SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  8
Télécharger pour lire hors ligne
factsheet
Onderzoek
Ouderbetrokkenheid
in het basisonderwijs,
het voortgezet onderwijs
en het mbo




                             Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft in 2012 een
                             enquête over ouderbetrokkenheid gehouden onder
                             ouders in het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs
                             en het middelbaar beroepsonderwijs. In dit factsheet
                             presenteren we de eerste resultaten.
                             De uitkomsten van het onderzoek zullen uitgebreider
                             worden beschreven in een publicatie die later dit jaar
                             zal verschijnen. Ook doen we daarin verslag van focus-
                             groepgesprekken met leraren en schoolleiders.
                             Vergelijkbaarheid van onderzoek


samenstelling:
lex herweijer & ria vogels

januari 2013
Figuur 1
Mening over samenwerking tussen ouders en                             Opvattingen over
scholen, basisonderwijs, voortgezet onderwijs en
mbo, 2012 (in procenten)
                                                                      samenwerking tussen
     basisonderwijs
                                                                      ouders en school
A
B
                                                                      De gedachte dat samenwerking tussen ouders
D
                                                                      en scholen een voorwaarde is voor goede leer-
E                                                                     resultaten wordt door veel ouders onderschre-
F                                                                     ven (figuur 1, stelling a). Dat geldt niet alleen
G                                                                     voor ouders in het basisonderwijs, maar in iets
H                                                                     mindere mate ook voor ouders in het voort-
 I                                                                    gezet onderwijs en het middelbaar beroeps-
     0          20          40          60           80        100    onderwijs (mbo). In het verlengde daarvan zijn
     voortgezet onderwijs                                             bijna alle ouders het eens met de stelling dat de
A                                                                     school van hen mag vragen hun kind thuis te
B                                                                     steunen bij het onderwijs (stelling b), ouders in
C                                                                     het mbo niet uitgezonderd. De noodzaak van
D                                                                     samenwerking tussen ouders en school om spij-
E                                                                     belen en ander probleemgedrag te voorkomen
F                                                                     (stelling c) wordt eveneens breed onderschreven
G                                                                     door ouders in het voortgezet onderwijs en het
H                                                                     mbo. Ook zijn ouders in het mbo het eens met
 I
                                                                      de opvatting dat het tegengaan van voortijdig
     0          20          40          60           80        100
                                                                      schoolverlaten niet kan zonder hun hulp (stel-
     mboa                                                             ling k). Ouders in het mbo zien wel grenzen aan
A                                                                     hun verantwoordelijkheid voor het onderwijs
B                                                                     van hun kinderen: de meerderheid onderschrijft
C
                                                                      de stelling dat succes in het onderwijs in de eer-
D
                                                                      ste plaats een verantwoordelijkheid is van de
G
                                                                      school en de student (stelling j).
J
K
     0          20          40          60           80        100
                                                                      Bij het steunen van het gezag van de school
     helemaal        mee     niet eens,       mee         helemaal
                                                                      en de leraar is het beeld gemengd. Een ruime
     mee eens        eens    niet oneens      oneens      oneens      meerderheid van ouders in alle drie de sectoren
                                                                      is het er mee eens dat ouders de school moeten
A Goede leerresultaten van het kind zijn alleen mogelijk als ouders   steunen bij het handhaven van regels (stelling
  en school samenwerken
B De school mag van ouders verwachten dat zij hun kind thuis
                                                                      d). Als het echter gaat om bestraffing van hun
  steunen bij het onderwijs                                           eigen kind, is die steun minder uitgesproken
C Ouders en school moeten samenwerken om spijbelen en ander
                                                                      (stelling e). Ook zijn bijna alle ouders van mening
  probleemgedrag te voorkomen
D Ouders moeten de school steunen bij het handhaven van regels        dat zij in dat geval recht hebben op uitleg (stel-
  op school                                                           ling f). Een grote meerderheid van ouders in alle
E Ouders moeten de leerkracht steunen als hun kind straf krijgt
  op school                                                           drie de sectoren is verder ook van mening dat
F Ouders hebben recht op uitleg als hun kind straf krijgt op school   leerkrachten moeten openstaan voor kritiek van
G Leerkrachten moeten open staan voor kritiek van ouders op hun
  aanpak
                                                                      ouders op hun aanpak (stelling g).
H De school mag ouders aanspreken op de opvoeding thuis
I Ouders mogen verwachten dat de school rekening houdt met de
  opvoeding thuis
                                                                      Over samenwerking op het terrein van opvoeding
J Succes in het onderwijs is in de eerste plaats een                  lijken ouders in het basis- en voortgezet onder-
  verantwoordelijkheid van de school en de student                    wijs meer terughoudend. Omstreeks de helft is
K Het tegengaan van voortijdig schoolverlaten kan niet zonder de
  hulp van ouders                                                     het eens met de stelling dat de school hen mag
                                                                      aanspreken op de opvoeding thuis (stelling h).
a In het mbo ouders van studenten t/m 22 jaar.
                                                                      Een minderheid is van mening dat de school
Bron: scp/cbs (eob’12)
                                                                      rekening zou moeten houden met hoe leerlingen
                                                                      thuis worden opgevoed (stelling i).
Het betrekken van ouders bij het
onderwijs
Veel ouders zijn dus van mening dat samen-
werking met de school belangrijk is voor het
schoolsucces van hun kind. In het basis- en
voortgezet onderwijs vindt een grote meerder-
heid van ouders dat de school voldoende, of
ruim voldoende doet om hen bij het onderwijs
te betrekken. Rond de 15% van hen vindt dat de
school hier te weinig aan doet. In het mbo zijn
ouders minder tevreden: vier op de tien ouders
in het mbo vinden dat de school te weinig doet
om hen bij het onderwijs te betrekken.




Contact tussen ouders en
school
Bezoek aan rapportbesprekingen en                 Figuur 2
ouderavonden                                      Bezoek van rapportbesprekingen en ouderavonden
                                                  in het basis- en voortgezet onderwijs in het afgelopen
                                                  schooljaar, 2012 (in procenten)
Vrijwel alle ouders in het basisonderwijs zijn
minstens een keer per jaar bij een rapport-       rapportbesprekingen
bespreking of een tien minutengesprek. In het      voortgezet onderwijs
voortgezet onderwijs zijn ouders iets minder
vaak aanwezig bij deze besprekingen (figuur 2).    basisonderwijs

Ook algemene ouderbijeenkomsten – niet spe-
                                                  0            20         40          60   80   100
cifiek gericht op het eigen kind – worden veel
                                                  ouderavonden
bezocht, maar wel wat minder dan besprekin-
gen over het eigen kind.                           voortgezet onderwijs

                                                   basisonderwijs
In het mbo worden minder vaak bijeenkomsten
voor ouders georganiseerd dan in het basis- en    0            20         40          60   80   100
voortgezet onderwijs. Twee op de drie ouders
geven aan dat in het mbo dit soort bijeenkom-         0 keer              2 keer

sten worden georganiseerd, in het basis- en           1 keer              3 keer of meer

voortgezet onderwijs gebeurt dat volgens ouders
                                                  Bron: scp/cbs (eob’12)
bijna altijd. Als er in het mbo bijeenkomsten
voor ouders worden georganiseerd, gaat de
overgrote meerderheid er ‘meestal of altijd’
naar toe. Ouders van oudere leerlingen (20-22
jaar) laten het vaker afweten dan ouders van
jongere leerlingen (16-19 jaar).
Huisbezoek in het basisonderwijs
                                                                        Scholen kunnen ook contact leggen met ouders
                                                                        door het afleggen van een bezoek aan huis. In
                                                                        het basisonderwijs geeft 20% van de ouders
                                                                        aan dat de school van hun kind huisbezoeken
                                                                        organiseert. Meestal heeft dat de vorm dat alle
                                                                        leerlingen huisbezoek krijgen, soms krijgt alleen
                                                                        de eerste leerling in het gezin huisbezoek, of is er
                                                                        alleen huisbezoek als er een speciale reden is.
                                                                        Bij een op de zeven ouders in het basisonderwijs
                                                                        is er daadwerkelijk een huisbezoek afgelegd.
                                                                        Kennismaken en bespreken hoe het met het kind
                                                                        gaat was in de regel het doel van het huisbezoek.
Figuur 3                                                                Huisbezoek met een specifieke aanleiding
Ouders die zelf contact zoeken met de school,                           (bespreken van leer- of andere problemen van
naar onderwijssector  a en opleidingsniveau, 2012                       het kind) komt minder voor.
(in procenten)

    mbo
                                                                        Zelf contact zoeken met de school
                                                                        Veel ouders in het basis- en voortgezet onder-
    voortgezet onderwijs
                                                                        wijs zoeken ook zelf contact met de school van
                                                                        hun kind (resp. 74% en 70% in een schooljaar).
                                                                        In het mbo gebeurt dat minder vaak (38%).
    basisonderwijs                                                      Vaak zoeken ouders contact om te praten over
                                                                        leerproblemen of andere problemen van hun
                                                                        kind, maar het contact kan ook gericht zijn op
0                20              40             60                80    kennismaken en informeren naar het kind. In het
                                                                        voortgezet onderwijs en het mbo zoeken hoger-
      hoger                  middelbaar                   lager
                                                                        opgeleide ouders vaker zelf contact met school
a In het mbo ouders van studenten t/m 22 jaar.                          dan lageropgeleide ouders, in het basisonderwijs
Bron: scp/cbs (eob’12)                                                  is dit verschil er niet (figuur 3).

                                                                        Omdat in het mbo zowel scholen als ouders
Figuur 4                                                                minder vaak contact zoeken, staat het contact
Contact gezocht door ouders en school, mbo,                             met de school bij een flinke groep ouders op
naar leeftijd van de student  a, 2012                                   een laag pitje. Daarbij is er een duidelijk verschil
(in procenten)                                                          tussen ouders van leerlingen in de jongste leef-
                                                                        tijdsgroep (16-17 jaar) en ouders van leerlingen
    20-22 jaar                                                          in de hogere leeftijdsgroepen (17-18 jaar en
                                                                        20-22 jaar): in de hoogste leeftijdsgroep wordt
    18-19 jaar
                                                                        vaker geen contact gezocht, noch door ouders
    16-17 jaar                                                          noch door de school (figuur 4). Voor de mbo-
                                                                        scholen speelt mee dat meerderjarige studenten
0             20            40        60             80           100   toestemming moeten geven voor het leggen
                                                                        van contact met hun ouders. Ook is er op mbo-
       door ouders en school               alleen door school           niveau 1/2 meer contact tussen ouders en
       alleen door ouders                  geen contact gezocht         scholen dan op niveau 3 en 4.

a In het mbo ouders van studenten t/m 22 jaar.
Bron: scp/cbs (eob’12)
Ouders in het mbo zijn vaker ontevreden              Figuur 5
over informatie over leervorderingen                 Oordeel over de informatie van de school over
                                                     de leervorderingen van het kind, naar onder-
                                                     wijssector  a, 2012 (in procenten)
Ruim de helft van de ouders in het basisonder-
wijs, en bijna zes op de tien in het voortgezet
                                                      mbo
onderwijs vinden dat ze goed worden geïnfor-
meerd over de leervorderingen van hun kind            voortgezet onderwijs
(figuur 5). Ongeveer 15% van de ouders vindt de
                                                      basisonderwijs
informatieverstrekking echter ‘slecht’ of ‘matig’.
In het mbo is het oordeel op dit punt een stuk
                                                     0           20             40      60             80         100
minder positief: slechts een kwart voelt zich
goed geïnformeerd, bijna de helft ‘slecht’ of            goed                redelijk   matig                slecht
‘matig’. Ouders van mbo-studenten in de
hoogste leeftijdsgroep (20-22 jaar) zijn vaker       a In het mbo ouders van studenten t/m 22 jaar.
ontevreden dan ouders van de jongste                 Bron: scp/cbs (eob’12)
studenten.


                                                     Figuur 6
                                                     Frequentie waarin ouders met hun kind praten
Thuis meeleven met het                               over hoe het gaat op school, naar onderwijs-
                                                     sector a, 2012 (in procenten)
onderwijs
                                                      mbo
Bijna alle ouders praten thuis met hun kind over
hoe het gaat op school, en de frequentie waarin       voortgezet onderwijs
dit gebeurt is hoog. In het basisonderwijs doen
                                                      basisonderwijs
acht van de tien ouders dit (bijna) dagelijks, in
het voortgezet onderwijs en het mbo is de fre-
                                                     0           20             40      60             80         100
quentie van de gesprekken iets lager (figuur 6).
Ondanks de hogere leeftijd van studenten in het          (bijna) dagelijks                   1 of enkele keren per jaar
mbo spreken ouders toch in grote meerderheid             1 of enkele keren per week          nooit
ten minste een keer per week met hun kind over           1 of enkele keren per maand
school.
                                                     a In het mbo ouders van studenten t/m 22 jaar.
                                                     Bron: scp/cbs (eob’12)
Figuur 7                                                            Waarover praten ouders met hun kind?
Onderwerpen waarover ouders praten met hun
kind, naar onderwijssectora, 2012 (in procenten)b                   In het basisonderwijs praten ouders op de eerste
                                                                    plaats over wat het kind heeft geleerd op school,
 wat hij of zij heeft geleerd / inhoud van de lessen
                                                                    op de tweede plaats over de omgang met leer-
                                                                    krachten, klasgenootjes, vriendjes en vriendin-
 omgang met leerkrachten/docenten, klasgenoten, vriend(inn)en       netjes, en op de derde plaats over resultaten bij
                                                                    toetsen en opdrachten (figuur 7). In het voort-
                                                                    gezet onderwijs worden dezelfde onderwerpen
 resultaten bij toetsen en opdrachten                               vaak genoemd, maar daar voeren gesprekken
                                                                    over toetsresultaten de boventoon. Dit gebeurt
                                                                    met name in havo en vwo, en minder in het
 problemen op school (met leren, pesten, spijbelen)                 vmbo en in brugklassen.
                                                                    Ook in het mbo staan gesprekken over toets-
                                                                    resultaten op de eerste plaats, daarnaast ligt het
 hoe het op de stage gaat
                                                                    zwaartepunt bij onderwerpen als de stage en de
                                                                    motivatie en inzet voor de opleiding.
 inzet en motivatie van mijn kind voor de opleiding
                                                                    Praten over de toekomst
 andere onderwerpen over school                                     Het tonen van belangstelling beperkt zich niet
                                                                    tot de dagelijkse gang van zaken op school. Door
                                                                    met hun kind te praten over verwachtingen,
0          20            40            60              80     100   mogelijkheden en interesses kunnen ouders de
    mbo            voortgezet onderwijs            basisonderwijs   ontwikkeling van hun kind stimuleren en het op
                                                                    weg helpen in de schoolloopbaan. In de laat-
a In het mbo ouders van studenten t/m 22 jaar.                      ste fase van het basisonderwijs praten ouders
b Meerdere antwoorden mogelijk.
                                                                    (begrijpelijkerwijs) veel met hun kind over het
Bron: scp/cbs (eob’12)
                                                                    onderwijs na de basisschool, maar ook wat het
                                                                    kind later worden wil en het nut van onderwijs
                                                                    zijn onderwerp van gesprek. In het voortgezet
Figuur 8
                                                                    onderwijs en het mbo neemt het praten over de
Frequentie waarin ouders met hun kind praten
over schoolloopbaan en toekomst, mboa, 2012                         toekomst concretere vormen aan. De keuze van
(in procenten)                                                      een vervolgopleiding of een beroep, en plannen
                                                                    en verwachtingen voor de toekomst worden
 het belang van diploma’s halen                                     vaak besproken (figuur 8). Ook spreken veel
                                                                    ouders met hun kind over het belang van het
 plannen of verwachtingen voor de toekomst
                                                                    volgen van onderwijs en van het halen van een
 het belang van onderwijs volgen                                    diploma.

 de keuze van een beroep na het middelbaar beroepsonderwijs

 de keuze van een opleiding na het middelbaar beroepsonderwijs

 de keuze van een stageplek


0          20            40            60              80     100

    vaak             soms            nooit


a In het mbo ouders van studenten t/m 22 jaar.
Bron: scp/cbs (eob’12)
Thuis ondersteunen van                                   Figuur 9
                                                         Frequentie van educatieve activiteiten van
het leren                                                ouders met hun kind in het basisonderwijs, 2012
                                                         (in procenten)
Ouders kunnen het leerproces van hun kind thuis
                                                             voorlezen of samen lezen
ondersteunen door te helpen met huiswerk en
opdrachten, maar ook door samen met hun kind                 samen tv kijken naar jeugdjournaal
allerlei educatieve activiteiten te ondernemen.
                                                             verhalen vertellen

Steun in het basisonderwijs                                  helpen met huiswerk en opdrachten

                                                             spelen van woord- en denkspellen
Voor jonge kinderen draagt voorlezen bij aan
de ontwikkeling van de woordenschat en het                   overhoren
taalgevoel. Ongeveer een op drie ouders in het
                                                             samen op internet informatie zoeken
basisonderwijs zegt (bijna) dagelijks voor te
lezen, of samen met hun kind te lezen (figuur 9).            bibliotheek of boekwinkel bezoeken
Er is ook een groep ouders die dat nooit, of
hooguit enkele keren per jaar doet. Dit zijn met         0             20           40            60          80         100
name ouders van oudere kinderen (9-12 jaar).                    (bijna) dagelijks                  1 of enkele keren per jaar
Ouders van jonge kinderen, vooral als de kinde-                 1 of enkele keren per week         nooit
ren nog vier of vijf jaar zijn, lezen vrijwel allemaal
                                                                1 of enkele keren per maand
dagelijks of enkele keren per week voor. Veel
ouders kijken ook samen met hun kind naar                Bron: scp/cbs (eob’12)
het jeugdjournaal, educatieve programma’s of
kinderprogramma’s. Activiteiten als overhoren
en helpen met huiswerk en opdrachten worden              Figuur 10
minder vaak genoemd. In de hogere groepen                Frequentie van educatieve activiteiten van
van het basisonderwijs krijgen leerlingen vaker          ouders met hun kind in het voortgezet onderwijs,
huiswerk, en bieden ouders ook vaker hulp.               2012 (in procenten)

                                                             helpen met huiswerk en opdrachten
Steun in het voortgezet onderwijs
                                                             overhoren

Ook in het voortgezet onderwijs helpen ouders
                                                             samen agenda voor huiswerk doornemen
hun kind regelmatig met huiswerk en opdrach-
ten, of met overhoren (figuur 10). Het gebeurt               samen op internet informatie zoeken
echter minder vaak dan in het basisonderwijs,
                                                             spelen van woord- en denkspellen
maar mogelijk is de hulp wel intensiever dan in
het basisonderwijs. Ouders geven deze vorm                   bibliotheek of boekwinkel bezoeken
van steun vooral als hun kind in de brugklas of
in het vmbo zit, en minder als hun kind havo of          0             20           40            60          80         100

vwo volgt. Ook samen de agenda voor huiswerk                   (bijna) dagelijks                   1 of enkele keren per jaar
doornemen doen ouders vooral in de eerste                      1 of enkele keren per week          nooit
twee leerjaren van het voortgezet onderwijs
                                                               1 of enkele keren per maand
(leeftijd kind 12-14 jaar), en als hun kind in het
vmbo zit. Voor deze drie activiteiten geldt steeds       Bron: scp/cbs (eob’12)
dat laagopgeleide ouders hun kind minder vaak
helpen dan hoogopgeleide ouders.
Steun in het mbo
                                                             Vergeleken met het voortgezet onderwijs helpen
                                                             ouders kun kind in het mbo veel minder vaak
                                                             met huiswerk en opdrachten. Een op de drie
                                                             ouders zegt nooit te helpen, en minder dan een
                                                             op de tien ouders helpt een keer per week of
                                                             vaker. Het minder helpen zal voor een deel te
                                                             maken hebben met de hogere leeftijd van mbo-
                                                             studenten: ook in het voortgezet onderwijs krij-
                                                             gen de oudste leerlingen minder hulp van hun
                                                             ouders. Gebrek aan kennis over de lesstof zal
                                                             eveneens een rol spelen. In het mbo neemt de
                                                             hulp van ouders verder af naarmate studenten
                                                             ouder worden. Daarnaast helpen laagopgeleide
                                                             ouders minder vaak met huiswerk en opdrach-
                                                             ten dan hoogopgeleide ouders, net als in het
                                                             voortgezet onderwijs.

                                                             Toezicht op spijbelen
                                                             Ouders kunnen ook bijdragen aan de school-
Figuur 11                                                    loopbaan van hun kind door op te letten dat hun
Frequentie waarin ouders er op letten dat hun kind           kind de lessen volgt en niet spijbelt. De helft van
alle lessen volgt en niet spijbelt, mboa, naar leeftijd en   de ouders in het voortgezet onderwijs en vier
onderwijsniveau van het kind, 2012 (in procenten)            op de tien ouders in het mbo zeggen hier vaak
                                                             op toe te zien. Ouders in het mbo doen dit vaker
    niveau 4
                                                             naarmate hun kind jonger is, en ook vaker als
    niveau 3                                                 hun kind een mbo-opleiding op een lager niveau
                                                             volgt (figuur 11). De problemen met schooluitval
    niveau 1/2                                               zijn feitelijk ook groter op de lagere niveaus van
                                                             het mbo (spijbelen kan een voorbode zijn van
    20-22 jaar                                               school-uitval).

    18-19 jaar
                                                             Een deel van de ouders van mbo-studenten ziet
    16-17 jaar                                               er daarnaast op toe dat hun kind huiswerk en
                                                             opdrachten maakt. Het toezicht daarop lijkt
                                                             minder strikt dan op spijbelen: een op de vier
    totaal
                                                             ouders in het mbo zegt hier vaak op toe te zien,
0              20        40    60         80     100         de helft doet dit soms, de rest nooit. Ook bij
                                                             het toezicht op huiswerk en opdrachten laten
       vaak         soms       nooit
                                                             ouders de teugels vieren als mbo-studenten
                                                             ouder worden. Daarnaast is er ook minder toe-
a In het mbo ouders van studenten t/m 22 jaar.
                                                             zicht op studenten in de hogere niveaus van
Bron: scp/cbs (eob’12)
                                                             het mbo.




                                                             Vormgeving & fotografie: bureau Stijlzorg, Utrecht

Contenu connexe

Similaire à Factsheet ouderbetrokkenheid-2013

De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder?
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder? De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder?
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder? Frederik Smit
 
Artikel Ouderbetrokkenheid
Artikel OuderbetrokkenheidArtikel Ouderbetrokkenheid
Artikel OuderbetrokkenheidCynthia Geerts
 
Ouderbetrokkenheid - Bart van Luik - itslearning Gebruikersdag 2012
Ouderbetrokkenheid - Bart van Luik - itslearning Gebruikersdag 2012Ouderbetrokkenheid - Bart van Luik - itslearning Gebruikersdag 2012
Ouderbetrokkenheid - Bart van Luik - itslearning Gebruikersdag 2012itslearning Nederland
 
Pas op voor de tijgermoeder!
Pas op voor de tijgermoeder!Pas op voor de tijgermoeder!
Pas op voor de tijgermoeder!Frederik Smit
 
Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012
Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012
Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012mlusse
 
Geert Driessen (2020) De bestrijding van onderwijsachterstanden. Beleid, prak...
Geert Driessen (2020) De bestrijding van onderwijsachterstanden. Beleid, prak...Geert Driessen (2020) De bestrijding van onderwijsachterstanden. Beleid, prak...
Geert Driessen (2020) De bestrijding van onderwijsachterstanden. Beleid, prak...Driessen Research
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2007) ITSInfo Brood en spelen.pdf
Frederik Smit & Geert Driessen (2007) ITSInfo Brood en spelen.pdfFrederik Smit & Geert Driessen (2007) ITSInfo Brood en spelen.pdf
Frederik Smit & Geert Driessen (2007) ITSInfo Brood en spelen.pdfDriessen Research
 
Rapport jonge ouders_over_schooltijden_mei_2011
Rapport jonge ouders_over_schooltijden_mei_2011Rapport jonge ouders_over_schooltijden_mei_2011
Rapport jonge ouders_over_schooltijden_mei_2011AndereTijden
 
Geert Driessen (2004) Did Nu zaaien later oogsten.pdf
Geert Driessen (2004) Did Nu zaaien later oogsten.pdfGeert Driessen (2004) Did Nu zaaien later oogsten.pdf
Geert Driessen (2004) Did Nu zaaien later oogsten.pdfDriessen Research
 
Integratie Gehandicapte Leerlingen In Onderwijs
Integratie Gehandicapte Leerlingen In OnderwijsIntegratie Gehandicapte Leerlingen In Onderwijs
Integratie Gehandicapte Leerlingen In Onderwijsnelever
 
Samenvatting Handreiking Def
Samenvatting Handreiking DefSamenvatting Handreiking Def
Samenvatting Handreiking Defmlusse
 
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...Driessen Research
 
Ouderbetrokkenheid in het mbo
Ouderbetrokkenheid in het mboOuderbetrokkenheid in het mbo
Ouderbetrokkenheid in het mboJosée Bours
 
Samenwerking ouders en (voor)school. Eerste meting ouderbetrokkenheid bij de ...
Samenwerking ouders en (voor)school. Eerste meting ouderbetrokkenheid bij de ...Samenwerking ouders en (voor)school. Eerste meting ouderbetrokkenheid bij de ...
Samenwerking ouders en (voor)school. Eerste meting ouderbetrokkenheid bij de ...Frederik Smit
 
NB01_2012 SO&T website
NB01_2012 SO&T websiteNB01_2012 SO&T website
NB01_2012 SO&T websiteTacey Benig
 

Similaire à Factsheet ouderbetrokkenheid-2013 (15)

De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder?
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder? De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder?
De bijlesindustrie. Kunnen we nog zonder?
 
Artikel Ouderbetrokkenheid
Artikel OuderbetrokkenheidArtikel Ouderbetrokkenheid
Artikel Ouderbetrokkenheid
 
Ouderbetrokkenheid - Bart van Luik - itslearning Gebruikersdag 2012
Ouderbetrokkenheid - Bart van Luik - itslearning Gebruikersdag 2012Ouderbetrokkenheid - Bart van Luik - itslearning Gebruikersdag 2012
Ouderbetrokkenheid - Bart van Luik - itslearning Gebruikersdag 2012
 
Pas op voor de tijgermoeder!
Pas op voor de tijgermoeder!Pas op voor de tijgermoeder!
Pas op voor de tijgermoeder!
 
Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012
Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012
Literatuurverkenning Ouderbetrokkenheid, Januari 2012
 
Geert Driessen (2020) De bestrijding van onderwijsachterstanden. Beleid, prak...
Geert Driessen (2020) De bestrijding van onderwijsachterstanden. Beleid, prak...Geert Driessen (2020) De bestrijding van onderwijsachterstanden. Beleid, prak...
Geert Driessen (2020) De bestrijding van onderwijsachterstanden. Beleid, prak...
 
Frederik Smit & Geert Driessen (2007) ITSInfo Brood en spelen.pdf
Frederik Smit & Geert Driessen (2007) ITSInfo Brood en spelen.pdfFrederik Smit & Geert Driessen (2007) ITSInfo Brood en spelen.pdf
Frederik Smit & Geert Driessen (2007) ITSInfo Brood en spelen.pdf
 
Rapport jonge ouders_over_schooltijden_mei_2011
Rapport jonge ouders_over_schooltijden_mei_2011Rapport jonge ouders_over_schooltijden_mei_2011
Rapport jonge ouders_over_schooltijden_mei_2011
 
Geert Driessen (2004) Did Nu zaaien later oogsten.pdf
Geert Driessen (2004) Did Nu zaaien later oogsten.pdfGeert Driessen (2004) Did Nu zaaien later oogsten.pdf
Geert Driessen (2004) Did Nu zaaien later oogsten.pdf
 
Integratie Gehandicapte Leerlingen In Onderwijs
Integratie Gehandicapte Leerlingen In OnderwijsIntegratie Gehandicapte Leerlingen In Onderwijs
Integratie Gehandicapte Leerlingen In Onderwijs
 
Samenvatting Handreiking Def
Samenvatting Handreiking DefSamenvatting Handreiking Def
Samenvatting Handreiking Def
 
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...
Geert Driessen (2003) ITSInfo Deelname aan en effecten van Voor- en Vroegscho...
 
Ouderbetrokkenheid in het mbo
Ouderbetrokkenheid in het mboOuderbetrokkenheid in het mbo
Ouderbetrokkenheid in het mbo
 
Samenwerking ouders en (voor)school. Eerste meting ouderbetrokkenheid bij de ...
Samenwerking ouders en (voor)school. Eerste meting ouderbetrokkenheid bij de ...Samenwerking ouders en (voor)school. Eerste meting ouderbetrokkenheid bij de ...
Samenwerking ouders en (voor)school. Eerste meting ouderbetrokkenheid bij de ...
 
NB01_2012 SO&T website
NB01_2012 SO&T websiteNB01_2012 SO&T website
NB01_2012 SO&T website
 

Plus de Chris Noordam

De Maatschappij dept Waterweg-Noord
De Maatschappij dept Waterweg-NoordDe Maatschappij dept Waterweg-Noord
De Maatschappij dept Waterweg-NoordChris Noordam
 
Vrijdagmiddag Couscous (VMCC) op Spidoschip
Vrijdagmiddag Couscous (VMCC) op SpidoschipVrijdagmiddag Couscous (VMCC) op Spidoschip
Vrijdagmiddag Couscous (VMCC) op SpidoschipChris Noordam
 
SBWR programma 3 december 2015
SBWR programma 3 december 2015SBWR programma 3 december 2015
SBWR programma 3 december 2015Chris Noordam
 
JBB burendag in Barendrecht op 19 september 2015
JBB burendag in Barendrecht op 19 september 2015JBB burendag in Barendrecht op 19 september 2015
JBB burendag in Barendrecht op 19 september 2015Chris Noordam
 
Visie op armoede door Eduard Geenen
Visie op armoede door Eduard GeenenVisie op armoede door Eduard Geenen
Visie op armoede door Eduard GeenenChris Noordam
 
Jongeren en schulden
Jongeren en schuldenJongeren en schulden
Jongeren en schuldenChris Noordam
 
Eenzaamheid en de gevolgen
Eenzaamheid en de gevolgenEenzaamheid en de gevolgen
Eenzaamheid en de gevolgenChris Noordam
 
Visie op armoede Tjeerd de Boer
Visie op armoede Tjeerd de BoerVisie op armoede Tjeerd de Boer
Visie op armoede Tjeerd de BoerChris Noordam
 
Oorzaken armoede Tjeerd de Boer
Oorzaken armoede Tjeerd de BoerOorzaken armoede Tjeerd de Boer
Oorzaken armoede Tjeerd de BoerChris Noordam
 
RoSA 2015 Pauluskerk 1juni 2015
RoSA 2015  Pauluskerk 1juni 2015RoSA 2015  Pauluskerk 1juni 2015
RoSA 2015 Pauluskerk 1juni 2015Chris Noordam
 
Petitie Lokale Solidariteit Getoetst
Petitie Lokale Solidariteit GetoetstPetitie Lokale Solidariteit Getoetst
Petitie Lokale Solidariteit GetoetstChris Noordam
 
2015 rosa-kernpunten-onderwijs
2015 rosa-kernpunten-onderwijs2015 rosa-kernpunten-onderwijs
2015 rosa-kernpunten-onderwijsChris Noordam
 
2014 calvijn-future-jobs
2014 calvijn-future-jobs2014 calvijn-future-jobs
2014 calvijn-future-jobsChris Noordam
 
2014 calvijn-21th-century-skills
2014 calvijn-21th-century-skills2014 calvijn-21th-century-skills
2014 calvijn-21th-century-skillsChris Noordam
 
2014 calvijn-beroepsvaardigheden
2014 calvijn-beroepsvaardigheden2014 calvijn-beroepsvaardigheden
2014 calvijn-beroepsvaardighedenChris Noordam
 
2014 calvijn-cijfers-arbeidsmarkt
2014 calvijn-cijfers-arbeidsmarkt2014 calvijn-cijfers-arbeidsmarkt
2014 calvijn-cijfers-arbeidsmarktChris Noordam
 
2014 calvijn-trends-kpmg-nov14
2014 calvijn-trends-kpmg-nov142014 calvijn-trends-kpmg-nov14
2014 calvijn-trends-kpmg-nov14Chris Noordam
 

Plus de Chris Noordam (20)

Websites
WebsitesWebsites
Websites
 
Cmg story
Cmg storyCmg story
Cmg story
 
De Maatschappij dept Waterweg-Noord
De Maatschappij dept Waterweg-NoordDe Maatschappij dept Waterweg-Noord
De Maatschappij dept Waterweg-Noord
 
Vrijdagmiddag Couscous (VMCC) op Spidoschip
Vrijdagmiddag Couscous (VMCC) op SpidoschipVrijdagmiddag Couscous (VMCC) op Spidoschip
Vrijdagmiddag Couscous (VMCC) op Spidoschip
 
SBWR programma 3 december 2015
SBWR programma 3 december 2015SBWR programma 3 december 2015
SBWR programma 3 december 2015
 
JBB burendag in Barendrecht op 19 september 2015
JBB burendag in Barendrecht op 19 september 2015JBB burendag in Barendrecht op 19 september 2015
JBB burendag in Barendrecht op 19 september 2015
 
Visie op armoede door Eduard Geenen
Visie op armoede door Eduard GeenenVisie op armoede door Eduard Geenen
Visie op armoede door Eduard Geenen
 
Jongeren en schulden
Jongeren en schuldenJongeren en schulden
Jongeren en schulden
 
Eenzaamheid en de gevolgen
Eenzaamheid en de gevolgenEenzaamheid en de gevolgen
Eenzaamheid en de gevolgen
 
Visie op armoede Tjeerd de Boer
Visie op armoede Tjeerd de BoerVisie op armoede Tjeerd de Boer
Visie op armoede Tjeerd de Boer
 
Oorzaken armoede Tjeerd de Boer
Oorzaken armoede Tjeerd de BoerOorzaken armoede Tjeerd de Boer
Oorzaken armoede Tjeerd de Boer
 
RoSA 2015 Pauluskerk 1juni 2015
RoSA 2015  Pauluskerk 1juni 2015RoSA 2015  Pauluskerk 1juni 2015
RoSA 2015 Pauluskerk 1juni 2015
 
Petitie Lokale Solidariteit Getoetst
Petitie Lokale Solidariteit GetoetstPetitie Lokale Solidariteit Getoetst
Petitie Lokale Solidariteit Getoetst
 
2015 rosa-kernpunten-onderwijs
2015 rosa-kernpunten-onderwijs2015 rosa-kernpunten-onderwijs
2015 rosa-kernpunten-onderwijs
 
2014 calvijn-future-jobs
2014 calvijn-future-jobs2014 calvijn-future-jobs
2014 calvijn-future-jobs
 
2014 calvijn-21th-century-skills
2014 calvijn-21th-century-skills2014 calvijn-21th-century-skills
2014 calvijn-21th-century-skills
 
2014 calvijn-beroepsvaardigheden
2014 calvijn-beroepsvaardigheden2014 calvijn-beroepsvaardigheden
2014 calvijn-beroepsvaardigheden
 
2014 calvijn-cijfers-arbeidsmarkt
2014 calvijn-cijfers-arbeidsmarkt2014 calvijn-cijfers-arbeidsmarkt
2014 calvijn-cijfers-arbeidsmarkt
 
2014 calvijn-trends-kpmg-nov14
2014 calvijn-trends-kpmg-nov142014 calvijn-trends-kpmg-nov14
2014 calvijn-trends-kpmg-nov14
 
2014 calvijn-trends
2014 calvijn-trends2014 calvijn-trends
2014 calvijn-trends
 

Factsheet ouderbetrokkenheid-2013

  • 1. factsheet Onderzoek Ouderbetrokkenheid in het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het mbo Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft in 2012 een enquête over ouderbetrokkenheid gehouden onder ouders in het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. In dit factsheet presenteren we de eerste resultaten. De uitkomsten van het onderzoek zullen uitgebreider worden beschreven in een publicatie die later dit jaar zal verschijnen. Ook doen we daarin verslag van focus- groepgesprekken met leraren en schoolleiders. Vergelijkbaarheid van onderzoek samenstelling: lex herweijer & ria vogels januari 2013
  • 2. Figuur 1 Mening over samenwerking tussen ouders en Opvattingen over scholen, basisonderwijs, voortgezet onderwijs en mbo, 2012 (in procenten) samenwerking tussen basisonderwijs ouders en school A B De gedachte dat samenwerking tussen ouders D en scholen een voorwaarde is voor goede leer- E resultaten wordt door veel ouders onderschre- F ven (figuur 1, stelling a). Dat geldt niet alleen G voor ouders in het basisonderwijs, maar in iets H mindere mate ook voor ouders in het voort- I gezet onderwijs en het middelbaar beroeps- 0 20 40 60 80 100 onderwijs (mbo). In het verlengde daarvan zijn voortgezet onderwijs bijna alle ouders het eens met de stelling dat de A school van hen mag vragen hun kind thuis te B steunen bij het onderwijs (stelling b), ouders in C het mbo niet uitgezonderd. De noodzaak van D samenwerking tussen ouders en school om spij- E belen en ander probleemgedrag te voorkomen F (stelling c) wordt eveneens breed onderschreven G door ouders in het voortgezet onderwijs en het H mbo. Ook zijn ouders in het mbo het eens met I de opvatting dat het tegengaan van voortijdig 0 20 40 60 80 100 schoolverlaten niet kan zonder hun hulp (stel- mboa ling k). Ouders in het mbo zien wel grenzen aan A hun verantwoordelijkheid voor het onderwijs B van hun kinderen: de meerderheid onderschrijft C de stelling dat succes in het onderwijs in de eer- D ste plaats een verantwoordelijkheid is van de G school en de student (stelling j). J K 0 20 40 60 80 100 Bij het steunen van het gezag van de school helemaal mee niet eens, mee helemaal en de leraar is het beeld gemengd. Een ruime mee eens eens niet oneens oneens oneens meerderheid van ouders in alle drie de sectoren is het er mee eens dat ouders de school moeten A Goede leerresultaten van het kind zijn alleen mogelijk als ouders steunen bij het handhaven van regels (stelling en school samenwerken B De school mag van ouders verwachten dat zij hun kind thuis d). Als het echter gaat om bestraffing van hun steunen bij het onderwijs eigen kind, is die steun minder uitgesproken C Ouders en school moeten samenwerken om spijbelen en ander (stelling e). Ook zijn bijna alle ouders van mening probleemgedrag te voorkomen D Ouders moeten de school steunen bij het handhaven van regels dat zij in dat geval recht hebben op uitleg (stel- op school ling f). Een grote meerderheid van ouders in alle E Ouders moeten de leerkracht steunen als hun kind straf krijgt op school drie de sectoren is verder ook van mening dat F Ouders hebben recht op uitleg als hun kind straf krijgt op school leerkrachten moeten openstaan voor kritiek van G Leerkrachten moeten open staan voor kritiek van ouders op hun aanpak ouders op hun aanpak (stelling g). H De school mag ouders aanspreken op de opvoeding thuis I Ouders mogen verwachten dat de school rekening houdt met de opvoeding thuis Over samenwerking op het terrein van opvoeding J Succes in het onderwijs is in de eerste plaats een lijken ouders in het basis- en voortgezet onder- verantwoordelijkheid van de school en de student wijs meer terughoudend. Omstreeks de helft is K Het tegengaan van voortijdig schoolverlaten kan niet zonder de hulp van ouders het eens met de stelling dat de school hen mag aanspreken op de opvoeding thuis (stelling h). a In het mbo ouders van studenten t/m 22 jaar. Een minderheid is van mening dat de school Bron: scp/cbs (eob’12) rekening zou moeten houden met hoe leerlingen thuis worden opgevoed (stelling i).
  • 3. Het betrekken van ouders bij het onderwijs Veel ouders zijn dus van mening dat samen- werking met de school belangrijk is voor het schoolsucces van hun kind. In het basis- en voortgezet onderwijs vindt een grote meerder- heid van ouders dat de school voldoende, of ruim voldoende doet om hen bij het onderwijs te betrekken. Rond de 15% van hen vindt dat de school hier te weinig aan doet. In het mbo zijn ouders minder tevreden: vier op de tien ouders in het mbo vinden dat de school te weinig doet om hen bij het onderwijs te betrekken. Contact tussen ouders en school Bezoek aan rapportbesprekingen en Figuur 2 ouderavonden Bezoek van rapportbesprekingen en ouderavonden in het basis- en voortgezet onderwijs in het afgelopen schooljaar, 2012 (in procenten) Vrijwel alle ouders in het basisonderwijs zijn minstens een keer per jaar bij een rapport- rapportbesprekingen bespreking of een tien minutengesprek. In het voortgezet onderwijs voortgezet onderwijs zijn ouders iets minder vaak aanwezig bij deze besprekingen (figuur 2). basisonderwijs Ook algemene ouderbijeenkomsten – niet spe- 0 20 40 60 80 100 cifiek gericht op het eigen kind – worden veel ouderavonden bezocht, maar wel wat minder dan besprekin- gen over het eigen kind. voortgezet onderwijs basisonderwijs In het mbo worden minder vaak bijeenkomsten voor ouders georganiseerd dan in het basis- en 0 20 40 60 80 100 voortgezet onderwijs. Twee op de drie ouders geven aan dat in het mbo dit soort bijeenkom- 0 keer 2 keer sten worden georganiseerd, in het basis- en 1 keer 3 keer of meer voortgezet onderwijs gebeurt dat volgens ouders Bron: scp/cbs (eob’12) bijna altijd. Als er in het mbo bijeenkomsten voor ouders worden georganiseerd, gaat de overgrote meerderheid er ‘meestal of altijd’ naar toe. Ouders van oudere leerlingen (20-22 jaar) laten het vaker afweten dan ouders van jongere leerlingen (16-19 jaar).
  • 4. Huisbezoek in het basisonderwijs Scholen kunnen ook contact leggen met ouders door het afleggen van een bezoek aan huis. In het basisonderwijs geeft 20% van de ouders aan dat de school van hun kind huisbezoeken organiseert. Meestal heeft dat de vorm dat alle leerlingen huisbezoek krijgen, soms krijgt alleen de eerste leerling in het gezin huisbezoek, of is er alleen huisbezoek als er een speciale reden is. Bij een op de zeven ouders in het basisonderwijs is er daadwerkelijk een huisbezoek afgelegd. Kennismaken en bespreken hoe het met het kind gaat was in de regel het doel van het huisbezoek. Figuur 3 Huisbezoek met een specifieke aanleiding Ouders die zelf contact zoeken met de school, (bespreken van leer- of andere problemen van naar onderwijssector  a en opleidingsniveau, 2012 het kind) komt minder voor. (in procenten) mbo Zelf contact zoeken met de school Veel ouders in het basis- en voortgezet onder- voortgezet onderwijs wijs zoeken ook zelf contact met de school van hun kind (resp. 74% en 70% in een schooljaar). In het mbo gebeurt dat minder vaak (38%). basisonderwijs Vaak zoeken ouders contact om te praten over leerproblemen of andere problemen van hun kind, maar het contact kan ook gericht zijn op 0 20 40 60 80 kennismaken en informeren naar het kind. In het voortgezet onderwijs en het mbo zoeken hoger- hoger middelbaar lager opgeleide ouders vaker zelf contact met school a In het mbo ouders van studenten t/m 22 jaar. dan lageropgeleide ouders, in het basisonderwijs Bron: scp/cbs (eob’12) is dit verschil er niet (figuur 3). Omdat in het mbo zowel scholen als ouders Figuur 4 minder vaak contact zoeken, staat het contact Contact gezocht door ouders en school, mbo, met de school bij een flinke groep ouders op naar leeftijd van de student  a, 2012 een laag pitje. Daarbij is er een duidelijk verschil (in procenten) tussen ouders van leerlingen in de jongste leef- tijdsgroep (16-17 jaar) en ouders van leerlingen 20-22 jaar in de hogere leeftijdsgroepen (17-18 jaar en 20-22 jaar): in de hoogste leeftijdsgroep wordt 18-19 jaar vaker geen contact gezocht, noch door ouders 16-17 jaar noch door de school (figuur 4). Voor de mbo- scholen speelt mee dat meerderjarige studenten 0 20 40 60 80 100 toestemming moeten geven voor het leggen van contact met hun ouders. Ook is er op mbo- door ouders en school alleen door school niveau 1/2 meer contact tussen ouders en alleen door ouders geen contact gezocht scholen dan op niveau 3 en 4. a In het mbo ouders van studenten t/m 22 jaar. Bron: scp/cbs (eob’12)
  • 5. Ouders in het mbo zijn vaker ontevreden Figuur 5 over informatie over leervorderingen Oordeel over de informatie van de school over de leervorderingen van het kind, naar onder- wijssector  a, 2012 (in procenten) Ruim de helft van de ouders in het basisonder- wijs, en bijna zes op de tien in het voortgezet mbo onderwijs vinden dat ze goed worden geïnfor- meerd over de leervorderingen van hun kind voortgezet onderwijs (figuur 5). Ongeveer 15% van de ouders vindt de basisonderwijs informatieverstrekking echter ‘slecht’ of ‘matig’. In het mbo is het oordeel op dit punt een stuk 0 20 40 60 80 100 minder positief: slechts een kwart voelt zich goed geïnformeerd, bijna de helft ‘slecht’ of goed redelijk matig slecht ‘matig’. Ouders van mbo-studenten in de hoogste leeftijdsgroep (20-22 jaar) zijn vaker a In het mbo ouders van studenten t/m 22 jaar. ontevreden dan ouders van de jongste Bron: scp/cbs (eob’12) studenten. Figuur 6 Frequentie waarin ouders met hun kind praten Thuis meeleven met het over hoe het gaat op school, naar onderwijs- sector a, 2012 (in procenten) onderwijs mbo Bijna alle ouders praten thuis met hun kind over hoe het gaat op school, en de frequentie waarin voortgezet onderwijs dit gebeurt is hoog. In het basisonderwijs doen basisonderwijs acht van de tien ouders dit (bijna) dagelijks, in het voortgezet onderwijs en het mbo is de fre- 0 20 40 60 80 100 quentie van de gesprekken iets lager (figuur 6). Ondanks de hogere leeftijd van studenten in het (bijna) dagelijks 1 of enkele keren per jaar mbo spreken ouders toch in grote meerderheid 1 of enkele keren per week nooit ten minste een keer per week met hun kind over 1 of enkele keren per maand school. a In het mbo ouders van studenten t/m 22 jaar. Bron: scp/cbs (eob’12)
  • 6. Figuur 7 Waarover praten ouders met hun kind? Onderwerpen waarover ouders praten met hun kind, naar onderwijssectora, 2012 (in procenten)b In het basisonderwijs praten ouders op de eerste plaats over wat het kind heeft geleerd op school, wat hij of zij heeft geleerd / inhoud van de lessen op de tweede plaats over de omgang met leer- krachten, klasgenootjes, vriendjes en vriendin- omgang met leerkrachten/docenten, klasgenoten, vriend(inn)en netjes, en op de derde plaats over resultaten bij toetsen en opdrachten (figuur 7). In het voort- gezet onderwijs worden dezelfde onderwerpen resultaten bij toetsen en opdrachten vaak genoemd, maar daar voeren gesprekken over toetsresultaten de boventoon. Dit gebeurt met name in havo en vwo, en minder in het problemen op school (met leren, pesten, spijbelen) vmbo en in brugklassen. Ook in het mbo staan gesprekken over toets- resultaten op de eerste plaats, daarnaast ligt het hoe het op de stage gaat zwaartepunt bij onderwerpen als de stage en de motivatie en inzet voor de opleiding. inzet en motivatie van mijn kind voor de opleiding Praten over de toekomst andere onderwerpen over school Het tonen van belangstelling beperkt zich niet tot de dagelijkse gang van zaken op school. Door met hun kind te praten over verwachtingen, 0 20 40 60 80 100 mogelijkheden en interesses kunnen ouders de mbo voortgezet onderwijs basisonderwijs ontwikkeling van hun kind stimuleren en het op weg helpen in de schoolloopbaan. In de laat- a In het mbo ouders van studenten t/m 22 jaar. ste fase van het basisonderwijs praten ouders b Meerdere antwoorden mogelijk. (begrijpelijkerwijs) veel met hun kind over het Bron: scp/cbs (eob’12) onderwijs na de basisschool, maar ook wat het kind later worden wil en het nut van onderwijs zijn onderwerp van gesprek. In het voortgezet Figuur 8 onderwijs en het mbo neemt het praten over de Frequentie waarin ouders met hun kind praten over schoolloopbaan en toekomst, mboa, 2012 toekomst concretere vormen aan. De keuze van (in procenten) een vervolgopleiding of een beroep, en plannen en verwachtingen voor de toekomst worden het belang van diploma’s halen vaak besproken (figuur 8). Ook spreken veel ouders met hun kind over het belang van het plannen of verwachtingen voor de toekomst volgen van onderwijs en van het halen van een het belang van onderwijs volgen diploma. de keuze van een beroep na het middelbaar beroepsonderwijs de keuze van een opleiding na het middelbaar beroepsonderwijs de keuze van een stageplek 0 20 40 60 80 100 vaak soms nooit a In het mbo ouders van studenten t/m 22 jaar. Bron: scp/cbs (eob’12)
  • 7. Thuis ondersteunen van Figuur 9 Frequentie van educatieve activiteiten van het leren ouders met hun kind in het basisonderwijs, 2012 (in procenten) Ouders kunnen het leerproces van hun kind thuis voorlezen of samen lezen ondersteunen door te helpen met huiswerk en opdrachten, maar ook door samen met hun kind samen tv kijken naar jeugdjournaal allerlei educatieve activiteiten te ondernemen. verhalen vertellen Steun in het basisonderwijs helpen met huiswerk en opdrachten spelen van woord- en denkspellen Voor jonge kinderen draagt voorlezen bij aan de ontwikkeling van de woordenschat en het overhoren taalgevoel. Ongeveer een op drie ouders in het samen op internet informatie zoeken basisonderwijs zegt (bijna) dagelijks voor te lezen, of samen met hun kind te lezen (figuur 9). bibliotheek of boekwinkel bezoeken Er is ook een groep ouders die dat nooit, of hooguit enkele keren per jaar doet. Dit zijn met 0 20 40 60 80 100 name ouders van oudere kinderen (9-12 jaar). (bijna) dagelijks 1 of enkele keren per jaar Ouders van jonge kinderen, vooral als de kinde- 1 of enkele keren per week nooit ren nog vier of vijf jaar zijn, lezen vrijwel allemaal 1 of enkele keren per maand dagelijks of enkele keren per week voor. Veel ouders kijken ook samen met hun kind naar Bron: scp/cbs (eob’12) het jeugdjournaal, educatieve programma’s of kinderprogramma’s. Activiteiten als overhoren en helpen met huiswerk en opdrachten worden Figuur 10 minder vaak genoemd. In de hogere groepen Frequentie van educatieve activiteiten van van het basisonderwijs krijgen leerlingen vaker ouders met hun kind in het voortgezet onderwijs, huiswerk, en bieden ouders ook vaker hulp. 2012 (in procenten) helpen met huiswerk en opdrachten Steun in het voortgezet onderwijs overhoren Ook in het voortgezet onderwijs helpen ouders samen agenda voor huiswerk doornemen hun kind regelmatig met huiswerk en opdrach- ten, of met overhoren (figuur 10). Het gebeurt samen op internet informatie zoeken echter minder vaak dan in het basisonderwijs, spelen van woord- en denkspellen maar mogelijk is de hulp wel intensiever dan in het basisonderwijs. Ouders geven deze vorm bibliotheek of boekwinkel bezoeken van steun vooral als hun kind in de brugklas of in het vmbo zit, en minder als hun kind havo of 0 20 40 60 80 100 vwo volgt. Ook samen de agenda voor huiswerk (bijna) dagelijks 1 of enkele keren per jaar doornemen doen ouders vooral in de eerste 1 of enkele keren per week nooit twee leerjaren van het voortgezet onderwijs 1 of enkele keren per maand (leeftijd kind 12-14 jaar), en als hun kind in het vmbo zit. Voor deze drie activiteiten geldt steeds Bron: scp/cbs (eob’12) dat laagopgeleide ouders hun kind minder vaak helpen dan hoogopgeleide ouders.
  • 8. Steun in het mbo Vergeleken met het voortgezet onderwijs helpen ouders kun kind in het mbo veel minder vaak met huiswerk en opdrachten. Een op de drie ouders zegt nooit te helpen, en minder dan een op de tien ouders helpt een keer per week of vaker. Het minder helpen zal voor een deel te maken hebben met de hogere leeftijd van mbo- studenten: ook in het voortgezet onderwijs krij- gen de oudste leerlingen minder hulp van hun ouders. Gebrek aan kennis over de lesstof zal eveneens een rol spelen. In het mbo neemt de hulp van ouders verder af naarmate studenten ouder worden. Daarnaast helpen laagopgeleide ouders minder vaak met huiswerk en opdrach- ten dan hoogopgeleide ouders, net als in het voortgezet onderwijs. Toezicht op spijbelen Ouders kunnen ook bijdragen aan de school- Figuur 11 loopbaan van hun kind door op te letten dat hun Frequentie waarin ouders er op letten dat hun kind kind de lessen volgt en niet spijbelt. De helft van alle lessen volgt en niet spijbelt, mboa, naar leeftijd en de ouders in het voortgezet onderwijs en vier onderwijsniveau van het kind, 2012 (in procenten) op de tien ouders in het mbo zeggen hier vaak op toe te zien. Ouders in het mbo doen dit vaker niveau 4 naarmate hun kind jonger is, en ook vaker als niveau 3 hun kind een mbo-opleiding op een lager niveau volgt (figuur 11). De problemen met schooluitval niveau 1/2 zijn feitelijk ook groter op de lagere niveaus van het mbo (spijbelen kan een voorbode zijn van 20-22 jaar school-uitval). 18-19 jaar Een deel van de ouders van mbo-studenten ziet 16-17 jaar er daarnaast op toe dat hun kind huiswerk en opdrachten maakt. Het toezicht daarop lijkt minder strikt dan op spijbelen: een op de vier totaal ouders in het mbo zegt hier vaak op toe te zien, 0 20 40 60 80 100 de helft doet dit soms, de rest nooit. Ook bij het toezicht op huiswerk en opdrachten laten vaak soms nooit ouders de teugels vieren als mbo-studenten ouder worden. Daarnaast is er ook minder toe- a In het mbo ouders van studenten t/m 22 jaar. zicht op studenten in de hogere niveaus van Bron: scp/cbs (eob’12) het mbo. Vormgeving & fotografie: bureau Stijlzorg, Utrecht