SlideShare une entreprise Scribd logo
1  sur  4
Télécharger pour lire hors ligne
praktijk
Toetsen analyserenEr is veel discussie over het belang van toetsen in het basisonderwijs. Citotoetsen en
methodegebonden toetsen meten de ontwikkeling van een leerling, maar geven ook
de enige objectieve feedback over de effectiviteit van het onderwijs.
Matrix Citotoets
Citotoetsen meten of de leerling de onderlig-
gende vaardigheden beheerst, dat wil zeggen
of hij het geleerde ook in andere situaties kan
toepassen. Deze toetsen zijn geen beheersings-
toetsen en meten dus iets anders dan de metho-
degebonden toetsen. De Citotoets bevat makke-
lijke en moeilijkere opgaven. Zo kunnen ook de
vaardigheden van leerlingen die meer aankun-
nen in kaart gebracht worden. Omdat de
Citotoets niet door alle leerlingen op hetzelfde
niveau gemaakt kan worden, heeft een fouten-
analyse beperkte waarde. Eerder werd alleen
naar het resultaat van de Cito gekeken in verge-
lijking met de landelijke norm (A-, B-, C-, D- of
E-score). Tegenwoordig wordt de groei in vaar-
digheidsscores uitgedrukt: is de leerling vooruit-
gegaan in vergelijking met de vorige toets?
Deze interpretatie geeft informatie over de ont-
wikkeling van de leerling. Een leerling die een
A-score haalt op de Citotoets kan onvoldoende
vooruit zijn gegaan en een leerling met een
E-score kan binnen dat niveau sterk zijn
gegroeid. Om hier meer zicht op te krijgen, kan
kopieerblad 1 ‘Matrix Citotoets’ (zie p. 24)
gebruikt worden.
Er bestaan twee soorten toetsen om na te gaan
of de leerlingen de beoogde leerdoelen bereikt
hebben. Citotoetsen en methodegebonden toet-
sen. Methodegebonden toetsen meten of de
leerling de leerstof beheerst die de afgelopen
periode aan bod is geweest. Voor leerkrachten
is dit meestal een bevestiging van wat ze al wis-
ten. Een goede leerkracht weet wat er in de
hoofden van zijn leerlingen omgaat door
bijvoorbeeld…:
•	tijdens en na de instructie te controleren of
leerlingen het begrijpen;
•	leerlingen geen vinger op te laten steken,
maar willekeurig beurten te geven;
•	bij de verlengde instructie aandacht te beste-
den aan begrip en oplossingsstrategieën;
•	rond te lopen als de leerlingen aan het werk
zijn en te observeren welke aanpak of strate-
gieën ze toepassen;
•	gericht de les te evalueren (wat heb je van-
daag geleerd?, hoe heb je dat gedaan?, wat
wil je nog oefenen?);
•	regelmatig na te kijken.
De soep proeven
Als pas aan het einde van een periode wordt
geconstateerd dat leerlingen de leerstof niet
hebben begrepen, is het te laat om de instructie
en de leerstof aan te passen. Hattie (2013)
noemt het belang van ‘de soep proeven’. Om
een goede soep te kunnen maken (een goed
resultaat te behalen), moet je die tussendoor
proeven (checken of alle leerlingen op de
goede weg zijn), zodat je weet welke ingredi-
ënten je moet toevoegen (hoe je je les kunt aan-
passen). Het is van groot belang om leerachter-
standen te voorkomen en vroegtijdig te
signaleren. Remediëren leidt vaak tot demotiva-
tie bij de leerling en tot frustratie bij de leer-
kracht, omdat tegelijkertijd de methode verder
gaat.
Karen van Kooten
is redactielid van
JSW en zelfstandig
onderwijsadviseur
Lees verder op pagina 26
Citotoetsen
meten of de
leerling de
onderliggende
vaardigheden
beheerst
© Cito
23JSW 10 juni 2016
Kopieerblad 1
Matrix Citotoets
Eerder werd vooral gekeken naar het resultaat van de Citotoets in vergelijking met de landelijke norm (A-,
B-, C-, D- of E-score). Tegenwoordig wordt de groei voornamelijk in vaardigheidsscores uitgedrukt: is de
leerling vooruitgegaan in vergelijking met de vorige toets? Om meer inzicht te krijgen in de vooruitgang
van de leerlingen is onderstaande matrix te gebruiken. Vul per subgroep de namen van de leerlingen en
hun scores (in percentages) in.
Subgroep Voldoende vooruit­
gegaan (volgens
beoogde groei in
vaardigheidsscore)
Matig
vooruitgegaan
Onvoldoende
vooruit- of
achteruitgegaan
Basisgroep
Instructiegroep
Plusgroep
24 JSW 10 juni 2016
Kopieerblad 2
Analyse gegeven onderwijs
1.	Pedagogisch handelen: Was mijn pedagogisch handelen (bijvoorbeeld relatie, alertheid, duidelijk-
heid en voorspelbaarheid, afspraken, hulp) goed afgestemd op de onderwijsbehoeften van de drie
instructiegroepen?
2.	 Heerste er een goed (werk)klimaat in de klas?
3.	 Verwachtingen: Waren mijn verwachtingen hoog genoeg?
4.	Klassenmanagement: Maakte de organisatie in mijn klas het mogelijk dat ik effectief onderwijs kon
geven (inrichting klas, looproutes, beschikbaarheid materialen, regels)?
5.	Didactisch handelen: Was mijn instructie effectief? Was mijn didactisch handelen goed afgestemd
op de onderwijsbehoeften van de drie instructiegroepen?
6.	 Leertijd: Heb ik voldoende effectieve leertijd besteed aan dit vak?
7.	 Leerstofaanbod: Heb ik alle lessen gegeven (en geen lessen overgeslagen)?
8.	Doelen: Had ik overzicht over de doelen van deze periode (leerlijn)? Waren mijn leerlingen op de
hoogte van de doelen? Heb ik ze medeverantwoordelijk gemaakt voor het behalen van deze
doelen?
9.	 Voorkennis: Waren er hiaten in de voorkennis van mijn leerlingen?
10.	Verlengde instructie: Heb ik een kwalitatief goede verlengde instructie kunnen geven?
11.	Zelfstandig werken: Kunnen mijn leerlingen goed zelfstandig werken?
12.	Zijn de ouders betrokken? Ondersteunen de ouders het leren op school?
Analyse op leerlingniveau
1.	 Is de leerling gezond? Is het gehoor- en/of gezichtsvermogen goed?
2.	 Heeft de leerling alle lessen gevolgd?
3.	 Voelt de leerling zich prettig in de groep? Hoort de leerling erbij?
4.	 Heeft de leerling voldoende zelfvertrouwen om te leren?
5.	 Zijn de werkhouding en motivatie voldoende bij dit vak?
6.	 Zijn er geen hiaten in de leerstofbeheersing?
7.	 Past de leerling de strategieën goed toe?
8.	 Zijn de basisvaardigheden voldoende geautomatiseerd?
9.	 Past de leerling de juiste aanpakstrategie toe (plannen, uitvoeren, controleren, reflecteren)?
10.	Heeft de leerling geen leerstoornis?
11.	Is er sprake van een stabiele stimulerende thuissituatie en sociale omgeving?
Toetsresultaten
analyseren
Op www.jsw-online.nl/toetsen-analyseren
kun je kopieerblad 1 en 2 downloaden.
Onderstaande vragen kunnen helpen om zicht te krijgen op het eigen handelen en te onderzoeken wat de
komende periode anders, meer of misschien juist minder gedaan kan worden. De vragen zijn onderverdeeld in
‘Analyse gegeven onderwijs’ en ‘Analyse op leerlingniveau’. Een heldere analyse is de basis voor de indeling
in drie instructiegroepen.
25JSW 10 juni 2016
Door de namen en percentages in de drie
niveau­groepen te zetten, krijg je als leerkracht
zicht op de groep als geheel: welke nive-
augroep is goed, voldoende of onvoldoende
vooruitgegaan? De normen hiervoor verschillen
per school en moeten op teamniveau vastgesteld
worden. De invloed die je als leerkracht hebt op
de prestaties van leerlingen is groot. Om die
reden is het goed om aan de hand van de
Citoscores na te gaan wat je als leerkracht hebt
gedaan (of niet hebt gedaan), waardoor je kunt
inschatten hoe het komt dat de leerlingen de
toets op een bepaald niveau hebben gemaakt.
Een goede analyse van de afgelopen periode
kan handvatten geven voor het onderwijs in de
komende maanden. Als de verantwoordelijkheid
van de Citoscores alleen bij de leerlingen
gelegd wordt (‘dit is een reken-zwakke groep’,
‘deze leerling is niet goed in rekenen’ of ‘deze
leerling heeft heel erg haar best gedaan’), dan
onderschatten we de invloed van de leerkracht.
Eigen onderzoek
Toetsresultaten zijn geen leerlingkenmerk, of
zoals Hattie (2013) zegt: ‘Natuurlijk gaat de
beoordeling over de leerling, maar de kracht
van de interpretatie en de consequentie van de
beoordeling zijn vooral in handen van de leer-
kracht. We moeten het hebben over (..) beoor-
deling als feedback voor leerkrachten.’ De
belangrijkste vragen zijn:
•	Wat valt je op als je de verdeling van de
groep bekijkt?;
•	Waar ben je tevreden over? Wat heb jij
gedaan om deze resultaten te behalen?;
•	Waar ben je niet tevreden over? Wat ga je
de komende periode anders, meer of minder
doen om ervoor te zorgen dat de resultaten
beter worden?
De vragen op kopieerblad 2 (zie p. 25) en onder-
staande handreikingen kunnen helpen om zicht te
krijgen op het eigen handelen en te onderzoeken
wat de komende periode anders, meer of mis-
schien juist minder gedaan kan worden. De vra-
gen zijn onderverdeeld in ‘Analyse gegeven
onderwijs’ en ‘Analyse op leerlingniveau’.
Analyse gegeven onderwijs
•	Pedagogisch handelen. Een goede rela-
tie tussen de leerkracht en de leerlingen is het
fundament van alles wat in de klas gebeurt.
Als de relatie niet goed is, zijn leerlingen min-
der geneigd om goed naar de instructie te luis-
teren. Dit heeft weer een negatieve invloed op
de leerprestaties.
•	Klassenmanagement. De overgangen
tussen de lessen kunnen momenten zijn waar-
bij leerlingen de ruimte nemen om te gaan
praten of lopen. En als de leerkracht lang
moet wachten voordat hij weer door kan gaan
met de les, gaat veel effectieve leertijd verlo-
ren. Een toename in onderwijstijd leidt tot
betere leerresultaten (Marzano, 2010).
•	Didactisch handelen. Iedere methode is
geschreven voor een gemiddelde groep met
gemiddelde leerlingen. De methode kan om
die reden nooit helemaal aansluiten bij iedere
groep. De professionaliteit van de leerkracht is
dat hij de lesstof in de methode aanpast aan
zijn groep.
Analyse op leerlingniveau
Kenmerken van de leerling zijn de belangrijkste
bepalende factoren voor schoolprestaties. De
negatieve effecten daarvan kunnen echter door
de school positief beïnvloed worden (Marzano,
2010). Het is belangrijk om toetsresultaten te
zien als een startpunt voor het verbeteren van
leerprestaties (Fullan, 2010). Een goede analyse
is de basis voor de nieuwe indeling in drie
instructiegroepen en draagt bij aan onderwijs
dat nog beter aansluit bij de onderwijsbehoeften
van de (individuele) leerlingen.
Vervolg van pagina 23
•	Fullan, M. (2010). All systems go. Thousand
Oaks: Corwin press.
•	Hattie, J. (2013). Leren zichtbaar maken.
Uitgeverij Abimo/Bazalt.
•	Marzano, R.J. (2010). Pedagogisch handelen en
klassenmanagement. Vlissingen: Bazalt.
LITERA
TUUR!
Je kunt
toetsresultaten zien
als startpunt voor
de indeling in drie
instructiegroepen
Twan Wiermans
26 JSW 10 juni 2016

Contenu connexe

Similaire à Artikel analyseren van toetsen

De cyclus van formatief evalueren
De cyclus van formatief evaluerenDe cyclus van formatief evalueren
De cyclus van formatief evaluerenJudith Gulikers
 
Het handelingsgericht werken decreet leersteun
Het handelingsgericht werken decreet leersteunHet handelingsgericht werken decreet leersteun
Het handelingsgericht werken decreet leersteunsofie
 
PP OGW/ Groene opbrengsten BS de Haren
PP OGW/ Groene opbrengsten BS de HarenPP OGW/ Groene opbrengsten BS de Haren
PP OGW/ Groene opbrengsten BS de HarenBSdeHaren
 
Deel 1 5 HGW
Deel 1 5 HGWDeel 1 5 HGW
Deel 1 5 HGWsofie
 
Workshop Formatief Evalueren (en Differentiatie)
Workshop Formatief Evalueren (en Differentiatie)Workshop Formatief Evalueren (en Differentiatie)
Workshop Formatief Evalueren (en Differentiatie)Stijn Huijsmans
 
#evalu8 - Leerrendement - V-model
#evalu8 - Leerrendement - V-model#evalu8 - Leerrendement - V-model
#evalu8 - Leerrendement - V-model#evalu8
 
Handelingsgerichtwerken voor het schoolteam
Handelingsgerichtwerken voor het schoolteamHandelingsgerichtwerken voor het schoolteam
Handelingsgerichtwerken voor het schoolteamGerard Dummer
 
Gert van der Horn, omgaan met verschillen om OGW te ondersteunen (Eindhoven)
Gert van der Horn, omgaan met verschillen om OGW te ondersteunen (Eindhoven)Gert van der Horn, omgaan met verschillen om OGW te ondersteunen (Eindhoven)
Gert van der Horn, omgaan met verschillen om OGW te ondersteunen (Eindhoven)ExpoSchoolaanZet
 
Ijsselcollege, goed onderweg (Rotterdam)
Ijsselcollege, goed onderweg (Rotterdam)Ijsselcollege, goed onderweg (Rotterdam)
Ijsselcollege, goed onderweg (Rotterdam)ExpoSchoolaanZet
 
Jonneke Adolfsen, borging begint bij het begin (Heervenveen)
Jonneke Adolfsen, borging begint bij het begin (Heervenveen)Jonneke Adolfsen, borging begint bij het begin (Heervenveen)
Jonneke Adolfsen, borging begint bij het begin (Heervenveen)ExpoSchoolaanZet
 
Robert - Formatief handelen met OLT - Bijeenkomst 1
Robert - Formatief handelen met OLT - Bijeenkomst 1Robert - Formatief handelen met OLT - Bijeenkomst 1
Robert - Formatief handelen met OLT - Bijeenkomst 1Hogeschool Rotterdam
 
2010 2011 observatieopdracht baso av
2010 2011 observatieopdracht baso av2010 2011 observatieopdracht baso av
2010 2011 observatieopdracht baso avchristofdesloovere
 
Geert Driessen & Jan Doesborgh (1998) Consistentie in didactische werkwijze b...
Geert Driessen & Jan Doesborgh (1998) Consistentie in didactische werkwijze b...Geert Driessen & Jan Doesborgh (1998) Consistentie in didactische werkwijze b...
Geert Driessen & Jan Doesborgh (1998) Consistentie in didactische werkwijze b...Driessen Research
 
Colloquium20080306 Blog
Colloquium20080306 BlogColloquium20080306 Blog
Colloquium20080306 Blogipcodime
 
Presentatie Lia Gastlezinglbrt 19 Mei 2010
Presentatie Lia Gastlezinglbrt 19 Mei 2010Presentatie Lia Gastlezinglbrt 19 Mei 2010
Presentatie Lia Gastlezinglbrt 19 Mei 2010Van Meegen
 
Succesvol borgen door jonneke adolfsen
Succesvol borgen door jonneke adolfsenSuccesvol borgen door jonneke adolfsen
Succesvol borgen door jonneke adolfsenExpoSchoolaanZet
 
Learning analytics in het po en vo
Learning analytics in het po en voLearning analytics in het po en vo
Learning analytics in het po en voSURF Events
 

Similaire à Artikel analyseren van toetsen (20)

De cyclus van formatief evalueren
De cyclus van formatief evaluerenDe cyclus van formatief evalueren
De cyclus van formatief evalueren
 
Het handelingsgericht werken decreet leersteun
Het handelingsgericht werken decreet leersteunHet handelingsgericht werken decreet leersteun
Het handelingsgericht werken decreet leersteun
 
PP OGW/ Groene opbrengsten BS de Haren
PP OGW/ Groene opbrengsten BS de HarenPP OGW/ Groene opbrengsten BS de Haren
PP OGW/ Groene opbrengsten BS de Haren
 
Deel 1 5 HGW
Deel 1 5 HGWDeel 1 5 HGW
Deel 1 5 HGW
 
Workshop Formatief Evalueren (en Differentiatie)
Workshop Formatief Evalueren (en Differentiatie)Workshop Formatief Evalueren (en Differentiatie)
Workshop Formatief Evalueren (en Differentiatie)
 
#evalu8 - Leerrendement - V-model
#evalu8 - Leerrendement - V-model#evalu8 - Leerrendement - V-model
#evalu8 - Leerrendement - V-model
 
Hhs april 2014
Hhs april 2014Hhs april 2014
Hhs april 2014
 
Handelingsgerichtwerken voor het schoolteam
Handelingsgerichtwerken voor het schoolteamHandelingsgerichtwerken voor het schoolteam
Handelingsgerichtwerken voor het schoolteam
 
Gert van der Horn, omgaan met verschillen om OGW te ondersteunen (Eindhoven)
Gert van der Horn, omgaan met verschillen om OGW te ondersteunen (Eindhoven)Gert van der Horn, omgaan met verschillen om OGW te ondersteunen (Eindhoven)
Gert van der Horn, omgaan met verschillen om OGW te ondersteunen (Eindhoven)
 
Ijsselcollege, goed onderweg (Rotterdam)
Ijsselcollege, goed onderweg (Rotterdam)Ijsselcollege, goed onderweg (Rotterdam)
Ijsselcollege, goed onderweg (Rotterdam)
 
Jonneke Adolfsen, borging begint bij het begin (Heervenveen)
Jonneke Adolfsen, borging begint bij het begin (Heervenveen)Jonneke Adolfsen, borging begint bij het begin (Heervenveen)
Jonneke Adolfsen, borging begint bij het begin (Heervenveen)
 
Robert - Formatief handelen met OLT - Bijeenkomst 1
Robert - Formatief handelen met OLT - Bijeenkomst 1Robert - Formatief handelen met OLT - Bijeenkomst 1
Robert - Formatief handelen met OLT - Bijeenkomst 1
 
2010 2011 observatieopdracht baso av
2010 2011 observatieopdracht baso av2010 2011 observatieopdracht baso av
2010 2011 observatieopdracht baso av
 
Geert Driessen & Jan Doesborgh (1998) Consistentie in didactische werkwijze b...
Geert Driessen & Jan Doesborgh (1998) Consistentie in didactische werkwijze b...Geert Driessen & Jan Doesborgh (1998) Consistentie in didactische werkwijze b...
Geert Driessen & Jan Doesborgh (1998) Consistentie in didactische werkwijze b...
 
NM 4(4) 3-7 Spijkerman
NM 4(4) 3-7 SpijkermanNM 4(4) 3-7 Spijkerman
NM 4(4) 3-7 Spijkerman
 
Evaluatie
EvaluatieEvaluatie
Evaluatie
 
Colloquium20080306 Blog
Colloquium20080306 BlogColloquium20080306 Blog
Colloquium20080306 Blog
 
Presentatie Lia Gastlezinglbrt 19 Mei 2010
Presentatie Lia Gastlezinglbrt 19 Mei 2010Presentatie Lia Gastlezinglbrt 19 Mei 2010
Presentatie Lia Gastlezinglbrt 19 Mei 2010
 
Succesvol borgen door jonneke adolfsen
Succesvol borgen door jonneke adolfsenSuccesvol borgen door jonneke adolfsen
Succesvol borgen door jonneke adolfsen
 
Learning analytics in het po en vo
Learning analytics in het po en voLearning analytics in het po en vo
Learning analytics in het po en vo
 

Artikel analyseren van toetsen

  • 1. praktijk Toetsen analyserenEr is veel discussie over het belang van toetsen in het basisonderwijs. Citotoetsen en methodegebonden toetsen meten de ontwikkeling van een leerling, maar geven ook de enige objectieve feedback over de effectiviteit van het onderwijs. Matrix Citotoets Citotoetsen meten of de leerling de onderlig- gende vaardigheden beheerst, dat wil zeggen of hij het geleerde ook in andere situaties kan toepassen. Deze toetsen zijn geen beheersings- toetsen en meten dus iets anders dan de metho- degebonden toetsen. De Citotoets bevat makke- lijke en moeilijkere opgaven. Zo kunnen ook de vaardigheden van leerlingen die meer aankun- nen in kaart gebracht worden. Omdat de Citotoets niet door alle leerlingen op hetzelfde niveau gemaakt kan worden, heeft een fouten- analyse beperkte waarde. Eerder werd alleen naar het resultaat van de Cito gekeken in verge- lijking met de landelijke norm (A-, B-, C-, D- of E-score). Tegenwoordig wordt de groei in vaar- digheidsscores uitgedrukt: is de leerling vooruit- gegaan in vergelijking met de vorige toets? Deze interpretatie geeft informatie over de ont- wikkeling van de leerling. Een leerling die een A-score haalt op de Citotoets kan onvoldoende vooruit zijn gegaan en een leerling met een E-score kan binnen dat niveau sterk zijn gegroeid. Om hier meer zicht op te krijgen, kan kopieerblad 1 ‘Matrix Citotoets’ (zie p. 24) gebruikt worden. Er bestaan twee soorten toetsen om na te gaan of de leerlingen de beoogde leerdoelen bereikt hebben. Citotoetsen en methodegebonden toet- sen. Methodegebonden toetsen meten of de leerling de leerstof beheerst die de afgelopen periode aan bod is geweest. Voor leerkrachten is dit meestal een bevestiging van wat ze al wis- ten. Een goede leerkracht weet wat er in de hoofden van zijn leerlingen omgaat door bijvoorbeeld…: • tijdens en na de instructie te controleren of leerlingen het begrijpen; • leerlingen geen vinger op te laten steken, maar willekeurig beurten te geven; • bij de verlengde instructie aandacht te beste- den aan begrip en oplossingsstrategieën; • rond te lopen als de leerlingen aan het werk zijn en te observeren welke aanpak of strate- gieën ze toepassen; • gericht de les te evalueren (wat heb je van- daag geleerd?, hoe heb je dat gedaan?, wat wil je nog oefenen?); • regelmatig na te kijken. De soep proeven Als pas aan het einde van een periode wordt geconstateerd dat leerlingen de leerstof niet hebben begrepen, is het te laat om de instructie en de leerstof aan te passen. Hattie (2013) noemt het belang van ‘de soep proeven’. Om een goede soep te kunnen maken (een goed resultaat te behalen), moet je die tussendoor proeven (checken of alle leerlingen op de goede weg zijn), zodat je weet welke ingredi- ënten je moet toevoegen (hoe je je les kunt aan- passen). Het is van groot belang om leerachter- standen te voorkomen en vroegtijdig te signaleren. Remediëren leidt vaak tot demotiva- tie bij de leerling en tot frustratie bij de leer- kracht, omdat tegelijkertijd de methode verder gaat. Karen van Kooten is redactielid van JSW en zelfstandig onderwijsadviseur Lees verder op pagina 26 Citotoetsen meten of de leerling de onderliggende vaardigheden beheerst © Cito 23JSW 10 juni 2016
  • 2. Kopieerblad 1 Matrix Citotoets Eerder werd vooral gekeken naar het resultaat van de Citotoets in vergelijking met de landelijke norm (A-, B-, C-, D- of E-score). Tegenwoordig wordt de groei voornamelijk in vaardigheidsscores uitgedrukt: is de leerling vooruitgegaan in vergelijking met de vorige toets? Om meer inzicht te krijgen in de vooruitgang van de leerlingen is onderstaande matrix te gebruiken. Vul per subgroep de namen van de leerlingen en hun scores (in percentages) in. Subgroep Voldoende vooruit­ gegaan (volgens beoogde groei in vaardigheidsscore) Matig vooruitgegaan Onvoldoende vooruit- of achteruitgegaan Basisgroep Instructiegroep Plusgroep 24 JSW 10 juni 2016
  • 3. Kopieerblad 2 Analyse gegeven onderwijs 1. Pedagogisch handelen: Was mijn pedagogisch handelen (bijvoorbeeld relatie, alertheid, duidelijk- heid en voorspelbaarheid, afspraken, hulp) goed afgestemd op de onderwijsbehoeften van de drie instructiegroepen? 2. Heerste er een goed (werk)klimaat in de klas? 3. Verwachtingen: Waren mijn verwachtingen hoog genoeg? 4. Klassenmanagement: Maakte de organisatie in mijn klas het mogelijk dat ik effectief onderwijs kon geven (inrichting klas, looproutes, beschikbaarheid materialen, regels)? 5. Didactisch handelen: Was mijn instructie effectief? Was mijn didactisch handelen goed afgestemd op de onderwijsbehoeften van de drie instructiegroepen? 6. Leertijd: Heb ik voldoende effectieve leertijd besteed aan dit vak? 7. Leerstofaanbod: Heb ik alle lessen gegeven (en geen lessen overgeslagen)? 8. Doelen: Had ik overzicht over de doelen van deze periode (leerlijn)? Waren mijn leerlingen op de hoogte van de doelen? Heb ik ze medeverantwoordelijk gemaakt voor het behalen van deze doelen? 9. Voorkennis: Waren er hiaten in de voorkennis van mijn leerlingen? 10. Verlengde instructie: Heb ik een kwalitatief goede verlengde instructie kunnen geven? 11. Zelfstandig werken: Kunnen mijn leerlingen goed zelfstandig werken? 12. Zijn de ouders betrokken? Ondersteunen de ouders het leren op school? Analyse op leerlingniveau 1. Is de leerling gezond? Is het gehoor- en/of gezichtsvermogen goed? 2. Heeft de leerling alle lessen gevolgd? 3. Voelt de leerling zich prettig in de groep? Hoort de leerling erbij? 4. Heeft de leerling voldoende zelfvertrouwen om te leren? 5. Zijn de werkhouding en motivatie voldoende bij dit vak? 6. Zijn er geen hiaten in de leerstofbeheersing? 7. Past de leerling de strategieën goed toe? 8. Zijn de basisvaardigheden voldoende geautomatiseerd? 9. Past de leerling de juiste aanpakstrategie toe (plannen, uitvoeren, controleren, reflecteren)? 10. Heeft de leerling geen leerstoornis? 11. Is er sprake van een stabiele stimulerende thuissituatie en sociale omgeving? Toetsresultaten analyseren Op www.jsw-online.nl/toetsen-analyseren kun je kopieerblad 1 en 2 downloaden. Onderstaande vragen kunnen helpen om zicht te krijgen op het eigen handelen en te onderzoeken wat de komende periode anders, meer of misschien juist minder gedaan kan worden. De vragen zijn onderverdeeld in ‘Analyse gegeven onderwijs’ en ‘Analyse op leerlingniveau’. Een heldere analyse is de basis voor de indeling in drie instructiegroepen. 25JSW 10 juni 2016
  • 4. Door de namen en percentages in de drie niveau­groepen te zetten, krijg je als leerkracht zicht op de groep als geheel: welke nive- augroep is goed, voldoende of onvoldoende vooruitgegaan? De normen hiervoor verschillen per school en moeten op teamniveau vastgesteld worden. De invloed die je als leerkracht hebt op de prestaties van leerlingen is groot. Om die reden is het goed om aan de hand van de Citoscores na te gaan wat je als leerkracht hebt gedaan (of niet hebt gedaan), waardoor je kunt inschatten hoe het komt dat de leerlingen de toets op een bepaald niveau hebben gemaakt. Een goede analyse van de afgelopen periode kan handvatten geven voor het onderwijs in de komende maanden. Als de verantwoordelijkheid van de Citoscores alleen bij de leerlingen gelegd wordt (‘dit is een reken-zwakke groep’, ‘deze leerling is niet goed in rekenen’ of ‘deze leerling heeft heel erg haar best gedaan’), dan onderschatten we de invloed van de leerkracht. Eigen onderzoek Toetsresultaten zijn geen leerlingkenmerk, of zoals Hattie (2013) zegt: ‘Natuurlijk gaat de beoordeling over de leerling, maar de kracht van de interpretatie en de consequentie van de beoordeling zijn vooral in handen van de leer- kracht. We moeten het hebben over (..) beoor- deling als feedback voor leerkrachten.’ De belangrijkste vragen zijn: • Wat valt je op als je de verdeling van de groep bekijkt?; • Waar ben je tevreden over? Wat heb jij gedaan om deze resultaten te behalen?; • Waar ben je niet tevreden over? Wat ga je de komende periode anders, meer of minder doen om ervoor te zorgen dat de resultaten beter worden? De vragen op kopieerblad 2 (zie p. 25) en onder- staande handreikingen kunnen helpen om zicht te krijgen op het eigen handelen en te onderzoeken wat de komende periode anders, meer of mis- schien juist minder gedaan kan worden. De vra- gen zijn onderverdeeld in ‘Analyse gegeven onderwijs’ en ‘Analyse op leerlingniveau’. Analyse gegeven onderwijs • Pedagogisch handelen. Een goede rela- tie tussen de leerkracht en de leerlingen is het fundament van alles wat in de klas gebeurt. Als de relatie niet goed is, zijn leerlingen min- der geneigd om goed naar de instructie te luis- teren. Dit heeft weer een negatieve invloed op de leerprestaties. • Klassenmanagement. De overgangen tussen de lessen kunnen momenten zijn waar- bij leerlingen de ruimte nemen om te gaan praten of lopen. En als de leerkracht lang moet wachten voordat hij weer door kan gaan met de les, gaat veel effectieve leertijd verlo- ren. Een toename in onderwijstijd leidt tot betere leerresultaten (Marzano, 2010). • Didactisch handelen. Iedere methode is geschreven voor een gemiddelde groep met gemiddelde leerlingen. De methode kan om die reden nooit helemaal aansluiten bij iedere groep. De professionaliteit van de leerkracht is dat hij de lesstof in de methode aanpast aan zijn groep. Analyse op leerlingniveau Kenmerken van de leerling zijn de belangrijkste bepalende factoren voor schoolprestaties. De negatieve effecten daarvan kunnen echter door de school positief beïnvloed worden (Marzano, 2010). Het is belangrijk om toetsresultaten te zien als een startpunt voor het verbeteren van leerprestaties (Fullan, 2010). Een goede analyse is de basis voor de nieuwe indeling in drie instructiegroepen en draagt bij aan onderwijs dat nog beter aansluit bij de onderwijsbehoeften van de (individuele) leerlingen. Vervolg van pagina 23 • Fullan, M. (2010). All systems go. Thousand Oaks: Corwin press. • Hattie, J. (2013). Leren zichtbaar maken. Uitgeverij Abimo/Bazalt. • Marzano, R.J. (2010). Pedagogisch handelen en klassenmanagement. Vlissingen: Bazalt. LITERA TUUR! Je kunt toetsresultaten zien als startpunt voor de indeling in drie instructiegroepen Twan Wiermans 26 JSW 10 juni 2016