2. Introductie: even voorstellen
Hugo Benne (52). Achtergrond ICT, BDI/IDM, MEd
Docent HBO-ICT / BDM / IMS / IDM, o.a.:
• Data science, Minor Applied Data Science
• Security Essentials, Business Information Systems
• Information Management, Document Management, Enterprise Content Management
• Informatievaardigheden
Eigen bedrijf:
www.letsinform.nl
hugo@letsinform.nl
LinkedIn:
https://www.linkedin.com/in/hugobenne/
3. En wie zijn jullie?
• Achtergrond / functie?
• Verwachtingen en wensen t.a.v. Workshop Zoekmachinemarketing?
• Beschikken jullie over een eigen website?
4. Programma 21 maart
I. Introductie SEO/SEA
II. Zoekmachines en ranking algoritmes
III. Keyword planning
IV. Metadata
V. Semantic web & structured data
VI. Belang van content voor SEO
VII. Structuur, navigatie en hiërarchie
VIII. Tools, tips & tricks
IX. 10-stappenplan SEO
X. Workshop SEO
6. Zoekmachinemarketing
Search Engine Optimalization (SEO):
“…het geheel aan activiteiten bedoeld om een webpagina hoog te laten
scoren in de organische zoekresultaten van een zoekmachine…”
Kost geen geld, wel tijd
Search Engine Advertisment (SEA):
“…het tegen betaling plaatsen van advertenties boven en naast de
organische zoekresultaten…”
Cost per click (CPC)
Bron: Wikipedia
11. Partnerprogramma’s en affiliate marketing
Affiliate marketing is een vorm van internetmarketing waarbij adverteerders hun
partners (affiliates) belonen voor de gegenereerde verkopen of leads (zoals
lidmaatschappen - abonnementen) die de affiliate heeft aangeleverd. Affiliates
kunnen dit bewerkstelligen door onder andere advertenties van adverteerders op
hun website te plaatsen. Als er uit het doorverwijzen van klanten naar de
adverteerders een verkoop of lead volgt, ontvangt de affiliate hiervoor een
vergoeding van de adverteerder. Er kan ook per click of per pageview betaald
worden. (Bron: Wikipedia.org)
Bedrijven die een partnerprogramma aanbieden zijn bijvoorbeeld Bol.com, AH,
Ziggo, Zalando…
13. 3 basisfuncties van zoekmachines
Internetzoekmachines voeren 3 continue processen uit:
• Crawling: Spiders zoeken continu het internet af naar nieuwe
of bijgewerkte webpagina’s
• Indexing: Webpagina’s (tekst, afbeeldingen, markup,
metadata) worden opgeslagen in indexdatabases
• Searching: Op basis van de zoekvraag wordt de indexdatabase
geraadpleegd, gematcht en gewogen en op basis daarvan in
een bepaalde volgorde geplaatst (ranking)
14. 1. Query
2. Match met documenten via index
3. Ranking
?
Query
……
…..
…..
…..
index
Internet search
16. Hoe bepaalt Google de ranking?
Niet één maar een “ensemble” van algoritmes, o.a.:
• De basis: PageRank algoritme
(hoeveel sites verwijzen naar de pagina (backlinks) en wat is de kwaliteit daarvan?)
• Google Penguin (2012)
(Voldoet de site aan webrichtlijnen van Google / W3C?)
• Google Panda (2014)
(Verlagen van de ranking van sites met lage kwaliteit content of van “dunne” sites)
• Google Hummingbird (2013)
(Zoeken op basis semantische kenmerken, NLP)
• Google Pigeon (2014)
(Zoeken op basis van lokale kenmerken: local SEO)
En wat speelt ook mee:
• ‘Clicklog’ (welk zoekresultaat is het populairst bij die zoekvraag?)
• Relevance ranking principes
• Persoonlijke factoren zoals zoekgeschiedenis
• Etc.
18. Webstatistiek : meten is weten
• Google Analytics (analytics.google.com)
• WordPress statistiek add-on
19. Opdracht Nulmeting
• Zoek in Google op een paar relevante zoektermen en kijk hoe hoog
jouw website met deze trefwoorden scoort in de ranking van
Google.
• Noteer dit ergens en probeer het over 3 maanden nog eens met
dezelfde zoektermen….
20. III. Keyword planning
1. Verzamel de kernwoorden voor jouw website. Denk daarbij aan:
• Specificiteit (algemene of juist specifieke termen?)
• Synoniemen, meertaligheid
• Samengestelde woorden / Phrases / nGrams
• Wat minder gebruikte termen en frases (zgn. ‘Longtail keywords’)
2. Gebruik tools om nieuwe kernwoorden te vinden:
• Google Keyword planner
• Google Search Autocomplete & Related Searches
• Informatietalen / vakthesauri
3. Prioriteer deze kernwoorden:
• Metric: Hoeveel ‘concurrerende’ pagina’s zijn er voor dat woord?
• Metric: Hoeveel verwachte traffic is er te verwachten voor dat woord?
Specifieke termen hebben naar verwachting minder concurrentie maar ook minder 'traffic’.
Algemenere termen net andersom: meer concurrentie en ook meer traffic te verwachten.
4. Plaats deze kernwoorden op belangrijke plaatsen op je webpagina:
• Headers H1-H6
• URL
• Titel <title>
25. Waar plaats je deze keywords?
• Domeinnaam / URL!
• HTML Headings: H1, H2, H3, H4, H5, H6
• In de content / op de webpagina’s!
• Titel tag: <title>Mijn titelpagina</title> (max. 50/60 karakters)
• Meta description tag: <meta description=“Mijn beschrijving”>
(max. 150/160 karakters)
• Meta keywords tag: <meta keywords content=“Trefwoord1, Trefwoord2,…”>
26. Opdracht keyword planning
1. Zoek naar keywords die voor jouw website relevant zijn en noteer
deze in een Excel/Worddocument.
Maak hierbij bijvoorbeeld gebruik van:
• Informatietalen / taxonomieën / thesauri op het vakgebied
• Wikipedia en andere algemene bronnen / encyclopedieën
• Synoniemen sites
• Google Ads Keyword planner
• Google Search Autocomplete
2. Ga naar Voyant Tools (voyant-tools.org) en voer een URL van een
voor jouw onderwerp relevante website in. Klik op ‘Reveal’ en
bekijk de resultaten.
28. Functies metadata
• Informeren (wat is het, waar gaat het over?)
• Organiseren (dingen bij elkaar zetten)
• Selecteren (dit wel, dat niet)
• Vinden (heb ik / waar is?)
31. Metadatastandaarden
• Voorbeelden metadataschema’s
• EXIF
• Dublin Core
• Overzicht van metadata-standaarden:
https://sites.google.com/site/erwinfolmeronsemanticstandar
ds/list-of-semantic-standards
• Syntaxis / taal voor het vastleggen
van metadata
• html
• xml
34. • Afspraken over veldnamen om documenten te
beschrijven
• N.a.v. opkomst WWW, behoefte om elektronische
bronnen te beschrijven en metadata uit te wisselen
• Niet alleen websites
• 15 velden
Dublin Core
35. Oorspronkelijke 15 elementen
• Title (titel)
• Creator (maker)
• Subject (onderwerp)
• Description (beschrijving)
• Publisher (uitgever)
• Contributor (medewerker)
• Date (datum)
• Type
• Format (formaat)
• Identifier
• Source (bron)
• Language (taal)
• Relation (relatie)
• Coverage
• Rights (rechten)
37. Opdracht Dublin Core
• Vul de 15 Dublin Core elementen voor jouw eigen website zoveel
mogelijk in
• Gebruik hiervoor een Dublin Core generator, b.v.:
https://nsteffel.github.io/dublin_core_generator/generator_nq.html
40. Soorten zoekresultaten in Google
Soorten zoekresultaten in Google Op basis van
structured data?
Opmerkingen
Advertenties Betaald. CPC. Adverteren via Google Ads.
Carrousel Ja Recepten, vakanties, webshops
Direct answers Ja
Featured snippet (basic, listed,
bulleted)
Nee
Knowledge Graph (Kenniskaart) Ja Venster rechtsboven met informatie
over het gezochte.
Organische of natuurlijke
zoekresultaten
Nee
Rich answers Verzamelnaam voor allerlei “verrijkte
zoekresultaten in Google.
Rich snippet (basic, listed,
bulleted)
Ja
44. Wat heeft zoeker hieraan?
• Gerichter zoeken en filteren
• Direct antwoord op een vraag
• Aanvullende informatie en context
over de 10 gevonden zoekresultaten
• Informatie en context over het
gezochte onderwerp
45. Structured data formats ondersteund door Google
JSON-LD* ( ) JavaScript notation embedded in a <script> tag in the page head or body. The
markup is not interleaved with the user-visible text, which makes nested data
items easier to express, such as the Country of a PostalAddress of a
MusicVenue of an Event. Also, Google can read JSON-LD data when it is
dynamically injected into the page's contents, such as by JavaScript code or
embedded widgets in your content management system.
Microdata An open-community HTML specification used to nest structured data within
HTML content. Like RDFa, it uses HTML tag attributes to name the properties
you want to expose as structured data. It is typically used in the page body, but
can be used in the head.
RDFa An HTML5 extension that supports linked data by introducing HTML tag
attributes that correspond to the user-visible content that you want to
describe for search engines. RDFa is commonly used in both the head and body
sections of the HTML page.
https://developers.google.com/search/docs/guides/intro-structured-data
46. Microdata voorbeeld (boek)
https://schema.org/
<div itemscope itemtype="http://schema.org/Book">
<span itemprop="name”>Een vlucht regenwulpen</span>
door <span itemprop="author">Maarten ’t Hart</span> --
<a itemprop="url”
href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Een_vlucht_regenwulpen">
Wikipedia pagina</a>.
</div>
Een vlucht regenwulpen door Maarten ‘t Hart -- Wikipedia pagina
48. Opdracht gestructureerde data
• Test je website op de aanwezigheid van structured data:
https://search.google.com/structured-data/testing-tool/
• Genereer met één of meerdere van de onderstaande online tools de
broncode voor ‘structured data’ die je in op je website kunt plaatsen:
• http://tools.seochat.com/tools/person-schema-generator-rich-snippet
• https://technicalseo.com/seo-tools/schema-markup-generator/
• https://www.google.com/webmasters/markup-helper/u/0/
• https://www.schemaapp.com/tools/jsonld-schema-generator/
• http://microdatagenerator.com/generator.html
• https://hallanalysis.com/json-ld-generator/
• https://schema.pythonanywhere.com/
49. VI. Belang van content voor SEO
• Waarop wil je gevonden worden?
• Wat zoekt mijn potentiële klant/bezoeker?
• Waar zoekt mijn potentiële klant/bezoeker?
• Waarop zoekt mijn potentiële klant/bezoeker?
• Kwaliteit boven kwantiteit
• Maak een goede en toegankelijke website voor je gebruikers
• Creëer waarde voor de gebruiker!
Hoe? Met name door goede content!!
50. “Content marketing is een strategische marktbenadering gefocust op het
creëren en distribueren van waardevolle, relevante en consistente content,
met als doel om een duidelijk gedefinieerd publiek aan te trekken en te
behouden met als uiteindelijke doel deze om te zetten tot winstgevend
klantgedrag.”
Bron: Slagter Media
Content Marketing
52. Schrijven voor het web
• Lezer van een website
• Bezoeker van een website
• Gebruiker van een website
Bron: http://www.amazon.com
Bron: http://www.den-haan.net
Bron: http://www.dijkstrahardenberg.nl
53. Verschil tekst op papier en webtekst
Bron: http://www.dijkstrahardenberg.nl
Bron: http://www.nu.nl
54. Papier versus lezen op het web
• Bezoekers van een website lezen niet een hele tekst van A-Z,
maar scannen een tekst: ze hoppen van ankerpunt naar
ankerpunt door de tekst heen.
• Bezoekers van een website lezen globaal en proberen aan de
hand van trefwoorden in de tekst zo snel mogelijk te bepalen of
de tekst relevant is voor hen.
• Bezoekers blijven gemiddeld genomen maar heel kort op de
‘landingspagina’. Als er niet snel gevonden wordt wat men
zoekt dan zijn ze ook zo weer weg.
• Bezoekers van je website hebben een doel. Wat voor info
vinden ze bij jou? -> doelgericht schrijven
59. Voor je gaat schrijven…
• Stel jezelf een doel:
Wat is het doel van de tekst(en)?
• Wat zet je op aparte pagina’s en waarom apart?
• Wat zet je bij elkaar en waarom bij elkaar?
• Maak een grof overzicht van welke informatie (en
waarom) op welke pagina komt te staan.
60. Vuistregels schrijven voor het web
1. Val met de deur in huis
2. Duidelijke scheiding in pagina’s (elke pagina heeft een eigen
onderwerp en doel)
3. Eén onderwerp per alinea en begint met een kernzin
4. Gebruik ankerpunten
5. Maak actieve, puntige, korte zinnen
6. You attitude: Duidelijk voor de bezoeker, niet (alleen) voor jou
61. Auteursrecht en plagiaat
• Schrijf je eigen teksten of citeer / parafraseer met daarbij een bronvermelding
• Afbeeldingen: Gebruik je eigen foto’s of afbeeldingen met een Creative Commons
licentie die hergebruik toestaat
64. Afbeeldingen en SEO
• Maak afbeeldingen niet te groot : grootte moet passen in het
gebruikte frame en bij de andere content
• Gebruik kleinere afbeeldingen (thumbnails) voor de ‘lijstdisplay’
(b.v. in een webshop of catalogus)
• Geef je afbeeldingen een betekenisvolle naam
• Zorg voor een betekenisvolle alternatieve tekst (‘ALT-tags)’
• Maak de afbeeldingen niet te zwaar (< 100kb)
Te zware afbeeldingen vertraagt de site aanzienlijk.
Dit heeft grote gevolgen op de SEO!
65. Opdracht: Test de snelheid van je website!
Gebruik hiervoor bijvoorbeeld een van de volgende tools:
• https://developers.google.com/speed/
• https://testmysite.withgoogle.com/intl/en-gb
• https://gtmetrix.com/
66. VII. Structuur, navigatie en hiërarchie
• Consistente en intuïtieve menustructuur
(denk aan de eerste stappen van de classificatietheorie: collocatie, eenheid van
indelingskarakteristiek, gradatie/modulatie)
• Sitemap.xml
• Robots.txt
• Inhoudsopgave
• Aanklikbare categorieën, tags
• Interne en externe hyperlinks
• Broodkruimelpaden
• Backlinks!
69. VII. SEO Tips 1 : Structuur en links
• Zorg voor een goede en overzichtelijke indeling van je website
• Zorg voor goede navigatiestructuur (sitemap, menu’s, kruimelpaden)
• Zorg voor permalinks / persistent links (slugs)
• Gebruik interne links op je website
• Zorg voor kwalitatief hoogstaande links naar buiten
• Zorg voor kwalitatief hoogstaande backlinks
• Zorg voor nette HTML(5) opmaakcode (W3C)
70. SEO Tips 2: Metadata
• Zorg voor betekenisvolle metadata in de header van je website (Dublin Core)
• Gebruik tags/hashtags op al je pagina’s / berichten
• Deel je pagina’s / berichten in categorieën in
• Metadateer ook je al afbeeldingen en video’s (ALT-tags, naam bestand)
• Voeg structured data elementen toe aan je site (Json, RDF, Microdata)
71. SEO Tips 3: Content en tekstindeling
• Zorg voor betekenisvolle en kwalitatief hoogstaande content op je website
• Update je site regelmatig en voeg nieuwe content toe!
• Voorkom redundante content
• Zorg voor betekenisvolle titels/kopjes (H1-H6 headers)
• Volg de webrichtlijnen Google / W3C
• Doe aan keyword onderzoek (synoniemen of verwante woorden).
• Gebruik ook minder gebruikelijke woorden op je site (zgn. longtail keywords)
• Zorg voor goede (betekenisvolle) URL’s en SLUGS
• Sta reacties toe op je berichten/pagina’s (=gratis content)
• Maak je website niet te “zwaar” qua aantal MB’s…
72. Gebruik SEO Tools 1/2
• WordPress plugins:
• YOAST
• JETPACK
• SCHEMA
• WP SEO Structured Data Schema
• DUBLIN CORE
• Google Analytics
• Ranks.nl
• Google Webmaster tools
• Tools / informatietalen / thesauri om naar synoniemen en alternatieve
zoekwoorden te zoeken (b.v. Thesaurus.com, Synoniemen.net)
• Zoekwoordplanner van Google Ads
73. Gebruik SEO Tools 2/2
• Commerciële tools:
• Semrush
• Moz.com
• Majestic SEO
• Chrome extensies:
• SeoQuake, Open SEO stats, Seo & Website Analysis
• Firefox extenties:
• SeoQuake, Seo for Firefox, Seo & Website Analysis
• Google zoekmachine:
• Site:jou_site.nl ( welke pagina’s van jouw site heeft Google geïndexeerd?)
• Link:jou_site.nl ( welke inbound links / backlinks heeft mijn site?)
75. Bijblijven op het gebied van SEO
1. Moz blog
https://moz.com/blog
2. Search Engine Land
http://searchengineland.com
3. Google Inside Search Blog
https://www.blog.google/products/search/
4. Search Engine Watch
https://searchenginewatch.com/
5. Search Engine Journal (SEJ)`
https://www.searchenginejournal.com/
76. IX. 10-stappenplan SEO
1. Kies een goede domeinnaam en URL
2. Kies een betrouwbare en snelle hostprovider
3. Ontwikkel de site (met welke CMS?) Denk aan responsiveness
4. Zorg voor een goede navigatiestructuur (menu, sitemap, kruimelpad, interne links,
externe links, backlinks)
5. Voeg metadata en structured data toe
6. Doe aan ‘Keyword planning’
7. Zorg voor kwalitatief goede content en voor een goede tekstindeling (koppen, alinea’s)
8. Actualiseer je site regelmatig
9. Test je site (op fouten in HTML, lange laadtijd)
10. Site (laten) indexeren (robots.txt) door zoekmachines
https://www.google.nl/intl/nl/add_url.html
78. X. Workshop SEO
Ga aan de slag met het optimaliseren en structureren van jouw website
met behulp van tools zoals:
• https://metatags.nl/metatags-generator-wizard
• https://www.ranks.nl/
• Structured data generators (zie eerdere slide hierover)
• Google Webmaster Tools
• www.google.com/webmasters/
• www.google.com/webmasters/tools/
• adwords.google.com/intl/nl_nl/home/tools/keyword-planner/
• Categoriseren en metadateren van de pagina’s, berichten, video’s en
afbeeldingen (tags, categorieën, slugs)
• SEO Tools (bv. Yoast) en SEO Extensies Chrome/Firefox
Notes de l'éditeur
Het thema van VOGIN-IP Lezing is ‘Zoeken en vinden’. SEO gaat vooral over doorzoekbaar en (terug-) vindbaar maken van informatie/content. Twee kanten van dezelfde medaille? SEO is vooral voer voor webcontentbeheerders, marketeers en communicatiemedewerkers. Waarom is het voor ‘zoekspecialisten’ dan toch belangrijk om hierover iets te weten?
‘The best place to hide a dead body is on page 2 in the Google search results…’
Hoe hoger hoe beter, maar hoe doe je dat? Maar ja, de concurrentie is enorm: we willen allemaal op die eerste pagina staan.
Zoekmachinemarketing valt uiteen in:
Zoekmachineoptimalisatie (SEO)
Search Engine Advertisment (SEA)
Aan SEO zijn geen kosten verbonden, aan SEA wel.
Adverteren in Google kan via Google Ads. Dat is een soort veilig voor zoekwoorden en kanalen. De hoogste bieder wint.
Voorbeeld:
Ik zoek in Google op ‘auto kopen’. Op de zoekresultatenpagina (SERP) staan bovenaan de advertenties (ADV). De eigenaar van de website doet aan SEA via Google Ads.
Als ik daarop klik betaalt de website-eigenaar een klein bedrag aan Google. Je koopt hiermee dus ‘exposure’ in de hoop dat dit tot ‘leads’ (aankopen) leidt.
Daaronder zie je de ‘gewone’ zoekresultaten. Opvallend is dat de website ’autokopen.nl’ hoog scoort. Dit komt omdat de gebruikte zoektermen ‘auto kopen’ overeenkomen met de woorden in de URL. Het is dus belangrijk voor een website om een goede ’betekenisvolle’ URL te hebben. Daarmee scoor je hoog in de ranking van Google.
Er is niet één maar een ‘ensemble’ van algoritmes dat een rol speelt bij ranking in Google.
Maar ook het klikgedrag wordt bijgehouden in een zgn clicklog. Links die veel worden aangeklikt worden dan eerder als belangrijk gezien en komen hoger bovendrijven dan andere links.
Volgens MOZ.com verandert Google zo’n 500 maal per jaar het (ensemble van) algoritme(s): https://moz.com/google-algorithm-change
Dit zijn minor update de grote (major)updates staan hierboven genoemd.
Waarop zochten we in 2017? Google trends. Live laten zien: https://trends.google.nl/trends/yis/2018/NL/
https://adwords.google.com/ko/KeywordPlanner/Home
Het is aan te bevelen om keywords te verzamelen (bv. in een spreadsheet) die je kunt gebruiken op je website.
Om nieuwe bruikbare woordcombinaties of samengestelde woorden te vinden kun je bv. met behulp van Excel woorden samenvoegen zoals in bovenstaand voorbeeld. Niet alle woordcombinaties zullen daarbij bruikbaar zijn….
Een andere manier om op nieuwe keywords te komen is door met een online tekstanalyse tool als Voyant websites van goed scorende ‘concurrenten’ te analyseren.
Of door websites te ‘scrapen’ met bv. Python of een online tool zoals Voyant.
Neem de URL van een site op het vakgebied die goed scoort in de ranking van Google en analyseer met Voyant welke trefwoorden deze site heeft gebruikt. Deze trefwoorden kun je vervolgens zelf ook gaan toepassen op je site.
Om de nieuw gevonden keywords, woordcombinaties, samengestelde woorden of longtail keywords te prioriteren kun je gebruik maken van 2 metrics:
Aantal pagina’s / hits in Google
Verwachte traffic op dat keyword volgens Semrush, MOZ of Google Keyword Planner
De prioriteitsfactor is dan het aantal hits gedeeld door het verwachte verkeer. Hoe lager de score, hoe hoger de prioriteit…
Waarom standaarden?
is een metadataschema hetzelfde als een informatietaal? Nee: schema is opsomming velden en enkele richtlijnen voor invulling. Informatietaal is vocabulaire met termen voor met name inhoudelijke metadata.
Voorbeeld van een toepassing: Trivago.
Hoe kan een site als Trivago uit tientallen verschillende bronnen informatie samenvoegen op haar site? Dat kan alleen als de metadata (deels) is gestandaardiseerd…
Verwijzen naar ingeleverde uitwerking van opdracht
Content is king!
Waardecreatie door verrijking en curatie van informatie /sites…
Door voor de doelgroep interessante thema’s op de website te zetten creëer je waarde EN geneer je traffic naar je site (SEO). Als je dit goed neerzet word je een autoriteit op het vakgebied en komen vakspecialisten vanzelf naar je site (thought leadership).
Voorbeeld: https://rechtindezorg.nl/
KvdL (het bedrijf achter de site) is een advocatenbureau en probeert met deze site ‘thought leader’ te worden op het gebied van recht in de zorg. Natuurlijk met als uiteindelijk doel om ‘leads’ en opdrachten binnen te halen.
Het vullen van zo’n site is werk dat door informatiespecialisten en IMS-ers kan worden gedaan m.b.v. van tools als Howards Home en Lexis Nexis.
Hier zie je drie vormen van teksten lezen:
Tekst lezen van papier.
Tekst lezen van beeldscherm.
Tekst lezen van e-reader.
Vraag aan studenten hoe ze het liefst lezen. Lezen ze makkelijk lange teksten van scherm? Wat is vervelend aan het lezen van lange teksten van je beeldscherm? Hoe zorgt een e-reader ervoor dat lezen van scherm prettiger is?
Mensen die teksten lezen van scherm doen dit meestal niet om echt hele lange stukken te lezen. Ze zijn vaak op zoek naar specifieke informatie. Daarom spreken we ook wel van een bezoeker van een website in plaats van een lezer van een website.
Op deze sheet is goed te zien hoe teksten op papier verschillen van webteksten. Vraag aan studenten welke verschillen ze zien:
Witregels
Bullets
Kopjes
Afbeeldingen/filmpjes
Onderdeel van pagina
Navigatie mogelijkheden
Bespreek dat de besproken punten bij de vorige sheet de ankerpunten zijn. Vraag ook hoe studenten zelf te werk gaan als ze een website bezoeken. Lezen ze alles? Zo niet, hoe navigeren ze op een pagina?
Vraag studenten wat ze zien in deze afbeelding.
Leg uit dat deze afbeelding is gemaakt met behulp van Eye tracking: het registeren van oogbewegingen als mensen een website bezoeken. Mensen lezen pagina’s in een F-vorm:
Tekst bovenaan is het belangrijkst
Het begindeel van een kop is belangrijkst
Mensen richten zich op het linkerdeel
Koppel dit aan de ankerpunten zoals hiervoor besproken.
Stel studenten de vraag wat dit betekent voor de webtekst die ze schrijven voor Content & Metadata.
Bezoekers willen snel kunnen achterhalen of informatie relevant voor ze is. En als dit het geval is, willen ze deze informatie zo snel mogelijk lezen. Daarom is het van belang dat je begint met de kern en vervolgens de toelichting hierop geeft. Bezoekers beslissen zelf in hoeverre ze de toelichting ook willen lezen.
Beginnen met de kern is effectief als je denkt dat de bezoeker je meteen gelooft. Denk je dat dit niet het geval zal zijn – moeten ze overtuigd worden – begin dan breed, dan de toelichting en dan pas je kernpunt.
Voorbeeld: pakkende kop, inleiding en hyperlinks.
Vraag de studenten wat ze willen overbrengen met hun webteksten. Hoe sluit je met toon en register aan op publiek? (jongeren niet met u aanspreken en dure taal gebruiken, en ouderen niet betuttelen, als voorbeelden).
Sitemap
Vraag studenten wat de vuistregels inhouden en waarom ze belangrijk zijn voor het schrijven van webteksten.
Met de deur in huis vallen
Bezoekers willen direct de informatie lezen waar het om draait, zodat ze snel weten of de informatie relevant voor ze is. Daarom is het van belang om direct de belangrijkste info weer te geven.
Een gedachte, een alinea
Bezoekers moeten goed informatie kunnen filteren, waarvoor het van belang is dat er in een alinea slechts een afgebakend onderwerp besproken wordt.
Ankerpunten
Bezoekers moeten goed informatie kunnen filteren, waarvoor het van belang is dat er gebruikt wordt gemaakt van:
Kopjes
Witregels
Goede links
Bullets
Etc.
Actieve, puntige, korte zinnen
Lezen van beeldscherm is inspannender dan lezen van papier. Je helpt de bezoeker door korte, actieve zinnen te schrijven.
Elke alinea begint met een kernzin
Bezoekers moeten informatie goed kunnen filteren, waarvoor het van belang is dat de belangrijkste informatie binnen een alinea direct weer wordt gegeven in een goede kernzin.
Vertel hier iets over plagiaat, auteursrecht, verwijzen naar bronnen (citeren en parafraseren).
De webrichtlijnen van de overheid voor het toegankelijk maken/houden van websites zijn vervangen door de Europese standaard EN 301 549, zie: https://www.digitoegankelijk.nl/
https://www.digitoegankelijk.nl/actueel/nieuws/2016/12/09/nederland-gaat-over-op-internationale-standaard-voor-toegankelijkheid
Dit gaat bijvoorbeeld over toegankelijkheid voor mensen met beperkingen (slechtzienden) maar ook over technische aspecten zoals responsive design (HTML5.0) zodat de website op alle devices (tablet, smartphone) te gebruiken en toegankelijk is gemaakt.
De webrichtlijnen van de overheid voor het toegankelijk maken/houden van websites zijn vervangen door de Europese standaard EN 301 549, zie: https://www.digitoegankelijk.nl/
https://www.digitoegankelijk.nl/actueel/nieuws/2016/12/09/nederland-gaat-over-op-internationale-standaard-voor-toegankelijkheid
Dit gaat bijvoorbeeld over toegankelijkheid voor mensen met beperkingen (slechtzienden) maar ook over technische aspecten zoals responsive design (HTML5.0) zodat de website op alle devices (tablet, smartphone) te gebruiken en toegankelijk is gemaakt.
URL’s dienen bij voorkeur te bestaan uit categorieën en keywords (slugs) en niet uit (lees-) tekens (&,=) of scriptcommando’s die alleen bedoeld zijn om gegevens op te halen uit een databases.
In het voorbeeld is de slug ‘kennisclips’ die precies aangeeft waar de content van de pagina over gaat: namelijk over het maken van kennisclips.
Slugs in Wordpress worden ook gebruikt als permalinks (permanente of persistente links): links die niet veranderen als de pagina-indeling of structuur van de site verandert.
Naast gebruikersvriendelijk, betekenisvol en een permanente toegang tot de pagina heeft de slug ook een positieve invloed op de SEO: de term geeft immers inhoudelijke metadata over de pagina. Je kunt je voorstellen dat dit beter is dan een pagina waar een nietszeggende code of of nummer voorkomt.
In de begindagen van SEO en Internet was metadata erg belangrijk. Als webmaster kon je hoog scoren in de ranking van zoekmachines door de metadata te ‘manipuleren’. Dat werkt nu meer.
Tegenwoordig gaat het vooral om zorgen voor goede content!