2. Geheugen en communicatie
Geheugens in de wereld (schrift, computer, …)
Geheugens in het ‘hoofd’
Communicatie (R=receiver, S=sender):
R(x’,y’,z’,t’) = S(x,y,z,t)
Geheugen (R=read, S=stored):
R(x’,y’,z’,t’) = S(x,y,z,t) dikwijls (x’,y’,z’) = (x,y,z)
Er is geen principieel verschil tussen geheugen en
communicatie
we verplaatsen informatie van de ene locatie/tijd naar de andere
de entropie neemt af van het ontvangende systeem
3. Extra in communicatie
Geheugen voor de symbolen, hun betekenis en hoe
we daar mee omgaan
Geheugen voor de ander
i i
W
BA
i
W
A
5. Wat kun je allemaal concluderen uit deze zin?
Het is een zin
Het eerste woord heeft 3 letters
Het is een zin die naar zichzelf verwijst
De zin is een vraag
Het is een Nederlandse zin
? Zinnen bestaan uit woorden
? Een taal bestaat uit zinnen
? Woorden bestaan uit letters
6. We hebben een geheugen voor taal
De woorden en hun betekenis
De regels
om zinnen te maken
om betekenis af te leiden uit de zinnen en de woorden
om taalstructuren te bouwen
om een gesprek te voeren
om taal in de context te interpreteren
9. […] en toen navenant was het zo, ging er ineens die
kant beter was, om die kant gaat, dus het is hoe je
dat leert, dus het is mij beter gegaan, maar dan
moet je terug zitten, en praten leren en al die
dingen wat je nou ook doet. Maar het leren moet
ik heel langzaam leren natuurlijk of het een kan of
de andere keer en ik mijn gevoel zegt wel dat iets
beter is genomen. Nou dat hoor je natuurlijk met
dat praten wel aan de ene kant. Maar ik vind het
wel leuk en mijn idee ook maar gaat het niet dan
zeg ik wel dan gaat het.
(Broca of Wernicke?)
10. We hebben een geheugen voor taal
De woorden en hun betekenis
De regels
om zinnen te maken
om betekenis af te leiden uit de zinnen en de
woorden
om taalstructuren te bouwen
om een gesprek te voeren
om taal in de context te interpreteren
11. We hebben een geheugen voor taal
De woorden en hun betekenis
De regels
om zinnen te maken
om betekenis af te leiden uit de zinnen en de woorden
om taalstructuren te bouwen
om een gesprek te voeren
om taal in de context te interpreteren
12. Verbale communicatie
I: Schiphol Inlichtingen, goedemorgen.
S: Goedemorgen, U spreekt met J. Op dertig juni komt
er ‘s morgens een kennis van mij aan uit Dublin met
het vliegtuig. Ik weet niet wat de aankomsttijd is van
dat vliegtuig. Kunt u mij daar inlichtingen over geven?
I: Ik zal even voor u kijken hoor
S: Ja (5 sec.)
I: Om twaalf over negen komt dat vliegtuig
S: Twaalf over negen
I: Ja
S: Bedankt
I: Graag gedaan
S: Dag
I: Dag
15. Taal en talige context: discourse
Jan vroeg Piet hoe laat het is, maar hij wist het niet.
Jan vroeg Piet hoe laat het is. Hij wist het niet.
Jan vroeg Piet hoe laat het is, want hij wist het niet.
B: Jan zit op de bank.
A: Waar werkt Jan?
16. Taal en fysieke context: deixis
1. Wijs het zwarte blok aan!
2. Verwijder het zwarte blok!
17. Taal en context
Talige context: expliciet anaforisch
Discourse
Ik sprak Jan gisteren. Hij stelde een hoop vragen.
Talige context: expliciet kataforisch (wijst vooruit)
pending discourse
Dat duurt een tijdje …, voordat hij is opgestart.
Talige context: impliciet
kennis
Ik heb een boek gelezen. De schrijver heeft rood haar.
Fysieke context: impliciet deictisch
doelen
Verwijder het zwarte blok.
18. Zoekruimte voor referenten
A: bla bla bla bla bla bla
De bestuurder drinkt. De agent observeert hem/zichzelf.
cognitieve toestand
(kennis, doelen, …)
18
23. Geheugen voor de ander
Uiterlijk
De taal
Vaardigheden
De afkomst
De cultuur
De relatie met die ander
Wat we met elkaar gedeeld hebben
…
24. Common ground
Een gezamenlijke achtergrond
Wat we samen hebben meegemaakt
Wat we met elkaar gecommuniceerd hebben
Dus niet: wat ik van die ander observeerde
Maar:
wat ik heb meegemaakt,
wat die ander heeft meegemaakt,
wat die ander weet dat ik heb meegemaakt,
wat ik weet dat die ander heeft meegemaakt,
wat die ander weet dat ik weet dat die ander heeft meegemaakt,
wat ik weet…
Wat we samen bewust geweest zijn
25. Common ground
Sine qua non voor het coördineren van onze
gezamenlijke handelingen (joint actions)
Uitgangspunt in communicatie
Lewis (1969), Stalnaker (1978), …
Andere termen m.b.t. kennis:
common knowlegde, mutual knowledge/belief,
joint/shared knowledge
gemeenschappelijke/wederzijdse kennis
26. Aan het strand (van Cadzand)
Denk aan de situatie s dat je aan het strand zit
In de situatie s zit:
de zee, het strand, hotels, etc.
maar ook ikzelf
maar ook dat ik me bewust ben van de situatie s
Denk nu aan de situatie s’ dat een ander er bij komt:
nu ben ik me ook bewust dat die ander er bij zit
maar ik ben me ook bewust dat die ander zich dat allemaal
bewust is
en die ander is zich bewust dat ik me dat allemaal bewust ben
s’ wordt ook wel de shared basis genoemd
28. Wederzijdse kennis
A weet dat p
B weet dat p
A weet dat B weet dat p
B weet dat A weet dat p
A weet dat B weet dat A weet dat p
B weet dat A weet dat B weet dat p
ad inf.
Generaalsparadox (zie weekopdrachten)
29. Wederzijdse kennis:
Mutual Knowlegde (MK)
MK(A,B,p) def=
A weet dat p & B weet dat p & A weet dat MK(A,B,p) & B
weet dat MK(A,B,p)
bijv. A weet dat MK(A,B,p)
A weet dat A weet dat p & A weet dat B weet dat p & A
weet dat A weet dat MK(A,B,p) & A weet dat B weet dat
MK(A,B,p) & ad inf.
30. Vragen/problemen
Hoe gaan we om met een oneindige representatie?
Wat zijn de individuele representaties?
Hoe creëren we common ground?
Hoe kennen we de gemeenschappelijke basis?
Wat gebeurt er als het niet klopt?
31. Oneindigheid en Individuele representaties
Alwetendheid
MK(A,B,p)
Individueel
A weet dat MK(A,B,p)
B weet dat MK(A,B,p)
A weet dat p
A weet dat
MK(A,B,p)
B weet dat p
B weet dat
MK(A,B,p)
34. Communal common ground
ervaringen en taal
Uitgangspunt: de ander is zoals ik
Aannames over menselijke natuur
perceptie, emoties, redeneren, menselijk handelen, natuur,
psychologie, …
Onuitgesproken (ineffable background)
hoe te schaken, pianospelen, fietsen, etc.
gebaseerd op ervaring
Scripts
Restaurantbezoek
Objecten, rollen, precondities, postcondities, acties
Communal lexicons
betekenis afhankelijk van community
bijv. ‘illocutie’, ‘boson’, ‘cytologie’, ‘banga’, ‘skunk’, ‘chillen’, …
35. Communicatie en scripts
A: Ik heb een zoon van 14
B: Da’s prima
A: En ik heb ook een hond.
B: Nee sorry.
37. Personal common ground
Perceptie
Gezamenlijke aandacht
ervaringen en acties
Perceptieve co-presence
niet alleen perceptieve overlap!
Hoe manage je perceptieve co-presence?
gebaren
activiteiten
opvallende perceptieve gebeurtenissen
38. Personal common ground
Communicatie
Face to face
Bevestiging van de boodschap
Gradaties
vreemden, bekenden, vrienden, intimi
‘lekker weertje’
Persoonlijk dagboek en lexicons als geheugen
koosnaampjes en idiomen
‘poepie’, ‘snoes’, ‘beer’, ‘beest’, ‘meisepetijs’, …
‘een dropje’, ‘een peuk’, ‘cold turkey’, ...
39. Opbouw van common ground
circumstancial en/of episodic evidence
welke community, welke acties, huidige situatie
nonverbaal: kleding, leeftijd, uiterlijk, gender, …
verbaal: taalgebruik, dialect, vocabulair, accent, …
communicatie
strata
opbouwen van CG op basis van eerdere CG
wat komt eerst?
40. Opbouw van common ground:
strata en presupposities
‘Een haai is een gevaarlijke vis’
1. vissen bestaan
2. gevaar bestaat
3. een haai is een vis
4. vissen kunnen gevaarlijk zijn
5. een haai is een gevaarlijke vis
41. Als het fout gaat
A: Wat vond je van de haaietand?
B: Welke haaietand?
A: Die ik je gisteren liet zien?
B: Ik dacht dat dat een roggetand was.
Introductie per presuppositie
A: Waarom heeft Jan Marie geslagen?
B: Jan heeft Marie niet geslagen.
Chirurgenraadsel
42. Leugen
(p.97 onderaan doorlezen)
p is niet waar, A weet dat p niet waar is en B weet
niets over p
A zegt p tegen B
1. B denkt dat MK(A,B,p)
2. A denkt dat B denkt dat MK(A,B,p)
3. A denkt dat niet-p
2 & 3 zijn niet inconsistent, maar onethisch als A
het wederzijds geloof veroorzaakt heeft
44. Niemand vertelt producties wanneer te handelen: zij wachten
totdat de condities rijp zijn en activeren zichzelf dan. Chefs
in andere keukens echter gehoorzamen slechts aan
opdrachten. Turing eenheden worden voorgedragen door hun
voorlopers. Von Neumann operaties volgen allemaal van te
voren gemaakte afspraken, en LISP functies worden door
andere functies opgeroepen. Het teamwork van
productiesystemen heeft meer het karakter van laissez-faire:
elke productie handelt uit zichzelf, wanneer en waar aan zijn
persoonlijke condities voldaan wordt. Er is geen centrale
controle en individuele producties interacteren nooit direct.
Alle communicatie en invloed gaat via patronen in de
gemeenschappelijke werkruimte, als anonieme ‘voor wie het
aangaat’ notities op een openbaar bulletin board.
(Haugeland 1985)
45. Principe 1
Een shared bases is de belangrijkste determinant
van de aard en wijze waarop nieuwe info verwerkt
kan worden.
46. Een krant is beter dan een weekblad. Het strand is een
betere plek dan de straat. Eerst kan men beter rennen
dan lopen. Je moet het wellicht een aantal keren
proberen. Het vraagt wat handigheid maar is makkelijk
te leren. Zelfs kleine kinderen kunnen er plezier aan
beleven. Wanneer je eenmaal succes hebt, treden er
nauwelijks nog complicaties op. Vogels komen zelden
te dichtbij. Regen zorgt ervoor dat het heel snel
doornat wordt. Als er geen complicaties optreden, kan
het zeer vredig zijn. Een rots kan als anker dienen. Als
dingen losbreken, krijg je geen tweede kans.
47. Principe 2
Een shared bases alleen is niet voldoende om te
leren, maar moet geactiveerd worden door cues
in de context van de informatie.
48. Samenvatting
We hebben in communicatie geheugens voor de
symbolen en de ander
Hierbij speelt common ground een essentiële rol
‘Als een leeuw zou kunnen spreken zouden we hem
niet kunnen begrijpen’ (Wittgenstein)
i i
W
BA
i
W
A
Notes de l'éditeur
De eerstevijfconcluderen we uitonzealgemenekennis en de zinDe laatstedriezijnalgemenekennis over taal
Frenologie: aanleg en vorm kunnen worden afgeleid van de groei van de hersenen (en dus de vorm van de schedel). Vandaar talenknobbel, wiskundeknobbel, …Gall: localisatie van mentale (en emotionele) functies in het brein.Op zich klopte er niks van de locaties, maar het idee was revolutionair omdat er later toch iets in bleek te zitten.