6. Instrumenten voor kwalitatief onderzoek
• Studie van bestaand materiaal (literatuur,
documenten, film, kunst, blogs etc.):
'deskresearch'
• Systematische observaties in het veld (w.o.
participerende observatie)
• Open, maar ook semi-gestructureerde interviews
bij diverse, relevante respondenten.
• Fieldnotes
Focus bij
BeConnected
7. Fieldresearch is ev. ook Streetresearch: ga de straat op,observeer… vraag!Ook op je werk, school, ...!
9. 1 Artefacten
• Welke dingen zijn belangrijk voor je onderzoeksgroep.
• Artefact: lett. ´Kunstmatig, door mensen gemaakt´
• Hier: dingen die kenmerkend of van belang zijn voor de
situatie.
• En soms pas zichtbaar worden bij nauwkeurige observatie
• Zoals: bijv. bij bestudering Amish:
• gebouwen, houten kerk, handploeg
• producten, handwerk, Bijbel
NB: interviews helpen hier niet, wel P.O.!
10. Aan- en afwezig
Kijk daarbij ook naar wat er niet is!
Zoals bij Amish: afwezigheid televisie,
radio, telefoon of internet. Allemaal
veelzeggend!
Wat is kenmerkend voor de
situatie/context die je analyseert?
Bijv. hoe gaat een Amish op vakantie?
12. 2. Handelingen
Wat dóen mensen mbt onderzoeksobject?
Verbaal: uitspraken, voordrachten, opmerkingen, maar
dus ook verzwegen zaken (taboe)
Non-verbaal: bijv. gebaren, ander gedrag, kleding,
parfums, lichaamssignalen etc.
Ook hier: interviews helpen niet!
13. 3. Betekenissen
Wat betekenen aspecten rond onderzoeksobject
voor respondent
Cognities: hoe zit de realiteit voor mij in elkaar?
Normen: hoe vind ik dat de realiteit in elkaar zou
moeten zitten?
Impressies: hoe beleef of ervaar ik de realiteit?
En nu alle 3? ....
Artefact, Handeling en Betekenis bij voetbalpubliek …
14.
15.
16.
17.
18. Waarom Fieldnotes?
• Incubator voor nieuwe ideeën en
inzichten
• Je komt tot nieuwe vragen, die je
eventueel weer verder kunt uitzoeken
• Je ziet meer details als je tekent en
schrijft
19. tips Fieldnotes
• Koop een mooi en handzaam notitieboekje
• Neem het overal mee naar toe
• Breng een structuur aan van onderwerpen,
denk aan A-H-B
• Noteer meer dan je denkt dat je nodig hebt
• Maak verwijzingen naar theorie, hybride
20.
21.
22. Afsluiting
• Vragen ?
• Probeer je probleemstelling, doelstelling en
vraagstelling helder te krijgen
• Denk na over concrete vragen
• Denk na over je onderzoeksdoelgroep (n)
• Denk na over je dataverzamelingsmethode.