1. Peter Frans Anthonissen
CEO Anthonissen & Associates
Executive Professor Antwerp Management School,
Vlerick Leuven Gent Management School
& Erasmus Universiteit Rotterdam
26 januari 2012 – ACW - Brussel
Murphy was een optimistMurphy was een optimist
Vuistregels voor
effectieve crisiscommunicatie
2. Programma
Wat kenmerkt een crisis?
Doen we er iets aan?
Gelukkig: de mentaliteit verandert
Hoe pak je een crisis aan?
Wat zeg je (niet) in een crisis?
Visie
Vragen
3. Wat kenmerkt een crisis?
Verrassingseffect
⇒ calamiteiten
⇒ herstructureringen
Onvoldoende informatie:
veel vragen weinig antwoorden
Escalatie van de gebeurtenissen:
“een ongeluk komt nooit alleen” [cf. Pukkelpop]
Controleverlies
Onderzoek door buitenwereld => media!
Belegeringsmentaliteit
Paniek
Kortetermijnactie
4. Gelukkig: de mentaliteit verandert
Ook úw organisatie/onderneming kan
in een crisis terechtkomen
Inschatten worst case scenario
Onderkennen “wet van Murphy”
Nadenken over crisis ≠ crisis veroorzaken
Preventief crisiscommunicatieplan
= pro-actief + tijdswinst
5. Hoe pak je een crisis aan?
= geen onmogelijke taak!
Crisisteam en Crisiscommunicatieteam
Preventief Crisiscommunicatieplan
8. Crisisteam
Leden:
niet: voltallige Directiecomité of Management Team
wel: enkele internen met ervaring + enkele externen
Coördinator
Secretaris
Advocaat van de duivel
Aanbrenger
Technicus
Humanist
Opportunist
Woordvoerder (link met Crisiscommunicatieteam)
9. Coördinator Crisisteam
Spilfiguur binnen Crisisteam
Profiel:
Leider
Doorzetter
Krachtdadig
Oog voor brede context
Humaan
In KMO: bedrijfsleider (of interim manager)
In groter bedrijf: niet CEO
10. Crisiscommunicatieteam
Opdracht:
communiceren over crisis naar alle stakeholders
Leden:
Coördinator:
Woordvoerder - Directeur Communicatie -
Persverantwoordelijke - …
Copywriter
Medewerkers => logistieke ondersteuning
Advocaat van de duivel
Extern adviseur
11. Woordvoerder
Onmisbare schakel tussen
Crisisteam en Crisiscommunicatieteam:
Snelle en efficiënte overdracht van informatie tussen
beide teams
Informatie naar diverse interne/externe stakeholders
Profiel woordvoerder:
Goede dossierkennis
Spreekbuis
Taalgebruik: natuurlijk en to the point
12. Reserveteams
Iedereen is vervangbaar!
Voor elke functie in het Crisisteam en
Crisiscommunicatieteam is een backup/substituut
13. Crisistraining
Woordvoerder: mediatraining
Medewerkers: specifieke training:
Onthaalmedewerkers:
vaak eerste aanspreekpunt met “buitenwereld”
Assistants van directeur(s)
Interne veiligheid
Bedrijfsbrandweer
Overige
14. Locatie crisiscentrum
Locaties voor Crisisteam &
Crisiscommunicatieteam
Communicatiemiddelen:
telefoon, GSM, internet, …
Informatiemateriaal:
Crisiscommunicatieplan
Televisie, radio, internet, social media,
persmonitoringdienst, …
Bij grote bedrijven:
opvangruimte voor (wachtende) journalisten
“Overlevingsmateriaal”
15. Preventief Crisiscommunicatieplan
Crisishandboek met te volgen procedures:
Welk soort crisis?
Kan crisis nog escaleren (worst case scenario)?
Welke zijn reacties diverse stakeholders?
Wat staat er op het spel?
Hoe crisis onder controle krijgen/houden?
Kunnen we geallieerden vinden?
Zijn er andere (indirecte) betrokkenen bij crisis?
16. Inventarisatie en coördinatenlijsten van:
leden Crisisteam & Crisiscommunicatieteam
stakeholders
media & journalisten
noodnummers
Beschrijving Crisiscentrum/plattegronden
Vuistregels voor omgang met journalisten bij crisis
Boodschap (intern/extern) naar ≠ stakeholders
Achtergrondinfo over organisatie/onderneming
Wetgeving
…
Preventief Crisiscommunicatieplan
18. Wat zeg je (niet) in een crisis?
Herhaal dezelfde boodschap
Communiceer onmiddellijk, helder, juist, snel
Evalueer permanent berichtgeving in media
Ga in tegen negatieve perceptie
Spreek taal van stakeholders
19. Wat zeg je (niet) in een crisis?
Betoon medeleven
Wees geruststellend
Vragen & Antwoord/Q&A documenten:
versies voor pers en medewerkers
Persdossier
Informatie voor ≠ stakeholders
(websites, e-mails, …)
20. Wat zeg je (niet) in een crisis?
Embargo:
ja (bij herstructurering) neen (bij calamiteit)
Geen primeurs
Crisis
“Wat doen we eraan?”
Reputatie van het bedrijf
21. Visie
Enkele specifieke topics:
hoe snel & accuraat communiceren via
een weekblad
relatie communicatie in week- & maandbladen
dagelijkse communicatie door leiding
hoe berichten over crisissituaties
hoe omgaan met vragen van lezers
22. Murphy was een optimist
Crisis = overal
Crisis ≠ overval
Crisis = opportuniteit!
Verschillende partijen worden op volgende slides besproken.
Voor elk lid van het crisisteam en crisisteam dient een vervanger aangeduid te worden die ingeschakeld wordt als de eerste persoon om welke reden dan ook niet kan meewerken (ziekte, onbereikbaar, vakantie, persoonlijk betrokken, enz.)
Hoe journalisten, slachtoffers ontvangen?
Hoe de telefoons van journalisten, slachtoffers, enz. beantwoorden?
Hoe vragen van medewerkers beantwoorden?
Locatie
Intern: ruime vergaderzaal, centrale ligging
Extern: in geval bedrijfsgebouwen niet meertoegankelijk zijn
vooraf afspraken maken met hotel in de buurt, gemeentebestuur
Communicatiemiddelen
PC, telefoon, fax, e-mail, GSM, Internet, videoconference, enz.
=> Zodat leden van teams perfect kunnen communiceren met elkaar, de rest van het bedrijf, de buitenwereld
Informatie
Radio/televisie/internet om nieuwsberichten te volgen (video en bandopnemer om deze te registreren) en op de hoogte te blijven van de reacties van de slachtoffers en andere betrokken partijen
Ontvangstruimte pers
Dicht bij de ingang om te vermijden dat ze het hele bedrijf te zien krijgen
Overlevingsmateriaal
Eten en drinken
Slaapgelegenheid
= crisiscontrolelijst 1
Publieksgroepen (= crisiscontrolelijst 2)
Media: internationaal, nationaal, lokaal, vakpers
Overheid: regeringen, lokale overheden (politie, brandweer, e.d.)
Bedrijf: medewerkers, hoofd- en bijkantoren, leveranciers en andere partners, beroeps-, werknemers- en werkgeversorganisaties, beursautoriteiten
Andere: familieleden, buurtbewoners, actiegroepen
Publieke opinie
Boodschap: zie verder
Achtergrondinformatie over bedrijf (= crisiscontrolelijst 5)
Geschiedenis van het bedrijf
Facts & figures: grootte bedrijf, producten, aantal werknemers, enz.
Productieprocessen en/of –methoden
Gedetailleerde informatie over producten
Info over chemicaliën en andere gevaarlijke stoffen die worden gebruikt
Acties omtrent veiligheid en kwaliteitscontrole (recente investeringen bijv.)
Wetgeving
Wet Renault
Beursgevoelige informatie
= crisiscontrolelijst 10
= crisiscontrolelijst 10
Details: Opgepast! Blaas de crisis niet op.