PowerPoint van paragraaf 1

1. 1914-1918

2.  - Wat waren de oorzaken van de Eerste
Wereldoorlog?
 - Hoe verliep de oorlog?
 - Wat maakte deze oorlog een ‘totale
oorlog’?

3.  Rond 1900 waren er veel spanningen in Europa. Deze
spanningen werden vooral veroorzaakt door een sterk
nationalisme.
 Nationalisme = Sterke gevoelens voor eigen vaderland.
 Welke spanningen hingen samen met dit opgeklopte
nationalisme?

4.  Frankrijk – In 1870-1871 verloren de Fransen de Duits-
Franse oorlog en hadden nog veel wraakgevoelens.
 Duitsland – Was net één land geworden. Ze wilden de
machtigste land van Europa worden
 Engeland – Was bang voor de koloniale drift van
Duitsland.
 Oostenrijk-Hongarije – Land met erg veel volken.
Serven binnen de grenzen wilden bij Servië horen.

6.  Op 28 juni 1914 reden de Prins van Oostenrijk-
Hongarije, Frans Ferdinand en zijn vrouw door
Sarajevo. Zonder wat door te hebben werd er op de
auto geschoten.

7.  Frans Ferdinand en zijn vrouw overleven de aanslag
niet.

8.  Door de moordaanslag kwam er een kettingreactie op
gang:
 Oostenrijk-Hongarije verklaarde Servië de oorlog.
Wilhelm II van Duitsland steunde de Oostenrijkers,
terwijl Nicolaas II van Rusland Servië steunde.
 Duitsland verklaarde Frankrijk ook de oorlog, er lagen
al plannen klaar voor een nieuwe aanval.
 Die aanval ging via het neutrale België, en dat pikte
Engeland niet, die zich aansloot bij de Fransen en
Russen.

10.  Het werd al snel een loopgravenoorlog:
I want to go home, I want to go home.
I don't want to go in the trenches no more,
Where whizzbangs and shrapnel they whistle and
roar.
Take me over the see, where the Alleyman can't get
at me.
Oh my, I don't want to die, I want to go home.

11.  In 1917 komt er een nieuwe heerser in Rusland. De
nieuwe leider maakt meteen vrede met Duitsland.
Duitsland kan nu alle troepen aan het westfront
zetten.
 Omdat de Britten alle havens van Duitsland blokkeren,
hebben de Duitsers bijna geen goederen meer. Ze gaan
over op een onbeperkte duikbotenoorlog.

12. 1198 overleven de aanval niet – reden genoeg voor
Amerika om te vechten tegen de Duitsers!

13.  Amerika brengt frisse troepen en daardoor is de oorlog
binnen een jaar bekeken.

14. Einde les 1 van
paragraaf 1

15. .
I don't know what is to be
done... this isn't war.

16. Toen er bericht was dat er oorlog was uitgebroken, waren de
mensen eerst blij.
“We kunnen eindelijk laten zien hoe veel beter ons land is
dan alle andere landen!”
“De oorlog is zo
voorbij, met kerst zijn
we weer thuis!”

17. De Duitsers winnen in het begin van de oorlog snel
terrein. Maar ze worden uiteindelijk tegengehouden bij
België en Frankrijk.
Geen van beide partijen kan verder, en men begint
loopgraven te maken.

18. De loopgraven waren ongeveer 2
meter diep. Voor de eerst
komende 4 jaar werd dit het huis
van de soldaten. Ze deden er
alles, eten, slapen,
oorlogvoeren…..

19. Helaas was het weer tijdens de Eerste Wereldoorlog een van
de minst goede ooit. Er viel continu regen. Het gevolg was
verschrikkelijk.

20. Doordat het steeds regende liepen de loopgraven vol water.
De mannen stonden 24 uur per dag in dat water. Langzaam
verrotte hun voeten. Dit heet “trenchfeet”, een van de meest
voorkomende wonden aan soldaten.

21. Een nieuw middel in de Eerste Wereldoorlog was het
bombarderen van de vijand….dagen en nachten lang.

24. Elke nacht droom ik van hem. Hij stort zich op mij, kokhalst,
snakt naar adem en verzuipt opnieuw. Machteloos kijk ik toe.
En bij iedere gierende ademstoot moeten horen
Hoe het bloed omhoog borrelde uit zijn verrotte longen,
Als gore etter uit een gruwelijk wond in een onschuldig lijf.

25.  ‘De paniek is ontzettend. Hele regimenten werpen hun
wapens weg en vluchten uit de loopgraven. Velen vallen
neer. Hun lichamen schokken in krampachtige
stuiptrekkingen. Iedereen hoest, braakt, spuwt bloed.
Reutelend snakken de stervenden in een verschrikkelijke
doodstrijd naar adem. Zij worden vertrapt door de
vluchtenden, die verblind door het bijtende gas, waggelend
weg proberen te komen uit de dodende wolk.’
Dagboek Carl Heller

26. Het leven ging door… weliswaar niet thuis.

28.  OORLOGSDODEN (1914-1918)
 Duitsland 1 774 000
 Rusland * 1 700 000
 Frankrijk * 1 358 000
 Oostenrijk-Hongarije 1 200 000
 Britse Rijk (Groot-Brittannië incl. koloniën) * 908 000
 Italië * 650 000
 Roemenië * 336 000
 Turkije 325 000
 Verenigde Staten * 126 000
 Bulgarije 88 000

29.  Franse maarschalk Foch
 "Dit is geen vrede, dit is een wapenstilstand voor
twintig jaar."

30.  Hoe komt het dat je nu wel over deze oorlog wat leert,
maar niet over alle oorlogen daarvoor?
 Dit heeft te maken met het begrip “Totale Oorlog”
 Totale oorlog = De hele maatschappij staat in dienst
van oorlogvoering.