Samenvatting promotieonderzoek 'De storm doorstaan' Longitudinaal onderzoek naar cultuurverandering tijdens een organisatietransformatie.
Storm in Amsterdam: de casus ‘stadsdeelorganisatie Nieuw-West’ “We verkeren in een stormachtige fase.” “We lopen vooruit op de storm.” De storm is een metafoor die geregeld door leidinggevenden werd gekozen in de interviews die onderdeel uitmaken van deze dissertatie. De leidinggevenden maakten deel uit van stadsdeelorganisatie Nieuw-West, een van de zeven stadsdelen die Amsterdam telt bij de start van het onderzoek. Tijdens de onderzoeksperiode, van september 2011 tot en met maart 2014, hebben er in de omgeving van de organisatie ingrijpende veranderingen plaatsgevonden. Allereerst werd er binnen de gemeente Amsterdam een stelselherziening doorgevoerd die ervoor zorgde dat drie stadsdelen fuseerden tot stadsdeel ‘Nieuw-West’. Vervolgens werd tijdens de implementatie van de fusie in 2012 een nieuwe ingrijpende verandering aangekondigd in de vorm van een wetswijziging en een bestuurlijke hervorming. Voor stadsdeel Nieuw-West betekende dit een transformatie van een stadsdeel naar een bestuurscommissie. Deze organisatietransformatie ging gepaard met een stevige inperking van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Tevens werd de organisatie sterk in omvang gereduceerd. Inzicht in cultuurverandering tijdens een organisatietransformatie Binnen de organisatiekunde wordt gesteld dat ingrijpende veranderingen in de omgeving ertoe leiden dat er bij de organisatie een noodzaak tot transformatie ontstaat. Organisatietransformatie impliceert dat er in korte tijd ingrijpende wijzigingen worden doorgevoerd zodat de fit met de omgeving kan worden behouden waarmee de organisatie in staat blijft haar doelstellingen te behalen. Een organisatietransformatie kan alleen succesvol zijn indien er tevens sprake is van een verandering van de organisatiecultuur. In de literatuur wordt breed onderkend dat een organisatie alleen kan transformeren indien er ook een verandering ontstaat in de mindset van de medewerkers. Daarmee is organisatietransformatie
3. 12 Wouter Smit niet alleen een structurele maar ook een culturele aangelegenheid. De opgave die in deze dissertatie centraal staat is het verkrijgen van inzicht in het proces van cultuurverandering dat ontstaat tijdens een organisatietransfor- matie. Dit inzicht ontstaat door de uitvoering van een uitgebreide casestudy bij stadsdeelorganisatie Nieuw-West. De volgende onderzoeksvraag staat daarbij centraal: Op welke wijze is de cultuurverandering tijdens de organisatietransformatie van Nieuw-West verlopen? Bij het inventariseren van het verloop van de cultuurverandering gaat het enerzijds over de ‘inhoud’ van de verandering. Het b
2. 1
Samenvatting
Storm in Amsterdam: de casus ‘stadsdeelorganisatie Nieuw-West’
“We verkeren in een stormachtige fase.” “We lopen vooruit op de storm.” De storm
is een metafoor die geregeld door leidinggevenden werd gekozen in de interviews
die onderdeel uitmaken van deze dissertatie. De leidinggevenden maakten deel
uit van stadsdeelorganisatie Nieuw-West, een van de zeven stadsdelen die
Amsterdam telt bij de start van het onderzoek. Tijdens de onderzoeksperiode,
van september 2011 tot en met maart 2014, hebben er in de omgeving van de
organisatie ingrijpende veranderingen plaatsgevonden. Allereerst werd er binnen
de gemeente Amsterdam een stelselherziening doorgevoerd die ervoor zorgde dat
drie stadsdelen fuseerden tot stadsdeel ‘Nieuw-West’. Vervolgens werd tijdens
de implementatie van de fusie in 2012 een nieuwe ingrijpende verandering
aangekondigd in de vorm van een wetswijziging en een bestuurlijke hervorming.
Voor stadsdeel Nieuw-West betekende dit een transformatie van een stadsdeel
naar een bestuurscommissie. Deze organisatietransformatie ging gepaard met een
stevige inperking van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Tevens werd
de organisatie sterk in omvang gereduceerd.
Inzicht in cultuurverandering tijdens een organisatietransformatie
Binnen de organisatiekunde wordt gesteld dat ingrijpende veranderingen in de
omgeving ertoe leiden dat er bij de organisatie een noodzaak tot transformatie
ontstaat. Organisatietransformatie impliceert dat er in korte tijd ingrijpende
wijzigingen worden doorgevoerd zodat de fit met de omgeving kan worden
behouden waarmee de organisatie in staat blijft haar doelstellingen te behalen.
Een organisatietransformatie kan alleen succesvol zijn indien er tevens sprake is van
een verandering van de organisatiecultuur. In de literatuur wordt breed onderkend
dat een organisatie alleen kan transformeren indien er ook een verandering
ontstaat in de mindset van de medewerkers. Daarmee is organisatietransformatie
3. 2
niet alleen een structurele maar ook een culturele aangelegenheid.
De opgave die in deze dissertatie centraal staat is het verkrijgen van inzicht in
het proces van cultuurverandering dat ontstaat tijdens een organisatietransfor-
matie. Dit inzicht ontstaat door de uitvoering van een uitgebreide casestudy bij
stadsdeelorganisatie Nieuw-West. De volgende onderzoeksvraag staat daarbij
centraal:
Op welke wijze is de cultuurverandering tijdens de organisatietransformatie
van Nieuw-West verlopen?
Bij het inventariseren van het verloop van de cultuurverandering gaat het enerzijds
over de ‘inhoud’ van de verandering. Het betreft het vaststellen van hoe de
culturele kenmerken inhoudelijk zijn veranderd tijdens de transformatie, zoals de
mindset van de medewerkers en de betekenis die zij aan de organisatie verlenen.
Het denken en handelen van medewerkers kan bijvoorbeeld veranderen van meer
‘kwaliteitsgericht’ naar meer ‘snelheidsgericht’.
Anderzijds gaat het over hoe het culturele veranderproces in werking is getreden in
relatie tot de transformatie. Vragen die bij dit proces horen zijn bijvoorbeeld welke
culturele variabelen er precies veranderen, in welk tempo de cultuur verandert en
hoe de cultuurverandering samenhangt met de uitvoering van de transformatie.
Cultuur en cultuurverandering
Perspectieven op en varianten van cultuurverandering
Organisatiecultuur kan worden getypeerd als een uiterst complex concept. In de
meest brede definitie is de organisatie het product van haar organisatiecultuur.
Simpel gezegd; cultuur is een ‘geheel’. In de meest enge definitie is cultuur niet
veel meer dan een van de resources die strategisch voordeel en organisatiesucces
voortbrengen. In dat geval is cultuur slechts een aspect of een ‘deel’ van de
organisatie. De verschillende opvattingen en uitgangspunten zorgen ervoor dat er
in de theorie diverse discussies bestaan over hoe een ‘organisatiecultuur’1
opgevat
dient te worden en hoe het concept dient te worden onderzocht (Martin, 2002).
Gezien de grote hoeveelheid definities die er in de loop der jaren aan het concept
‘organisatiecultuur’ zijn toebedeeld wordt er in hoofdstuk 2 een overzicht gegeven
van vier verschillende cultuurperspectieven. In dit overzicht wordt voortgebouwd
op het meest recente overzicht van Boonstra uit 2013. Omdat de perspectieven
gebaseerd zijn op verschillende uitgangspunten en daarmee ongelijksoortig
zijn, is er besloten om één perspectief centraal te stellen. Gekozen is voor het
managementperspectief omdat het objectieve karakter in staat stelt de cultuur
meetbaar te maken en in onderlinge tijdsintervallen te vergelijken.
1
Met het begrip ‘cultuur’ wordt, tenzij expliciet anders genoemd, de cultuur van de organisatie
bedoeld. De begrippen ‘cultuur’ en ‘organisatiecultuur’ zijn daarmee inwisselbaar.
4. 3
Om rekening te houden met de complexiteit rondom cultuur zijn er aspecten
uit twee andere perspectieven aan de onderzoeksbenadering toegevoegd. Thick
description, ontleend aan het antropologische perspectief, stelt in staat een
cultuur te begrijpen door deze te relateren aan een uitgebreide beschrijving
van de context waar de organisatie zich in bevindt. Het in kaart brengen van de
dominante betekenisconstructie, ontleend aan het sociaal-constructionistische
perspectief, stelt in staat cultuur te beschrijven vanuit de beelden en beleving van
de medewerkers.
Ten behoeve van deze dissertatie is een interpretatiekader opgesteld dat wordt
toegelicht in hoofdstuk 4. In dit kader wordt cultuurverandering, in lijn met het
managementperspectief, opgevat als een fasering waarbij een bestaand cultureel
evenwicht middels een transitieperiode verandert in een nieuw evenwicht.
Eerst vindt er een fase van decollectivisering plaats waarmee het bestaande
culturele evenwicht wordt doorbroken. Deze fase maakt een verandering van de
kernwaarden in de mindset mogelijk. De verandering in de mindset wordt een
diepgaande cultuurverandering genoemd. Vervolgens ontstaat er een fase van
hercollectivisering waarbij de nieuwe kernwaarden worden bestendigd in een
nieuw evenwicht. De bestendiging van het nieuwe evenwicht wordt een duurzame
cultuurverandering genoemd. Het culturele veranderproces wordt weergegeven
in figuur A.
Figuur A Diepgaande en duurzame cultuurverandering visueel weergegeven volgens het
managementperspectief.
oorspronkelijk
evenwicht
nieuw
evenwichttransitie
Cultuurverandering: duurzame cultuurverandering volgens het managementperspectief
duurzame cultuurverandering
diepgaande cultuurverandering
decollectivisering hercollectivisering
Cultuurverandering binnen publieke organisaties
Deoriëntatiegerichtophetcreërenvanpubliekewaardeninplaatsvanhetnastreven
van groei en winst leidt ertoe dat er bij publieke organisaties gesproken kan worden
over een afwijkende veranderdynamiek. Bij organisaties in het publieke domein ligt
een sterke nadruk op het creëren en continueren van de publieke waarden, door
Straathof (2009) benoemd als de ‘maatschappelijke waarden’ binnen de mindset
van de cultuur. Bovendien bestaat er in vergelijking met private organisaties een
grote diversiteit aan stakeholders. Medewerkers van publieke organisaties worden
geconfronteerd met en beïnvloed door verschillende belanghebbenden. Deze
belanghebbenden bestaan uit de politieke wensen, de ambtelijke aansturing en
de diverse stakeholders buiten de organisatie die hun belangen behartigd willen
5. 4
zien. Een derde specifiek kenmerk dat geldt voor publiek-bestuurlijke organisaties,
zoals stadsdeel Nieuw-West, is de dubbele aansturing. De ambtelijk leider dient de
opdracht van de politieke leiders uit te voeren en tevens leiding te geven aan de
organisatie. Dat impliceert dat zijn leiderschap in termen van mandaat, autonomie
en bewegingsvrijheid in de regel beperkter is dan bij een private organisatie.
Onderzoeksmethode op hoofdlijnen
Tijdens de onderzoeksperiode, van september 2011 tot en met maart 2014, heeft
er binnen de stadsdeelorganisatie Nieuw-West een omvangrijk cultuuronderzoek
plaatsgevonden. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen drie zogenaamde
‘onderzoekssporen’, beschreven in hoofdstuk 5.
• Spoor1betrefteenuitgebreidebeschrijvingvandecontextwaardeorganisatie
zich in bevond. Aan de hand van beleidsstukken (intern) en nieuwsberichten
(extern) is er een reconstructie gemaakt van de gebeurtenissen die zich
hebben voorgedaan, de belangrijkste besluiten die zijn genomen en welke
interventies hebben plaatsgevonden.
• Spoor 2 betreft de meting van de cultuurverandering. In dit spoor zijn vier
jaarlijkse2
cultuurmetingen uitgevoerd met behulp van het cultuur-arena
model. Dit model wordt toegelicht in hoofdstuk 4. De meting is een weergave
van de belangrijkste waarden (de ‘mindset’) en van de invloedsverhoudingen
(de ‘arena’) die de cultuur kenmerken. Per meting zijn gemiddeld 87
medewerkers geïnterviewd, overeenkomstig met ongeveer 10% van het
totaal aantal medewerkers. Het resultaat van spoor 2 is een hoofdtabel met
daarin de belangrijkste veranderingen die in de mindset en de arena zijn
vastgesteld.
• Spoor 3 betreft een objectivering van de dominante betekenisconstructie,
oftewel de betekenis die de leidinggevenden hebben toegedicht aan de
verandering waar de organisatie zich in bevond. Dit onderzoeksspoor is het
resultaat van de logboekgesprekken die zijn gevoerd met de leidinggevenden
in de periodes tussen de cultuurmetingen in. In de logboeken zijn zij bevraagd
over hoe zij de organisatieverandering hebben beleefd. In totaal zijn er
36 logboekgesprekken uitgevoerd. Het resultaat van spoor 3 betreft een
weergave van de beleving van de cultuurverandering die wordt beschreven
aan de hand van zeven gecodeerde thema’s.
Per onderzoeksspoor worden de resultaten weergegeven in een resultatenhoofd-
stuk, respectievelijk hoofdstuk 6, 7 en 8. Voor het samenbrengen en samenvatten
van de resultaten uit de drie onderzoekssporen is in hoofdstuk 9 gekozen voor een
theoretisch raamwerk dat is gebaseerd op het werk van Kuipers et al. (2013). In
het raamwerk wordt organisatieverandering onderverdeeld in vijf categorieën, te
wetendeorganisatiecontext,hetproces vandetransformatie,deveranderbeleving,
2
Tussen meting 1 en 2 is deze periode korter.
6. 5
het leiderschap en de inhoud van de cultuurverandering. Aan de hand van de
samenvatting van de resultaten wordt in hoofdstuk 10 het antwoord gegeven op
de hoofdvraag.
Resultaat: het verloop van de cultuurverandering van Nieuw-West
De onderzoeksperiode kan beschreven worden als een periode waarin een
diepgaande maar (nog) geen duurzame cultuurverandering heeft plaatsgevonden.
De diepgaande cultuurverandering ontstond als gevolg van een critical event, te
weten de aankondiging van een nieuwe, nog ingrijpendere transformatie in de
vorm van een bestuurlijke hervorming en reorganisatie.
Er kan gesproken worden van een diepgaande cultuurverandering omdat er een
verandering heeft plaatsgevonden in de mindset, oftewel de kern van de cultuur.
De bedrijfskundige aandacht voor de organisatie veranderde naar de focus op het
goed uitvoeren van het eigen werk. Anders gesteld, de aandacht voor het resultaat
van het werk, oftewel de gerichtheid op resultaat en efficiëntie, veranderde naar
aandacht voor het werk an sich.
De verandering in mindset ging gepaard met een verandering van de arena. Er
ontstonden in toenemende mate loyaliteitsdiscussies omdat de belangen van
de directie verschilden van die van het college van B&W. Aan het einde van de
onderzoeksperiode werd er door de medewerkers nog amper aansturing vanuit de
directie ervaren.
De impact van het critical event op de mindset is ook zichtbaar in de dominante
betekenisconstructie van de organisatie: het beeld van een gefuseerde organisatie
die moest worden opgebouwd veranderde naar een (onder)deel van een groter
concern dat moest worden ontbonden. Daarbij was het besef ontstaan dat de
organisatie haar toekomst niet meer zelf in de hand had maar dat deze (extern) zou
worden bepaald door het college van B&W.
Hetcriticaleventzorgdeervoordatdefasevanhercollectiviseringveranderdeineen
fase van decollectivisering vanwege het besef dat de bestaande organisatiecultuur
geen doel meer diende. De diffuusheid in aansturing, gebrek aan een nieuw
perspectief en de onzekerheid over de eigen rol in de organisatie zorgden ervoor
dat er druk ontstond op de onderlinge collectiviteit tot een niveau waarbij er nog
amper van culturele binding kon worden gesproken. Van een verduurzaming van
de cultuurverandering naar een nieuw collectief evenwicht was daarmee aan het
einde van de onderzoeksperiode geen sprake.
7. 6
Conclusies over cultuurverandering tijdens een
organisatietransformatie
Aan de hand van de resultaten omtrent de cultuurverandering tijdens een periode
van organisatietransformatie wordt in hoofdstuk 10 een conclusie getrokken
die gebaseerd is op een aantal deelconclusies. De conclusie bevestigt het
theoretische uitgangspunt dat een organisatietransformatie gepaard gaat met
een cultuurverandering. Beide veranderingen vinden echter niet parallel plaats.
De diepgaande cultuurverandering ontstaat als gevolg van de aankondiging van
de transformatie en vindt daarmee plaats voordat de transformatie daadwerkelijk
wordt gestart. In deze casestudy is (nog) geen duurzame cultuurverandering
zichtbaar. Deze wordt verwacht nadat de transformatie is doorgevoerd. Gesteld
wordt dat cultuurverandering niet alleen de start maar ook het sluitstuk van de
organisatietransformatie behelst.
Verderwordtbevestigddatpubliekekenmerkenvaninvloedzijnopdetransformatie
en op het verloop van de cultuurverandering. Bij Nieuw-West werden de
invloedsverhoudingen in de arena in aanloop naar de tweede transformatie (nog)
veel complexer, met een diffuusheid in aansturing en trage besluitvorming tot
gevolg. Naast de ambtelijke aansturing heeft de politieke aansturing een vergaande
invloed op de cultuur. De politieke aansturing is ingewikkeld omdat deze vanuit
verschillende bestuursniveaus invloed uitoefent op de organisatie. De diffuusheid
in aansturing zorgt voor veel onzekerheid bij de medewerkers, met als gevolg dat
zij zich richten op hun eigen werk en er minder aandacht is voor de gezamenlijke
maatschappelijke opgave.
Vervolgonderzoek
Een belangrijke vaststelling is dat de resultaten van deze casestudy gedeeltelijk
afwijken van het (theoretische) interpretatiekader. De organisatietransformatie en
de cultuurverandering verlopen niet parallel. De cultuurverandering is ‘proactief’
in dat deze reeds ontstaat voordat de organisatietransformatie wordt uitgevoerd.
Vervolgonderzoek kan bepalen wat de oorzaak is voor de afwijking van de resultaten
ten opzichte van het interpretatiekader. Een sleutelpositie lijkt daarbij weggelegd
voor het critical event. Het is belangrijk vast te stellen welke criteria een gebeurtenis
als ‘critical’ bestempelen en daarmee een diepgaande cultuurverandering in gang
zetten. Het is aannemelijk dat een minder ingrijpende en onverwachte gebeurtenis
geen directe impact op de mindset heeft. In dat geval blijft het theoretische
uitgangspunt van een fase van decollectivisering die leidt tot een diepgaande
cultuurverandering in stand.
De ‘reactieve’ cultuurverandering oftewel een duurzame cultuurverandering
richting een nieuw en robuust evenwicht wordt verwacht nadat de transformatie is
uitgevoerd.DezevoorspellingisgebaseerdopdeperiodenadefusietotNieuw-West
8. 7
die gekenmerkt werd door een fase van hercollectivisering. De versterking van de
culturele binding kon ontstaan doordat medewerkers duidelijkheid werd geboden
in termen van veranderrichting, aansturing en de gezamenlijke (maatschappelijke)
opgave. Vervolgonderzoek zou kunnen vaststellen of er tijdens de implementatie
van de bestuurlijke hervorming en reorganisatie van Nieuw-West opnieuw
collectiviteit ontstaat rondom een set van gedeelde kernwaarden.
Dit onderzoek heeft een bijdrage geleverd aan de theorievorming rondom het
proces van cultuurverandering dat plaatsvindt tijdens een organisatietransforma-
tie. Daarnaast is de impact van ingrijpende gebeurtenissen en van het (manage-
ment)-leiderschap op dit proces in perspectief geplaatst.
Het opgestelde interpretatiekader van cultuurverandering kan als basis fungeren
voor nieuw cultuuronderzoek. Dat is belangrijk voor de verdere validering van
de resultaten omdat een casestudy niet tot te generaliseren uitkomsten leidt.
Organisaties die verkeren in een stormachtige fase dienen daartoe gedurende
meerdere jaren gevolgd en geanalyseerd te worden. Dit is een moeilijke en
langdurige opgave, maar biedt net als deze studie meer inzicht in hoe het complexe
fenomeen van cultuurverandering kan worden begrepen.
9. “Ik werk nu vierenveertig jaar voor deze stad en dit is de vijftiende
reorganisatie die ik meemaak en ook de meest ingrijpende.”
Afdelingshoofd Nieuw-West