SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  33
Occlusaal Kompas
      [toepassen in de praktijk]




             Irmen de Vries
Voorwoord                        [ De tekening van Leonardo da Vinci was één van
        de ongeveer zestig illustraties die hij maakte voor de Divina Proportione, een
        schriftstuk van de wiskundige Luca Pacioli. Leonardo da Vinci baseerde zich op de
        beschrijvingen van Vitruvius, maar hij voerde onderzoek uit om zich op eigen
        ervaringen te kunnen baseren voordat hij de tekening maakte. De tekening werd
        ingedeeld bij het anatomisch onderzoek waar Leonardo de Vinci al enige tijd mee
        bezig was. Voorafgaand aan de tekening nam hij systematisch lichaamsmaten van
        mannen op. Proportieleer werd in deze tijd meer toegepast, onder meer door Leone
        Battista Alberti.]




Rond 1490 tekende Leonardo da Vinci de Man van Vitruvius. Na anatomisch
onderzoek en vergelijkingen met mannelijke lichamen, trok hij de conclusie dat
er terugkomende vergelijkingen zijn tussen mensen hun lichaamverhoudingen.
Dit vinden we ook terug bij de schedel. Hierbij hebben de oren, ogen, neus en
mond allemaal dezelfde lichaamsverhouding. Het is ook in de mond verder
door te voeren. Dit is onderzocht door Michael Heinz Polz [†] en in 2001
wetenschappelijk bewezen, hieruit volgde de naam het “occlusaal kompas” voor
dit concept.

De afbeelding op de voorkant is het logo van mijn website. Hierin zitten alle
elementen verwerkt van het occlusaal kompas.

Door deze scriptie heb ik veel mogen leren over het occlusale kompas, daarom
wil ik mijn drie werkgevers van Sophisticated Ceramics bedanken voor de ruimte
die er was en is, voor het delen van zowel kennis als materiaal. Graag wil ik
Sebastiaan Cornelissen bedanken voor de cursus van Jochen Peters en zonder
hem had ik nog nooit van het occlusaal kompas gehoord.




                                                                  Irmen de Vries
                                                                  Nijverdal, 2007



                                          [1]
Inhoudsopgave

voorwoord         1

inhoudsopgave          2

1. inleiding      3

2. wat houdt het occlusaal kompas in 4
           2.1 inleiding, 4 | 2.2 wat houdt het occlusaal kompas in, 5 | 2.3
           uitleg van de bewegingen, 6

3. occlusaal kompas toepassen in het laboratorium                   9
             3.1 inleiding, 10 | 3.2 kennis in het hele laboratorium, 10 | 3.3 fase I,
             11 | 3.4 fase II, 13 | 3.5 fase III, 16 | 3.6 gipsafdeling, 17 | 3.7
             modelleerafdeling, 17 | 3.8 goudafdeling, 17 | 3.9 porseleinafdeling,
             17

4. occlusaal kompas toepassen bij de tandarts              18

5. problemen oplossen van tandarts en laboratorium                   19

6. beschrijving van de elementen              20
             6.1 inleiding, 20 | 6.2 beschrijving elementen 1.4 en 2.4, 21 | 6.3
             beschrijving elementen 1.5 en 2.5, 22 | 6.4 beschrijving elementen
             1.6 en 2.6, 23 | 6.5 beschrijving elementen 1.7 en 2.7, 24 | 6.6
             beschrijving elementen 3.4 en 4.4, 25 | 6.7 beschrijving elementen
             3.5 en 4.5, 26 | 6.8 beschrijving elementen 3.6 en 4.6, 27 | 6.9
             beschrijving elementen 3.7 en 4.7, 28

7. slotwoord           29

literatuur        30

woordenlijst           31




                                         [2]
1          Inleiding



In de tandtechniek zijn veel mensen werkzaam die dag in dag uit proberen
esthetische werkstukken te maken. Echter, wanneer zij de functieleer niet
beheersen, zullen zij keer op keer problemen tegen komen en zich afvragen
waarom het niet wil lukken. Dit is tevens een voedingsbron voor import uit
lagelonenlanden. Daarom is het van belang dat wij onze plek, op de
Nederlandse markt, zeker stellen door werkstukken te maken die qua
vormgeving volledig anatomisch zijn en die qua kleur natuurlijke transparantie
bevatten. Deze twee eigenschappen vormen samen de esthetische basis.

Wanneer de functie klopt zullen kronen en bruggen optisch dichter bij de
natuurlijke vorm komen. De vormgeving die volledig anatomisch moet zijn,
verkrijgen we door met het occlusale kompas te werken. Het probleem is: hoe
realiseren we dit in het laboratorium, hoe brengen we de samenwerking met de
tandarts tot stand en hoe overtuigen we de tandarts van het nut van het
occlusaal kompas.

Met deze scriptie wil ik voor zowel laboratorium als tandarts de baten en de
toepassing van het occlusaal kompas uitleggen.




                                     [3]
2           Wat houdt het occlusaal
            kompas in


2.1     Inleiding

Aan de hand van het occlusaal kompas
zijn de verschillende kauwbewegingen
zichtbaar gemaakt. Hiermee wordt
aangetoond waar de vrijruimtes nodig zijn
voor de juiste occlusale vormgeving.
Zonder dit concept verdwaal je in de vormgeving.

De functionaliteit is in samenhang met de kauwvlakken.
Dit betekent dat de knobbels niet storen met de articulatie.

Het occlusaal kompas kunnen we vergelijken met “schilderen op nummers”.
Zonder dit concept is het heel moeilijk om te leren schilderen en is de weg lang
om het schilderen onder de knie te krijgen. We kunnen uiteindelijk wel een
goed resultaat bereiken, maar dit alles is zonder kennis.
Met het “schilderen op nummers” is er overzicht wat de juiste werkwijze is,
duidelijkheid wat op welke plaats komt en het is relatief makkelijk te leren.

Dachten we zonder het occlusaal kompas al het perfecte resultaat te kunnen
bereiken, met het occlusaal kompas kunnen we de natuurlijke vormgeving pas
echt benaderen.




                                       [4]
2.2      Uitleg van het occlusaal kompas

De bewegingen heeft men aangeduid met de kleuren:
De rode punt in het midden is de antagonist en de central fossa.
Zwart is de protrusie
Rood is de retrusie
Blauw is de laterotrusie
Geel is de lateroprotrusie                          RS
Groen is de mediotrusie




                                          ISS


De twee rode vlakken zijn de grensbewegingen.

Het ene vlak is de ISS (immediate side-shift) die zich aan de mediotrusie en de
retrusie aansluit. Deze vormt zich:
    • als er in het andere kwadrant, van dezelfde kaak, een lateroretrusie of
       een laterotrusie plaatsvindt.
    • bij de antagonist als er een ook een ISS plaatsvindt.

Het andere vlak is de RS (retrusive surtrusie) die zich aan de laterotrusie aansluit.
   • Deze vormt zich als er in het andere kwadrant een mediotrusie
      plaatsvindt.




                                         [5]
2.3     Rotatieassen van de onderkaak

Hieronder kunnen we een beeld krijgen bij de verschillende beweging van de
onderkaak.

Voor de proale beweging gebruiken we de transversale as die naar distaal
beweegt (tegenovergesteld aan de retrale beweging).
Voor de retrale beweging gebruiken we de transversale as.
Voor de laterotrusie beweging gebruiken we de verticale as.
Voor de lateroproale beweging gebruiken we de transversale en de verticale as
(combinatie van de laterotrusie en de protrusie).
Voor de mediotrusie beweging gebruiken we de sagitale as.




                                     [6]
2.4     Uitleg van de bewegingen


Protrusie

De Protrusie (zwart) loopt evenwijdig aan de
mediaanlijn. Hierbij maakt de onderkaak een
voorwaartse beweging t.o.v. de centrale relatie
(protrusion).




                             Retrusie

                             De retrusie (rood) loopt net zoals de protrusie
                             evenwijdig aan de mediaanlijn. Dit is de
                             achteruitschuiving van de onderkaak (retrusie).




                                    [7]
Laterotrusie en mediotrusie naar rechts

De laterotrusie (blauw) is een zijdelingse,
buiten het middelpunt gelegen, beweging
van de onderkaak.
Mediotrusie (groen) is een beweging van de
onderkaak naar het midden.
Voor de laterotrusie en mediotrusie geldt
dat deze betrekking hebben op één van de
kaakhelften.

We spreken hier van een laterale
condylusbaan, het traject dat door de
condylus      (gewrichtsuitsteeksel) wordt
afgelegd bij een laterale beweging van de
onderkaak; aan de dragende knobbel is dit
traject zeer kort, aan de andere (niet
actieve) zijde naar medioprotrusie zijde is
dit lang.




                                  Lateroprotrusie en medioprotrusie naar
                                  rechts

                                  De lateroprotrusie is de beweging die loopt
                                  tussen de laterotrusie en de proale
                                  beweging.

                                  De medioprotrusie is de beweging die loopt
                                  tussen     de      mediotrusie   en     de
                                  proalebeweging.
                                  Deze ontstaat wanneer er in het andere
                                  kwadrant,     van    dezelfde  kaak,   een
                                  lateroprotrusie plaatsvindt.




                                      [8]
Immediate side-shift

Dit is de transversale verplaatsing van de
roterende condylus van de onderkaak direct na
het begin van een laterale beweging.




                            Alle kaakbewegingen naar rechts

                            Hier is duidelijk zichtbaar welke bewegings-
                            mogelijkheden er zijn bij een beweging naar
                            rechts.

                            Hierbij geldt dat er in het:
                            1e kwadrant een laterotrusie of lateroprotrusie
                            plaatsvindt,
                            2e kwadrant een mediotrusie of medioprotrusie
                            plaatsvindt,
                            3e kwadrant een mediotrusie of medioprotrusie
                            plaatsvindt,
                            4e kwadrant een laterotrusie of lateroprotrusie
                            plaatsvindt.




                                  [9]
3          Occlusaal kompas toepassen
           in het laboratorium


3.1     Inleiding

Om het occlusaal kompas toepasbaar te maken voor een laboratorium is LEF
nodig. Het woord LEF staat voor: Leerschool van Esthetiek en Functies.
Een Leerschool is erg belangrijk want: “wat men niet weet ziet men niet”.
Daarom is het belangrijk dat iemand die de stof beheerst de anderen
onderwijst. Wanneer we stap voor stap de vormgeving van body, randlijsten,
knobbels en fissuren doorspreken volgens een vast patroon, zal dit zich uiten in
de Esthetiek. Deze esthetische meerwaarde zal zich ook laten gelden in de
Functies, hierdoor zullen alle vrijruimtes aanwezig en is er een goede
slijmverdeling in het occlusale vlak van de elementen.


3.2     Kennis in het hele laboratorium

Wanneer een laboratorium optimaal het occlusaal kompas wil toepassen dan
dienen alle medewerkers het concept te kennen. Elke handeling in de
tandtechniek is van belang om het occlusaal kompas te kunnen uitvoeren. Om
het occlusaal kompas goed te willen doorvoeren moeten we ons afvragen welke
kennis op welke afdeling nodig is.
We kunnen de belangrijkste aandacht punten van het occlusaal kompas in drie
fases verwoorden om afdelingsgericht te kunnen werken.

Per afdeling zal ik beschrijven hoe we dit het beste kunnen aanpakken.




                                      [10]
3.3     Fase I

Fase I is het begin van de tandtechniek oftewel de ingangscontrole. Hier worden
de afdrukken gecontroleerd op vertrekkingen en luchtbellen. Wanneer dit
correct is worden hier de modellen van vervaardigd. Ook moeten deze modellen
worden gecontroleerd op vertrekkingen en luchtbellen. Vanaf hier kan ook
worden gekeken of er voldoende geprepareerd is voor de ruimte die nodig is.
Voor porseleinwerkstukken is dit bij voorkeur minimaal 1,5 mm ruimte voor
onderstructuur en het porselein.
Voor goudkronen is dit minimaal 0,7 mm ruimte.

Vaak zien we dit soort preparaties. Buccaal en
linguaal is de ruimte redelijk, maar occlusaal
kunnen we absoluut geen mooi fissuur inleggen.

Wanneer de preparatie occlusaal niet naar wens is leg de tandarts dan aan de
hand van een preparatievoorbeeld uit waar meer ruimte gewenst is. Dit is voor
het laboratorium fijner werken en het geeft de tandarts het genot van mooiere
kronen en minder inslijpen.
Het bekendste voorbeeld hiervan betreft de ondermolaren waar een kroon
moet komen. Als daar occlusaal te weinig ruimte is, in het midden fissuur, zal de
antagonist moeten worden ingeslepen. Dit is dan ook nog een dragende
knobbel in de bovenkaak.

Het verschil is duidelijk zichtbaar: occlusaal waar het
hoofdfissuur van de kroon ligt is er meer ruimte en
ook zijn de toppen van de knobbels meer afgerond.
Dit is voor de tandarts maar even werk, maar het
maakt de kronen veel mooier en het kan veel
tijdswinst opleveren omdat inslijpen van de
antagonist niet aan de orde is.


                               Als dit alles doorgenomen is komen we bij het
                               ingipsen. Om alle bewegingen goed te kunnen
                               nabootsen is het ingipsen van de modellen zeer
                               belangrijk.
                               We letten hierbij op het incisief punt van de
                               bovenkaak, deze moet precies in het midden van
                               de articulator zijn. Een handig hulpmiddel is het
                                        incisaal pinnetje dat in de incisaalpen
                                        gestoken kan worden.



                                       [11]
Ook dient er met ingipsen gelet te worden
op het vlak van Occlusie. Deze ligt parallel
aan het vlak van Camper, en heeft een
hoek van 15° met de Frankfurter
Horizontale. Het ingipsen met een
beetregistratie is natuurlijk optimaal.




                                             Nog een controle punt is de ∆ van
                                             Bonwill. Alle zijden zijn even lang.




De articulatorinstellingen zijn:

   1. bennetthoek 15°
   2. condylusbaan 30°
   3. incisaalpen op nul.




Doordat de modellen nu perfect in de                 articulator   staan   zijn   de
articulatiemogelijkheden goed controleerbaar.

Om de articulatie goed in de articulator
te kunnen geleiden gebruiken we het
geleidingsplaatje dat door middel van
de incisaalpen de dynamiek laat zien
van het functiepatroon.




Wanneer we de beet van een patiënt stabiel willen houden mogen we nooit aan
dragende knobbels slijpen, want de centrale occlusie rust op de dragende
knobbels en de articulatie gaat altijd over de dragende knobbels.



                                      [12]
3.4     Fase II

Hierbij gelden alle punten van Fase I, alleen met extra toevoegingen.

Bij Fase II weten we: - van elk element hoe de randlijsten eruit zien,
                      - het aantal knobbels per element,
                      - de verschillende knobbelhoogtes.

Al deze kennis is nodig voor degene die onderstructuren modelleert of scant.

De modelleur dient een mooi gevormde onderstructuur te modelleren met de
juiste knobbelhoogtes en mesiaal en distaal voldoende ruimte.

De medewerker die de scanner bedient heeft met een beeldscherm te maken
waar hij op modelleert, hierdoor is de modellatie niet tastbaar en is het moeilijk
de antagonist te bekijken. Echter wordt erbij het Zeno-Tec systeem perfect op
ingespeeld. Ook moeten we de onderstructuren uitbouwen en de hoogtes van
knobbels aanpassen. Wanneer we kennis van zaken hebben, wordt het
modelleren al een stuk eenvoudiger.

Hieronder zijn de randlijstvormen van de boven- en onderkaak zichtbaar.




                                                         Onderkaak


                      Bovenkaak




                                       [13]
Hieronder zien we bovenkaak met daarop de bewegingskleuren.
Hierdoor zijn alle knobbelhoogteverschillen ook te beredeneren.




       Het rode punt in het midden is de antagonist en de centrale fossa.
                             Zwart is de protrusie
                              Rood is de retrusie
                            Blauw is de laterotrusie
                           Geel is de lateroprotrusie
                            Groen is de mediotrusie

De dragende knobbels van de bovenkaak staan als volgt in occlusie:
de 1e premolaar boven valt in de distale fossa van de 1e premolaar onder,
de 2e premolaar boven valt in de distale fossa van de 2e premolaar onder,
de 1e molaar mesiaal boven valt in de centrale fossa van de 1e molaar onder,
de 1e molaar distaal boven valt in de distale fossa van de 1e molaar onder,
de 2e molaar mesiaal boven valt in de centrale fossa van de 2e molaar onder,
de 2e molaar distaal boven valt in de distale fossa van de 2e molaar onder.

                                      [14]
Hieronder zien we onderkaak met daarop de bewegingskleuren.




      Het rode punt in het midden is de antagonist en de centrale fossa.
                            Zwart is de protrusie
                             Rood is de retrusie
                           Blauw is de laterotrusie
                          Geel is de lateroprotrusie
                           Groen is de mediotrusie

De dragende knobbels van de onderkaak staan als volgt in occlusie:
de 1e premolaar onder valt in de mesiale fossa van de 1e premolaar boven,
de 2e premolaar onder valt in de mesiale fossa van de 2e premolaar boven,
de 1e molaar mesiaal onder valt in de mesiale fossa van de 1e molaar boven,
de 1e molaar disto-buccaal onder valt in de centrale fossa van de 1e molaar
boven,
de 1e molaar distaal onder valt in de distale fossa van de 1e molaar boven,
de 2e molaar mesiaal onder valt in de mesiaal fossa van de 2e molaar boven,
de 2e molaar distaal onder valt in de distale fossa van de 2e molaar boven.
                                     [15]
3.5      Fase III

Hierbij gelden alle punten van Fase I en II, alleen met extra toevoegingen.




Bij het occlusaal kompas is het altijd zo dat de protrusie (zwart) in de bovenkaak
naar mesiaal is gericht. Dit komt omdat de bovenkaak star is en de onderkaak
als enige kaak kan bewegen. Dus bij een protrusie gaat de onderkaak naar
voren en betekent dat de knobbel van de bovenkaak vanuit de centrale fossa
naar mesiaal gaat.

De laterotrusie is in de bovenkaak altijd naar buccaal en in de onderkaak altijd
linguaal.
De lateroprotrusie is altijd tussen de laterotrusie en de protrusie in.
De protrusie is in de bovenkaak altijd naar mesiaal en in de onderkaak altijd
naar distaal.
De mediotrusie is in de bovenkaak altijd naar mesio-palatinaal gericht en in de
onderkaak altijd disto-buccaal. Een makkelijk ezelsbruggetje is: “dragende over
dragende knobbel.”

De twee rode vlakken zijn de grensbewegingen.

Het ene vlak is de ISS (immediate side-shift) die zich aan de mediotrusie en de
retrusie aansluit. Deze vormt zich:
    • als er in het andere kwadrant, van dezelfde kaak, een lateroretrusie of
       een laterotrusie plaatsvindt.
    • bij de antagonist als er een ook een ISS plaatsvindt.

Het andere vlak is de RS (retrusive surtrusie) die zich aan de laterotrusie aansluit.
   • Deze vormt zich als er in het andere kwadrant een mediotrusie
      plaatsvindt.




                                        [16]
3.6     Gipsafdeling

Voor de gipstechnicus geldt fase I, deze hoeft niet het gehele concept te weten
omdat deze aan het begin van het proces werkzaam is.
Op de gipsafdeling wordt bestudeerd of de modellen vertrekkings- en
luchtbelvrij zijn en of er genoeg ruimte is. In dit stadium kan de tandarts al
worden ingelicht over eventueel bijprepareren. Wanneer er moet worden
bijgeprepareerd kunnen we de modellen van de eerste afdruk bijwerken als
voorbeeld preparatie, dit is zeker raadzaam wanneer dit vaker voorkomt.
Ook worden de modellen, zoals in Fase I beschreven staat, ingegipst, zodat de
modellen perfect in de articulator staan en de articulatiebewegingen te
controleren zijn.

3.7     Modelleerafdeling

Voor de modelleur van onderstructuren geldt fase I en II, het hele concept is
niet nodig, maar wel de vormgeving qua randlijsten en knobbelhoogtes.
Op de modelleerafdeling verzorgt men dat de kappen en bruggen op de goede
hoogtes worden gemodelleerd, zodat de porseleinmassa een gelijke dikte heeft
naar occlusaal toe. Vaak wordt er een waskapje gemaakt met eventuele
dummy’s ertussen, zonder ook maar kennis te hebben van functie en
anatomische vormgeving. Als deze functies en vormgeving al niet in wasfase
aanwezig zijn wordt het voor de porselein technici wel heel moeilijk om deze
wel toe te passen.
Voor de modelleur die naast onderstructuren ook goudkronen modelleert geldt
hetzelfde als het porselein werk, fase I, II en III, want ook hier wordt het
occlusaal kompas toegepast.

3.8      Goudafdeling

Voor de goudtechnicus geldt fase I en II. Hij controleert zijn werk op hoogte en
verzorgt het kauwvlak van de goudkronen. Alle medewerkers moeten het
occlusale kompas kennen omdat ze een schakel zijn, die de collega’s
controleren.

3.9     Porseleinafdeling

De porseleintechnicus dient het hele proces te begrijpen om het toe te kunnen
passen in zijn werkstukken. Daarom dient hij de materie geheel tot zich te
nemen.




                                      [17]
4           Occlusaal kompas
            toepassen bij de tandarts


Het occlusaal kompas is een concept dat subliem is voor de tandarts. Dit
betekent dat de tandarts van het laboratorium het perfecte werkstuk mag
verwachten, waarin alle functies vertegenwoordigd zijn en dat esthetisch zeer
fraai is.

Wil een tandarts volgens het occlusaal kompas werken, dan dient hij aan een
paar eisen te voldoen.

   1.   Hij moet een volledige afdruk van boven- en onderkaak maken.
   2.   Hij mag nooit een dragende knobbel inslijpen.
   3.   Er moet genoeg ruimte voor een fraai esthetisch kauwvlak zijn.
   4.   Hij moet een goede noodvoorziening verzorgen.

En voor een nog fraaier resultaat voegen we er nog een aantal punten bij.

   5. Hij moet onder de gingiva, ruime champfer of schouder prepareren.
   6. Hij moet de beet vastleggen, indien mogelijk, voor het preparen.
   7. Hij moet de outline goed vrijleggen.

Dit betekent in sommige gevallen dat de tandarts een geheel nieuwe werkwijze
gaat gebruiken. Van oudsher maakte hij snelle afdrukken en moest hij
regelmatig inslijpen. Nu kan hij precieze afdrukken maken, zonder vertrekkingen
en luchtbellen, met een duidelijke gingiva, met genoeg ruimte tussen preparatie
en antagonist. Bovendien zal hij nooit meer de dragende knobbels inslijpen,
omdat dit de stabiliteit van de kaak is.

Maar ook met heel specifieke dingen dient men rekening te houden. Wanneer
er wordt afgedrukt en de mond is 20mm of verder open, zullen de kwadranten
van de onderkaak automatisch naar elkaar toe gaan.

Dit betekent ook dat de tandtechnicus de vrijheid heeft om storende factoren in
te slijpen, hierbij denken we aan uitgegroeide elementen en composiet-
vullingen.


                                      [18]
5          Problemen oplossen van
           tandarts en laboratorium
Het occlusaal kompas is het perfecte concept voor de patiënt, maar hierbij is
een goede samenwerking en openheid tussen tandarts en laboratorium vereist.
Wanneer we met dit concept werken zal dit hoe dan ook van weerskanten
vragen opleveren, zoals:

   •   waarom geeft een tandarts geen ruimte?
   •   waarom slijpt de technicus in, terwijl er ruimte is?
   •   waarom is de distale knobbel van de 1e bovenmolaar hoger dan de
       mesiale knobbel?


Om al deze vragen te beantwoorden is er op de website www.tandtechniek.eu
een vraagbaak in het leven geroepen in de vorm van een forum, waarop overleg
mogelijk is tussen tandtechnici en tandartsen voor het hoogst haalbare
resultaat. Verder is er informatie over het occlusaal kompas vermeld op
www.occlusaal-kompas.nl.
Eén van de voorwaarden voor een goede samenwerking, is dat beide partijen
open staan voor opbouwende kritiek.




                                    [19]
6
6.1
           Beschrijving van de
           elementen
        Inleiding

We hebben gezien in hoofdstuk 2 dat het occlusaal kompas relatief makkelijk te
leren is. Daarbij is het van groot belang om alle elementen bij langs te gaan om
de functies, die zich uiten in de vorm, te beduiden. Er is zoveel informatie dat
enige duidelijkheid op zijn plaats is.
Let hierbij op dat we uitgaan van de normale situatie.




                                      [20]
6.2   Beschrijving elementen 1.4 en 2.4




                                 [21]
6.3   Beschrijving elementen 1.5 en 2.5




                                 [22]
6.4   Beschrijving elementen 1.6 en 2.6




                                 [23]
6.5   Beschrijving elementen 1.7 en 2.7




                                 [24]
6.6   Beschrijving elementen 3.4 en 4.4




                                 [25]
6.7   Beschrijving elementen 3.5 en 4.5




                                 [26]
6.8   Beschrijving elementen 3.6 en 4.6




                                 [27]
6.9   Beschrijving elementen 3.7 en 4.7




                                 [28]
7          Slotwoord


In deze scriptie heb ik uitgelegd dat de stappen van het occlusaal kompas
logisch en doordacht zijn. Ze zorgen ervoor dat natuurlijke functie en
vormgeving benaderd kunnen worden.
Als men per afdeling bekijkt welke fase ervoor bedoeld is, zal het kroon- en
brugwerk verbeteren.

Bij het laboratorium waar ik werk hebben we dit concept op de
porseleinafdeling al toegepast en de volgende stap is om het op het hele
laboratorium toe te passen. Het is wel een heel lang proces, maar zeker de
moeite waard. Voorheen kende iedereen de vormgeving via natuurlijke
voorbeeldmodellen, maar de echte reden hiervoor was niet bekend. Zoals ik in
het begin van de scriptie al zei: “wat men niet weet ziet men niet”.
Nu we het occlusaal kompas hebben toegepast weten we waarom elementen
specifieke kenmerken hebben. Dit heeft als gevolg dat de vormgeving niet
alleen te beredeneren is maar dat er zelfs meer kenmerken naar voren komen
die nooit zichtbaar waren.




                                    [29]
Literatuur




 •   Schulz, D. : Nat – Die Naturgemäβe Aufwachstechnik :
      Teil 1: Der anteriore Bereich

 •   Schulz, D. : Zahntechniker Handbuch:
     Interpretationen zum Formen- und Funktionskomplex unseres Zahnreliefs

 •   Seubert, G. : Basiswissen zur naturgemäβen Aufwachstechnik:
     ABC der Zahntechnik – nach D. Schulz

 •   Tempel, F.J. / Houwink, B. : Tandheelkundig woordenboek




                                   [30]
Woordenlijst

antagonist =          een gebitselement in de een kaak, tegenover het
                      gebitselement van de andere kaak
articulatie =         1. het glijdend contact tussen een of meer
                      gebitselementen van de onderkaak met een of meer
                      elementen van de bovenkaak (een dynamische
                      contactverhouding);
                      2. de beweging in een gewricht
approximaal =         grenzend aan
buccaal =             aan de wangzijde
centrale occlusie =   1. de occlusie waarbij de onderkaak zich in centrale
                      relatie t.o.v. de schedel bevindt; 2. de maximale
                      occlusie waarbij de onderkaak zich in de
                      scharnieraspositie bevindt
centrale relatie =    1. relatie van de onderkaak t.o.v. de schedel waarvan
                      het Frankfurter vlak horizontaal verloopt, waarbij de
                      beide kaakkopjes zich in de meest ongedwongen
                      dorsale stand in de fossaearticulares bevinden; 2. de
                      meest dorsaalwaartse scharnieraspositie van de
                      onderkaak
cervicaal =           met betrekking tot de hals, nek van een tand
condylus =            gewrichtsuitsteeksel
crista =              lijst, rand
distaal =             1. verwijderd van het middelpunt 2. van het midden
                      van de tandboog af gezien
dorsaal =             aan of naar de rugzijde
dragende knobbels =   in de onderkaak zijn dat de buccale knobbels en in de
                      bovenkaak zijn dat de palatinale knobbels
Driehoek (∆)
van Bonwill =         een denkbeeldige gelijkzijdige driehoek waarvan de
                      hoekpunten zijn gelegen in het midden van de
                      kaakkopjes en in het contactpunt tussen de twee
                      centrale onderincisivi. De lengte de zijden is ongeveer
                      10 cm (4inch)
fissuur =             groeve(n) in de kauwvlakken van tanden en kiezen
fossa =               1. groeve; 2. uitholling
fossaearticulares =   gewrichtspan




                                  [31]
Frankfurter
Horizontale =           het vastgestelde oriëntatievlak, gaande door de
                        bovenzijde van de porus acusticus externus beiderzijds
                        en het onderste punt van de linker orbitarand
gingiva =               tandvlees, het gedeelte van het mondslijmvlies dat de
                        klinische kroon van een gebitselement omgeeft
immediate side-shift=   de transversale verplaatsing van de roterende
                        condylus van de onderkaak direct na het begin van
                        een laterale beweging
incisaal =              snijdende rand
incisaalpen =           onderdeel van een articulator dat dient voor de
                        fronttandgeleiding en de handhaving van de
                        beethoogte; syn. incisiefpen
laterotrusie =          zijdelingse excentrische beweging van de onderkaak.
lateroprotrusie =       de laterale voorwaartse beweging
linguaal =              aan de tongzijde
maximale occlusie =     occlusie waarbij tussen de gebitsbogen het grootste
                        aantal contactpunten of-vlakken bestaat
mediaanlijn =           snijlijn van het mediane vlak met voor- en achterzijde
                        van het lichaam
mediotrusie =           beweging van de onderkaak naar het midden; heeft
                        betrekking op één kaakhelft
mesiaal =               de naar het midden van de tandboog gerichte zijde
occlusaal =             met betrekking tot de kauwvlakken van
                        gebitselementen
outline =               omtrek, de randen
palatinaal =            naar de gehemeltezijde gericht
protrusie =             voorwaartse beweging
randlijst =             marginale rand, de approximale zijden van het
                        occlusale vlak
retrusie =              achteruitschuiving
sagittaal =             van voren naar achteren
scharnieraspositie =    de plaats van de onderkaak van waaruit de onderkaak
                        een scharnierende beweging kan maken
transversale =          dwars, in dwarse richting
vlak van Camper =       het vlak gaande door het subnasale en de centra van
                        de beide uitwendige gehoorgangen




                                    [32]

Contenu connexe

Tendances

Facebow in orthodontics /certified fixed orthodontic courses by Indian dental...
Facebow in orthodontics /certified fixed orthodontic courses by Indian dental...Facebow in orthodontics /certified fixed orthodontic courses by Indian dental...
Facebow in orthodontics /certified fixed orthodontic courses by Indian dental...Indian dental academy
 
Anatomy of stomatognathic system /certified fixed orthodontic courses by Indi...
Anatomy of stomatognathic system /certified fixed orthodontic courses by Indi...Anatomy of stomatognathic system /certified fixed orthodontic courses by Indi...
Anatomy of stomatognathic system /certified fixed orthodontic courses by Indi...Indian dental academy
 
orthodontic arch form
orthodontic arch form  orthodontic arch form
orthodontic arch form Maher Fouda
 
Moment-to-Force Ratios and Controlling RootNew Microsoft PowerPoint Presentat...
Moment-to-Force Ratios and Controlling RootNew Microsoft PowerPoint Presentat...Moment-to-Force Ratios and Controlling RootNew Microsoft PowerPoint Presentat...
Moment-to-Force Ratios and Controlling RootNew Microsoft PowerPoint Presentat...Maher Fouda
 
Frankel ortodontic appliance by thomas /certified fixed orthodontic courses ...
Frankel ortodontic appliance by thomas  /certified fixed orthodontic courses ...Frankel ortodontic appliance by thomas  /certified fixed orthodontic courses ...
Frankel ortodontic appliance by thomas /certified fixed orthodontic courses ...Indian dental academy
 
Traditional begg philosophy /certified fixed orthodontic courses by Indian ...
Traditional begg philosophy  /certified fixed orthodontic courses by Indian  ...Traditional begg philosophy  /certified fixed orthodontic courses by Indian  ...
Traditional begg philosophy /certified fixed orthodontic courses by Indian ...Indian dental academy
 
Biomechanics of Tooth Movement.pdf
Biomechanics of Tooth Movement.pdfBiomechanics of Tooth Movement.pdf
Biomechanics of Tooth Movement.pdfNay Aung
 
Bracket Placement .Prof. Maher Fouda
Bracket Placement .Prof. Maher FoudaBracket Placement .Prof. Maher Fouda
Bracket Placement .Prof. Maher FoudaMaher Fouda
 
K- Sir loop /certified fixed orthodontic courses by Indian dental academy
K- Sir loop /certified fixed orthodontic courses by Indian dental academy K- Sir loop /certified fixed orthodontic courses by Indian dental academy
K- Sir loop /certified fixed orthodontic courses by Indian dental academy Indian dental academy
 
Balanced occlusion and its importance/ cosmetic dentistry training
Balanced occlusion and its importance/ cosmetic dentistry trainingBalanced occlusion and its importance/ cosmetic dentistry training
Balanced occlusion and its importance/ cosmetic dentistry trainingIndian dental academy
 
Extraction in orthodontics /certified fixed orthodontic courses by Indian den...
Extraction in orthodontics /certified fixed orthodontic courses by Indian den...Extraction in orthodontics /certified fixed orthodontic courses by Indian den...
Extraction in orthodontics /certified fixed orthodontic courses by Indian den...Indian dental academy
 
Jaw relation and facebow transfer / Dental Crown and bridge courses
Jaw relation and facebow transfer / Dental Crown and bridge coursesJaw relation and facebow transfer / Dental Crown and bridge courses
Jaw relation and facebow transfer / Dental Crown and bridge coursesIndian dental academy
 

Tendances (20)

Facebow in orthodontics /certified fixed orthodontic courses by Indian dental...
Facebow in orthodontics /certified fixed orthodontic courses by Indian dental...Facebow in orthodontics /certified fixed orthodontic courses by Indian dental...
Facebow in orthodontics /certified fixed orthodontic courses by Indian dental...
 
Anatomy of stomatognathic system /certified fixed orthodontic courses by Indi...
Anatomy of stomatognathic system /certified fixed orthodontic courses by Indi...Anatomy of stomatognathic system /certified fixed orthodontic courses by Indi...
Anatomy of stomatognathic system /certified fixed orthodontic courses by Indi...
 
orthodontic arch form
orthodontic arch form  orthodontic arch form
orthodontic arch form
 
Moment-to-Force Ratios and Controlling RootNew Microsoft PowerPoint Presentat...
Moment-to-Force Ratios and Controlling RootNew Microsoft PowerPoint Presentat...Moment-to-Force Ratios and Controlling RootNew Microsoft PowerPoint Presentat...
Moment-to-Force Ratios and Controlling RootNew Microsoft PowerPoint Presentat...
 
Frankel ortodontic appliance by thomas /certified fixed orthodontic courses ...
Frankel ortodontic appliance by thomas  /certified fixed orthodontic courses ...Frankel ortodontic appliance by thomas  /certified fixed orthodontic courses ...
Frankel ortodontic appliance by thomas /certified fixed orthodontic courses ...
 
Balanced occlusion
Balanced occlusionBalanced occlusion
Balanced occlusion
 
Traditional begg philosophy /certified fixed orthodontic courses by Indian ...
Traditional begg philosophy  /certified fixed orthodontic courses by Indian  ...Traditional begg philosophy  /certified fixed orthodontic courses by Indian  ...
Traditional begg philosophy /certified fixed orthodontic courses by Indian ...
 
Biomechanics of Tooth Movement.pdf
Biomechanics of Tooth Movement.pdfBiomechanics of Tooth Movement.pdf
Biomechanics of Tooth Movement.pdf
 
Bracket Placement .Prof. Maher Fouda
Bracket Placement .Prof. Maher FoudaBracket Placement .Prof. Maher Fouda
Bracket Placement .Prof. Maher Fouda
 
Opus loop
Opus loopOpus loop
Opus loop
 
Complete dentures 16.occlusal schemes lingualized occlusion
Complete dentures 16.occlusal schemes   lingualized occlusionComplete dentures 16.occlusal schemes   lingualized occlusion
Complete dentures 16.occlusal schemes lingualized occlusion
 
K- Sir loop /certified fixed orthodontic courses by Indian dental academy
K- Sir loop /certified fixed orthodontic courses by Indian dental academy K- Sir loop /certified fixed orthodontic courses by Indian dental academy
K- Sir loop /certified fixed orthodontic courses by Indian dental academy
 
Activator
ActivatorActivator
Activator
 
smile arc protecton JC
smile arc protecton JCsmile arc protecton JC
smile arc protecton JC
 
Retraction loops & springs
Retraction loops & springsRetraction loops & springs
Retraction loops & springs
 
Biomechanics
BiomechanicsBiomechanics
Biomechanics
 
Hinge Axis
Hinge AxisHinge Axis
Hinge Axis
 
Balanced occlusion and its importance/ cosmetic dentistry training
Balanced occlusion and its importance/ cosmetic dentistry trainingBalanced occlusion and its importance/ cosmetic dentistry training
Balanced occlusion and its importance/ cosmetic dentistry training
 
Extraction in orthodontics /certified fixed orthodontic courses by Indian den...
Extraction in orthodontics /certified fixed orthodontic courses by Indian den...Extraction in orthodontics /certified fixed orthodontic courses by Indian den...
Extraction in orthodontics /certified fixed orthodontic courses by Indian den...
 
Jaw relation and facebow transfer / Dental Crown and bridge courses
Jaw relation and facebow transfer / Dental Crown and bridge coursesJaw relation and facebow transfer / Dental Crown and bridge courses
Jaw relation and facebow transfer / Dental Crown and bridge courses
 

En vedette

Bachelor paper: how to get free publicity for your advertising campaign
Bachelor paper: how to get free publicity for your advertising campaignBachelor paper: how to get free publicity for your advertising campaign
Bachelor paper: how to get free publicity for your advertising campaignJudithstr
 
In gesprek of verkeerd verbonden? Kansen en risico’s van sociale media in de ...
In gesprek of verkeerd verbonden? Kansen en risico’s van sociale media in de ...In gesprek of verkeerd verbonden? Kansen en risico’s van sociale media in de ...
In gesprek of verkeerd verbonden? Kansen en risico’s van sociale media in de ...Twittercrisis
 
Master Thesis Data Governance Maturity Model - Jan Merkus MSc
Master Thesis Data Governance Maturity Model - Jan Merkus MScMaster Thesis Data Governance Maturity Model - Jan Merkus MSc
Master Thesis Data Governance Maturity Model - Jan Merkus MScJan Merkus
 
ZonMw programmaschets Goed Gebruik Geneesmiddelen
ZonMw programmaschets Goed Gebruik GeneesmiddelenZonMw programmaschets Goed Gebruik Geneesmiddelen
ZonMw programmaschets Goed Gebruik GeneesmiddelenEuroBioForum
 
B5 Kennis Kringen Branding
B5 Kennis Kringen BrandingB5 Kennis Kringen Branding
B5 Kennis Kringen BrandingMarina Hoogeveen
 
Bachelorproef Maatschappelijk Werk & Dienstverlening Nathanya Wouden
Bachelorproef Maatschappelijk Werk & Dienstverlening Nathanya Wouden Bachelorproef Maatschappelijk Werk & Dienstverlening Nathanya Wouden
Bachelorproef Maatschappelijk Werk & Dienstverlening Nathanya Wouden Nathanya Wouden
 
Frederik Smit & Sanne Elfering (2007). Van een kabbelend beekje naar een brui...
Frederik Smit & Sanne Elfering (2007). Van een kabbelend beekje naar een brui...Frederik Smit & Sanne Elfering (2007). Van een kabbelend beekje naar een brui...
Frederik Smit & Sanne Elfering (2007). Van een kabbelend beekje naar een brui...Frederik Smit
 
Onderzoek onderpresteren 'motiveren leidt tot beter presteren'
Onderzoek onderpresteren 'motiveren leidt tot beter presteren'Onderzoek onderpresteren 'motiveren leidt tot beter presteren'
Onderzoek onderpresteren 'motiveren leidt tot beter presteren'Ingrid Dirksen
 
1BASWa_Bataillie_Adeline_Wiki
1BASWa_Bataillie_Adeline_Wiki1BASWa_Bataillie_Adeline_Wiki
1BASWa_Bataillie_Adeline_WikiAdeline Bataillie
 
VECHTERSBAZEN v7 +cover
VECHTERSBAZEN v7 +coverVECHTERSBAZEN v7 +cover
VECHTERSBAZEN v7 +coverGuido Asscher
 

En vedette (20)

Hoe maak ik een sectorwerkstuk 3 tl 20142015
Hoe maak ik een sectorwerkstuk 3 tl 20142015Hoe maak ik een sectorwerkstuk 3 tl 20142015
Hoe maak ik een sectorwerkstuk 3 tl 20142015
 
Inleiding
InleidingInleiding
Inleiding
 
Het recht van de sterken
Het recht van de sterkenHet recht van de sterken
Het recht van de sterken
 
Besluit
BesluitBesluit
Besluit
 
Verslag van Deskundig Onderzoek
Verslag van Deskundig OnderzoekVerslag van Deskundig Onderzoek
Verslag van Deskundig Onderzoek
 
Bachelor paper: how to get free publicity for your advertising campaign
Bachelor paper: how to get free publicity for your advertising campaignBachelor paper: how to get free publicity for your advertising campaign
Bachelor paper: how to get free publicity for your advertising campaign
 
In gesprek of verkeerd verbonden? Kansen en risico’s van sociale media in de ...
In gesprek of verkeerd verbonden? Kansen en risico’s van sociale media in de ...In gesprek of verkeerd verbonden? Kansen en risico’s van sociale media in de ...
In gesprek of verkeerd verbonden? Kansen en risico’s van sociale media in de ...
 
Master Thesis Data Governance Maturity Model - Jan Merkus MSc
Master Thesis Data Governance Maturity Model - Jan Merkus MScMaster Thesis Data Governance Maturity Model - Jan Merkus MSc
Master Thesis Data Governance Maturity Model - Jan Merkus MSc
 
gip 10.docx
gip 10.docxgip 10.docx
gip 10.docx
 
ZonMw programmaschets Goed Gebruik Geneesmiddelen
ZonMw programmaschets Goed Gebruik GeneesmiddelenZonMw programmaschets Goed Gebruik Geneesmiddelen
ZonMw programmaschets Goed Gebruik Geneesmiddelen
 
Moederschapsbescherming
MoederschapsbeschermingMoederschapsbescherming
Moederschapsbescherming
 
B5 Kennis Kringen Branding
B5 Kennis Kringen BrandingB5 Kennis Kringen Branding
B5 Kennis Kringen Branding
 
Bachelorproef Maatschappelijk Werk & Dienstverlening Nathanya Wouden
Bachelorproef Maatschappelijk Werk & Dienstverlening Nathanya Wouden Bachelorproef Maatschappelijk Werk & Dienstverlening Nathanya Wouden
Bachelorproef Maatschappelijk Werk & Dienstverlening Nathanya Wouden
 
Woord vooraf
Woord voorafWoord vooraf
Woord vooraf
 
Scriptie HBO-V
Scriptie HBO-VScriptie HBO-V
Scriptie HBO-V
 
Frederik Smit & Sanne Elfering (2007). Van een kabbelend beekje naar een brui...
Frederik Smit & Sanne Elfering (2007). Van een kabbelend beekje naar een brui...Frederik Smit & Sanne Elfering (2007). Van een kabbelend beekje naar een brui...
Frederik Smit & Sanne Elfering (2007). Van een kabbelend beekje naar een brui...
 
Onderzoek onderpresteren 'motiveren leidt tot beter presteren'
Onderzoek onderpresteren 'motiveren leidt tot beter presteren'Onderzoek onderpresteren 'motiveren leidt tot beter presteren'
Onderzoek onderpresteren 'motiveren leidt tot beter presteren'
 
1BASWa_Bataillie_Adeline_Wiki
1BASWa_Bataillie_Adeline_Wiki1BASWa_Bataillie_Adeline_Wiki
1BASWa_Bataillie_Adeline_Wiki
 
VECHTERSBAZEN v7 +cover
VECHTERSBAZEN v7 +coverVECHTERSBAZEN v7 +cover
VECHTERSBAZEN v7 +cover
 
Masterthesis
MasterthesisMasterthesis
Masterthesis
 

Scriptie Irmen de Vries

  • 1. Occlusaal Kompas [toepassen in de praktijk] Irmen de Vries
  • 2. Voorwoord [ De tekening van Leonardo da Vinci was één van de ongeveer zestig illustraties die hij maakte voor de Divina Proportione, een schriftstuk van de wiskundige Luca Pacioli. Leonardo da Vinci baseerde zich op de beschrijvingen van Vitruvius, maar hij voerde onderzoek uit om zich op eigen ervaringen te kunnen baseren voordat hij de tekening maakte. De tekening werd ingedeeld bij het anatomisch onderzoek waar Leonardo de Vinci al enige tijd mee bezig was. Voorafgaand aan de tekening nam hij systematisch lichaamsmaten van mannen op. Proportieleer werd in deze tijd meer toegepast, onder meer door Leone Battista Alberti.] Rond 1490 tekende Leonardo da Vinci de Man van Vitruvius. Na anatomisch onderzoek en vergelijkingen met mannelijke lichamen, trok hij de conclusie dat er terugkomende vergelijkingen zijn tussen mensen hun lichaamverhoudingen. Dit vinden we ook terug bij de schedel. Hierbij hebben de oren, ogen, neus en mond allemaal dezelfde lichaamsverhouding. Het is ook in de mond verder door te voeren. Dit is onderzocht door Michael Heinz Polz [†] en in 2001 wetenschappelijk bewezen, hieruit volgde de naam het “occlusaal kompas” voor dit concept. De afbeelding op de voorkant is het logo van mijn website. Hierin zitten alle elementen verwerkt van het occlusaal kompas. Door deze scriptie heb ik veel mogen leren over het occlusale kompas, daarom wil ik mijn drie werkgevers van Sophisticated Ceramics bedanken voor de ruimte die er was en is, voor het delen van zowel kennis als materiaal. Graag wil ik Sebastiaan Cornelissen bedanken voor de cursus van Jochen Peters en zonder hem had ik nog nooit van het occlusaal kompas gehoord. Irmen de Vries Nijverdal, 2007 [1]
  • 3. Inhoudsopgave voorwoord 1 inhoudsopgave 2 1. inleiding 3 2. wat houdt het occlusaal kompas in 4 2.1 inleiding, 4 | 2.2 wat houdt het occlusaal kompas in, 5 | 2.3 uitleg van de bewegingen, 6 3. occlusaal kompas toepassen in het laboratorium 9 3.1 inleiding, 10 | 3.2 kennis in het hele laboratorium, 10 | 3.3 fase I, 11 | 3.4 fase II, 13 | 3.5 fase III, 16 | 3.6 gipsafdeling, 17 | 3.7 modelleerafdeling, 17 | 3.8 goudafdeling, 17 | 3.9 porseleinafdeling, 17 4. occlusaal kompas toepassen bij de tandarts 18 5. problemen oplossen van tandarts en laboratorium 19 6. beschrijving van de elementen 20 6.1 inleiding, 20 | 6.2 beschrijving elementen 1.4 en 2.4, 21 | 6.3 beschrijving elementen 1.5 en 2.5, 22 | 6.4 beschrijving elementen 1.6 en 2.6, 23 | 6.5 beschrijving elementen 1.7 en 2.7, 24 | 6.6 beschrijving elementen 3.4 en 4.4, 25 | 6.7 beschrijving elementen 3.5 en 4.5, 26 | 6.8 beschrijving elementen 3.6 en 4.6, 27 | 6.9 beschrijving elementen 3.7 en 4.7, 28 7. slotwoord 29 literatuur 30 woordenlijst 31 [2]
  • 4. 1 Inleiding In de tandtechniek zijn veel mensen werkzaam die dag in dag uit proberen esthetische werkstukken te maken. Echter, wanneer zij de functieleer niet beheersen, zullen zij keer op keer problemen tegen komen en zich afvragen waarom het niet wil lukken. Dit is tevens een voedingsbron voor import uit lagelonenlanden. Daarom is het van belang dat wij onze plek, op de Nederlandse markt, zeker stellen door werkstukken te maken die qua vormgeving volledig anatomisch zijn en die qua kleur natuurlijke transparantie bevatten. Deze twee eigenschappen vormen samen de esthetische basis. Wanneer de functie klopt zullen kronen en bruggen optisch dichter bij de natuurlijke vorm komen. De vormgeving die volledig anatomisch moet zijn, verkrijgen we door met het occlusale kompas te werken. Het probleem is: hoe realiseren we dit in het laboratorium, hoe brengen we de samenwerking met de tandarts tot stand en hoe overtuigen we de tandarts van het nut van het occlusaal kompas. Met deze scriptie wil ik voor zowel laboratorium als tandarts de baten en de toepassing van het occlusaal kompas uitleggen. [3]
  • 5. 2 Wat houdt het occlusaal kompas in 2.1 Inleiding Aan de hand van het occlusaal kompas zijn de verschillende kauwbewegingen zichtbaar gemaakt. Hiermee wordt aangetoond waar de vrijruimtes nodig zijn voor de juiste occlusale vormgeving. Zonder dit concept verdwaal je in de vormgeving. De functionaliteit is in samenhang met de kauwvlakken. Dit betekent dat de knobbels niet storen met de articulatie. Het occlusaal kompas kunnen we vergelijken met “schilderen op nummers”. Zonder dit concept is het heel moeilijk om te leren schilderen en is de weg lang om het schilderen onder de knie te krijgen. We kunnen uiteindelijk wel een goed resultaat bereiken, maar dit alles is zonder kennis. Met het “schilderen op nummers” is er overzicht wat de juiste werkwijze is, duidelijkheid wat op welke plaats komt en het is relatief makkelijk te leren. Dachten we zonder het occlusaal kompas al het perfecte resultaat te kunnen bereiken, met het occlusaal kompas kunnen we de natuurlijke vormgeving pas echt benaderen. [4]
  • 6. 2.2 Uitleg van het occlusaal kompas De bewegingen heeft men aangeduid met de kleuren: De rode punt in het midden is de antagonist en de central fossa. Zwart is de protrusie Rood is de retrusie Blauw is de laterotrusie Geel is de lateroprotrusie RS Groen is de mediotrusie ISS De twee rode vlakken zijn de grensbewegingen. Het ene vlak is de ISS (immediate side-shift) die zich aan de mediotrusie en de retrusie aansluit. Deze vormt zich: • als er in het andere kwadrant, van dezelfde kaak, een lateroretrusie of een laterotrusie plaatsvindt. • bij de antagonist als er een ook een ISS plaatsvindt. Het andere vlak is de RS (retrusive surtrusie) die zich aan de laterotrusie aansluit. • Deze vormt zich als er in het andere kwadrant een mediotrusie plaatsvindt. [5]
  • 7. 2.3 Rotatieassen van de onderkaak Hieronder kunnen we een beeld krijgen bij de verschillende beweging van de onderkaak. Voor de proale beweging gebruiken we de transversale as die naar distaal beweegt (tegenovergesteld aan de retrale beweging). Voor de retrale beweging gebruiken we de transversale as. Voor de laterotrusie beweging gebruiken we de verticale as. Voor de lateroproale beweging gebruiken we de transversale en de verticale as (combinatie van de laterotrusie en de protrusie). Voor de mediotrusie beweging gebruiken we de sagitale as. [6]
  • 8. 2.4 Uitleg van de bewegingen Protrusie De Protrusie (zwart) loopt evenwijdig aan de mediaanlijn. Hierbij maakt de onderkaak een voorwaartse beweging t.o.v. de centrale relatie (protrusion). Retrusie De retrusie (rood) loopt net zoals de protrusie evenwijdig aan de mediaanlijn. Dit is de achteruitschuiving van de onderkaak (retrusie). [7]
  • 9. Laterotrusie en mediotrusie naar rechts De laterotrusie (blauw) is een zijdelingse, buiten het middelpunt gelegen, beweging van de onderkaak. Mediotrusie (groen) is een beweging van de onderkaak naar het midden. Voor de laterotrusie en mediotrusie geldt dat deze betrekking hebben op één van de kaakhelften. We spreken hier van een laterale condylusbaan, het traject dat door de condylus (gewrichtsuitsteeksel) wordt afgelegd bij een laterale beweging van de onderkaak; aan de dragende knobbel is dit traject zeer kort, aan de andere (niet actieve) zijde naar medioprotrusie zijde is dit lang. Lateroprotrusie en medioprotrusie naar rechts De lateroprotrusie is de beweging die loopt tussen de laterotrusie en de proale beweging. De medioprotrusie is de beweging die loopt tussen de mediotrusie en de proalebeweging. Deze ontstaat wanneer er in het andere kwadrant, van dezelfde kaak, een lateroprotrusie plaatsvindt. [8]
  • 10. Immediate side-shift Dit is de transversale verplaatsing van de roterende condylus van de onderkaak direct na het begin van een laterale beweging. Alle kaakbewegingen naar rechts Hier is duidelijk zichtbaar welke bewegings- mogelijkheden er zijn bij een beweging naar rechts. Hierbij geldt dat er in het: 1e kwadrant een laterotrusie of lateroprotrusie plaatsvindt, 2e kwadrant een mediotrusie of medioprotrusie plaatsvindt, 3e kwadrant een mediotrusie of medioprotrusie plaatsvindt, 4e kwadrant een laterotrusie of lateroprotrusie plaatsvindt. [9]
  • 11. 3 Occlusaal kompas toepassen in het laboratorium 3.1 Inleiding Om het occlusaal kompas toepasbaar te maken voor een laboratorium is LEF nodig. Het woord LEF staat voor: Leerschool van Esthetiek en Functies. Een Leerschool is erg belangrijk want: “wat men niet weet ziet men niet”. Daarom is het belangrijk dat iemand die de stof beheerst de anderen onderwijst. Wanneer we stap voor stap de vormgeving van body, randlijsten, knobbels en fissuren doorspreken volgens een vast patroon, zal dit zich uiten in de Esthetiek. Deze esthetische meerwaarde zal zich ook laten gelden in de Functies, hierdoor zullen alle vrijruimtes aanwezig en is er een goede slijmverdeling in het occlusale vlak van de elementen. 3.2 Kennis in het hele laboratorium Wanneer een laboratorium optimaal het occlusaal kompas wil toepassen dan dienen alle medewerkers het concept te kennen. Elke handeling in de tandtechniek is van belang om het occlusaal kompas te kunnen uitvoeren. Om het occlusaal kompas goed te willen doorvoeren moeten we ons afvragen welke kennis op welke afdeling nodig is. We kunnen de belangrijkste aandacht punten van het occlusaal kompas in drie fases verwoorden om afdelingsgericht te kunnen werken. Per afdeling zal ik beschrijven hoe we dit het beste kunnen aanpakken. [10]
  • 12. 3.3 Fase I Fase I is het begin van de tandtechniek oftewel de ingangscontrole. Hier worden de afdrukken gecontroleerd op vertrekkingen en luchtbellen. Wanneer dit correct is worden hier de modellen van vervaardigd. Ook moeten deze modellen worden gecontroleerd op vertrekkingen en luchtbellen. Vanaf hier kan ook worden gekeken of er voldoende geprepareerd is voor de ruimte die nodig is. Voor porseleinwerkstukken is dit bij voorkeur minimaal 1,5 mm ruimte voor onderstructuur en het porselein. Voor goudkronen is dit minimaal 0,7 mm ruimte. Vaak zien we dit soort preparaties. Buccaal en linguaal is de ruimte redelijk, maar occlusaal kunnen we absoluut geen mooi fissuur inleggen. Wanneer de preparatie occlusaal niet naar wens is leg de tandarts dan aan de hand van een preparatievoorbeeld uit waar meer ruimte gewenst is. Dit is voor het laboratorium fijner werken en het geeft de tandarts het genot van mooiere kronen en minder inslijpen. Het bekendste voorbeeld hiervan betreft de ondermolaren waar een kroon moet komen. Als daar occlusaal te weinig ruimte is, in het midden fissuur, zal de antagonist moeten worden ingeslepen. Dit is dan ook nog een dragende knobbel in de bovenkaak. Het verschil is duidelijk zichtbaar: occlusaal waar het hoofdfissuur van de kroon ligt is er meer ruimte en ook zijn de toppen van de knobbels meer afgerond. Dit is voor de tandarts maar even werk, maar het maakt de kronen veel mooier en het kan veel tijdswinst opleveren omdat inslijpen van de antagonist niet aan de orde is. Als dit alles doorgenomen is komen we bij het ingipsen. Om alle bewegingen goed te kunnen nabootsen is het ingipsen van de modellen zeer belangrijk. We letten hierbij op het incisief punt van de bovenkaak, deze moet precies in het midden van de articulator zijn. Een handig hulpmiddel is het incisaal pinnetje dat in de incisaalpen gestoken kan worden. [11]
  • 13. Ook dient er met ingipsen gelet te worden op het vlak van Occlusie. Deze ligt parallel aan het vlak van Camper, en heeft een hoek van 15° met de Frankfurter Horizontale. Het ingipsen met een beetregistratie is natuurlijk optimaal. Nog een controle punt is de ∆ van Bonwill. Alle zijden zijn even lang. De articulatorinstellingen zijn: 1. bennetthoek 15° 2. condylusbaan 30° 3. incisaalpen op nul. Doordat de modellen nu perfect in de articulator staan zijn de articulatiemogelijkheden goed controleerbaar. Om de articulatie goed in de articulator te kunnen geleiden gebruiken we het geleidingsplaatje dat door middel van de incisaalpen de dynamiek laat zien van het functiepatroon. Wanneer we de beet van een patiënt stabiel willen houden mogen we nooit aan dragende knobbels slijpen, want de centrale occlusie rust op de dragende knobbels en de articulatie gaat altijd over de dragende knobbels. [12]
  • 14. 3.4 Fase II Hierbij gelden alle punten van Fase I, alleen met extra toevoegingen. Bij Fase II weten we: - van elk element hoe de randlijsten eruit zien, - het aantal knobbels per element, - de verschillende knobbelhoogtes. Al deze kennis is nodig voor degene die onderstructuren modelleert of scant. De modelleur dient een mooi gevormde onderstructuur te modelleren met de juiste knobbelhoogtes en mesiaal en distaal voldoende ruimte. De medewerker die de scanner bedient heeft met een beeldscherm te maken waar hij op modelleert, hierdoor is de modellatie niet tastbaar en is het moeilijk de antagonist te bekijken. Echter wordt erbij het Zeno-Tec systeem perfect op ingespeeld. Ook moeten we de onderstructuren uitbouwen en de hoogtes van knobbels aanpassen. Wanneer we kennis van zaken hebben, wordt het modelleren al een stuk eenvoudiger. Hieronder zijn de randlijstvormen van de boven- en onderkaak zichtbaar. Onderkaak Bovenkaak [13]
  • 15. Hieronder zien we bovenkaak met daarop de bewegingskleuren. Hierdoor zijn alle knobbelhoogteverschillen ook te beredeneren. Het rode punt in het midden is de antagonist en de centrale fossa. Zwart is de protrusie Rood is de retrusie Blauw is de laterotrusie Geel is de lateroprotrusie Groen is de mediotrusie De dragende knobbels van de bovenkaak staan als volgt in occlusie: de 1e premolaar boven valt in de distale fossa van de 1e premolaar onder, de 2e premolaar boven valt in de distale fossa van de 2e premolaar onder, de 1e molaar mesiaal boven valt in de centrale fossa van de 1e molaar onder, de 1e molaar distaal boven valt in de distale fossa van de 1e molaar onder, de 2e molaar mesiaal boven valt in de centrale fossa van de 2e molaar onder, de 2e molaar distaal boven valt in de distale fossa van de 2e molaar onder. [14]
  • 16. Hieronder zien we onderkaak met daarop de bewegingskleuren. Het rode punt in het midden is de antagonist en de centrale fossa. Zwart is de protrusie Rood is de retrusie Blauw is de laterotrusie Geel is de lateroprotrusie Groen is de mediotrusie De dragende knobbels van de onderkaak staan als volgt in occlusie: de 1e premolaar onder valt in de mesiale fossa van de 1e premolaar boven, de 2e premolaar onder valt in de mesiale fossa van de 2e premolaar boven, de 1e molaar mesiaal onder valt in de mesiale fossa van de 1e molaar boven, de 1e molaar disto-buccaal onder valt in de centrale fossa van de 1e molaar boven, de 1e molaar distaal onder valt in de distale fossa van de 1e molaar boven, de 2e molaar mesiaal onder valt in de mesiaal fossa van de 2e molaar boven, de 2e molaar distaal onder valt in de distale fossa van de 2e molaar boven. [15]
  • 17. 3.5 Fase III Hierbij gelden alle punten van Fase I en II, alleen met extra toevoegingen. Bij het occlusaal kompas is het altijd zo dat de protrusie (zwart) in de bovenkaak naar mesiaal is gericht. Dit komt omdat de bovenkaak star is en de onderkaak als enige kaak kan bewegen. Dus bij een protrusie gaat de onderkaak naar voren en betekent dat de knobbel van de bovenkaak vanuit de centrale fossa naar mesiaal gaat. De laterotrusie is in de bovenkaak altijd naar buccaal en in de onderkaak altijd linguaal. De lateroprotrusie is altijd tussen de laterotrusie en de protrusie in. De protrusie is in de bovenkaak altijd naar mesiaal en in de onderkaak altijd naar distaal. De mediotrusie is in de bovenkaak altijd naar mesio-palatinaal gericht en in de onderkaak altijd disto-buccaal. Een makkelijk ezelsbruggetje is: “dragende over dragende knobbel.” De twee rode vlakken zijn de grensbewegingen. Het ene vlak is de ISS (immediate side-shift) die zich aan de mediotrusie en de retrusie aansluit. Deze vormt zich: • als er in het andere kwadrant, van dezelfde kaak, een lateroretrusie of een laterotrusie plaatsvindt. • bij de antagonist als er een ook een ISS plaatsvindt. Het andere vlak is de RS (retrusive surtrusie) die zich aan de laterotrusie aansluit. • Deze vormt zich als er in het andere kwadrant een mediotrusie plaatsvindt. [16]
  • 18. 3.6 Gipsafdeling Voor de gipstechnicus geldt fase I, deze hoeft niet het gehele concept te weten omdat deze aan het begin van het proces werkzaam is. Op de gipsafdeling wordt bestudeerd of de modellen vertrekkings- en luchtbelvrij zijn en of er genoeg ruimte is. In dit stadium kan de tandarts al worden ingelicht over eventueel bijprepareren. Wanneer er moet worden bijgeprepareerd kunnen we de modellen van de eerste afdruk bijwerken als voorbeeld preparatie, dit is zeker raadzaam wanneer dit vaker voorkomt. Ook worden de modellen, zoals in Fase I beschreven staat, ingegipst, zodat de modellen perfect in de articulator staan en de articulatiebewegingen te controleren zijn. 3.7 Modelleerafdeling Voor de modelleur van onderstructuren geldt fase I en II, het hele concept is niet nodig, maar wel de vormgeving qua randlijsten en knobbelhoogtes. Op de modelleerafdeling verzorgt men dat de kappen en bruggen op de goede hoogtes worden gemodelleerd, zodat de porseleinmassa een gelijke dikte heeft naar occlusaal toe. Vaak wordt er een waskapje gemaakt met eventuele dummy’s ertussen, zonder ook maar kennis te hebben van functie en anatomische vormgeving. Als deze functies en vormgeving al niet in wasfase aanwezig zijn wordt het voor de porselein technici wel heel moeilijk om deze wel toe te passen. Voor de modelleur die naast onderstructuren ook goudkronen modelleert geldt hetzelfde als het porselein werk, fase I, II en III, want ook hier wordt het occlusaal kompas toegepast. 3.8 Goudafdeling Voor de goudtechnicus geldt fase I en II. Hij controleert zijn werk op hoogte en verzorgt het kauwvlak van de goudkronen. Alle medewerkers moeten het occlusale kompas kennen omdat ze een schakel zijn, die de collega’s controleren. 3.9 Porseleinafdeling De porseleintechnicus dient het hele proces te begrijpen om het toe te kunnen passen in zijn werkstukken. Daarom dient hij de materie geheel tot zich te nemen. [17]
  • 19. 4 Occlusaal kompas toepassen bij de tandarts Het occlusaal kompas is een concept dat subliem is voor de tandarts. Dit betekent dat de tandarts van het laboratorium het perfecte werkstuk mag verwachten, waarin alle functies vertegenwoordigd zijn en dat esthetisch zeer fraai is. Wil een tandarts volgens het occlusaal kompas werken, dan dient hij aan een paar eisen te voldoen. 1. Hij moet een volledige afdruk van boven- en onderkaak maken. 2. Hij mag nooit een dragende knobbel inslijpen. 3. Er moet genoeg ruimte voor een fraai esthetisch kauwvlak zijn. 4. Hij moet een goede noodvoorziening verzorgen. En voor een nog fraaier resultaat voegen we er nog een aantal punten bij. 5. Hij moet onder de gingiva, ruime champfer of schouder prepareren. 6. Hij moet de beet vastleggen, indien mogelijk, voor het preparen. 7. Hij moet de outline goed vrijleggen. Dit betekent in sommige gevallen dat de tandarts een geheel nieuwe werkwijze gaat gebruiken. Van oudsher maakte hij snelle afdrukken en moest hij regelmatig inslijpen. Nu kan hij precieze afdrukken maken, zonder vertrekkingen en luchtbellen, met een duidelijke gingiva, met genoeg ruimte tussen preparatie en antagonist. Bovendien zal hij nooit meer de dragende knobbels inslijpen, omdat dit de stabiliteit van de kaak is. Maar ook met heel specifieke dingen dient men rekening te houden. Wanneer er wordt afgedrukt en de mond is 20mm of verder open, zullen de kwadranten van de onderkaak automatisch naar elkaar toe gaan. Dit betekent ook dat de tandtechnicus de vrijheid heeft om storende factoren in te slijpen, hierbij denken we aan uitgegroeide elementen en composiet- vullingen. [18]
  • 20. 5 Problemen oplossen van tandarts en laboratorium Het occlusaal kompas is het perfecte concept voor de patiënt, maar hierbij is een goede samenwerking en openheid tussen tandarts en laboratorium vereist. Wanneer we met dit concept werken zal dit hoe dan ook van weerskanten vragen opleveren, zoals: • waarom geeft een tandarts geen ruimte? • waarom slijpt de technicus in, terwijl er ruimte is? • waarom is de distale knobbel van de 1e bovenmolaar hoger dan de mesiale knobbel? Om al deze vragen te beantwoorden is er op de website www.tandtechniek.eu een vraagbaak in het leven geroepen in de vorm van een forum, waarop overleg mogelijk is tussen tandtechnici en tandartsen voor het hoogst haalbare resultaat. Verder is er informatie over het occlusaal kompas vermeld op www.occlusaal-kompas.nl. Eén van de voorwaarden voor een goede samenwerking, is dat beide partijen open staan voor opbouwende kritiek. [19]
  • 21. 6 6.1 Beschrijving van de elementen Inleiding We hebben gezien in hoofdstuk 2 dat het occlusaal kompas relatief makkelijk te leren is. Daarbij is het van groot belang om alle elementen bij langs te gaan om de functies, die zich uiten in de vorm, te beduiden. Er is zoveel informatie dat enige duidelijkheid op zijn plaats is. Let hierbij op dat we uitgaan van de normale situatie. [20]
  • 22. 6.2 Beschrijving elementen 1.4 en 2.4 [21]
  • 23. 6.3 Beschrijving elementen 1.5 en 2.5 [22]
  • 24. 6.4 Beschrijving elementen 1.6 en 2.6 [23]
  • 25. 6.5 Beschrijving elementen 1.7 en 2.7 [24]
  • 26. 6.6 Beschrijving elementen 3.4 en 4.4 [25]
  • 27. 6.7 Beschrijving elementen 3.5 en 4.5 [26]
  • 28. 6.8 Beschrijving elementen 3.6 en 4.6 [27]
  • 29. 6.9 Beschrijving elementen 3.7 en 4.7 [28]
  • 30. 7 Slotwoord In deze scriptie heb ik uitgelegd dat de stappen van het occlusaal kompas logisch en doordacht zijn. Ze zorgen ervoor dat natuurlijke functie en vormgeving benaderd kunnen worden. Als men per afdeling bekijkt welke fase ervoor bedoeld is, zal het kroon- en brugwerk verbeteren. Bij het laboratorium waar ik werk hebben we dit concept op de porseleinafdeling al toegepast en de volgende stap is om het op het hele laboratorium toe te passen. Het is wel een heel lang proces, maar zeker de moeite waard. Voorheen kende iedereen de vormgeving via natuurlijke voorbeeldmodellen, maar de echte reden hiervoor was niet bekend. Zoals ik in het begin van de scriptie al zei: “wat men niet weet ziet men niet”. Nu we het occlusaal kompas hebben toegepast weten we waarom elementen specifieke kenmerken hebben. Dit heeft als gevolg dat de vormgeving niet alleen te beredeneren is maar dat er zelfs meer kenmerken naar voren komen die nooit zichtbaar waren. [29]
  • 31. Literatuur • Schulz, D. : Nat – Die Naturgemäβe Aufwachstechnik : Teil 1: Der anteriore Bereich • Schulz, D. : Zahntechniker Handbuch: Interpretationen zum Formen- und Funktionskomplex unseres Zahnreliefs • Seubert, G. : Basiswissen zur naturgemäβen Aufwachstechnik: ABC der Zahntechnik – nach D. Schulz • Tempel, F.J. / Houwink, B. : Tandheelkundig woordenboek [30]
  • 32. Woordenlijst antagonist = een gebitselement in de een kaak, tegenover het gebitselement van de andere kaak articulatie = 1. het glijdend contact tussen een of meer gebitselementen van de onderkaak met een of meer elementen van de bovenkaak (een dynamische contactverhouding); 2. de beweging in een gewricht approximaal = grenzend aan buccaal = aan de wangzijde centrale occlusie = 1. de occlusie waarbij de onderkaak zich in centrale relatie t.o.v. de schedel bevindt; 2. de maximale occlusie waarbij de onderkaak zich in de scharnieraspositie bevindt centrale relatie = 1. relatie van de onderkaak t.o.v. de schedel waarvan het Frankfurter vlak horizontaal verloopt, waarbij de beide kaakkopjes zich in de meest ongedwongen dorsale stand in de fossaearticulares bevinden; 2. de meest dorsaalwaartse scharnieraspositie van de onderkaak cervicaal = met betrekking tot de hals, nek van een tand condylus = gewrichtsuitsteeksel crista = lijst, rand distaal = 1. verwijderd van het middelpunt 2. van het midden van de tandboog af gezien dorsaal = aan of naar de rugzijde dragende knobbels = in de onderkaak zijn dat de buccale knobbels en in de bovenkaak zijn dat de palatinale knobbels Driehoek (∆) van Bonwill = een denkbeeldige gelijkzijdige driehoek waarvan de hoekpunten zijn gelegen in het midden van de kaakkopjes en in het contactpunt tussen de twee centrale onderincisivi. De lengte de zijden is ongeveer 10 cm (4inch) fissuur = groeve(n) in de kauwvlakken van tanden en kiezen fossa = 1. groeve; 2. uitholling fossaearticulares = gewrichtspan [31]
  • 33. Frankfurter Horizontale = het vastgestelde oriëntatievlak, gaande door de bovenzijde van de porus acusticus externus beiderzijds en het onderste punt van de linker orbitarand gingiva = tandvlees, het gedeelte van het mondslijmvlies dat de klinische kroon van een gebitselement omgeeft immediate side-shift= de transversale verplaatsing van de roterende condylus van de onderkaak direct na het begin van een laterale beweging incisaal = snijdende rand incisaalpen = onderdeel van een articulator dat dient voor de fronttandgeleiding en de handhaving van de beethoogte; syn. incisiefpen laterotrusie = zijdelingse excentrische beweging van de onderkaak. lateroprotrusie = de laterale voorwaartse beweging linguaal = aan de tongzijde maximale occlusie = occlusie waarbij tussen de gebitsbogen het grootste aantal contactpunten of-vlakken bestaat mediaanlijn = snijlijn van het mediane vlak met voor- en achterzijde van het lichaam mediotrusie = beweging van de onderkaak naar het midden; heeft betrekking op één kaakhelft mesiaal = de naar het midden van de tandboog gerichte zijde occlusaal = met betrekking tot de kauwvlakken van gebitselementen outline = omtrek, de randen palatinaal = naar de gehemeltezijde gericht protrusie = voorwaartse beweging randlijst = marginale rand, de approximale zijden van het occlusale vlak retrusie = achteruitschuiving sagittaal = van voren naar achteren scharnieraspositie = de plaats van de onderkaak van waaruit de onderkaak een scharnierende beweging kan maken transversale = dwars, in dwarse richting vlak van Camper = het vlak gaande door het subnasale en de centra van de beide uitwendige gehoorgangen [32]