                                                                                proberen ze te volgen. Het hoeft hem niet te lukken, maar hij moet er wel naar streven. Sommige de-
                                                                                de’s doen dit fulltime, andere hebben er nog een baan bij als ambtenaar, leraar of automonteur.
                                                                                Tijdens de cem worden ook de geschillen in de gemeenschap besproken. De dede vraagt of er nog
                                                                                ruzies zijn waarin hij kan bemiddelen. Twee vrouwen komen naar voren en leggen hun probleem voor.
                                                                                Als iedereen zijn verhaal heeft gedaan, probeert de dede de partijen te verzoenen.
Tijdens de dienst is de zaal geladen van verdriet
Tijdens de gebedsdienst wordt in de keuken het eten voorbereid. Na de
dienst helpt Sevim bij het uitdelen.
De familie van Sevim.




Voor de sjiieten is Ali de opvolger van Mohammed, de profeet. Ali was niet alleen de
geestelijk leider van de eerste moslims, hij was ook leider van het leger van Mohammed.
Hij nam als aanvoerder en strijder deel aan verschillende oorlogen en kreeg daardoor zijn
bijnaam ‘de leeuw van God’. Op de schilderijen van Ali die in de cultuurvereniging han-
gen zie je hem vaak samen afgebeeld met een leeuw. Beroemd was ook zijn tweepuntig
zwaard, de zulfikar, dat nu als halssieraad door de alevieten wordt gedragen.
De sema wordt ook weleens uitgevoerd bij culturele manifestaties, zoals hier in een bibliotheek in Rotterdam.
Hindoeïsme
moksja
                                                       Avinash Janki (17 jaar) is een regelmatige bezoeker van de Sewa
                                                       Dhaam-tempel. Wat verlegen, maar tegelijk zelfbewust vertelt hij
                                                       over het hindoeïsme: ‘Het uiteindelijke doel van elke hindoe is om
Sewa Dhaam


                                                       moksja te bereiken. Wij geloven dat je ziel reïncarneert, dat wil
                                                       zeggen steeds opnieuw geboren wordt, tot je perfect bent. Wie
                                                       moksja bereikt, is verlost uit die kringloop.
                                                       Je kunt op verschillende manieren dat grote doel bereiken, name-
                                                       lijk via meditatie, of via werk. Maar moksja is ver weg, het is een
Den Haag


                                                       hele lange reis. Het doel is voor iedereen uiteindelijk hetzelfde,
                                                       maar dat is niet meteen ook een doel in dít leven. Mij gaat het er
                                                       nu om te werken voor mijn gemeenschap, en als je goed werkt
                                                       bereik je vanzelf je doel – vroeg of laat.’

                                                       mandir
                                                       In zijn ouderlijk huis, waar Avinash met zijn moeder en zus woont,
                                                       is een aparte kamer als mandir ingericht, compleet met een
                                                       prachtig altaar waarop godenbeelden, bloemen en heilige boeken
                                                       staan.
                                                       ‘Deze kamer noemen we ook een mandir, net als de grote tempel.
                                                       Ik heb het altaar naar eigen inzicht ingericht. Beneden staan de
                                                       godinnen, zoals Durga Mata. Daarboven heb ik de beelden gezet
                                                       van Shri Raam en Hanumanji, dat zijn voor mij de belangrijkste go-
                                                       den. Vishnu is de hoogste god, hij is onzichtbaar en onbereikbaar,




De oudste bekende godsdienst ter wereld is het
hindoeïsme. In het noorden van India, in de scha-
duw van het Himalayagebergte, werden 5000 jaar
geleden goden aanbeden met offers en rituelen.
Nu, een kleine eeuwigheid later, staan diezelfde
opperwezens nog steeds op het altaar van de Sewa
                                                                                                                             ‘Met het feest Raksha bandham krijgen jongens van hun zus of nichtjes een bandje
Dhaam-tempel in de Haagse Schilderswijk.
                                                                                                                             om hun pols gebonden. Zo’n bandje heet een raakhi. De meisjes laten zo zien van
                                                                                                                             wie ze hulp en bescherming verwachten en aan wie ze zich willen binden. Eigenlijk is
Voor in deze mandir staan op een verhoging tien-
                                                                                                                             het alleen voor broer en zus, maar omdat onze familie zo hecht is komen de nichtjes
tallen godenbeelden, met daartussen kleurige            hindoes is hij de ideale mens en de incarnatie van
                                                                                                                             ook meedoen. Vroeger bond iedereen elkaar. Het werd gezien als een gemeen-
schilderijen, glanzend gepolijste stenen, exotische     de allerhoogste god Vishnu Bhagwaan.
                                                                                                                             schapsfeest. De raakhi staat symbool voor verbondenheid met de samenleving…’
schelpen en wierookbranders – maar ook plastic
bloemen en kerstverlichting. Het altaar is een spek-    De goden zijn de bewoners van een hogere, gees-
takelstuk waar je niet snel op uitgekeken raakt.        telijke wereld. Ondanks de onmetelijke afstand
De hindoegoden zijn gekleed in jurken van gebor-        tussen hun hemel en onze aarde is het mogelijk
duurde stof en prachtig beschilderd, waardoor ze        om de goden te leren kennen. Je kunt ze bereiken
er levensecht uitzien. Het zijn onder andere Hanu-      door offers te brengen of door ze aan te roepen in
manji, de helper van goden en mensen, met het           gebeden. En als ze je goed gezind zijn, zullen ze
hoofd van een aap en het lichaam van een mens.          luisteren en je helpen.
En Ganesh, de god van kennis en wijsheid, die           Maar de hemelbewoners zijn voor de hindoes
wordt afgebeeld als een rondbuikige olifant die         zichtbaar en onzichtbaar tegelijk. De goden zijn
zich laat vervoeren door een muis. Of de schitte-       niet alleen een soort supermensen, maar ze heb-
rende Shri Raam met zijn blauwe huid – voor de          ben ook een symbolische betekenis. Ze staan bij-
maar om de mensen te helpen neemt hij soms een menselijke
                                                      vorm aan. Shri Raam is zo’n incarnatie. Hij is op aarde gekomen
                                                      om de mensen te vertellen hoe je moet leven, volgens welke
                                                      voorschriften.
                                                      En Hanumanji is de dienaar van Shri Raam. Hij laat zien hoe je de
                                                      goden moet vereren en dienen. Met Hanumanji heb ik een speci-
                                                      ale band. Hij wordt omschreven als: bron van onmetelijke kracht,
                                                      grote held, dappere strijder, die een lichaam heeft als diamant,
                                                      die kwade gedachten verdrijft en het goede omarmt, oceaan van
                                                      wijsheid en deugd.
                                                      Ik wil ook graag de gemeenschap dienen zoals Hanumanji zijn heer
                                                      Shri Raam dient. Ik vind het aspect van het hindoeïsme dat zich
                                                      richt op de maatschappij, op de omgeving, het belangrijkst. Ik vind
                                                      dat eigenlijk belangrijker dan de rituelen die worden uitgevoerd. Ik
                                                      ben zelf ook meer een man van daden. Ik probeer mijn medemen-
                                                      sen te helpen en niet alleen aan mezelf te denken.’

                                                      voorouders
                                                      Op de hoogste tree van het altaar van Avinash staan foto’s van zijn
                                                      voorouders. Tijdens de poedja worden de voorouders bedankt voor
                                                      alles wat ze voor hun kinderen en voor de mensheid hebben ge-
                                                      daan. Avinash zegt daarover: ‘Op het altaar staan mijn grootouders
                                                      en andere overleden familieleden. In het midden staat een portret
                                                      van mijn vader, die is drie jaar geleden overleden. Het eren van
                                                      je voorvaderen doe je om ze te bedanken dat ze dit alles mogelijk
                                                      hebben gemaakt, want zonder hen was je er niet geweest.’

                                                      poedja                                                                    Op het huisaltaar van Avinash liggen verschillende boeken. Er is in het
                                                      Elke dag doet Avinash een poedja in zijn mandir. ‘Hier gebeurt            hindoeïsme niet een boek dat het belangrijkst is, maar er is een hele biblio-
                                                      hetzelfde als in de tempel, alleen doe je het nu voor jezelf. Wat je      theek van heilige boeken. Daarvan neemt de Ramayana voor de meeste
                                                      tijdens de poedja thuis doet is vrij: ieder doet het voor zich, op zijn   hindoes een belangrijke plaats in. De Ramayana gaat over religie, maar ook
                                                      eigen manier. Je kunt het heel uitgebreid doen, maar ook eenvou-          over opvoeden, over gezinsleven, over de rechten en plichten van de gelovi-
                                                      dig houden.                                                               gen en over de manier waarop de goden geëerd moeten worden. Het is een
                                                                                                                                soort handleiding voor het leven.
  Brahman is een van de belangrijkste goden                                                                                                                                                                              De pandit is het middelpunt van de gemeen-
  uit het hindoeïsme, hij is de oorsprong van                                                                                                                                                                            schap en betrokken bij alle belangrijke momen-
  de schepping.                                                                                                                                                                                                          ten in het leven van de hindoes.

voorbeeld voor ‘het vrouwelijke’, ‘de wijsheid’ of                                                                                           Pas als in de tweede helft van de avond de pandit                  de liefde van moeders voor hun kinderen en fami-
‘de eeuwigheid’. Ze zijn zo de afspiegeling van de                                                                                           binnenkomt, richt iedereen zijn aandacht op de ce-                 lie. Maar voor een groepje meiden op de achterste
krachten in de natuur en in het universum, maar                                                                                              remonie. De pandit is opgeleid in de hindoereligie                 bank duurt het allemaal te lang – om de twee mi-
dan voorgesteld als een persoon. De hindoes aan-                                                                                             en -filosofie. Hij kent de rituelen en hun betekenis               nuten kijken ze op hun mobieltje om te zien of de
bidden dan ook niet zozeer de beelden zelf, maar                                                                                             en zorgt ervoor dat ze goed worden uitgevoerd.                     tijd al een beetje opschiet.
veel meer de ideeën áchter de beelden.                                                                                                       Maar hij heeft ook een sociale functie. Hij is het
                                                                                                                                             middelpunt van de gemeenschap en betrokken                         Het indringendste moment is misschien wel het
Elke zondag en op bijzondere dagen wordt in de                                                                                               bij alle belangrijke momenten in het leven van de                  einde van de dienst. Tijdens het zingen van een
tempel een poedja gedaan. Poedja is de verzamel-                                                                                             hindoes, zoals geboorte, huwelijk en overlijden.                   lied waarmee om de zegen van de goden wordt
naam voor alle rituelen die bij het hindoeïsme ho-     kleding staan ze voor het altaar en bieden de go-                                     Gehuld in een oranje doek die is bedrukt met hei-                  gevraagd, wordt op een schelp geblazen, de sank,
ren. Zo’n ritueel kan bestaan uit zang, dans, een      den opgemaakte offerschalen aan, met fruit, krui-                                     lige teksten, neemt hij plaats tussen de goden op                  en op een groot, koperen bekken geslagen. Het is
gebed of meditatie en wordt gehouden om de go-         den en rijst. Ook wordt met een prachtige waaier                                      het altaar.                                                        een soort oermuziek, die je duizenden jaren mee
den te plezieren en ze uit te nodigen om in ons        van pauwenveren de beelden koelte toegewuifd.                                                                                                            terugneemt in de tijd …
midden plaats te nemen. Een van de vele feesten                                                                                              In zijn lezing roemt de pandit de vrouw en haar
op de hindoekalender is Navraatri, dat gewijd is       Tijdens het ritueel begint de tempel vol te lopen en                                  rol in het gezin. Maar ook haar geestelijke kant
aan Durga Mata. Durga Mata is de godin van de          al snel is er geen plaats meer vrij. De laatkomers                                    wordt benadrukt. In het hindoeïsme bezit de
natuur en symbool van de vrouwelijke energie.          krijgen een krukje aangereikt en zoeken een van                                       vrouw meer shakti (spirituele kracht) dan de man
Negen nachten komen de gelovigen tijdens Na-           de laatste lege plekjes in het gangpad. De sfeer in                                   en zo heeft ze altijd een voorsprong als het gaat
vraatri bij elkaar om elke keer een ander aspect       de tempel is heel ontspannen. Sommige bezoekers                                       om religieuze zaken.
van de godin te vereren. In de tweede nacht gaat       concentreren zich op het altaar, maar anderen zit-                                    De lezing van de pandit duurt lang: anderhalf uur
het om het moederschap. Om zeven uur ‘s avonds,        ten omgedraaid in de banken met elkaar te praten.                                     is hij onafgebroken aan het woord. De hele zaal is
als de tempel nog helemaal leeg is, beginnen en-       Weer anderen lopen door de zaal en helpen bij het                                     nu muisstil en vol aandacht en sommige vrouwen
kele toegewijden de poedja. In traditionele Indiase    bereiden van de offerschalen.                                                         pinken een traan weg als de pandit het heeft over
Ik zit hier elke ochtend voor ik naar school ga. Tijdens het ritueel
                                               zeg ik gebeden voor de goden en mijn voorouders. Mijn ritueel
                                               duurt een klein kwartiertje. Ik heb houvast aan het ritueel; het
                                               geeft me een goed gevoel als ik hier even heb gezeten.
                                               Ik denk dat het geloof mij inzicht geeft in het leven. Hoe leef je
                                               een waardig leven? Hoe is dit alles ontstaan? Dat soort vragen
                                               wordt beantwoord door de leer van het hindoeïsme en als ik geen
                                               geloof had, dan zou ik dat zeker gemist hebben.’




                                                                                                                      ‘Ik word wel eens gevraagd om wat in de mandir te vertellen.
                                                                                                                      Dan bereid ik het een beetje voor en zet ik wat op papier. Maar soms
                                                                                                                      roept de pandit je onverwacht naar voren. Dan schieten de zenuwen er
                                                                      Avinash in zijn mandir thuis.                   wel eens in. Maar meestal gaat het goed.’




De Hindoestanen kwamen in de 19de eeuw vanuit India naar Suriname om
als contractarbeiders op de plantages te werken. Velen van hen keerden na
verloop van tijd weer terug naar India, maar anderen bleven in Suriname en
bouwden daar een nieuw leven op. In 1975, na de onafhankelijkheid van Suri-
name, kwamen veel Hindoestanen naar Nederland, omdat ze als minderheid
hun toekomst in Suriname te onzeker vonden. Bijna alle Hindoestanen zijn
aanhanger van de Sanatan Dharma, de traditionele vorm van het hindoeïsme.
In maart wordt het hindoeïstische lentefeest gevierd. Het Holi-feest begint
met het verbranden van een rieten pop die de heks Holika voorstelt. Hiermee
worden alle negatieve dingen achtergelaten en kan een nieuwe start worden
gemaakt. Daarna trekken de hindoes in een optocht door de stad, waarbij ieder-
een gekleurd poeder over zich heen krijgt en met parfum wordt besprenkeld.
De koffiekamer van de tempel voor,
tijdens en na het Holi-feest.




                                     In de gymzaal van een basisschool komt iedere donderdagavond de jeugd-
                                     vereniging Shakha bij elkaar. Tijdens de bijeenkomst wordt gezongen en
                                     worden er spelletjes gedaan, waarbij de hindoecultuur als een rode draad
                                     door alle activiteiten loopt. Avinash is een van de leiders. Hij zegt over de
                                     jeugdvereniging: ‘Shakha richt zich op Hindoestaanse jongeren en we leren
                                     ze spelenderwijs meer over hun cultuur en geloof. We doen dat door middel
                                     van spelletjes, sport en verhalen over geschiedenis en cultuur.’
Voor in de tempel zit een muziekgezelschap met traditionele Indiase instru-
menten, zoals tabla’s (kleine trommels die met de vingers en de handpalmen
worden bespeeld) en een samvadini (een klein orgel met een blaasbalg).
Samen met een zangeres begeleiden de muzikanten de dienst.
Samen met zijn moeder.




                                                   Avinash met een beeldje van Hanumanji.




                         Een wand in de slaapkamer van Avinash met hindoegoden en de godenzonen van Ajax.
familie
Sri Krishna

                                                 Pradyumna Das is een van de jongste volgelingen in de tempel.
                                                 Hij is 14 jaar en bijna elke zondag komt hij met zijn ouders naar
Den Haag
                                                 de tempel om mee te feesten. Pradyumna is opgegroeid met de
                                                 Krishna-beweging. ‘Ik ben geboren in Nederland, maar mijn moeder
                                                 komt uit India. Ze was in India ook al een volgelinge van Krishna.
                                                 Later hebben we nog in Suriname gewoond. Daar was ook een
                                                 tempel waar we regelmatig kwamen. We gingen dan vaak naar
Dhaam


                                                 buiten om op straat te chanten.’
                                                 Pradyumna en zijn familie zijn niet alleen in de tempel met hun ge-
                                                 loof bezig: ‘We hebben een groot altaar in de huiskamer en brengen
                                                 elke dag offers. We bieden Krishna dan geschenken aan, zoals fruit
                                                 en bloemen.’

                                                 de allerhoogste God
                                                 Binnen het hindoeïsme is de Hare Krishna-beweging een opval-
                                                 lende stroming. De meeste hindoes geloven dat er verschillende
                                                 goden bestaan, maar Hare Krishna’s stellen één god boven alle
                                                 andere. Pradyumna: ‘Krishna is de allerhoogste God. De andere
                                                 goden zijn halfgoden en de dienaren van God, maar Krishna is de
                                                 allerbelangrijkste.




                                                   Tegen de achtermuur in de tempelruimte staat een
                                                   altaar waar tijdens de dienst alle aandacht op ge-
                                                   richt is. Tussen een pracht aan bloemen en om-
                                                   kleed met glanzende Indiase stof waarin goud- en
                                                   zilverdraadjes zijn verwerkt, staat hier een schil-
                                                   derij in zachte pastelkleuren. Het stelt Krishna
                                                   voor die in extase met vier volgelingen danst.
                                                   Voordat de dienst begint wordt het altaar, dat al-
                                                                                                                       Aan de muur in de tempel hangt een geborduurde doek met daarop de mantra.
                                                   leen betreden mag worden door enkele vrouwelij-
                                                                                                                       Bezoekers die voor het eerst in de tempel komen, krijgen een japa-mala aange-
                                                   ke aanhangers, netjes gemaakt en ingericht. Verse
                                                                                                                       boden en worden uitgenodigd om mee te chanten. De mantra bestaat eigenlijk
                                                   bloemen worden neergezet en er worden bloe-
                                                                                                                       maar uit drie woorden en heeft de volgende betekenis: ‘O energie van de Heer
                                                   menkransen om het schilderij gehangen.
                                                                                                                       (Hare), O al-aantrekkelijke Heer (Krishna), O allerhoogste Genieter (Rama),
                                                                                                                       laat me U alstublieft toegewijd dienen.’
                                                   Langzaam druppelen de bezoekers binnen. De
                                                   mannen zoeken een plaats voor in de tempel en
                                                   de vrouwen, van wie de meesten een Indiase sari
Vroeger moet het een winkel zijn geweest, maar     dragen, zitten achterin.
nu is het pand in de Haagse Weimarstraat inge-     Zonder dat je er erg in hebt begint de dienst met
richt als een tempel van de Hare Krishna-bewe-     een zacht gezang: Hare Krishna, Hare Krishna,
ging. Elke zondag wordt hier een feest gegeven     Krishna Krishna, Hare Hare, Hare Rama, Hare
en komen tientallen volgelingen bij elkaar om      Rama, Rama Rama, Hare Hare. Steeds opnieuw,
urenlang met gezang en gebeden de Indiase god      keer op keer, wordt de god met dezelfde woorden
Krishna te eren.                                   aangeroepen. Langzaam wordt het gezang luider
We geloven dat we steeds opnieuw geboren worden; als je in het                      games, en dat maakt het soms moeilijk. Deze manier om Krishna
                                                       vorige leven je doel niet hebt bereikt, dan kom je weer terug om                    te bereiken door veel te chanten en steeds aan hem te denken,
                                                       je werk af te maken. Vooral als je streeft naar materiële dingen,                   noemen we bhakti yoga. Dat is een vorm van yoga die je mis-
                                                       word je steeds opnieuw geboren – pas als je dat allemaal loslaat,                   schien het beste kunt omschrijven als liefdevolle overgave.’
                                                       kun je terugkomen bij Krishna. Ons hoogste doel is om tot Krishna
                                                                                                                                           geestelijk leraar
                                                       te komen; terug naar God, terug naar huis. En de kortste weg om
                                                       Krishna te bereiken is door te chanten.                                             Om verder te komen met hun geestelijke ontwikkeling hebben alle
                                                       Chanten is een soort meditatie waarbij je je gedachten op Krishna                   Krishna-volgelingen een geestelijke leraar. De leraar van Pra-
                                                       richt. Je moet je concentreren, maar juist als je aan het chanten                   dyumna Das heet voluit Srila Bhakti Bibudha Bodhayan Maharaj
                                                       bent ga je vaak aan andere dingen denken, aan geld of computer-                     en woont in India.




                                                     Veel van de geestelijken van de Hare Krishna-beweging reizen regelmatig naar
                                                     andere tempels om onderricht te geven. Pradyumna heeft zo al verschillende
                                                     leraren ontmoet: ‘Ik spreek ook regelmatig andere geestelijke leraren. Ik heb
                                                     een schriftje met foto’s van die ontmoetingen. En ze schrijven dan een zegen
                                                     voor me die ik erbij plak. Deze zegen heb ik gekregen van een leraar in Radha-
                                                     desh, een grote tempel in België. Hij schrijft: “Je voelt je als vanzelf aangetrok-
                                                     ken tot Krishna en je hebt veel talenten om Hem mee te dienen. Je zult een
                                                     goede volgeling zijn van de Heer en de boodschap van Krishna uitdragen.” ’            Srila Bhakti Bibudha Bodhayan Maharaj, de geestelijk leraar van Pradyumna.
      De moeder van Pradyumna.




en wordt de mantra sneller en sneller uitgespro-          Na het chanten geeft de swami een lezing. Ont-                                               kunnen alleen vrede en geluk vinden als we be-               dragen de kleren die ze willen. Maar ze proberen
ken (een mantra is een heilige gebedsregel, en            spannen zittend op de grond vertelt hij zijn ver-                                            vrijd worden uit die cirkel van geboren worden,              wel bij alles wat ze doen Krishna te eren en aan
het herhalen van een mantra wordt met een aan             haal. ‘We leven in een materiële wereld met al-                                              leven, sterven en weer geboren worden. Eigenlijk             hem te denken. En ze proberen zo vaak mogelijk
het Engels ontleend woord chanten genoemd.) De            lerlei verleidingen. Zolang we ernaar streven om                                             willen we het liefst terug naar God, naar Krishna;           de mantra te chanten: thuis voor hun huisaltaar,
tempelgangers gebruiken nu kleine, koperen bek-           deze materiële behoeften te bevredigen, zullen                                               we willen zijn eeuwige woning bereiken. In het               maar ook tijdens het werk of als ze boodschappen
kens om hun aanroep kracht bij te zetten. Na een          we steeds opnieuw geboren worden. Toch moeten                                                heilige boek Bhagavad-gita staan de woorden van              doen.
uur chanten is het winkelraam al flink beslagen           we bedenken dat we niet dit tijdelijke materiële                                             Krishna neergeschreven en vertelt hij ons hoe we
door het enthousiasme van de tempelbezoekers.             lichaam zijn, maar juist een spirituele ziel. We                                             kunnen ontsnappen uit de materiële wereld: ‘En               Het feest in de tempel wordt afgesloten zoals het
                                                                                                                                                                                                                    begon, met het zingen van de naam van Krishna.
                                                                                                                                                       iedereen die in het uur van zijn dood, wanneer hij
De tempeldienst wordt geleid door swami Jana-                                                                                                                                                                       De toegewijden staan nu dansend in de tempel-
                                                                                                                                                       zijn lichaam verlaat, aan mij denkt, komt onmid-
kinatha Dasa. Janakinatha Dasa is een reizende                                                                                                                                                                      ruimte en het chanten klinkt nog indringender
                                                                                                                                                       dellijk tot mij. Dit lijdt geen twijfel.’
Hare Krishna-volgeling die al zijn materiële bezit-                                                                                                    Dus als we zijn naam maar keer op keer noemen,               en feller als de eerste keer. Met trommels en een
tingen heeft opgegeven en volgens strikte regels                                                                                                       kunnen we naar hem terugkeren. Zoals een kind                klein harmonium wordt het gezang begeleid: Hare
leeft – hij eet geen vis, vlees of eieren, onthoudt                                                                                                    huilt om zijn moeder, zo huilen we om Krishna                Krishna, Hare Krishna, Krishna Krishna, Hare
zich van seks en gebruikt geen drugs, ook geen                                                                                                         als we chanten. We moeten bij het chanten dan                Hare...
koffie en thee. Hij is gekleed in traditionele Indi-                                                                                                   ook zijn naam vol overgave uitspreken; onze ge-
ase kleding en zijn hoofd is kaalgeschoren, op een                                                                                                     dachten moeten bij alles wat we doen op Krishna              Maar dan is het feest nog niet voorbij. Tijdens de
kleine haarstreng aan zijn kruin na. Hieraan zal                                                                                                       gericht zijn.’                                               ceremonie dringt de zoet-weeë geur van kerrie en
Krishna zijn ziel na zijn overlijden naar zich toe                                                                                                                                                                  rijst al binnen in de tempelruimte. Elke dienst ein-
trekken – figuurlijk gesproken dan.                                                                                                                    Behalve uit een kleine groep ingewijden bestaat              digt met een gezamenlijke maaltijd. Tijdens het
                                                                                                                                                       de Krishna-beweging uit een groot aantal volgelin-           eten wordt er gelachen en gepraat. Pas daarna ver-
                                                                                                                                                       gen die je op straat niet als zodanig zou herken-            laten de tempelgangers, geestelijk en lichamelijk
                                 swami Janakinatha Dasa
                                                                                                                                                       nen. Ze hebben een baan of gaan naar school en               voldaan, de tempel.
Pradyumna vertelt: ‘Mijn geestelijke leraar woont ver weg en ik zie
                                                                                                              hem niet vaak, maar ik heb wel regelmatig contact met hem. Heel
                                                                                                              soms komt hij naar Nederland en dan logeert hij bij ons.
                                                                                                              Het is genade als zo’n belangrijke man bij je logeert. Er zijn maar
                                                                                                              een paar van zulke geestelijke leraren, dat maakt hem heel
                                                                                                              bijzonder. Hij is voor ons een voorbeeld, maar zelf is hij juist heel
                                                                                                              nederig. Hij is ook een soort vader voor me en hij heeft me een
                                                                                                              nieuwe naam gegeven: Pradyumna, naar een van de zonen van
                                                                                                              Krishna. Het is goed om soms een nieuwe naam aan te nemen,
                                                                                                              dan kun je breken met je fouten uit het verleden en als het ware
                                                                                                              weer met een schone lei beginnen.
                                                                                                              Bodhayan Maharaj geeft me instructies; hij vertelt welke gebeden
                                                                                                              ik moet zeggen en welke offers ik moet brengen. Ook zegt hij hoe
                                                                                                              vaak ik de mantra moet chanten. Hij helpt me op deze manier
                                                                                                              met mijn geestelijk leven en ik kan hem alles over Krishna vragen.
                                                                                                              Meestal hebben we contact via de computer. Bodhayan Maharaj
                                                                                                              heeft een laptop en via skype en e-mail houdt hij contact met zijn
                                                                                                              leerlingen. De meesten wonen en Rusland en Brazilië; eigenlijk
                                                                                                              zijn er in Europa en Amerika niet zoveel.’

                                                                                                                                                  ‘Dit is een ketting met 108 kralen; hij
                                                                                                                                                  wordt japa-mala genoemd. De steen-
                                                                                                                                                  tjes stellen de vrienden en vriendin-
                                                                                                                                                  nen van Krishna voor. Bij elk steentje
                                                                                                                                                  dat door je vingers glijdt, zeg je één
                                                                                                                                                  keer de mantra. ‘Ik chant elke dag
                                                                                                                                                  ongeveer vijf rondjes, dat is omdat ik
                                                                                                                                                  overdag naar school moet. Als ik vrij
                                                                                                                                                  ben, heb ik de hele dag voor me en
                                                                                                                                                  dan chant ik wel zestien rondjes. Het
                                                                                                                                                  kost me niet heel veel tijd, een rondje
                                                                                                                                                  duurt bij mij ongeveer vijf minuten.
                                                                                                                                                  Niet om er snel vanaf te zijn, maar ik
                                                                                                                                                  kan het gewoon goed.’




In 1965 arriveerde Sri Srimad A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupada in New York. Met niet veel meer
bij zich dan een paar dollar, een paraplu en een koffer met boeken stapte hij van de boot die hem van
India naar Amerika had gebracht. Srila Prabhupada, zoals hij kortweg wordt genoemd, had van zijn
geestelijke leraar de opdracht gekregen het Krishna-bewustzijn naar het westen te brengen. In een
park begon hij te chanten en zo trok hij de aandacht van de voorbijgangers. Langzaam groeide het
aantal volgelingen en in twaalf jaar tijd – hij overleed in 1977 – wist hij de Hare Krishna-beweging uit te
bouwen tot een wereldwijde organisatie met 108 tempels en 200.000 volgelingen. De Hare Krishna’s
bewijzen Srila Prabhupada alle eer. Op elk altaar is hij aanwezig en zijn naam wordt ook tijdens de cere-
monie steeds genoemd.




                                                                                                                       De geestelijke leraar van Pradyumna komt weleens in Nederland. Hij geeft dan lezingen en ontvang zijn leerlingen.
Pradyumna met een beeldje van Krishna.

Contenu connexe

En vedette

BETERRABA: DO PLANTIO À COMERCIALIZAÇÃO
BETERRABA: DO PLANTIO À COMERCIALIZAÇÃOBETERRABA: DO PLANTIO À COMERCIALIZAÇÃO
BETERRABA: DO PLANTIO À COMERCIALIZAÇÃOAgricultura Sao Paulo
 
PALESTRAS E POWERPOINT - Técnicas para apresentações públicas e reuniões emp...
PALESTRAS E POWERPOINT -  Técnicas para apresentações públicas e reuniões emp...PALESTRAS E POWERPOINT -  Técnicas para apresentações públicas e reuniões emp...
PALESTRAS E POWERPOINT - Técnicas para apresentações públicas e reuniões emp...SergioTikuman
 
Top Down Network Design - ebrahma.com
Top Down Network Design - ebrahma.comTop Down Network Design - ebrahma.com
Top Down Network Design - ebrahma.comPawan Sharma
 
Talento Humano
Talento HumanoTalento Humano
Talento HumanoRafaelR11
 
Geologia aplicada-a-la-ingenieria-civil
Geologia aplicada-a-la-ingenieria-civilGeologia aplicada-a-la-ingenieria-civil
Geologia aplicada-a-la-ingenieria-civilrodrigo fernandez
 
Stakeholders [geduvel~®]
Stakeholders [geduvel~®]Stakeholders [geduvel~®]
Stakeholders [geduvel~®]geduvel7317
 
Clases De Palabras I
Clases De Palabras IClases De Palabras I
Clases De Palabras Iconch
 
Los Pronombres
Los PronombresLos Pronombres
Los Pronombrescaucoto
 
Choice theory reality therapy
Choice theory reality therapyChoice theory reality therapy
Choice theory reality therapykdotsonblake
 
Journal ikea - case study
Journal   ikea - case studyJournal   ikea - case study
Journal ikea - case studyTeles Fernandez
 

En vedette (15)

Hemolytic anemias
Hemolytic anemiasHemolytic anemias
Hemolytic anemias
 
Costos estandar
Costos estandarCostos estandar
Costos estandar
 
BETERRABA: DO PLANTIO À COMERCIALIZAÇÃO
BETERRABA: DO PLANTIO À COMERCIALIZAÇÃOBETERRABA: DO PLANTIO À COMERCIALIZAÇÃO
BETERRABA: DO PLANTIO À COMERCIALIZAÇÃO
 
PALESTRAS E POWERPOINT - Técnicas para apresentações públicas e reuniões emp...
PALESTRAS E POWERPOINT -  Técnicas para apresentações públicas e reuniões emp...PALESTRAS E POWERPOINT -  Técnicas para apresentações públicas e reuniões emp...
PALESTRAS E POWERPOINT - Técnicas para apresentações públicas e reuniões emp...
 
neurological disorders
 neurological  disorders neurological  disorders
neurological disorders
 
Top Down Network Design - ebrahma.com
Top Down Network Design - ebrahma.comTop Down Network Design - ebrahma.com
Top Down Network Design - ebrahma.com
 
Talento Humano
Talento HumanoTalento Humano
Talento Humano
 
Geologia aplicada-a-la-ingenieria-civil
Geologia aplicada-a-la-ingenieria-civilGeologia aplicada-a-la-ingenieria-civil
Geologia aplicada-a-la-ingenieria-civil
 
Stakeholders [geduvel~®]
Stakeholders [geduvel~®]Stakeholders [geduvel~®]
Stakeholders [geduvel~®]
 
RFID
RFIDRFID
RFID
 
El sustantivo
El sustantivoEl sustantivo
El sustantivo
 
Clases De Palabras I
Clases De Palabras IClases De Palabras I
Clases De Palabras I
 
Los Pronombres
Los PronombresLos Pronombres
Los Pronombres
 
Choice theory reality therapy
Choice theory reality therapyChoice theory reality therapy
Choice theory reality therapy
 
Journal ikea - case study
Journal   ikea - case studyJournal   ikea - case study
Journal ikea - case study
 

Binnenstebuiten3

  • 1. Zeinab El Ksaihi El Kabir-moskee familie Zeinab (17 jaar) en haar zus Yassmine (22 jaar) wonen, samen met een broertje, bij hun ouders in Amsterdam-Noord, in een ge- Amsterdam zellige eengezinswoning. Vader en moeder zijn in de jaren zeventig van de vorige eeuw vanuit Marokko naar Nederland gekomen om hier te werken en een bestaan op te bouwen. De twee meiden zijn geboren en getogen in Amsterdam en in de woonkamer, die is ingericht in Marokkaanse stijl met lange banken en veel kussens, vertellen ze honderduit. Zeinab zegt: ‘Wij zijn wel opgevoed met de Koran, maar onze ouders zijn niet superstreng; ze laten ons in veel dingen de vrije keus. Er wordt ons wel verteld dat God overal is en dat hij alles ziet, maar belangrijker zijn toch de normen en waarden die je wor- den meegegeven: wees goed voor je buren en je medemensen, roddel niet, steel niet – eigenlijk de normale dingen. Het geloof speelt in mijn leven wel een rol, maar het is voor mij niet zo belangrijk als voor Yassmine. Ik heb wel altijd op een islamitische school gezeten en op zaterdag ging ik naar de ko- ranschool – daar leer je Arabisch en krijg je uitleg over de islam. Sinds een tijdje ben ik weer begonnen met bidden; dat vind ik toch het mooiste en het belangrijkste.’ wanden zijn bedekt met geornamenteerde tegels en al het houtwerk is voorzien van handgesneden versieringen. In de gebedsruimte zelf ligt een hoogpolig, rood tapijt. Als je erop staat, zakken je tenen in de zachte wol (in de moskee mag je geen schoenen dragen). De twee grote lichtkoepels waardoor het daglicht binnenkomt, zijn ingelegd met gekleurd glas en voorin de ruimte staat de minbar: een preekstoel, waarin tientallen houtsoorten zijn ver- werkt. De versierde zuilen die het plafond dragen, AAls je aan een Marokkaanse Amsterdammer maken het beeld compleet. vraagt waar ‘dé moskee’ is, zal hij je zonder twij- fel naar de El Kabir-moskee sturen – het mooiste Voorzitter van de moskee is Mohamed Echar- en belangrijkste islamitische gebedshuis van de routi. Samen met Yassmine El Ksaihi, die lid is hoofdstad. Elke dag komen hier honderden mos- van de overkoepelende organisatie van moskeeën lims en moslima’s bij elkaar om te bidden. (ummon), ontvangt hij zijn gasten in de stijlvolle lounge. Terwijl de voorzitter zijn gasten een glas De buitenkant van de moskee is een rommeltje zoete Marokkaanse thee inschenkt, vertelt hij trots – de verf bladdert van de muren en een glazen over de moskee: ‘De moskee bestaat al langer, ruit boven de deur wordt met plakband bij elkaar maar vanaf 1985 zijn we in dit pand gehuisvest. gehouden –, maar binnen is alles even verzorgd De afgelopen drie jaar hebben we verbouwd en en mooi. De vloer is van glanzend marmer, de het werk is nu bijna klaar. Alle materialen die we
  • 2. hoofddoek Zeinab zegt over de hoofddoek: ‘Ik draag nu geen hoofddoek; dat zou niet passen bij de strakke kleren die ik meestal kies en bij mijn manier van leven op dit moment. Ik denk niet dat mijn omge- ving het nu van me verwacht – ze zouden verbaasd zijn als ik het zou doen. Maar aan de andere kant stimuleren mijn Marokkaanse vriendinnen die wel een hoofddoek dragen het ook weer. Ik weet van mezelf dat ik er nog lang niet klaar voor ben. Ik zou te veel dingen moet aanpassen en moeten veranderen. Maar ik ga er wel vanuit dat ik op een dag een hoofddoek ga dragen – in- sja’llah, als God het wil. Als ik wat ouder en serieuzer ben is het misschien ook makkelijker.’ Yassmine vertelt waarom zij wel een hoofddoek draagt: ‘Ik ben me op een bepaald moment meer in de islam gaan verdiepen. Ik had een lijstje met zonden die ik wilde afstrepen, en het niet dragen van een hoofddoek was er daar een van. Het was een stappen- plan, ik heb er twee jaar over gedaan. Het begon ermee dat ik m’n klerenkast ging opruimen en me probeerde wat correcter te kleden – langzaam werd het steeds vanzelfsprekender om voor een hoofddoek te kiezen.’ De moeder van de zussen mengt zich in het gesprek en zegt dat zij het wel fijn zou vinden als Zeinab ook een hoofddoek ging dra- gen. Zeinab zegt daarop: ‘Elke Marokkaanse moeder wil graag dat haar dochter een hoofddoek draagt. Maar er is wel een verschil met onze generatie. Voor mijn moeder is de hoofddoek vanzelf- sprekend vanuit haar cultuur, maar de jongeren tegenwoordig dragen hem vaker puur uit religieuze overtuiging.’ maatschappij Veel Marokkaanse jongeren zijn thuis in twee werelden. Hun ouders houden vast aan de gewoonten en gebruiken van hun moederland, en voeden zo hun kinderen op. Tegelijk hebben ze in het dagelijks leven te maken met de Nederlandse cultuur, die op Voorzitter van de moskee is Mohamed Echarrouti. De moskee is een heiligdom van Allah. De ruimte moet daarom schoon en rein blijven. Als ze bin- nenkomen, trekken alle moskeegangers hun schoenen uit en betreden de gebedsruimte op gebruiken, zoals de tegels en het houtwerk, ko- hoe-ruimte (voor de rituele wassing), en ook een trekt hij alweer na een jaar en dan komt er een sokken of blote voeten. Aan het begin van de men uit Marokko – in Nederland kan niemand het aparte, iets kleinere gebedsruimte. ‘Dat is mak- opvolger. Dat is wel eens lastig, omdat de imam gebedsruimte staan lange kasten waarin tijdens zo maken. We moeten alleen nog de buitengevel kelijker,’ zegt Yassmine, ‘want we proberen in de thuis moet raken in de gemeenschap om zijn werk het gebed honderden paren schoenen staan. opnieuw optrekken.’ moskee het opwekken van lustgevoelens zoveel goed te kunnen doen. Hij gaat niet alleen voor in mogelijk te vermijden, vooral na de wassing en gebed, maar hij heeft ook een bemiddelende en Elke dag is de moskee geopend en komen de mos- tijdens het gebed. Om alle misverstanden en ver- steunende rol als er bijvoorbeeld huwelijksproble- Vanuit die verzoenende rol organiseert de El Kabir lims hier bidden. Al een uur voor aanvang lopen leidingen te voorkomen, hebben we het hier zo men zijn of bij ziekte en verdriet. ook elk jaar een grote iftar-maaltijd. De moskee de eerste mensen binnen. Ze zoeken een plaatsje geregeld dat de mannen en de vrouwen elkaar Vroeger was de maatschappelijke rol van de mos- brengt dan allerlei verschillende partijen bij elkaar in de gebedsruimte en pakken een Koran van de niet hoeven te zien.’ kee nog groter. Toen werden de ouderenzorg, de om gezamenlijk het vasten te verbreken. Aan één stapel of praten wat met elkaar. De meesten zijn rechtshulp en andere sociale taken allemaal geor- tafel zitten bij die gelegenheid moslims en buurt- buurtbewoners. ‘In de Koran staat dat de mos- Het gebed wordt geleid door de imam, de geeste- ganiseerd door de moskee. Nu zijn daar gelukkig bewoners, maar ook politie, rabbijnen, politici lims moeten bidden in de moskee die het dichtst lijk leider van de geloofsgemeenschap. Over de aparte organisaties en stichtingen voor gekomen, en schrijvers. Voorzitter Echarrouti zegt over dat bij hun huis is,’ vertelt Yassmine. ‘Tegenwoordig taken van de imam zegt Yassmine: ‘Er is een vaste die zelfstandig opereren en de moskee alleen nog jaarlijkse evenement: ‘Wij zijn de oemma, de is- wordt daar wat flexibeler mee omgegaan. Veel imam in de moskee, maar hij wordt vaak maar als uitvalsbasis gebruiken.’ lamitische gemeenschap. De kern van het geloof moslims gaan bijvoorbeeld naar een moskee in de voor een beperkte periode aangesteld. Soms ver- is voor alle moslims hetzelfde: we lezen allemaal buurt van hun werk, omdat dat praktischer is. De Ook bij ernstige gebeurtenissen is de moskee de de Koran en proberen ons te houden aan de vijf ene moskee is ook strenger in de leer dan de an- bindende kracht in de Marokkaanse gemeenschap. zuilen. Maar ook voor andere culturen hebben wij dere, en je zoekt naar een plek die bij je past.’ Als er maatschappelijke onrust is, zoals bijvoor- respect. In de Koran staat: “Dien God … en wees beeld na de moord op Theo van Gogh of als Geert goed voor de ouders en ook voor de verwant, de Net als in andere moskeeën bidden de vrouwen Wilders met een uitspraak olie op het vuur gooit, wezen, de behoeftigen, de verwante buur, de niet- apart. De El Kabir is zo ingericht dat de mannen neemt de moskee het voortouw en probeert ze de verwante buur, de niet-verwante medeburger, hij en vrouwen elkaar niet hoeven tegen te komen. gemoederen te sussen en te bemiddelen tussen de die onderweg is …” En dat proberen we hier in Zo hebben de vrouwen een eigen ingang en woed- partijen. praktijk te brengen.’
  • 3. sommige punten verschilt. Soms botst dat. Zeinab zegt: ‘Op dit moment zijn de Marokkaanse jongeren een probleem in onze ge- meenschap. Er is een kleine groep die het verpest voor iedereen en zo krijgt de maatschappij een slecht beeld van de hele Marok- kaanse gemeenschap. Dat is natuurlijk wel jammer. Ik vind het dan ook goed dat er voor jongeren scholen zijn waar je Arabische les kunt volgen om zo je eigen cultuur beter te leren kennen en waar je leert hoe je je geloof kunt combineren met de westerse cultuur waarin we ook leven. De Nederlandse cultuur is in vergelijking met onze cultuur vrijer. Ik zou bijvoorbeeld nooit een vriendje mee naar huis kunnen nemen – als ik dat zou willen. Dat zijn de momenten waarop je wel verschillen merkt. Het is niet dat ik anders omga met mijn Ne- derlandse vriendinnen, maar het is wel zo dat ik met mijn Marok- kaanse vrienden en vriendinnen beter kan praten over ons geloof en onze cultuur.’ Yassmine vult aan: ‘De westerse maatschappij lijkt wel vrijer, maar ik vind die vrijheid vaak een illusie. Misschien hoort bij die vrijheid ook wel losbandigheid. Je kunt van islamitische samenlevingen net zo goed zeggen dat ze vrij zijn – maar op een andere manier. Het is maar vanuit welk gezichtspunt je het bekijkt.’ Zeinab: ‘Wat ik goed vind aan onze cultuur is dat we altijd voor elkaar klaar staan – de islam is warmer. Ook de familiebanden zijn erg belangrijk, terwijl in de westerse cultuur vaak het indi- Het mooiste object in de moskee is de minbar. Voorin de ruimte staat deze vidu bovenaan staat. Volgens de prachtige preekstoel, van waaraf de imam het gebed uitspreekt en de lezin- islam ligt het paradijs onder de gen worden gehouden. Het is een kunstwerk, met ingelegd hout en sierlijke voeten van je moeder.’ ornamenten. De eerste minbar werd door de profeet Mohammed zelf gebruikt om boven de menigte uit te komen, zodat ze hem beter konden zien en horen. In de ontvangstruimte.
  • 4. Een leesboekje van de jongste broer van Zeinab: spelenderwijs wordt de islam uitgelegd. In de El Kabir-moskee is een koranschool waar de jongens en meisjes leren hoe je de Koran moet lezen en aan welke leefregels een goede moslim zich moet houden. Achter in de moskee is een klein boekwinkeltje waar lesmateriaal te verkrijgen is. Tegen de muur staan stapels dozen met boeken die net zijn binnengekomen: een geschenk van de Ma- rokkaanse koning voor landgenoten in het buitenland.
  • 5. Tekstje over bidden en of over gastvrijheid... In de moskeeën klinkt vijf maal per dag de oproep om te gaan bidden. De meeste moslims gaan een paar keer per week naar de moskee, in ieder geval op vrijdag - in de Koran staat: ‘Vrijdag is voor de gelovigen zowel op de aardse wereld als in het hiernamaals een feestdag.’ Maar meestal wordt thuis gebeden. Ook bij Zeinab thuis klinkt regelmatig de iqaamah. De vader rolt een kleedje uit en in de richting van Mekka bid hij samen met zijn zoontje. Het is niet de bedoeling dat mannen en vrouwen in één ruimte bidden; de dames van het gezin praten achterin de kamer rustig verder terwijl de mannen knielen.
  • 6. Moslimjongeren die in de stad wonen hebben hun eigen cultuur ontwikkeld. Ze combineren elementen van hun Marokkaanse of Turkse achtergrond met westerse mode en muziek. Uit deze mix van tradities en trends ontstaan nieuwe ideeën. Zeinab bezoekt met een paar vriendinnen de tentoonstelling Multiple M: Moslims, Mode en Muziek. Hier is kleding te zien, ont- worpen door en voor moslimmeiden. Op de achtergrond klinkt de muziek van rapper Salah Edin en aan de muur hangt een prachtige fotoreportage die de nieuwe jongerencultuur in beeld brengt.
  • 7.
  • 8. Cultuur Vereniging centrum In de Alevitisch Cultuur Vereniging worden niet alleen gebedsdien- sten gehouden, maar ook andere activiteiten. Het is de stek voor een grote groep Turkse alevieten die hier hun eigen cultuur bele- ven. Zo zijn er volksdansgroepen en muzieklessen, en de mannen kijken er elke zondag voetbal. Sevim Incedal (17 jaar) is vaste bezoekster van het centrum. Op haar schoudertas heeft ze buttons van Marx en Che Guevara. Trots vertelt ze over het alevitisme en het centrum: ‘Ik kom ongeveer Alevitische twee keer per week naar de cultuurvereniging. De vereniging is Rotterdam mijn basis. Ik kom hier al van jongs af aan. De gemeenschap zelf zie ik altijd terug, elke dag en overal. Als we elkaar niet in het centrum zien, komen we elkaar wel tegen in de stad of gaan we bij elkaar op bezoek.’ In Turkije waren de alevieten altijd een minderheid en konden ze zich moeilijk organiseren. Sevim: ‘Vroeger waren de alevieten meer verspreid en kenden ze elkaar niet. Maar de alevieten die naar Eu- ropa zijn gekomen hebben elkaar opgezocht en zijn als organisatie steeds groter geworden. Vooral in Duitsland wonen veel alevieten. Tegenwoordig hebben we ook in Turkije meer vrijheid en proberen we een eenheid te vormen.’ alevitisme Binnen het alevitisme bestaan weinig strenge religieuze regels en voorschriften. Het idee is dat een mens uiteindelijk altijd verant- Langs het spoor in Rotterdam-Zuid staat een lange gebedsdienst van de alevieten – een opvallende rij bedrijfsgebouwen. Tussen een sportschool en stroming binnen de islam, waarvan de meeste een magazijn draagt een rommelig pand een bord aanhangers uit Turkije komen. met het opschrift ‘Alevitische Cultuur Vereniging’. Voor de deur staan een paar vrouwen een siga- Binnen de islam bestaan twee richtingen, die een retje te roken en wat bij te praten. In de boven- lange geschiedenis hebben. Na de dood van Mo- zaal wachten ongeveer 150 mannen, vrouwen en hammed, de profeet en de stichter van de wereld- kinderen op het begin van de cem. De cem is de godsdienst, ontstond er strijd over zijn opvolging. De ‘volgers van de traditie’ (de soennieten) zeiden dat de opvolger gekozen moest worden. Maar an- deren geloofden dat Mohammed zelf de nieuwe leider al had aangewezen, namelijk zijn neef Ali. Zo ontstonden de ‘volgers van Ali’ (de sjiieten), waar de alevieten bij horen. In de zaal van het cultureel centrum is de dede (letterlijk ‘opa’) gearriveerd, die de cem zal leiden. Met aktetas en gekleed in driedelig pak betreedt hij de gebedsruimte. Als de dede eenmaal voor in de zaal zit, buigt iedereen als eerbetoon. De de- de’s zijn de geestelijke leiders van de alevieten. De functie wordt van vader op zoon (heel soms De dede speelt op de saz.
  • 9. woordelijk is voor zichzelf en zijn eigen daden. En dat betekent ook dat een aleviet alle mensen accepteert zoals ze zijn, zonder te letten op geloof of afkomst. Sevim zegt daarover: ‘De alevieten nemen de Koran wel als uitgangspunt, maar het gaat er vooral om een goed leven op aarde te hebben. In veel religies word je bang gemaakt, maar dat gebeurt bij ons niet. Het alevitisme is niet gericht op een leven na de dood. Leef nu maar goed op aarde, de rest komt later wel. We wachten ook niet op een dag des oordeels of wat dan ook. We willen het goed hebben in het hier en nu. Het is misschien mak- kelijk gezegd, maar het is eigenlijk veel moeilijker, want je moet vooral van binnenuit leven. Ik kan mezelf wel aleviet noemen, maar het gaat erom dat je vanbinnen ook zo gaat denken. In het alevitisme gebeurt veel spontaan en vanzelf. Tijdens de maaltijd zeg je als vanzelf de namen van de profeet en Ali. Vaste tijden om te bidden hebben we ook niet – je moet het doen als je het voelt.’ Sevim: ‘Vrouwen en mannen zijn binnen het alevitisme gelijk. Onder ale- vieten zal nooit geaccepteerd worden dat een man belangrijker is dan een vrouw, of andersom. Tijdens onze gebedsdiensten bidden mannen, vrouwen en kinderen samen, want het gaat om de ziel en niet om het geslacht. Ieder- Spontaan wordt de sema gedanst -de heilige dans van de Alevieten. een is gelijk, niemand is meer of minder dan de ander.’ De gözcü, die de deur bewaakt. op dochter) doorgegeven en van sommige dede’s vreemdgaat. Wie zich daaraan houdt, is niet al- zijn stem en er rollen tranen over zijn wangen. Twaalf mensen hebben tijdens de gebedsdienst een gaat die lijn rechtstreeks terug tot Ali zelf. Ook de leen een goede aleviet, maar ook een goed mens. Ook de andere aanwezigen beginnen te huilen. De symbolische rol. Zo sprenkelt een van de twaalf dede die in Rotterdam de dienst leidt, staat in een sfeer in de zaal is vol van verdriet. De historische water over de aanwezigen, bedoeld als symboli- lange lijn van voorgangers. Tijdens de cem wordt Tijdens een lied dat de dede op de saz (een tradi- gebeurtenis wordt beleefd of ze gisteren heeft sche reiniging. En een andere rol wordt gespeeld die traditie steeds bevestigd met de aanroep: ‘Al- tioneel snaarinstrument) speelt, springen opeens plaatsgevonden. En op een bepaalde manier is dat door een oude man die bij de deur staat en op een lah, Mohammed, Ali askina’, wat betekent: ‘Lief- zes van de aanwezigen naar voren en beginnen in ook zo, want ook in onze tijd hebben de gelovigen stok leunt. Hij is de gözcü, het ‘oog’, die zorgt voor de voor Allah, Mohammed en Ali’. een kring te dansen. Het is de semah, de heilige het moeilijk. Nog in 1978 werden er in het gebied de veiligheid door de ingang te bewaken. Maar hij dans. Ze draaien in een steeds kleiner wordende Kahramanmaras honderden alevieten vermoord. houdt ook toezicht op de orde in de zaal. Met zijn Net als andere moslims geloven de alevieten dat er cirkel waarbij ze hun ogen op de dede gericht En hoewel de situatie in Turkije nu is verbeterd, is stok geeft hij de aanwezigen een por als ze even één God is, Allah, en dat Mohammed zijn profeet houden. De dansers maken zeer geconcentreerd er nog steeds godsdienstongelijkheid. niet opletten of wegdommelen. Ook de kinderen is. Om de mensen terug te brengen op het rechte de voorgeschreven bewegingen en raken in een probeert hij in toom te houden, door de stok af en pad heeft Allah aan Mohammed de Koran geopen- soort trance. De semah mag ook eigenlijk niet een toe dreigend op te heffen. baard – het heilige boek van de islam. Hierin staat dans worden genoemd, maar ze is voor de alevie- Vol van verdriet beschreven hoe de gelovigen moeten leven om na ten vooral een manier om met God in contact te Aan het eind van de dienst is er een gezamenlijke hun dood in de hemel te komen. komen. maaltijd. Op ronde tafels wordt een geurige maal- Voor de alevieten staat echter niet een boek, een tijd opgediend. Na de gebedsdienst, die uren heeft ritueel of de profeet centraal, maar de mens. Ze Als de dansers hun plaats weer hebben gevonden, geduurd, heeft iedereen honger, maar niemand hoeven zich dan ook niet streng aan de regels uit begint de dede een langzaam lied waarin een diep- begint met eten. Dat is om nog een keer het lijden de Koran te houden. Het mag wel, maar je kunt tepunt uit de geschiedenis van de alevieten wordt van Hüseyin en zijn volgelingen te gedenken. Pas ook een goede moslim zijn als je je eigen geweten bezongen. In het jaar 680 werd bij Kerbela, een als de dede zijn zegen heeft uitgesproken valt ie- volgt. De belangrijkste leefregel voor de alevieten plaats in het huidige Irak, Hüseyin vermoord, de dereen aan op de maaltijd, die bestaat uit heerlijk is dat je ‘je handen, tong en lendenen beheerst’, zoon van Ali, samen met 72 van zijn volgelingen. gekruid schapenvlees, Turks brood, dunne yog- dat wil zeggen: niet steelt, niet roddelt en niet Als de dede zingt over deze gebeurtenis, stokt hurt en een stuk superzoet gebak als toetje.
  • 10. gezin ‘Alevieten worden niet volgestampt met ideeën, ook niet in het gezin. Mij is altijd meegegeven waar we vandaan komen en wat we zijn, maar mijn ouders hebben me nooit opgedragen wat ik moet geloven of denken. Ik heb het allemaal zelf opgezocht, uit eigen interesse. Andere gelovigen gaan naar de moskee of kerk en krijgen daar hun ideeën. Dat we niet regelmatig in de moskee bidden en op een ande- re manier vasten wordt ons door andere moslims wel eens verweten. Waarden en normen die voor mij met het alevitisme samenhangen, hebben te maken met familie, dede’s en de gemeenschap. We heb- ben in het gezin en de gemeenschap veel respect voor elkaar. Om elkaar respect te geven heb je inzicht nodig, dat kun je niet leren.’ de Weg Toch heeft het alevitisme ook een religieus doel, namelijk een Vol- maakt Mens te worden. Om dit te bereiken moet je de Vier Poorten doorgaan en de Tien Treden belopen. Elke trede is een stap op de Weg, bijvoorbeeld ‘Geen schade toebrengen aan levende wezens en de natuur’ of ‘Zoeken naar kennis en die delen met anderen’. Het uit- eindelijke doel is dat je volledig inzicht krijgt in jezelf. Alevieten zeggen ook dat je God kunt herkennen in het gezicht van de mensen... dat de mens dus het evenbeeld van God is. Sevim zegt daarover: ‘Als ik aan de Volmaakte Mens denk, denk ik aan puurheid: anderen mooie zaken gunnen en tevreden zijn met wat je hebt. Het gaat er daarbij om je diepste persoonlijkheid te vinden. Maar het is moeilijk om het goede pad te ontdekken en te volgen. Alevieten zeggen dat dit ‘nog dunner is dan een haar, nog scherper dan een zwaard’. Ik probeer mezelf te onthouden van slechte gedachten, en alleen goede gedachten en gevoelens te hebben. Maar je moet het echt willen en er tijd aan besteden. Het hoort diep vanuit je binnenste te komen. Het leven is een geschenk waar je een hel van kunt maken, maar ook een hemel.’ Sevim zegt over de dede: ‘De dede is een expert op het gebied van de islam. Hij moet de Koran kunnen lezen en kunnen bidden. Hij moet op de hoogte zijn van de Vier Poorten en de Veertig Treden en moet proberen ze te volgen. Het hoeft hem niet te lukken, maar hij moet er wel naar streven. Sommige de- de’s doen dit fulltime, andere hebben er nog een baan bij als ambtenaar, leraar of automonteur. Tijdens de cem worden ook de geschillen in de gemeenschap besproken. De dede vraagt of er nog ruzies zijn waarin hij kan bemiddelen. Twee vrouwen komen naar voren en leggen hun probleem voor. Als iedereen zijn verhaal heeft gedaan, probeert de dede de partijen te verzoenen.
  • 11. Tijdens de dienst is de zaal geladen van verdriet
  • 12. Tijdens de gebedsdienst wordt in de keuken het eten voorbereid. Na de dienst helpt Sevim bij het uitdelen.
  • 13. De familie van Sevim. Voor de sjiieten is Ali de opvolger van Mohammed, de profeet. Ali was niet alleen de geestelijk leider van de eerste moslims, hij was ook leider van het leger van Mohammed. Hij nam als aanvoerder en strijder deel aan verschillende oorlogen en kreeg daardoor zijn bijnaam ‘de leeuw van God’. Op de schilderijen van Ali die in de cultuurvereniging han- gen zie je hem vaak samen afgebeeld met een leeuw. Beroemd was ook zijn tweepuntig zwaard, de zulfikar, dat nu als halssieraad door de alevieten wordt gedragen.
  • 14. De sema wordt ook weleens uitgevoerd bij culturele manifestaties, zoals hier in een bibliotheek in Rotterdam.
  • 16. moksja Avinash Janki (17 jaar) is een regelmatige bezoeker van de Sewa Dhaam-tempel. Wat verlegen, maar tegelijk zelfbewust vertelt hij over het hindoeïsme: ‘Het uiteindelijke doel van elke hindoe is om Sewa Dhaam moksja te bereiken. Wij geloven dat je ziel reïncarneert, dat wil zeggen steeds opnieuw geboren wordt, tot je perfect bent. Wie moksja bereikt, is verlost uit die kringloop. Je kunt op verschillende manieren dat grote doel bereiken, name- lijk via meditatie, of via werk. Maar moksja is ver weg, het is een Den Haag hele lange reis. Het doel is voor iedereen uiteindelijk hetzelfde, maar dat is niet meteen ook een doel in dít leven. Mij gaat het er nu om te werken voor mijn gemeenschap, en als je goed werkt bereik je vanzelf je doel – vroeg of laat.’ mandir In zijn ouderlijk huis, waar Avinash met zijn moeder en zus woont, is een aparte kamer als mandir ingericht, compleet met een prachtig altaar waarop godenbeelden, bloemen en heilige boeken staan. ‘Deze kamer noemen we ook een mandir, net als de grote tempel. Ik heb het altaar naar eigen inzicht ingericht. Beneden staan de godinnen, zoals Durga Mata. Daarboven heb ik de beelden gezet van Shri Raam en Hanumanji, dat zijn voor mij de belangrijkste go- den. Vishnu is de hoogste god, hij is onzichtbaar en onbereikbaar, De oudste bekende godsdienst ter wereld is het hindoeïsme. In het noorden van India, in de scha- duw van het Himalayagebergte, werden 5000 jaar geleden goden aanbeden met offers en rituelen. Nu, een kleine eeuwigheid later, staan diezelfde opperwezens nog steeds op het altaar van de Sewa ‘Met het feest Raksha bandham krijgen jongens van hun zus of nichtjes een bandje Dhaam-tempel in de Haagse Schilderswijk. om hun pols gebonden. Zo’n bandje heet een raakhi. De meisjes laten zo zien van wie ze hulp en bescherming verwachten en aan wie ze zich willen binden. Eigenlijk is Voor in deze mandir staan op een verhoging tien- het alleen voor broer en zus, maar omdat onze familie zo hecht is komen de nichtjes tallen godenbeelden, met daartussen kleurige hindoes is hij de ideale mens en de incarnatie van ook meedoen. Vroeger bond iedereen elkaar. Het werd gezien als een gemeen- schilderijen, glanzend gepolijste stenen, exotische de allerhoogste god Vishnu Bhagwaan. schapsfeest. De raakhi staat symbool voor verbondenheid met de samenleving…’ schelpen en wierookbranders – maar ook plastic bloemen en kerstverlichting. Het altaar is een spek- De goden zijn de bewoners van een hogere, gees- takelstuk waar je niet snel op uitgekeken raakt. telijke wereld. Ondanks de onmetelijke afstand De hindoegoden zijn gekleed in jurken van gebor- tussen hun hemel en onze aarde is het mogelijk duurde stof en prachtig beschilderd, waardoor ze om de goden te leren kennen. Je kunt ze bereiken er levensecht uitzien. Het zijn onder andere Hanu- door offers te brengen of door ze aan te roepen in manji, de helper van goden en mensen, met het gebeden. En als ze je goed gezind zijn, zullen ze hoofd van een aap en het lichaam van een mens. luisteren en je helpen. En Ganesh, de god van kennis en wijsheid, die Maar de hemelbewoners zijn voor de hindoes wordt afgebeeld als een rondbuikige olifant die zichtbaar en onzichtbaar tegelijk. De goden zijn zich laat vervoeren door een muis. Of de schitte- niet alleen een soort supermensen, maar ze heb- rende Shri Raam met zijn blauwe huid – voor de ben ook een symbolische betekenis. Ze staan bij-
  • 17. maar om de mensen te helpen neemt hij soms een menselijke vorm aan. Shri Raam is zo’n incarnatie. Hij is op aarde gekomen om de mensen te vertellen hoe je moet leven, volgens welke voorschriften. En Hanumanji is de dienaar van Shri Raam. Hij laat zien hoe je de goden moet vereren en dienen. Met Hanumanji heb ik een speci- ale band. Hij wordt omschreven als: bron van onmetelijke kracht, grote held, dappere strijder, die een lichaam heeft als diamant, die kwade gedachten verdrijft en het goede omarmt, oceaan van wijsheid en deugd. Ik wil ook graag de gemeenschap dienen zoals Hanumanji zijn heer Shri Raam dient. Ik vind het aspect van het hindoeïsme dat zich richt op de maatschappij, op de omgeving, het belangrijkst. Ik vind dat eigenlijk belangrijker dan de rituelen die worden uitgevoerd. Ik ben zelf ook meer een man van daden. Ik probeer mijn medemen- sen te helpen en niet alleen aan mezelf te denken.’ voorouders Op de hoogste tree van het altaar van Avinash staan foto’s van zijn voorouders. Tijdens de poedja worden de voorouders bedankt voor alles wat ze voor hun kinderen en voor de mensheid hebben ge- daan. Avinash zegt daarover: ‘Op het altaar staan mijn grootouders en andere overleden familieleden. In het midden staat een portret van mijn vader, die is drie jaar geleden overleden. Het eren van je voorvaderen doe je om ze te bedanken dat ze dit alles mogelijk hebben gemaakt, want zonder hen was je er niet geweest.’ poedja Op het huisaltaar van Avinash liggen verschillende boeken. Er is in het Elke dag doet Avinash een poedja in zijn mandir. ‘Hier gebeurt hindoeïsme niet een boek dat het belangrijkst is, maar er is een hele biblio- hetzelfde als in de tempel, alleen doe je het nu voor jezelf. Wat je theek van heilige boeken. Daarvan neemt de Ramayana voor de meeste tijdens de poedja thuis doet is vrij: ieder doet het voor zich, op zijn hindoes een belangrijke plaats in. De Ramayana gaat over religie, maar ook eigen manier. Je kunt het heel uitgebreid doen, maar ook eenvou- over opvoeden, over gezinsleven, over de rechten en plichten van de gelovi- dig houden. gen en over de manier waarop de goden geëerd moeten worden. Het is een soort handleiding voor het leven. Brahman is een van de belangrijkste goden De pandit is het middelpunt van de gemeen- uit het hindoeïsme, hij is de oorsprong van schap en betrokken bij alle belangrijke momen- de schepping. ten in het leven van de hindoes. voorbeeld voor ‘het vrouwelijke’, ‘de wijsheid’ of Pas als in de tweede helft van de avond de pandit de liefde van moeders voor hun kinderen en fami- ‘de eeuwigheid’. Ze zijn zo de afspiegeling van de binnenkomt, richt iedereen zijn aandacht op de ce- lie. Maar voor een groepje meiden op de achterste krachten in de natuur en in het universum, maar remonie. De pandit is opgeleid in de hindoereligie bank duurt het allemaal te lang – om de twee mi- dan voorgesteld als een persoon. De hindoes aan- en -filosofie. Hij kent de rituelen en hun betekenis nuten kijken ze op hun mobieltje om te zien of de bidden dan ook niet zozeer de beelden zelf, maar en zorgt ervoor dat ze goed worden uitgevoerd. tijd al een beetje opschiet. veel meer de ideeën áchter de beelden. Maar hij heeft ook een sociale functie. Hij is het middelpunt van de gemeenschap en betrokken Het indringendste moment is misschien wel het Elke zondag en op bijzondere dagen wordt in de bij alle belangrijke momenten in het leven van de einde van de dienst. Tijdens het zingen van een tempel een poedja gedaan. Poedja is de verzamel- hindoes, zoals geboorte, huwelijk en overlijden. lied waarmee om de zegen van de goden wordt naam voor alle rituelen die bij het hindoeïsme ho- kleding staan ze voor het altaar en bieden de go- Gehuld in een oranje doek die is bedrukt met hei- gevraagd, wordt op een schelp geblazen, de sank, ren. Zo’n ritueel kan bestaan uit zang, dans, een den opgemaakte offerschalen aan, met fruit, krui- lige teksten, neemt hij plaats tussen de goden op en op een groot, koperen bekken geslagen. Het is gebed of meditatie en wordt gehouden om de go- den en rijst. Ook wordt met een prachtige waaier het altaar. een soort oermuziek, die je duizenden jaren mee den te plezieren en ze uit te nodigen om in ons van pauwenveren de beelden koelte toegewuifd. terugneemt in de tijd … midden plaats te nemen. Een van de vele feesten In zijn lezing roemt de pandit de vrouw en haar op de hindoekalender is Navraatri, dat gewijd is Tijdens het ritueel begint de tempel vol te lopen en rol in het gezin. Maar ook haar geestelijke kant aan Durga Mata. Durga Mata is de godin van de al snel is er geen plaats meer vrij. De laatkomers wordt benadrukt. In het hindoeïsme bezit de natuur en symbool van de vrouwelijke energie. krijgen een krukje aangereikt en zoeken een van vrouw meer shakti (spirituele kracht) dan de man Negen nachten komen de gelovigen tijdens Na- de laatste lege plekjes in het gangpad. De sfeer in en zo heeft ze altijd een voorsprong als het gaat vraatri bij elkaar om elke keer een ander aspect de tempel is heel ontspannen. Sommige bezoekers om religieuze zaken. van de godin te vereren. In de tweede nacht gaat concentreren zich op het altaar, maar anderen zit- De lezing van de pandit duurt lang: anderhalf uur het om het moederschap. Om zeven uur ‘s avonds, ten omgedraaid in de banken met elkaar te praten. is hij onafgebroken aan het woord. De hele zaal is als de tempel nog helemaal leeg is, beginnen en- Weer anderen lopen door de zaal en helpen bij het nu muisstil en vol aandacht en sommige vrouwen kele toegewijden de poedja. In traditionele Indiase bereiden van de offerschalen. pinken een traan weg als de pandit het heeft over
  • 18. Ik zit hier elke ochtend voor ik naar school ga. Tijdens het ritueel zeg ik gebeden voor de goden en mijn voorouders. Mijn ritueel duurt een klein kwartiertje. Ik heb houvast aan het ritueel; het geeft me een goed gevoel als ik hier even heb gezeten. Ik denk dat het geloof mij inzicht geeft in het leven. Hoe leef je een waardig leven? Hoe is dit alles ontstaan? Dat soort vragen wordt beantwoord door de leer van het hindoeïsme en als ik geen geloof had, dan zou ik dat zeker gemist hebben.’ ‘Ik word wel eens gevraagd om wat in de mandir te vertellen. Dan bereid ik het een beetje voor en zet ik wat op papier. Maar soms roept de pandit je onverwacht naar voren. Dan schieten de zenuwen er Avinash in zijn mandir thuis. wel eens in. Maar meestal gaat het goed.’ De Hindoestanen kwamen in de 19de eeuw vanuit India naar Suriname om als contractarbeiders op de plantages te werken. Velen van hen keerden na verloop van tijd weer terug naar India, maar anderen bleven in Suriname en bouwden daar een nieuw leven op. In 1975, na de onafhankelijkheid van Suri- name, kwamen veel Hindoestanen naar Nederland, omdat ze als minderheid hun toekomst in Suriname te onzeker vonden. Bijna alle Hindoestanen zijn aanhanger van de Sanatan Dharma, de traditionele vorm van het hindoeïsme.
  • 19. In maart wordt het hindoeïstische lentefeest gevierd. Het Holi-feest begint met het verbranden van een rieten pop die de heks Holika voorstelt. Hiermee worden alle negatieve dingen achtergelaten en kan een nieuwe start worden gemaakt. Daarna trekken de hindoes in een optocht door de stad, waarbij ieder- een gekleurd poeder over zich heen krijgt en met parfum wordt besprenkeld.
  • 20. De koffiekamer van de tempel voor, tijdens en na het Holi-feest. In de gymzaal van een basisschool komt iedere donderdagavond de jeugd- vereniging Shakha bij elkaar. Tijdens de bijeenkomst wordt gezongen en worden er spelletjes gedaan, waarbij de hindoecultuur als een rode draad door alle activiteiten loopt. Avinash is een van de leiders. Hij zegt over de jeugdvereniging: ‘Shakha richt zich op Hindoestaanse jongeren en we leren ze spelenderwijs meer over hun cultuur en geloof. We doen dat door middel van spelletjes, sport en verhalen over geschiedenis en cultuur.’
  • 21. Voor in de tempel zit een muziekgezelschap met traditionele Indiase instru- menten, zoals tabla’s (kleine trommels die met de vingers en de handpalmen worden bespeeld) en een samvadini (een klein orgel met een blaasbalg). Samen met een zangeres begeleiden de muzikanten de dienst.
  • 22. Samen met zijn moeder. Avinash met een beeldje van Hanumanji. Een wand in de slaapkamer van Avinash met hindoegoden en de godenzonen van Ajax.
  • 23. familie Sri Krishna Pradyumna Das is een van de jongste volgelingen in de tempel. Hij is 14 jaar en bijna elke zondag komt hij met zijn ouders naar Den Haag de tempel om mee te feesten. Pradyumna is opgegroeid met de Krishna-beweging. ‘Ik ben geboren in Nederland, maar mijn moeder komt uit India. Ze was in India ook al een volgelinge van Krishna. Later hebben we nog in Suriname gewoond. Daar was ook een tempel waar we regelmatig kwamen. We gingen dan vaak naar Dhaam buiten om op straat te chanten.’ Pradyumna en zijn familie zijn niet alleen in de tempel met hun ge- loof bezig: ‘We hebben een groot altaar in de huiskamer en brengen elke dag offers. We bieden Krishna dan geschenken aan, zoals fruit en bloemen.’ de allerhoogste God Binnen het hindoeïsme is de Hare Krishna-beweging een opval- lende stroming. De meeste hindoes geloven dat er verschillende goden bestaan, maar Hare Krishna’s stellen één god boven alle andere. Pradyumna: ‘Krishna is de allerhoogste God. De andere goden zijn halfgoden en de dienaren van God, maar Krishna is de allerbelangrijkste. Tegen de achtermuur in de tempelruimte staat een altaar waar tijdens de dienst alle aandacht op ge- richt is. Tussen een pracht aan bloemen en om- kleed met glanzende Indiase stof waarin goud- en zilverdraadjes zijn verwerkt, staat hier een schil- derij in zachte pastelkleuren. Het stelt Krishna voor die in extase met vier volgelingen danst. Voordat de dienst begint wordt het altaar, dat al- Aan de muur in de tempel hangt een geborduurde doek met daarop de mantra. leen betreden mag worden door enkele vrouwelij- Bezoekers die voor het eerst in de tempel komen, krijgen een japa-mala aange- ke aanhangers, netjes gemaakt en ingericht. Verse boden en worden uitgenodigd om mee te chanten. De mantra bestaat eigenlijk bloemen worden neergezet en er worden bloe- maar uit drie woorden en heeft de volgende betekenis: ‘O energie van de Heer menkransen om het schilderij gehangen. (Hare), O al-aantrekkelijke Heer (Krishna), O allerhoogste Genieter (Rama), laat me U alstublieft toegewijd dienen.’ Langzaam druppelen de bezoekers binnen. De mannen zoeken een plaats voor in de tempel en de vrouwen, van wie de meesten een Indiase sari Vroeger moet het een winkel zijn geweest, maar dragen, zitten achterin. nu is het pand in de Haagse Weimarstraat inge- Zonder dat je er erg in hebt begint de dienst met richt als een tempel van de Hare Krishna-bewe- een zacht gezang: Hare Krishna, Hare Krishna, ging. Elke zondag wordt hier een feest gegeven Krishna Krishna, Hare Hare, Hare Rama, Hare en komen tientallen volgelingen bij elkaar om Rama, Rama Rama, Hare Hare. Steeds opnieuw, urenlang met gezang en gebeden de Indiase god keer op keer, wordt de god met dezelfde woorden Krishna te eren. aangeroepen. Langzaam wordt het gezang luider
  • 24. We geloven dat we steeds opnieuw geboren worden; als je in het games, en dat maakt het soms moeilijk. Deze manier om Krishna vorige leven je doel niet hebt bereikt, dan kom je weer terug om te bereiken door veel te chanten en steeds aan hem te denken, je werk af te maken. Vooral als je streeft naar materiële dingen, noemen we bhakti yoga. Dat is een vorm van yoga die je mis- word je steeds opnieuw geboren – pas als je dat allemaal loslaat, schien het beste kunt omschrijven als liefdevolle overgave.’ kun je terugkomen bij Krishna. Ons hoogste doel is om tot Krishna geestelijk leraar te komen; terug naar God, terug naar huis. En de kortste weg om Krishna te bereiken is door te chanten. Om verder te komen met hun geestelijke ontwikkeling hebben alle Chanten is een soort meditatie waarbij je je gedachten op Krishna Krishna-volgelingen een geestelijke leraar. De leraar van Pra- richt. Je moet je concentreren, maar juist als je aan het chanten dyumna Das heet voluit Srila Bhakti Bibudha Bodhayan Maharaj bent ga je vaak aan andere dingen denken, aan geld of computer- en woont in India. Veel van de geestelijken van de Hare Krishna-beweging reizen regelmatig naar andere tempels om onderricht te geven. Pradyumna heeft zo al verschillende leraren ontmoet: ‘Ik spreek ook regelmatig andere geestelijke leraren. Ik heb een schriftje met foto’s van die ontmoetingen. En ze schrijven dan een zegen voor me die ik erbij plak. Deze zegen heb ik gekregen van een leraar in Radha- desh, een grote tempel in België. Hij schrijft: “Je voelt je als vanzelf aangetrok- ken tot Krishna en je hebt veel talenten om Hem mee te dienen. Je zult een goede volgeling zijn van de Heer en de boodschap van Krishna uitdragen.” ’ Srila Bhakti Bibudha Bodhayan Maharaj, de geestelijk leraar van Pradyumna. De moeder van Pradyumna. en wordt de mantra sneller en sneller uitgespro- Na het chanten geeft de swami een lezing. Ont- kunnen alleen vrede en geluk vinden als we be- dragen de kleren die ze willen. Maar ze proberen ken (een mantra is een heilige gebedsregel, en spannen zittend op de grond vertelt hij zijn ver- vrijd worden uit die cirkel van geboren worden, wel bij alles wat ze doen Krishna te eren en aan het herhalen van een mantra wordt met een aan haal. ‘We leven in een materiële wereld met al- leven, sterven en weer geboren worden. Eigenlijk hem te denken. En ze proberen zo vaak mogelijk het Engels ontleend woord chanten genoemd.) De lerlei verleidingen. Zolang we ernaar streven om willen we het liefst terug naar God, naar Krishna; de mantra te chanten: thuis voor hun huisaltaar, tempelgangers gebruiken nu kleine, koperen bek- deze materiële behoeften te bevredigen, zullen we willen zijn eeuwige woning bereiken. In het maar ook tijdens het werk of als ze boodschappen kens om hun aanroep kracht bij te zetten. Na een we steeds opnieuw geboren worden. Toch moeten heilige boek Bhagavad-gita staan de woorden van doen. uur chanten is het winkelraam al flink beslagen we bedenken dat we niet dit tijdelijke materiële Krishna neergeschreven en vertelt hij ons hoe we door het enthousiasme van de tempelbezoekers. lichaam zijn, maar juist een spirituele ziel. We kunnen ontsnappen uit de materiële wereld: ‘En Het feest in de tempel wordt afgesloten zoals het begon, met het zingen van de naam van Krishna. iedereen die in het uur van zijn dood, wanneer hij De tempeldienst wordt geleid door swami Jana- De toegewijden staan nu dansend in de tempel- zijn lichaam verlaat, aan mij denkt, komt onmid- kinatha Dasa. Janakinatha Dasa is een reizende ruimte en het chanten klinkt nog indringender dellijk tot mij. Dit lijdt geen twijfel.’ Hare Krishna-volgeling die al zijn materiële bezit- Dus als we zijn naam maar keer op keer noemen, en feller als de eerste keer. Met trommels en een tingen heeft opgegeven en volgens strikte regels kunnen we naar hem terugkeren. Zoals een kind klein harmonium wordt het gezang begeleid: Hare leeft – hij eet geen vis, vlees of eieren, onthoudt huilt om zijn moeder, zo huilen we om Krishna Krishna, Hare Krishna, Krishna Krishna, Hare zich van seks en gebruikt geen drugs, ook geen als we chanten. We moeten bij het chanten dan Hare... koffie en thee. Hij is gekleed in traditionele Indi- ook zijn naam vol overgave uitspreken; onze ge- ase kleding en zijn hoofd is kaalgeschoren, op een dachten moeten bij alles wat we doen op Krishna Maar dan is het feest nog niet voorbij. Tijdens de kleine haarstreng aan zijn kruin na. Hieraan zal gericht zijn.’ ceremonie dringt de zoet-weeë geur van kerrie en Krishna zijn ziel na zijn overlijden naar zich toe rijst al binnen in de tempelruimte. Elke dienst ein- trekken – figuurlijk gesproken dan. Behalve uit een kleine groep ingewijden bestaat digt met een gezamenlijke maaltijd. Tijdens het de Krishna-beweging uit een groot aantal volgelin- eten wordt er gelachen en gepraat. Pas daarna ver- gen die je op straat niet als zodanig zou herken- laten de tempelgangers, geestelijk en lichamelijk swami Janakinatha Dasa nen. Ze hebben een baan of gaan naar school en voldaan, de tempel.
  • 25. Pradyumna vertelt: ‘Mijn geestelijke leraar woont ver weg en ik zie hem niet vaak, maar ik heb wel regelmatig contact met hem. Heel soms komt hij naar Nederland en dan logeert hij bij ons. Het is genade als zo’n belangrijke man bij je logeert. Er zijn maar een paar van zulke geestelijke leraren, dat maakt hem heel bijzonder. Hij is voor ons een voorbeeld, maar zelf is hij juist heel nederig. Hij is ook een soort vader voor me en hij heeft me een nieuwe naam gegeven: Pradyumna, naar een van de zonen van Krishna. Het is goed om soms een nieuwe naam aan te nemen, dan kun je breken met je fouten uit het verleden en als het ware weer met een schone lei beginnen. Bodhayan Maharaj geeft me instructies; hij vertelt welke gebeden ik moet zeggen en welke offers ik moet brengen. Ook zegt hij hoe vaak ik de mantra moet chanten. Hij helpt me op deze manier met mijn geestelijk leven en ik kan hem alles over Krishna vragen. Meestal hebben we contact via de computer. Bodhayan Maharaj heeft een laptop en via skype en e-mail houdt hij contact met zijn leerlingen. De meesten wonen en Rusland en Brazilië; eigenlijk zijn er in Europa en Amerika niet zoveel.’ ‘Dit is een ketting met 108 kralen; hij wordt japa-mala genoemd. De steen- tjes stellen de vrienden en vriendin- nen van Krishna voor. Bij elk steentje dat door je vingers glijdt, zeg je één keer de mantra. ‘Ik chant elke dag ongeveer vijf rondjes, dat is omdat ik overdag naar school moet. Als ik vrij ben, heb ik de hele dag voor me en dan chant ik wel zestien rondjes. Het kost me niet heel veel tijd, een rondje duurt bij mij ongeveer vijf minuten. Niet om er snel vanaf te zijn, maar ik kan het gewoon goed.’ In 1965 arriveerde Sri Srimad A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupada in New York. Met niet veel meer bij zich dan een paar dollar, een paraplu en een koffer met boeken stapte hij van de boot die hem van India naar Amerika had gebracht. Srila Prabhupada, zoals hij kortweg wordt genoemd, had van zijn geestelijke leraar de opdracht gekregen het Krishna-bewustzijn naar het westen te brengen. In een park begon hij te chanten en zo trok hij de aandacht van de voorbijgangers. Langzaam groeide het aantal volgelingen en in twaalf jaar tijd – hij overleed in 1977 – wist hij de Hare Krishna-beweging uit te bouwen tot een wereldwijde organisatie met 108 tempels en 200.000 volgelingen. De Hare Krishna’s bewijzen Srila Prabhupada alle eer. Op elk altaar is hij aanwezig en zijn naam wordt ook tijdens de cere- monie steeds genoemd. De geestelijke leraar van Pradyumna komt weleens in Nederland. Hij geeft dan lezingen en ontvang zijn leerlingen.
  • 26. Pradyumna met een beeldje van Krishna.