SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  85
Neuroanatomie 
Mark Reybrouck
Inleiding 
 stelsels van het bewegingsapparaat: 
 osteologie, arthrologie, myologie 
 zenuwstelsel: neuroanatomie, soort 
bovenbouw 
 neuroanatomie  neurologie 
 van structuur naar functie 
 nieuwe inzichten: medische beeldvorming 
 neuromotorische programmatie, 
neuromotoriek
Inhoud 
 begrip adaptatie (cf. sensorimotoriek) 
 bouw en functie van het zenuwstelsel 
 indeling van het zenuwstelsel 
 detailbespreking
Adaptatie als uitgangspunt 
 leven: aanpassing aan verandering in 
omgeving 
 functioneel: opname, verwerking, afgeven 
van informatie 
 anatomisch: receptoren, centrale 
zenuwstelsel, effectoren 
 causale reeks  regelkring 
 belang van feedback
Functioneel en anatomisch
Bouw en functie van het 
zenuwstelsel 
 twee soorten weefsels: 
 zenuwweefsel en steunweefsel (glia) 
 zenuwcel of neuron 
 geleidingsbanen en centra 
 centrale zenuwstelsel 
 perifere zenuwstelsel
Zenuwcel of neuron 
 zenuwcel: 
 kleinste eenheid van zenuwweefsel 
 verwerking en geleiding van informatie 
 verschillende elementen: 
 cellichaam 
 perikaryon 
 dendrieten 
 neuriet of axon 
 mergschede (myeline) 
 gliacellen
- kern 
- perikaryon 
- dendrieten 
- axon of neuriet 
- mergschede
Neuronen: classificatie 
 neuron: 
 prikkelbare cel: excitabiliteit 
 receptie, integratie, transformatie, transmissie 
 structurele classificatie: 
 unipolair, bipolair en multipolair 
 functionele classificatie: 
 motorisch, sensibel en schakelneuron
Structurele classificatie 
- unipolair (A) 
- bipolair (B) 
- multipolair (C)
Functionele classificatie 
- motorisch of effectief neuron 
- sensibel of receptief neuron 
- T-cel, unipolair
Synaps 
 verbinding tussern neuronen: synaps 
 axon maakt contact met dendriet 
 eindknopje of eindvoetje 
 synaptische spleet 
 impulsoverdracht: neurotransmitters 
 eigenschappen
Synaps
Synaps: eindvoetjes
Synaps: eigenschappen 
 convergentie en divergentie 
 eenrichtingsverkeer 
 prikkelingsdrempel 
 poly-/monosynaptisch: vertraging 
 subliminale impulsen: additie
Convergentie/divergentie
Geleidingsbanen en centra 
 grijze en witte stof: 
 grijs: opeenhoping van cellichamen en dendrieten 
 wit: axonen met myeline 
 geleidingsbanen door RM en hersenen: 
opeenhoping van axonen 
 centra: opeenhoping van cellichamen
Ruggenmerg: grijze en witte 
stof 
- grijze stof: letter H 
- voorste en achterste hoorn 
- witte stof omringt grijze stof 
- ascenderende en 
descenderende banen
Hersenen: 
- grijze stof: cortex en kernen 
- witte stof: axonen van 
cellichamen
Zenuwen en zenuwvezels 
 informatie van receptoren naar CZS 
 impulsen van CZS naar effectoren 
 doorseining via axonen 
 classificatie: 
 geleidingssnelheid 
 doorsnede
Classificatie van zenuwvezels
Cerebrospinaal vocht 
 in holten van de hersenen 
 in centraal kanaal van RM 
 tussen 2 vliezen van hersenen en RM: 
 dura mater en arachnoidea 
 subarachnoidale ruimte
Cerebrospinaal vocht (2) 
 komt voor op twee plaatsen 
 subarachnoidale ruimte: 
 onder arachnoidea 
 smalle ruimte met uitbreidingen: cisternen 
 lumbale cistern, cauda equina 
 ventriculair systeem: 
 hersenkamers of ventrikels 
 centraal kanaal in RM
Vliezen of meninges
Lumbale cisterne
Hersenkamers
Hersenkamers 
 vier ventrikels: 
 twee laterale ventrikels (grote hersenen) 
 derde ventrikel (tussenhersenen) 
 vierde ventrikel (hersenstam) 
 verbinding tussen 3de en 4de: aquaeductus 
cerebri of aquaeductus Silvii 
 4de ventrikel gaat over in centrale kanaal 
(RM)
Functie van cerebrospinaal 
vocht 
 mechanische buffer 
 thermische buffer 
 transportsysteem voor metabolieten
Indeling van het ZS 
 dubbele indeling: anatomisch en functioneel 
 anatomisch: centraal en perifeer 
 gescheiden maar toch verbonden 
 centraal: controlesysteem 
 perifeer: verbindende schakel 
 functioneel: animaal en autonoom 
 animaal: informatie, spieren, cognitie 
 autonoom: vegetatieve functies
Indeling van het zenuwstelsel
Centraal ZS 
 zeer complexe structuur 
 uitgebreide terminologie: 
 namen 
 plaatsbepaling 
 functies 
 relatief eenvoudige principes
Axiale organisatie van RM
Axiale organisatie 
 rostraal-caudale as: van snavel naar staart 
 dorsaal-ventrale as: van voor naar achter 
 cephalische buiging: wijziging in oriëntatie
Anatomische verdeling 
- grote hersenen 
- tussenhersenen 
- hersenstam 
- ruggenmerg
Anatomische verdeling 
- grote hersenen 
- tussenhersenen 
- hersenstam: 
- medulla oblongata 
- pons 
- middenhersenen 
- ruggenmerg
Voornaamste divisies
Het ruggenmerg (medulla 
spinalis) 
 meest caudaal deel van CZS 
 ontvangt informatie van lichaam en periferie 
 schakelplaats voor motorische commando’s 
 motorische en sensorische kernen 
 afferente en efferente banen 
 systeem van sensorimotorische circuits 
(automatisch)
De hersenstam (truncus 
cerebri) 
 rostrale uitbreiding van RM 
 draagt de kleine hersenen 
 anatomisch: verzamelnaam voor drie 
structuren: 
 verlengde merg 
 brug van Varol 
 middenhersenen 
 functioneel: doorgaande verbindingen 
 oorsprong van zenuwen en centra
Het verlengde merg (medulla 
oblongata) 
 directe rostrale uitbreiding van RM 
 organisatie analoog aan RM: 
 grijze en witte stof 
 voorzijde: piramidebanen (motorisch) 
 piramidekruising: kruising van motoriek 
 kernen en functionele centra: ademcentrum, 
hoestcentrum, braakcentrum, 
vasomotorcentrum
Brug van Varol (NK)
Middenhersenen(mesencepha 
lon) (NK) 
 zeer kleine structuur 
 oorsprong van hersenstelen 
 schakelstation
Hersenstam
Algemene kenmerken van de 
hersenstam 
 motorische en sensorische kernen: 
 niet verbonden met ledematen en romp 
 verbonden met hoofd en nek: huid, skeletspieren, 
bloedvaten en klieren 
 ook verbonden met ingewanden 
 bemiddelende structuren (horen, tastzin), 
stijgende en dalende banen 
 reticulaire formatie
De reticulaire formatie 
 netvormige structuur (reticulair) 
 verspreid over hele herstenstam 
 anatomisch erg complex, vertakt 
 functioneel: 
 algemene activatie, alertheid 
 modificatie van spinale reflexen 
 filter voor binnenkomende impulsen (> 100 miljoen 
per seconde)
Reticulaire formatie
Tussenhersenen 
(diencephalon) 
 voortzetting van middenhersenen 
 twee structuren: thalamus en hypothalamus 
 thalamus: 
 symmetrisch en gepaard 
 doorschakeling van informatie naar hersenschors 
 impulsen vanuit hersenschors (+ en -) 
 hypothalamus: 
 controle van autonome ZS 
 hormonale secretie van hypofyse
Thalami dorsales
Coronale snede
Grote hersenen 
(telencephalon) 
 twee hersenhelften: cerebrale hemisferen 
 verbonden door hersenbalk: corpus callosum 
 hersenschors of cortex 
 basale ganglia
Basale ganglia 
 grijze kerncomplexen (ganglia) 
 in de diepte van de hemisferen (basaal) 
 lensvormige kern: nucleus lentiformis 
 putamen 
 globus pallidus 
 staartvormige kern: nucleus caudatus
Basale ganglia
Basale ganglia
Coronale snede
Capsula interna 
 band van vezels 
 tussen lensvormige kern en staartkern 
 gestreept karakter: corpus striatum 
 onderste deel: twee hersenstelen of 
pedunculi cerebri
Pyramidebanen
Basale ganglia 
 zeer complexe terminologie 
 corpus striatum: 
 nucleus caudatus 
 putamen 
 nucleus lentiformis: 
 putamen 
 globus pallidus 
 andere kernen
Kleine hersenen (cerebellum) 
 niet in serie met RM, wel parallel 
 structuur analoog aan grote hersenen: 
 twee hemisferen 
 grijze en witte stof 
 aan weerszijden drie stelen: kleine 
hersenstelen of pedunculi cerebelli 
 functie: coördineren van houding en 
beweging
Cerebellum
Cerebellum
Het ruggenmerg 
 medulla spinalis 
 gelegen binnen wervelkanaal 
 lange streng met uittredende vezels 
 longitudinale en segmentale organisatie
Longitudinale organisatie 
 van achterhoofdsgat tot L2 
 ascensus van RM 
 massief  losse vezels: cauda equina 
 streng met 2 spoelvormige verbredingen 
 cervicaal, thoracaal en lumbaal gedeelte 
 specifieke opbouw
Grijze stof 
 voorhoorn: motoneuronen 
 achterhoorn: sensibele banen, 
schakelneuronen 
 zijhoorn: oorsprong autonome vezels
Witte stof 
 myelinehoudende vezels 
 stijgende banen: 
 gevoelskwaliteiten 
 achterste streng en voorzijstreng 
 dalende banen: 
 motorische banen 
 naar voorhoorncellen 
 piramide- en extrapiramidale banen
Piramidebaan 
 rechtstreekse verbinding van hersenschors 
naar motoneuron 
 kruising in onderste deel van verlengde merg 
 verloopt via zijstreng naar beneden 
 einde t.h.v. cervicale en lumbosacrale merg 
 onrechtsreekse verbinding met motoneuron: 
schakelneuron
Piramide- (L) en 
extrapiramidale (R) banen
Extrapiramidale baan 
 afdalende banen uit hersenstam 
 einde t.h.v. cervicale en lumbosacrale RM 
 polysynaptisch: verbindingen vanuit basale 
ganglia en hersenschors
Segmentaire organisatie 
 zenuwvezels: tussen 2 wervels 
 quasi-segmentaire opbouw 
 wortels van ruggemergzenuwen: 
 voorwortel: motorisch 
 achterwortel: sensibel 
 voor- en achterwortel  spinale zenuw 
 ganglia: 
 cellichamen van sensibele vezels 
 gelegen buiten CZS
Witte stof
Segmentaire organisatie (2) 
 voorwortel: 6000 efferente vezels 
(cellichamen) 
 achterwortel: 12000 afferente vezels 
 verbinding: 350000 cellen 
 netwerk van interneuronen 
 verband tussen longitudinale en segmentaire 
organisatie
Neuroanatomie 1

Contenu connexe

Tendances

FISH and GISH : Chromosome painting
FISH and GISH : Chromosome paintingFISH and GISH : Chromosome painting
FISH and GISH : Chromosome paintingMahesh Hampannavar
 
NEURAL TRANSMISSION ppt
NEURAL TRANSMISSION pptNEURAL TRANSMISSION ppt
NEURAL TRANSMISSION pptNiveditaMenonC
 
EEG analysis and Machine Learning
EEG  analysis and Machine LearningEEG  analysis and Machine Learning
EEG analysis and Machine LearningAbbas Badran
 
Neurological Basis of Motivation Slide
Neurological Basis of Motivation SlideNeurological Basis of Motivation Slide
Neurological Basis of Motivation SlideAli Göksel Bektaş
 
Chapter 05: Development & Plasticity of the Brain
Chapter 05: Development & Plasticity of the BrainChapter 05: Development & Plasticity of the Brain
Chapter 05: Development & Plasticity of the BrainAlex Holub
 
Introduction to RNA-seq and RNA-seq Data Analysis (UEB-UAT Bioinformatics Cou...
Introduction to RNA-seq and RNA-seq Data Analysis (UEB-UAT Bioinformatics Cou...Introduction to RNA-seq and RNA-seq Data Analysis (UEB-UAT Bioinformatics Cou...
Introduction to RNA-seq and RNA-seq Data Analysis (UEB-UAT Bioinformatics Cou...VHIR Vall d’Hebron Institut de Recerca
 
Classical and modern genetics
Classical and modern geneticsClassical and modern genetics
Classical and modern geneticsasarfajar
 
Mitochondrial DNA in Taxonomy and Phylogeny
Mitochondrial DNA in Taxonomy and PhylogenyMitochondrial DNA in Taxonomy and Phylogeny
Mitochondrial DNA in Taxonomy and PhylogenyRachel Jacob
 
PRICNCIPLES OF ANALOGUE AND DIGITAL EEG.pptx
PRICNCIPLES  OF  ANALOGUE AND DIGITAL EEG.pptxPRICNCIPLES  OF  ANALOGUE AND DIGITAL EEG.pptx
PRICNCIPLES OF ANALOGUE AND DIGITAL EEG.pptxDanishAhammed6
 
Basic Principles of Genetics
Basic Principles of GeneticsBasic Principles of Genetics
Basic Principles of GeneticsIbrahim Farag
 
Glial cells - Neurobiology and Clinical Aspects
Glial cells - Neurobiology and Clinical AspectsGlial cells - Neurobiology and Clinical Aspects
Glial cells - Neurobiology and Clinical AspectsRahul Kumar
 
Functions of neurotransmitters and neuropeptides
Functions of neurotransmitters and neuropeptidesFunctions of neurotransmitters and neuropeptides
Functions of neurotransmitters and neuropeptidesFatima Mangrio
 
History of genetics
History of geneticsHistory of genetics
History of geneticsannaaquino21
 
Introduction to Neuroimaging
Introduction to NeuroimagingIntroduction to Neuroimaging
Introduction to NeuroimagingSunghyon Kyeong
 
Introductory Psychology: Forgetting
Introductory Psychology: ForgettingIntroductory Psychology: Forgetting
Introductory Psychology: ForgettingBrian Piper
 
Lecture 12 Somatosensory System and Nociception
Lecture 12 Somatosensory System and NociceptionLecture 12 Somatosensory System and Nociception
Lecture 12 Somatosensory System and NociceptionFarzana Ali
 
Neurons , Neurogenesis
Neurons  , NeurogenesisNeurons  , Neurogenesis
Neurons , NeurogenesisPavithra L N
 
The NCBI Eukaryotic Genome Annotation Pipeline and Alternate Genomic Sequences
The NCBI Eukaryotic Genome Annotation Pipeline and Alternate Genomic SequencesThe NCBI Eukaryotic Genome Annotation Pipeline and Alternate Genomic Sequences
The NCBI Eukaryotic Genome Annotation Pipeline and Alternate Genomic SequencesGenome Reference Consortium
 

Tendances (20)

FISH and GISH : Chromosome painting
FISH and GISH : Chromosome paintingFISH and GISH : Chromosome painting
FISH and GISH : Chromosome painting
 
NEURAL TRANSMISSION ppt
NEURAL TRANSMISSION pptNEURAL TRANSMISSION ppt
NEURAL TRANSMISSION ppt
 
EEG analysis and Machine Learning
EEG  analysis and Machine LearningEEG  analysis and Machine Learning
EEG analysis and Machine Learning
 
Neurological Basis of Motivation Slide
Neurological Basis of Motivation SlideNeurological Basis of Motivation Slide
Neurological Basis of Motivation Slide
 
Chapter 05: Development & Plasticity of the Brain
Chapter 05: Development & Plasticity of the BrainChapter 05: Development & Plasticity of the Brain
Chapter 05: Development & Plasticity of the Brain
 
Introduction to RNA-seq and RNA-seq Data Analysis (UEB-UAT Bioinformatics Cou...
Introduction to RNA-seq and RNA-seq Data Analysis (UEB-UAT Bioinformatics Cou...Introduction to RNA-seq and RNA-seq Data Analysis (UEB-UAT Bioinformatics Cou...
Introduction to RNA-seq and RNA-seq Data Analysis (UEB-UAT Bioinformatics Cou...
 
Classical and modern genetics
Classical and modern geneticsClassical and modern genetics
Classical and modern genetics
 
Mitochondrial DNA in Taxonomy and Phylogeny
Mitochondrial DNA in Taxonomy and PhylogenyMitochondrial DNA in Taxonomy and Phylogeny
Mitochondrial DNA in Taxonomy and Phylogeny
 
PRICNCIPLES OF ANALOGUE AND DIGITAL EEG.pptx
PRICNCIPLES  OF  ANALOGUE AND DIGITAL EEG.pptxPRICNCIPLES  OF  ANALOGUE AND DIGITAL EEG.pptx
PRICNCIPLES OF ANALOGUE AND DIGITAL EEG.pptx
 
Basic Principles of Genetics
Basic Principles of GeneticsBasic Principles of Genetics
Basic Principles of Genetics
 
Glial cells - Neurobiology and Clinical Aspects
Glial cells - Neurobiology and Clinical AspectsGlial cells - Neurobiology and Clinical Aspects
Glial cells - Neurobiology and Clinical Aspects
 
Functions of neurotransmitters and neuropeptides
Functions of neurotransmitters and neuropeptidesFunctions of neurotransmitters and neuropeptides
Functions of neurotransmitters and neuropeptides
 
History of genetics
History of geneticsHistory of genetics
History of genetics
 
Introduction to Neuroimaging
Introduction to NeuroimagingIntroduction to Neuroimaging
Introduction to Neuroimaging
 
EEG Generators
EEG GeneratorsEEG Generators
EEG Generators
 
Introductory Psychology: Forgetting
Introductory Psychology: ForgettingIntroductory Psychology: Forgetting
Introductory Psychology: Forgetting
 
Memory
MemoryMemory
Memory
 
Lecture 12 Somatosensory System and Nociception
Lecture 12 Somatosensory System and NociceptionLecture 12 Somatosensory System and Nociception
Lecture 12 Somatosensory System and Nociception
 
Neurons , Neurogenesis
Neurons  , NeurogenesisNeurons  , Neurogenesis
Neurons , Neurogenesis
 
The NCBI Eukaryotic Genome Annotation Pipeline and Alternate Genomic Sequences
The NCBI Eukaryotic Genome Annotation Pipeline and Alternate Genomic SequencesThe NCBI Eukaryotic Genome Annotation Pipeline and Alternate Genomic Sequences
The NCBI Eukaryotic Genome Annotation Pipeline and Alternate Genomic Sequences
 

En vedette (8)

Hersenen
HersenenHersenen
Hersenen
 
Hersenen En Emoties
Hersenen En EmotiesHersenen En Emoties
Hersenen En Emoties
 
DNA technieken
DNA techniekenDNA technieken
DNA technieken
 
Puertos de una computadora
Puertos de una computadoraPuertos de una computadora
Puertos de una computadora
 
Puertos de la computadora
Puertos de la computadoraPuertos de la computadora
Puertos de la computadora
 
Zenuwstelsel
ZenuwstelselZenuwstelsel
Zenuwstelsel
 
Puertos Y Conectores De Un Pc
Puertos Y Conectores De Un PcPuertos Y Conectores De Un Pc
Puertos Y Conectores De Un Pc
 
Anatomie neuroanatomie tome ii
Anatomie neuroanatomie tome iiAnatomie neuroanatomie tome ii
Anatomie neuroanatomie tome ii
 

Neuroanatomie 1

  • 2. Inleiding  stelsels van het bewegingsapparaat:  osteologie, arthrologie, myologie  zenuwstelsel: neuroanatomie, soort bovenbouw  neuroanatomie  neurologie  van structuur naar functie  nieuwe inzichten: medische beeldvorming  neuromotorische programmatie, neuromotoriek
  • 3. Inhoud  begrip adaptatie (cf. sensorimotoriek)  bouw en functie van het zenuwstelsel  indeling van het zenuwstelsel  detailbespreking
  • 4. Adaptatie als uitgangspunt  leven: aanpassing aan verandering in omgeving  functioneel: opname, verwerking, afgeven van informatie  anatomisch: receptoren, centrale zenuwstelsel, effectoren  causale reeks  regelkring  belang van feedback
  • 6. Bouw en functie van het zenuwstelsel  twee soorten weefsels:  zenuwweefsel en steunweefsel (glia)  zenuwcel of neuron  geleidingsbanen en centra  centrale zenuwstelsel  perifere zenuwstelsel
  • 7. Zenuwcel of neuron  zenuwcel:  kleinste eenheid van zenuwweefsel  verwerking en geleiding van informatie  verschillende elementen:  cellichaam  perikaryon  dendrieten  neuriet of axon  mergschede (myeline)  gliacellen
  • 8. - kern - perikaryon - dendrieten - axon of neuriet - mergschede
  • 9. Neuronen: classificatie  neuron:  prikkelbare cel: excitabiliteit  receptie, integratie, transformatie, transmissie  structurele classificatie:  unipolair, bipolair en multipolair  functionele classificatie:  motorisch, sensibel en schakelneuron
  • 10.
  • 11. Structurele classificatie - unipolair (A) - bipolair (B) - multipolair (C)
  • 12. Functionele classificatie - motorisch of effectief neuron - sensibel of receptief neuron - T-cel, unipolair
  • 13. Synaps  verbinding tussern neuronen: synaps  axon maakt contact met dendriet  eindknopje of eindvoetje  synaptische spleet  impulsoverdracht: neurotransmitters  eigenschappen
  • 16. Synaps: eigenschappen  convergentie en divergentie  eenrichtingsverkeer  prikkelingsdrempel  poly-/monosynaptisch: vertraging  subliminale impulsen: additie
  • 18. Geleidingsbanen en centra  grijze en witte stof:  grijs: opeenhoping van cellichamen en dendrieten  wit: axonen met myeline  geleidingsbanen door RM en hersenen: opeenhoping van axonen  centra: opeenhoping van cellichamen
  • 19. Ruggenmerg: grijze en witte stof - grijze stof: letter H - voorste en achterste hoorn - witte stof omringt grijze stof - ascenderende en descenderende banen
  • 20. Hersenen: - grijze stof: cortex en kernen - witte stof: axonen van cellichamen
  • 21. Zenuwen en zenuwvezels  informatie van receptoren naar CZS  impulsen van CZS naar effectoren  doorseining via axonen  classificatie:  geleidingssnelheid  doorsnede
  • 23. Cerebrospinaal vocht  in holten van de hersenen  in centraal kanaal van RM  tussen 2 vliezen van hersenen en RM:  dura mater en arachnoidea  subarachnoidale ruimte
  • 24. Cerebrospinaal vocht (2)  komt voor op twee plaatsen  subarachnoidale ruimte:  onder arachnoidea  smalle ruimte met uitbreidingen: cisternen  lumbale cistern, cauda equina  ventriculair systeem:  hersenkamers of ventrikels  centraal kanaal in RM
  • 28. Hersenkamers  vier ventrikels:  twee laterale ventrikels (grote hersenen)  derde ventrikel (tussenhersenen)  vierde ventrikel (hersenstam)  verbinding tussen 3de en 4de: aquaeductus cerebri of aquaeductus Silvii  4de ventrikel gaat over in centrale kanaal (RM)
  • 29. Functie van cerebrospinaal vocht  mechanische buffer  thermische buffer  transportsysteem voor metabolieten
  • 30. Indeling van het ZS  dubbele indeling: anatomisch en functioneel  anatomisch: centraal en perifeer  gescheiden maar toch verbonden  centraal: controlesysteem  perifeer: verbindende schakel  functioneel: animaal en autonoom  animaal: informatie, spieren, cognitie  autonoom: vegetatieve functies
  • 31. Indeling van het zenuwstelsel
  • 32. Centraal ZS  zeer complexe structuur  uitgebreide terminologie:  namen  plaatsbepaling  functies  relatief eenvoudige principes
  • 34. Axiale organisatie  rostraal-caudale as: van snavel naar staart  dorsaal-ventrale as: van voor naar achter  cephalische buiging: wijziging in oriëntatie
  • 35. Anatomische verdeling - grote hersenen - tussenhersenen - hersenstam - ruggenmerg
  • 36. Anatomische verdeling - grote hersenen - tussenhersenen - hersenstam: - medulla oblongata - pons - middenhersenen - ruggenmerg
  • 38.
  • 39. Het ruggenmerg (medulla spinalis)  meest caudaal deel van CZS  ontvangt informatie van lichaam en periferie  schakelplaats voor motorische commando’s  motorische en sensorische kernen  afferente en efferente banen  systeem van sensorimotorische circuits (automatisch)
  • 40. De hersenstam (truncus cerebri)  rostrale uitbreiding van RM  draagt de kleine hersenen  anatomisch: verzamelnaam voor drie structuren:  verlengde merg  brug van Varol  middenhersenen  functioneel: doorgaande verbindingen  oorsprong van zenuwen en centra
  • 41. Het verlengde merg (medulla oblongata)  directe rostrale uitbreiding van RM  organisatie analoog aan RM:  grijze en witte stof  voorzijde: piramidebanen (motorisch)  piramidekruising: kruising van motoriek  kernen en functionele centra: ademcentrum, hoestcentrum, braakcentrum, vasomotorcentrum
  • 42.
  • 43.
  • 44.
  • 45.
  • 47. Middenhersenen(mesencepha lon) (NK)  zeer kleine structuur  oorsprong van hersenstelen  schakelstation
  • 49. Algemene kenmerken van de hersenstam  motorische en sensorische kernen:  niet verbonden met ledematen en romp  verbonden met hoofd en nek: huid, skeletspieren, bloedvaten en klieren  ook verbonden met ingewanden  bemiddelende structuren (horen, tastzin), stijgende en dalende banen  reticulaire formatie
  • 50. De reticulaire formatie  netvormige structuur (reticulair)  verspreid over hele herstenstam  anatomisch erg complex, vertakt  functioneel:  algemene activatie, alertheid  modificatie van spinale reflexen  filter voor binnenkomende impulsen (> 100 miljoen per seconde)
  • 52. Tussenhersenen (diencephalon)  voortzetting van middenhersenen  twee structuren: thalamus en hypothalamus  thalamus:  symmetrisch en gepaard  doorschakeling van informatie naar hersenschors  impulsen vanuit hersenschors (+ en -)  hypothalamus:  controle van autonome ZS  hormonale secretie van hypofyse
  • 55. Grote hersenen (telencephalon)  twee hersenhelften: cerebrale hemisferen  verbonden door hersenbalk: corpus callosum  hersenschors of cortex  basale ganglia
  • 56. Basale ganglia  grijze kerncomplexen (ganglia)  in de diepte van de hemisferen (basaal)  lensvormige kern: nucleus lentiformis  putamen  globus pallidus  staartvormige kern: nucleus caudatus
  • 59.
  • 61. Capsula interna  band van vezels  tussen lensvormige kern en staartkern  gestreept karakter: corpus striatum  onderste deel: twee hersenstelen of pedunculi cerebri
  • 62.
  • 63.
  • 65. Basale ganglia  zeer complexe terminologie  corpus striatum:  nucleus caudatus  putamen  nucleus lentiformis:  putamen  globus pallidus  andere kernen
  • 66. Kleine hersenen (cerebellum)  niet in serie met RM, wel parallel  structuur analoog aan grote hersenen:  twee hemisferen  grijze en witte stof  aan weerszijden drie stelen: kleine hersenstelen of pedunculi cerebelli  functie: coördineren van houding en beweging
  • 69. Het ruggenmerg  medulla spinalis  gelegen binnen wervelkanaal  lange streng met uittredende vezels  longitudinale en segmentale organisatie
  • 70. Longitudinale organisatie  van achterhoofdsgat tot L2  ascensus van RM  massief  losse vezels: cauda equina  streng met 2 spoelvormige verbredingen  cervicaal, thoracaal en lumbaal gedeelte  specifieke opbouw
  • 71.
  • 72.
  • 73. Grijze stof  voorhoorn: motoneuronen  achterhoorn: sensibele banen, schakelneuronen  zijhoorn: oorsprong autonome vezels
  • 74.
  • 75. Witte stof  myelinehoudende vezels  stijgende banen:  gevoelskwaliteiten  achterste streng en voorzijstreng  dalende banen:  motorische banen  naar voorhoorncellen  piramide- en extrapiramidale banen
  • 76.
  • 77.
  • 78. Piramidebaan  rechtstreekse verbinding van hersenschors naar motoneuron  kruising in onderste deel van verlengde merg  verloopt via zijstreng naar beneden  einde t.h.v. cervicale en lumbosacrale merg  onrechtsreekse verbinding met motoneuron: schakelneuron
  • 79. Piramide- (L) en extrapiramidale (R) banen
  • 80. Extrapiramidale baan  afdalende banen uit hersenstam  einde t.h.v. cervicale en lumbosacrale RM  polysynaptisch: verbindingen vanuit basale ganglia en hersenschors
  • 81. Segmentaire organisatie  zenuwvezels: tussen 2 wervels  quasi-segmentaire opbouw  wortels van ruggemergzenuwen:  voorwortel: motorisch  achterwortel: sensibel  voor- en achterwortel  spinale zenuw  ganglia:  cellichamen van sensibele vezels  gelegen buiten CZS
  • 83.
  • 84. Segmentaire organisatie (2)  voorwortel: 6000 efferente vezels (cellichamen)  achterwortel: 12000 afferente vezels  verbinding: 350000 cellen  netwerk van interneuronen  verband tussen longitudinale en segmentaire organisatie