3. It is not the strongest of the species
that survives, nor the most intelligent
that survives. It is the one that is the
most adaptable to change.
Charles Darwin
Vrijwilligersbeleid Positief coachen
Beleidsplanning
Missie –en visieontwikkeling
Organisatieanalyse Coachen van
teams Ledenbeleid
Teambuilding Procesbegeleiding
Innovatie in de non-profit
4.
5.
6.
7.
8. Wat is een team
Teamontwikkeling
Leiderschap
Positief coachen
Motivatie
Plezier
Verbondenheid
15. VORMEN
De leden leren mekaar kennen en basisregels zijn belangrijk
GROEP = peuterfase – ikke en de rest kan stikke
• Onzekerheid
• Conflicten vermijden
• Verlangens van aanvaarding
• Zoeken naar richting en connecties
• Groepsleden willen wel, maar kunnen of durven niet.
Vragen bij groepsleden:
• Wat gaat er hier gebeuren? Wat voor een ervaring wordt dit?
• Wie zijn de anderen?
• Hoe pas ik me aan de anderen aan?
• Hoe ga ik hier behandeld worden?
16. VORMEN
De leden leren mekaar kennen en basisregels zijn belangrijk
COACH:
DO’s:
• Voorbeeldfunctie
• Creëer duidelijkheid naar taken, procedures en
verantwoordelijkheden
• Verduidelijk de groepsnormen en geef limieten aan
• Creëer vertrouwen
• Hen aanspreken als groep, niet als individuen.
• Coachvraag: Wat willen jullie?
Dont’s:
• Politieagent of postbode spelen.
• Meegaan in het “wij kunnen het niet”
• In de inhoud duiken.
17. STORMEN
De “pikorde” tussen de leden wordt bepaald en de leider wordt in
vraag gesteld.
GROEP: puberfase – Ik versus jij
• Frustraties of apathie
• Machtsstrijd – broeierige sfeer
• Testen groepstolerantie
• In vraag stellen van leiderschap, structuren en
verantwoordelijkheden
• Er is een leidinggevende en of teamcoach nodig.
18. STORMEN
De “pikorde” tussen de leden wordt bepaald en de leider wordt in
vraag gesteld.
COACH:
DO’s:
• Stimuleer de communicatie.
• Focus op de groep, aandacht bij groepsindeling
• Formuleer duidelijk taken en verwachtingen
• Pak de conflicten aan. Storingen hebben voorrang.
• Geef feedback
• Coachvraag: Wat zien jullie gebeuren? Hoe voel je je daarbij?
Dont’s:
• Conflicten vermijden
• Zelf ingezogen raken en hierdoor partij worden
• Afhankelijkheid stimuleren.
19. NORMEREN
Er is verbondenheid naar mekaar toe en t.o.v. de doelstellingen
GROEP: volwassen – Wij versus zij.
• Kliekjes verdwijnen - “Ons” en “Wij”
• Emoties worden geuit
• Ontspannen sfeer
• Veel creativiteit
• Verantwoordelijkheidszin.
• Interne focus – coach is de schakel met de buitenwereld
• Nieuwkomers hebben het moeilijk.
• Bouwen een muur rond het team
20. NORMEREN
Er is verbondenheid naar mekaar toe en t.o.v. de doelstellingen
COACH:
DO’s:
• Delegeer verantwoordelijkheden
• Betrek leden bij het nemen van beslissingen
• Ondersteun inspanningen en initiatieven
• Laat je een stuk buiten sluiten.
• Bewaak het proces.
• Wees waakzaam voor onderdrukte gevoelens
Dont’s:
Zelfgenoegzaamheid van het team overnemen.
21. PRESTEREN
Er is verbondenheid naar mekaar toe en t.o.v. de doelstellingen
GROEP: volwassen – wij en zij
• Open team
• Externe focus
• Werken team overstijgend
• Onderling vertrouwen
• Helicopterview
• Staan op voor nieuwe ideeën.
• Staan open voor nieuwkomers.
22. PRESTEREN
Er is verbondenheid naar mekaar toe en t.o.v. de doelstellingen
COACH:
• Aansluiten met delegeren
• Borgend coachen
• Minder focus op proces
• Meer focus op presteren – resultaten
• Nieuwe behoeften/uitdaingen zoeken
23. AANDACHTSPUNTEN
• Deze fasen zal je steeds (deels) terug moeten doorlopen:
o Na een zomervakantie
o Bij een nieuwe samenstelling van de groep
o Bij een nieuwe coach
• Aandacht bij het afscheid nemen op het einde van het
seizoen.
24. Positief coachen zorgt voor een betere en
leukere clubsfeer:
• Minder drop – out van spelers
• Langere engagementen van vrijwilligers
• Grotere betrokkenheid van ouders
• Plezante sfeer
• ….
• en…betere sportieve prestaties.
25. Intentional change model (R. Boyatzis)
• 80% van de interventies van andere die ons
daadwerkelijk veranderden, vertrokken vanuit
een bevestiging van onze sterke punten.
• Meer dan 50% van de interventies van anderen
die ons willen helpen vertrekken vanuit onze
zwakke punten.
Positief coachen van teams
26.
27. 2 sleutelbegrippen:
• Plezier
• Zelfvertrouwen
Een positieve coach :
• Optimistisch
• Geeft eerlijke en oprechte complimenten
• Focust niet op resultaat maar op ontwikkeling
• Geeft veel aanmoedigingen
Positief coachen van teams
28. Positief coachen is niet makkelijk
• makkelijker om negatief te zijn
• dikwijls je eigen emoties als coach intomen
• is niet enkel kennis of een vaardigheid, maar ook
een attitude.
Positief coachen van teams
29. Positief coachen: praktisch
• Respect voor elkaar, de tegenstander, de
scheidsrechter.
• Focus op de eigen prestaties, winnen heb je niet
in de hand. Stel haalbare doelstellingen.
• Emotionele tank vullen van je spelers. Speler die
zich goed voelen, kunnen beter om met
tegenslag en zijn beter coachbaar.
Positief coachen van teams
30. Stijlen van coachen
Positief coachen van teams
Ondersteunend
DirectiefDelegerend
Begeleidend
Relatiegericht
Taakgericht
31. Motivatie
Motivatie is de balans tussen
• Het gevoel uitgedaagd te worden
• Het gevoel plezier te hebben
• Het gevoel iets te leren
Variatie - maatwerk
32. Motivatie
• Zelfdeterminatietheorie (Deci & Ryan – 2000): Niet
alle vormen van motivatie zijn even goed.
Extrinsiek
A-
motivatie
Gecontroleerd
(extern)
Gecontroleerd
(geïntrojecteerd)
Autonoom
(geïnden-
tificeerd)
Autonoom
(geïntegreerd)
Autonoom
(intrinsiek)
Het
intereseer
t me niet
Ik moet van…
ouders -
trainer
Anders voel ik
me schuldig,
schaam ik mij
Zo bereik ik
mijn doel
Het drukt uit
wie ik ben
Ik doe het
graag.
Zelfdeterminatie
33. Motivatie
Coachen op
• Autonomie: - opties en inspraak - open
taalgebruik: “je zou kunnen” ipv. “je moet” -
materiële beloningen en competitie ...
• Competentie: - positief bekrachtigen (echte
complimenten) - succeservaringen (bv. starten
met lage doelen) ...
• Verbondenheid: - actief luisteren (=> empathie) -
groepsgevoel creëren (intergroepscompetitie) ...
34. Plezier
• Spelen de beste spelers samen in één team of
maak je een mix? En speelt leeftijd hierbij een rol?
• Of maak je een mix in je club – tot een bepaalde
leeftijd?
35. Plezier
• Voorzie je een alternatief aanbod (recreatief,
flexibel lidmaatschap, …)?
36. Plezier
Is het enkel handbal of staan er ook andere
activiteiten/sporten op het programma
38. Verbondenheid
• Zorg dat ze elkaar op een andere manier leren
kennen.
• Als je ieder zijn talent kan herkennen, kan je het
erkennen, heb je respect.
• Je creëert veiligheid en vertrouwen.
• Je creëert verbondenheid
41. Verbondenheid
• Teamrollen van Belbin: onderscheidt negen
klassieke rollen, die een persoon in een effectief
samenwerkingsteam kan innemen.
• Axenroos: systeem om de interactie tussen mensen
te typeren
• Roos van Leary: communicatiemodel, dat beschrijft
welk gedrag door welk gedrag wordt opgeroepen,
en hoe dat gedrag te beïnvloeden is.