1. Het nieuwe leven
Laat dus wat aards in u is afsterven: ontucht, zedeloosheid, hartstocht, lage begeerten en ook
hebzucht – hebzucht is afgoderij –, want om deze dingen treft Gods toorn degenen die hem
ongehoorzaam zijn. 7 Vroeger hebt u ook die weg gevolgd en zo geleefd, maar nu moet u
alles wat slecht is opgeven: woede en drift, vloeken en schelden. Bedrieg elkaar niet, nu u de
oude mens en zijn leefwijze afgelegd hebt en de nieuwe mens hebt aangetrokken, die steeds
vernieuwd wordt naar het beeld van zijn schepper en zo tot inzicht komt. Dan is er geen
sprake meer van Grieken of Joden, besnedenen of onbesnedenen, barbaren, Skythen, slaven of
vrijen, maar dan is Christus alles in allen.
(Kol 3,5-11)
Op 3 september was het scheppingszondag. Naast mediazondag en roepingenzondag en meer van
zulks mogen we al 3 jaar in de Belgische kerk eenmaal per jaar specifiek aandacht geven aan de
ecologische problematiek. Dit jaar draait de campagne in België rond het recht op drinkbaar water
voor iedereen op deze planeet. (www.ecokerk.be)
Water was waarschijnlijk al een bezorgdheid in de eerste christengemeenschappen die in de brief
aan de christenen van Kolosse worden aangeschreven. Het is dan ook verleidelijk om deze passage
over de zogenaamde Kosmische Christus dan ook onmiddellijk met de ogen van onze huidige
ecologische impasse te interpreteren. Nochtans is het vrij duidelijk dat op bijna geen enkele plaats in
de Bijbel specifiek aandacht is voor het ecologische probleem. En hier bij Paulus dus ook niet. Deze
brief – en met haar vele andere uit de paulinische school – is vooreerst heel concreet ondersteunend
bedoeld voor een kerk in opbouw. Een kerk in opbouw aan de rand van het Romeinse Rijk, tussen de
veelgoderij van het heidendom en de orthodoxie van het jodendom. De christenen moeten op dat
moment in de geschiedenis nog een identiteit opbouwen (rond de figuur van Jezus van Nazareth) en
ze verlangen om vanuit die identiteit ten volle te mogen leven en heil te mogen ontvangen. Paulus
heeft hen daarbij theologische ondersteuning. Soms heel theoretisch en abstract, soms verrassend
praktisch. Deze passage is daarin heel interessant. Er wordt namelijk opgesomd wat er precies
verwacht wordt van een christen: geen woede of drift, vloeken en schelden, en geen ontucht of
hebzucht. Er wordt dus uitgelegd wat bedoeld wordt met het ‘aardse te laten afsterven’. Ook bij de
‘nieuwe mens die steeds wordt vernieuwd naar het beeld van zijn Schepper’ wordt er een verrassend
en voor die tijd veelzeggend voorbeeld gegeven. De nieuwe mens maakt geen onderscheid meer
tussen Grieken en barbaren (een onderscheid dat Grieken ideologisch in die tijd maakten). De
nieuwe mens heeft geen etnische identiteit. Hij is noch Grieks, noch barbaars. Christus maakt immers
alles en allen tot broeders van mekaar.
En dat laatste doet me weer op de thematiek van scheppingszondag komen. Christenen zijn immers
niet zomaar ‘beeld van God’, perfect geschapen. Nee, steeds weer moet ze evolueren zodat ze
dichter komen bij dat ‘beeld van God’. De Schepper die alles omvat en theologisch aan de oorsprong
staat van alles is bijna onbereikbaar voor de beperkte menselijkheid, maar de mens kan er wel naar
groeien. En om te groeien moeten we volgens Paulus tot inzicht komen en daadwerkelijk
veranderen.
De grondhouding van’ respect voor verscheidenheid’ en het afleggen van zaken zoals hebzucht zijn
een goede basishouding om als christen het ecologische probleem te trotseren. Het is namelijk in de
‘lage begeerten’ en de hebzucht van de mens dat er veel van die problemen ontstaan zijn. Zonder
romantisch te willen doen en hier te pleiten voor een ‘terug naar de natuur’ wil ik duidelijk maken
2. dat de mens, als steeds hernieuwend beeld van God, een belangrijke taak en verantwoordelijkheid
heeft op deze wereld: zorgen dat Christus alles in allen mag zijn. Dat er zorg is voor de gehele
schepping. Maar ook zorgen dat de hebzucht en andere zaken die aan de oorsprong liggen tot wat
stilaan een ecologische catastrofe aan het worden is (voor in de Derde Wereld) worden benoemd.
En dat er zo uitgedaagd wordt om tot een nieuwe houding te komen.
Jacques Haers s.j. verwoordt de mogelijkheid tot een nieuwe houding mooi:
‘De kerk kan de planeet redden. Omdat zij wereldwijd aanwezig is en een diepe impact
heeft op de motivering van het menselijke handelen, kan ze in sneltempo mobiliseren in de
zorg voor de schepping. Als de kerk en de paus zich daadwerkelijk achter de milieuzorg
scharen, kunnen ze de noodzakelijke kentering naar een ecologische en duurzame wereld
veroorzaken. Zich daarin niet engageren, is schuldig verzuim’