2. Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
In het Frans moet je ervoor zorgen dat het bijvoeglijk naamwoord en het
zelfstandig naamwoord van hetzelfde “geslacht” zijn.
Kortom: is het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud, dan moet het
bijvoeglijk naamwoord dat ook worden.
De twee onderdelen die we gaan behandelen zijn:
de plek
de vorm
3. Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif
De plek
Het bijvoeglijk naamwoord komt in het Frans ACHTER het zelfstandig naamwoord.
La voiture verte – de groene auto
Er zijn 12 uitzonderingen, deze komen VOOR het zelfstandig naamwoord.
La belle voiture – de mooie auto
Leer deze uitzonderingen uit je hoofd!
4. Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif
De uitzonderingen:
+ alle rangtelwoorden (premier, deuxième etc.)
Frans Nederlands Frans Nederlands
Beau Mooi Jeune Jong
Bon Goed, lekker Mauvais Slecht
Joli Leuk, mooi Haut Hoog
Grand Groot Long Lang
Gros Dik Vieux Oud
Petit Klein Nouveau Nieuw
5. Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif
De vorm
Om het bijvoeglijk naamwoord hetzelfde te maken als het zelfstandig naamwoord,
plak je extra letters achter het bijvoeglijk naamwoord
La chaise / vert
LA chaise = vrouwelijk enkelvoud
Vert + e
La chaise verte
Zelfstandig
naamwoord
Bijvoeglijk
naamwoord
Mannelijk enkelvoud -
Vrouwelijk enkelvoud +e
Mannelijk meervoud +s
Vrouwelijk meervoud +es
6. Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif
De vorm – de uitzonderingen
Als het bijvoeglijk naamwoord op bepaalde letters eindigt mag je er niet zomaar
de letters aan vast plakken.
Mannelijk enkelvoud Vrouwelijk enkelvoud
- On (bon) - Onne (bonne)
- Et (violet) - Ette (violette)
- Eux (heureux) - Euse (heureuse)
- F (sportif) - Ve (sportive)
- Er (cher) - Ère (chère)
- S (gros) - Sse (grosse)
7. Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif
De vorm – de uitzonderingen
Er zijn ook nog een aantal uitzonderingen die je uit je hoofd moet leren.
Mannelijk
enkelvoud
Vrouwelijk
enkelvoud
Mannelijk
meervoud
Vrouwelijk
meervoud
Beau Belle Beaux Belles
Vieux Vieille Vieux Vieilles
Nouveau Nouvelle Nouveaux Nouvelles
Long Longue Longs Longues
Blanc Blanche Blancs Blanches
8. Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif
À toi maintenant!
Maak de onderstaande oefening in je schrift. Laat het controleren als je er mee klaar
bent.
• les cheveux (m) / noir
• la fille / grand
• la femme / vieux
• l’homme (m) / gros
• les sœurs (v) / joli
Als je nog extra wilt oefenen, maak dan de volgende 5 zinnen op de volgende dia.
9. Het bijvoeglijk naamwoord – l’adjectif
À toi maintenant!
• les livres (m) / intéressant
• un papillon / rose
• la note / bon
• les garçons / heureux
• l’aventure (v) / dangereux