Powerpoint over jongeren en sociale ongelijkheid in de risicomaatschappij.

1. J-ON-G-ELIJK ! Over jongeren en sociale ongelijkheid in de risicomaatschappij Stijn Roels 1BaSW b

2. Artikel GELDOF, D., & VAN ASSCHE, V. J-on-g-elijk? over jongeren en soiciale ongelijkheid in de riscicomaatschappij. In P. Allegaert, & B. Van Bouchaute, Veer10 Acht10, De leefwereld van jongeren (pp. 241-250). Leuven-Appeldoorn: Garant-uitgevers, 1999.

3. Verschillen tussen jongeren ?

4. Verschillen en (on)gelijkheid in stellingen Verscheidenheid bij jongeren is groot. Op vlak van: cultuur, godsdienst, uiterlijk, …

6. Kansarme jongeren = losers

7. Mening :

8. Kansrijke jongeren: geen mening of weinig uitgesproken mening.

10. Maar vorming van ‘peer groups’, deze groepen zijn bronnen voor nieuwe normen en gedrag.

12. Allochtone jongeren zien zich vaak als achterstallige jongeren op sociaal economisch en cultureel vlak.

13. Opvallend was hier wel: hoe lager de scholingsgraad hoe sterker de standpunten.

15. Gezin is niet alleen voor materiële toekomst.

16. Conclusie:

18. Sociale fragmentering

19. Sociale ongelijkheid

20. Sociale uitsluiting Deze vier bovenstaande begrippen worden door sociologen gezien als een theoretisch kader. Door dit kader krijgen we een bril om te kijken naar de sociale verschillen tussen jongeren en de risicomaatschappij.

21. Jong en ongelijkheid in de risicomaatschappij. Ongelijkheid en uitsluiting worden nog belangrijker in de overgang naar de industriële maatschappij. Er zijn drie toenemende risico’s in onze maatschappij, die zich op drie domeinen situeren: toenemende ecologische risico’s: risico’s van de opwarming van de aarde, … sociaal economische risico’s: risico’s op werkloosheid, op armoede en sociale uitsluiting. individualiseringsrisico’s: dit wil zeggen, de bouw naar een eigen biografie met de risico’s ervan. Jongeren hebben de dag van vandaag te veel keuze, waardoor ze nog moeilijk keuze kunnen maken. De impact van de oude en de nieuwe sociale breuklijnen in de risicomaatschappij worden onderschat. Men kan besluiten dat niet iedere jongere dezelfde keuzevrijheid en vooral niet dezelfde keuzemogelijkheden heeft.