3. ER 3
Ik leg Emma in haar bedje.
Ik leg er Emma in.
Ik leg Emma erin.
Ik steek mijn geld niet in mijn broekzak.
Ik steek het er niet in.
Ik heb een zwarte sjaal op die mooie jurk gedragen.
Ik heb er een zwarte sjaal op gedragen.
GEBRUIK en POSITIE
Bij een prepositioneel object
Er 3 onmiddellijk voor de prepositie in één woord
Bij bepaald object: Er 3 komt voor of na het object
Er 3 komt altijd na de objecten het, hem en ze
Bij onbepaald object: Er 3 komt voor het object
4. ER 3
Kim heeft nooit zin in teamsport gehad.
Ze heeft er nooit zin in gehad.
Irena zegt dat Kim niks voor een teamsport voelt.
Irena zegt dat Kim er niks voor voelt.
Ik snij het vlees met een mes.
Ik snij er het vlees mee.
Ik hou van deze koffie!
Ik hou hiervan.
GEBRUIK en POSITIE
Bij inversie of bijzin: Er 3 na subject, prepositie voor
eindgroep
Veranderende preposities met Er 3
Er 3 met stress kan vervangen worden door hier of daar
5. ER 3
OPGELET!
1. Er 3 vervangt een prepositieobject als het geen persoon
betreft:
Ik denk nog vaak aan die reis terug.
Ik denk er nog vaak aan terug.
Ik denk nog vaak aan mijn goede vriend terug.
Ik denk nog vaak aan hem terug.
2. Er 3 kan een bijzin inleiden:
Ik ben zeker van mijn resultaten.
Ik ben er zeker van dat mijn resultaten goed zijn.
6. Zo zeg je dat!
1. Wat is het ideale moment van actie om iemand ten huwelijk te vragen?
Een romantisch etentje bij kaarslicht lijkt me een goede gelegenheid te zijn.
2. Hield jij als kind van turnen op school?
Nee, ik hield absoluut niet van gymnastiek op school.
3. Kost het je veel energie om een vreemde taal te studeren?
Nee, ik moet doorgaans niet zo veel moeite doen bij de studie van een
nieuwe taal.
4. Hoe bestrijdt men problemen met een seksueel intimiderende houding op
het werk?
Seksueel intimiderend gedrag kan bestreden worden door een centrale
aanpak.
5. Ken jij beroemde wedstrijden waarin atleten lopen, springen en werpen?
7. Zo zeg je dat!
7. Hoe kan de leraar permanent onderzoeken of een student goed of
slecht leert?
Een tussentijds examen is een goed idee om permanent te evalueren.
8. Kan de maatschappij maken dat mensen moeten stoppen met roken?
Nee, de maatschappij kan mensen niet verplichten te stoppen met roken.
9. Heb je al eens meegedaan aan een lottotrekking?
Ja, vorige week heb ik deelgenomen aan de lottotrekking.
10. Wat zijn voor jou de belangrijkste condities van een goed werkcontract?
De belangrijkste voorwaarden zijn een goed loon en veel verlofdagen.
11. Wat is voor jou een manier om na het werk tot rust te komen?
Lezen is voor mij een ontspannende hobby na de werkuren.
12. Kan een profvoetballer extra geld verdienen door een goal te maken?
Ja, als hij een doelpunt maakt, krijgt hij vast en zeker een extra premie.
8. Zo zeg je dat!
13. Heb je al eens iets gedaan waar je als je er goed over nadenkt spijt van
hebt?
Ja, en uiteindelijk moet ik me dan gaan verontschuldigen.
14. Gaf jij als student soms tegen de verwachting in geen aandacht aan delen
van je cursus?
Nee, ik sloeg echt nooit delen van mijn cursus over.
15. Vind jij het gezellig of deprimerend dat er in de winter bijna geen zonlicht is in
België?
Ik vind het echt deprimerend dat er in de winter nauwelijks zonlicht is in
België.
16. Moeten sportclubs speciale situaties maken voor sporters die zeggen via
vlees doping te hebben binnengekregen?