10. Differentiëren in de breedte
leertijd
leerinhoud
leerproces/-middel
leerresultaat
leerplan/
besluitvorming
11. Differentiëren in de mix
leertijd
leerinhoud
leerproces/-middel
leerresultaat
leerplan/
besluitvorming
Kiezen binnen een
taak of vak, thema
Kiezen uit een
breder curriculum
12. Differentiëren in de mix
leertijd
leerinhoud
leerproces/-middel
leerresultaat
leerplan/
besluitvorming
Kiezen hoe je
toetst, wordt
beoordeeld
Kiezen
verschillende
examenniveaus
13. Differentiëren in de mix
leertijd
leerinhoud
leerproces/-middel
leerresultaat
leerplan/
besluitvorming
Kiezen papier of
digitaal
Kiezen alleen,
tweetal, groep
Kiezen van bron of
werkvorm
14. Differentiëren in de mix
leertijd
leerinhoud
leerproces/-middel
leerresultaat
leerplan/
besluitvorming
Kiezen hoeveel tijd
binnen/buiten
school
Bieden van
keuzewerktijd
Bieden van keuze
in totale
onderwijstijd
15. Differentiëren in de mix
leertijd
leerinhoud
leerproces/-middel
leerresultaat
leerplan/
besluitvorming
Per leerling een
leerplan
Driehoek leerling,
ouder, school
bepaalt
Keuze leerplan
binnen opleiding/
niveaus
30. Lerende gestuurde leersituatie
ICT
inhoud
leer-
situatie
leraar lerende
Hier is ict in zijn kracht naast de leerling
• Mindmaps
• Planning tools
• Portfolio en registratietools
• Communicatie en presentatie
• Hulp bij leren leren
• Vergroten verantwoordelijkheid en begeleiding leerproces
31. BLOOMS ONTLEDING VAN HET LEERPROCES
creëren
evalueren
analyseren
toepassen
begrijpen
onthouden
hoge cognitieve
belasting
lage cognitieve
belasting
vaardigheden
Gevolgen voor nivo, groep en organisatie
Anders omgaan met leerlingen, ouders, bedrijfsleven, samenleving
Dus twee kanten: wens om te differentieren komt hiervandaan, maar heeft ook gevolgen op
Zoals Carpe Diem in USA. Hoog presteren, enkele onderdelen helemaal geautomatiseerd, meer tijd voor andere zaken.
Ouders richtten de Steve Jobsscholen op
Hoe kunnen kinderen zich meetbaar en merkbaar ontwikkelen?
Iedere flinter van talent ontdekken en ontwikkelen
Open van 730 tot 1830 voor alle diensten
Sociaal constructivisme
Niet de leeftijd maar de ontwikkeling van het kind bepaalt het werkplan
Een kind hoeft niet voortdurend te vergelijken met anderen. De vraag is steeds: ‘Ben ik ten opzichte van mezelf gegroeid?’ In het persoonlijk ontwikkelplan maakt een kind keuzes over de manier waarop het de leerdoelen denkt te behalen op de lange termijn, en op basis daarvan kiest het ook dagelijks zijn activiteiten.
Leren in de werkelijkheid; ouders workshops geven over hun baan, hobby of talent.
Kinderen solliciteren bij hun coach op functies als dierenexpert, waarbij ze de dieren verzorgen in onze ontdektuin. Of als medewerker bij onze kunstuitleen, waarbij ze creatief bezig zijn en ze een onderneming leren opzetten.”
Annette: “Als een jongen bijvoorbeeld organisator wil worden bij ons evenementenbureau, kijkt de coach samen met hem of een sollicitatie kansrijk is en wat hij kan doen om de sollicitatie kansrijker te maken. Het kan zijn dat hij eerst een stage krijgt aangeboden. Er is altijd perspectief voor de kinderen, maar we willen ook dat ze hun grenzen verleggen. Dat ze een focus kiezen en doorzetten. Dat ze leren omgaan met tegenslag. En ontdekken dat je fouten mag maken. Wij ondersteunen de kinderen. Daarbij is steeds het uitgangspunt: opbouwen van interesses, uitbouwen van talenten, en leren compenseren van minder sterke kanten.”
Kenniseconomie vraagt om talentontwikkeling en ontwikkelen van het potentieel, salamanca verdrag van Unesco 1994 roept om inclusief onderwijs
Scholen zeggen: kan niet met huidige middelen en tijd (cao etc) Redenering De School: dan moet je tijd en middelen herschikken.
58 kerndoelen allemaal realiseren! Opvang en onderwijs integreren.
Gepersonaliseerd leren Is geen leraarkenmerk of schoolkenmerk, maar een leersituatiekenmerk. Daar zijn er veel van
Leersituatie heeft 4 kenmerken/bouwstenen
Bij gepers leren gaat het om de vraag hoe je die bouwstenen configureert
leersituaties staan ten dienste van de leerdoelen en die hebben we wettelijk vastgelegd. Scholen krijgen geld om die doelen te realiseren
Er zijn ook leerdoelen die scholen zelf belangrijk vinden: 21st skills. Maar skills als doel op zich – mag, maar is niet geregeld in het onderwijs.
Leersituatie: 4 vragen beantwoorden door u
Wat moet een leerling leren, hoe moet ie dat doen, waar moet ll dat leren en wanneer
Kernvragen gerelateerd aan leersituaties
Stel: al deze vragen worden beantwoord door de leraar
In dit perspectief zijn eigenlijk alle vragen al voor de leraar beantwoord zijn. Hij voert uit
Onze boeken zijn van hoge kwaliteit. Hoogwaardige programma’s
Andere uiterste: ll je moet zelf je hart volgen, breng je onderwerpen in, maak een ontwerp, ik help je, andere ll erbij. Regie van vier vragen ligt dan bij ll.
Daar is in wet steeds meer ruimte voor.
Er zijn vele tussenvormen
Bij uitersten komen keuzes lekker duidelijk aan het licht
Stel in de eerste vorm:
Er zijn al goede methodes, alles stappen beschreven.
Hulpmiddel ict erbij – waar weten we precies dat automatisering in essentie helpt waar we weten dat ict de leraar verslaat:
Waar ll volgens vaste leerlijnen stappen volgt
Instructie, oefenen, herhalen
Om te reproduceren bijvoorbeeld.
Computer kan de leerstof zo aanbieden op je mentale vergeetcurve – precies dan, na zoveel bedenktijd, snel herhalen, we weten hoe onze hersenen werken hierbij. Inspanning, succeservaring. Programma kent de patronen. Een perfecte leraar ziet dat aan de ogen, maar bij individualisering wordt dat onmogelijk. Lkt bij 3 leerlingen
Progr sturing biedt mogelijkheid veel ll op maat te bedienen.
Zoals Carpe Diem in USA. Hoog presteren, enkele onderdelen helemaal geautomatiseerd, meer tijd voor andere zaken.
Hier staat ict naast de ll. Mindmaps, tools voor planning, portfolio registreren, een maatje met intelligente adviezen om je meer verantwoordelijk te maken en te begeleiden bij leerproces
In 1956 publiceerde een commissie onder leiding van Benjamin Bloom een systeem voor de classificatie van doelstellingen. Deze indeling wordt nog steeds gebruikt en is een handzaam middel voor studenten en docenten om activiteiten van studenten en het typen vragen in tentamens te ordenen en te benoemen. Bloom en de zijnen hebben de doelstellingen geordend in een opklimmende moeilijkheidsgraad. Men zou de taxonomie als een trap kunnen voorstellen. Iedere volgende trede is ingewikkelder en omvat steeds de vorige treden.
1. Kennis: Doe je boek dicht en noem de zes denkniveaus van Bloom.
2. Inzicht: Hier zijn drie vragen. Op welk niveau van Bloom zijn de vragen gesteld?
3. Toepassing: Hoe kan kennis van Blooms taxonomie het lesgeven verbeteren?
4. Analyse: Vergelijk Blooms taxonomie met een indeling van anderen.
5. Synthese: Ontwerp een nieuwe en betere indeling van denkniveaus.
6. Evaluatie: Behoort Bloom een verplicht onderdeel te zijn van opleidingen?
Implicaties van de keuzes bij leraargest. Vorm: als totaal ideale blended variant.
Daarnaast zijn er situaties waarbij de leraar volop nodig is. Saaie routines door computer. Wat een verlichting op de werkdruk! Wat we overhouden is de essentie van het leraarschap – in relatie met leerling samenwerken, dialoog, projecten. Dus om rechts doelen bereiken, moeten we links iets doen waar we nog maar weinig aan gedacht hebben.
Links ligt misschien wel meer winst. In ieder geval op kennis erover.
20 jaar onderzoek – nog geen bewijs. Stapelen van kennis uit kleine bouwstenen.
Pleidooi om te automatiseren waar mogelijk en zo tijd vrij te spelen voor persoonlijk contact met leerling