1. Het Nieuwe
Strijkkwartet
DeN Haag · Nieuwe KerK
2 oktober · Different Trains
8 januari · Bevlogen jaren
5 februari · Wenen: onuitstaanbaar onweerstaanbaar
1 april · Wie was Sándor Veress?
2011 - 2012
1
2. colofon Het Nieuwe Strijkkwartet 2011-2012
foto omslag · Louis Haagman Den Haag · Nieuwe Kerk
redactie en vormgeving · Philip Leussink
met dank aan 1. Different Trains pagina 5
Concert- en congresgebouw de Doelen zondag 2 oktober 2011 · 14.30 uur
Goethe Institut Rotterdam DoelenKwartet
Dr. Anton Philipszaal Glass String Quartet no.2 'Company'
Adams String Quartet
De serie Het nieuwe Strijkkwartet komt tot Reich Different Trains
stand met steun van
M.A.O.C.
2. Bevlogen jaren 13
Gravin van Bylandt zondag 8 januari 2012 · 14.30 uur
Stichting EnAccord Strijkkwartet
Szymanowski Strijkkwartet nr.2
Prokofjev Visions fugitives
Bartók Strijkkwartet nr.5
en de Gilles Hondius Foundation.
3. Wenen: onuitstaanbaar
onweerstaanbaar 18
De Stichting Het nieuwe Strijkkwartet is een zondag 5 februari 2012 · 14.30 uur
Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). DoelenKwartet
Donaties aan de stichting zijn dan ook fiscaal Apostel Sechs Epigramme
aftrekbaar. Giften kunnen worden overgemaakt Schönberg Strijkkwartet nr.3
op rekeningnummer 19.84.35.657 (Triodos Bank) Bruckner Strijkkwintet
t.n.v. Stichting Het Nieuwe Strijkkwartet.
4. Wie was Sándor Veress 22
Kanaalweg 30, 2584 CK Den Haag zondag 1 april 2012 · 14.30 uur
hans@doelenkwartet.nl DoelenKwartet
www.doelenkwartet.nl Veress Strijkkwartet nr.1 en nr.2; Strijktrio
2
3. WElKoM bij het DoelenKwartet en het EnAccord Strijkkwartet
Den Haag · oktober 2011
Eugene Lehner (1906-1997) was de altviolist van het befaamde Kolisch Kwartet, dat innig
verbonden was met de componisten van de Tweede Weense School. Elke strijker die het
voorrecht heeft gehad om met Lehner als pedagoog aan een strijkkwartet te werken, begint
te stralen als het over deze inspirerende musicus gaat.
Jenö, zoals zijn vrienden hem noemden, was een en al muziek. Hij sliep in met de partituren
van de Weense klassieken, maar vaker nog hielden ze hem wakker. Zijn bewondering voor
het fenomeen componeren was grenzeloos. Hij zei: ‘Ik kan me indenken hoe een architect
een gebouw ontwerpt, een schilder schildert, een schrijver schrijft, maar hoe een componist
componeert is mij nog altijd een raadsel’. Daartegenover stond wat hij over de composities
van Arnold Schönberg zei: ‘Deze muziek is zo deel van mij geworden dat het is alsof ik ze
zelf heb geschreven’.
Door deze twee uitspraken wordt de wonderlijke relatie tussen de uitvoerder en de componist
blootgelegd. Tussen ‘hoe is het mogelijk dat dit stuk is gecomponeerd’ en ‘het is alsof ik
dit stuk zelf componeerde’ ligt een lange weg die niet in een keer wordt afgelegd. Steeds
weer gaat de musicus op zoek naar de oorsprong van de compositie, met de partituur als
gids in de hand. Voortdurend probeert hij die noten uit zijn eigen voorstelling weer te geven
als ware hij de componist. Zal hij kunnen vinden vanwaar de muziek komt, één kunnen
worden met de oorsprong?
Toen Schönberg eens gevraagd werd of hij zijn muziek ooit ideaal had gehoord, antwoordde
hij met een steels lachje: ‘Ja, tijdens het componeren’.
Dat is het lot van de uitvoerder, ieder concert is slechts een stadium op weg naar…
Het blijft een sisyfusarbeid, maar we hopen dat u er evenzo van zult genieten als wij.
Veel luisterplezier,
Hans Woudenberg
1
4. Gedankenmusik
uit het toneelstuk Kwartetten (1999) voor vier acteurs en strijkkwartet
van Elmer Schönberger
‘Weet je waar ik soms naar verlang? Om alles in een of twee minuten samen te
vatten. Twee minuten Bach of twee minuten Stravinsky. Twee minuten Beethoven,
ook goed. Desnoods elke maand of elke week twee andere minuten, als het maar de
goede minuten zijn. Twee minuten Cage, prima. Twee minuten waarin alles
samenkomt.
Alles! Het heelal, een oud buskaartje, het zwarte gat, God, de dood van God. Alles in
de vorm van trillende lucht. Van geluid. Raadselachtig geluid van een
nauwkeurigheid die geen enkel ander menselijk handelen kent.
Noem mij één ding nauwkeuriger dan muziek. Zo onuitsprekelijk nauwkeurig en
tegelijkertijd zo abstract.
Ik heb een oude violist gekend met een passie voor wiskunde. Het enige wat hem
buiten muziek kon ontroeren was de elegante oplossing van een wiskundig vraagstuk.
Zuivere wiskunde, zuivere klanken.
2
5. Wij hebben ook met wiskundige problemen te maken. Onze wiskundige problemen
zijn stemvoeringen, contrapuntische verwikkelingen, akkoorden. Onze akkoorden
lossen op. Dacht je dat dat voor niets zo heette? Oplossen? Is er in poëzie iets dat
oplost? Nee. Lossen penselen iets op? Nee. Alleen in muziek wordt opgelost.
Muziek is het oplossen van problemen die geen enkele andere betekenis hebben dan
opgelost te worden.
Het is het naspelen van een schaakpartij. Er is geen wisselwerking. Ik speel, wij
spelen, maar er is niemand die iets terugspeelt. Alleen componisten reageren met
muziek op elkaar. Eerst schrijft Beethoven een symfonie en dan schrijft Brahms een
symfonie terug.
Partijen naspelen, dat is het enige wat we kunnen.
En genieten dat we ervan doen. Niets opwindender dan als kwartet, met zijn vieren,
kruip-door-sluip-door, volgens een waterdichte routebeschrijving te dolen door een
labyrint van melodieën en akkoorden, in de zekerheid dat er aan het einde van de
tunnel licht gloort.
Je weet dat je zult aankomen, dat je het licht zult zien, want het parcours is noot
voor noot uitgestippeld. En je weet ook: dat licht, dat is natuurlijk niets. Dat is
gewoon licht, net als elk ander licht. Hetzelfde licht dat aan het einde van n’importe
welke tunnel gloort.
3
6. Het slotakkoord. Altijd weer hetzelfde slotakkoord. Je doet het voor het slotakkoord.
Maar alle slotakkoorden zijn hetzelfde. En tegelijkertijd is elk slotakkoord alleen dat
ene slotakkoord. Want in elk slotakkoord ligt de herinnering aan één enkel stuk
besloten.
Aan het stuk waarvan het slotakkoord dus slotakkoord is.
Intussen draagt zo’n slotakkoord natuurlijk ook weer de herinnering aan alle andere
muziek met zich mee. Het slotakkoord is het verdwijnpunt van de
muziekgeschiedenis. Alle lijnen, alle muzikale gedachten, alle motieven, alle thema’s
moeten door dat punt.
Achter de spiegel. Waar muziek even transparant als wiskunde is. Even abstract ook.
Alleen maar zichzelf. Hoogstens echo van weer andere klanken die ook alleen maar
zichzelf zijn. Ver voorbij de maker. Ver voorbij expressie. Ver voorbij gevoel.
Misschien moet muziek helemaal niet klinken. Moet ze alleen geklonken hébben.
Moet muziek alleen herinnerd worden. Moeizaam gereconstrueerd als een Minoïsche
vaas uit een handvol scherven.
Gedankenmusik.’
4
7. 1. Different Trains
zondag 2 oktober 2011 · 14.30 uur
DoelenKwartet Philip Glass 1937
Frank de Groot · viool String Quartet no.2 ‘Company’ (1983)
Maartje Kraan · viool • I - II - III - IV
Karin Dolman · altviool
Hans Woudenberg · cello John Adams 1947
String Quartet (2008)
m.m.v. De Dutch Don’t Dance Division • I - II
Thom Stuart · choreografie
Mariko Shimoda · dans pauze
Steve Reich 1936
Different Trains (1988)
I. America - Before the war
II. Europe - During the war
III. After the war
5
8. Different Trains van in: een al te grote uitbening van de mu-
ziek in een soms al te naïeve stijl. Maar in de
cocktail van toegankelijke harmoniek, de pop
olie gerelateerde puls en de grote architectoni-
In de jaren zeventig kon het piepende sche structuren van Reich en Glass, opende
scharnier van het academisch serialisme zich voor Adams toch het meest overtuigend
slechts worden losgeweekt met de olie van een vergezicht op zijn muzikale toekomst.
de soepele minimal music. Die anti-acade- Glass en Reich, ze gingen en gaan ieder
mische stroming, opgeborreld in de hippie- hun eigen weg, formeerden eigen ensembles
jaren uit de bronnen van La Monte Young met de structuur en de versterkers van een
en Terry Riley, groot gemaakt door Reich en popband (Steve Reich and Musicians, het
Glass. John Adams zag er de beperkingen Philip Glass Ensemble). De jongere Adams
Philip Glass
6
9. daarentegen kreeg de wereld aan zijn voeten zijn studiejaren. Aanleiding vormde een
met het symfonieorkest. Zoals Steven Spiel- Beckett-project van de theatergroep Mabou
berg de dinosaurus een tweede kans gaf in Mines. De groep ontstond in de jaren zeven-
zijn film Jurassic Park, zo blaast Adams het tig op initiatief van Glass en de regisseuse
orkest nieuw leven in, met een vreedzamer JoAnne Akalaitis (van 1965 tot 1980 zijn
resultaat. vrouw). Ze wilden avant-gardistische experi-
Het strijkkwartet heeft als ijkpunt en labo- menten beginnen met taal, literatuur, muziek,
ratorium voor elke zichzelf serieus nemende performance art en beeldende kunst. Com-
componist de twintigste eeuw glansrijk over- pagnons werden gevonden in Lee Breuer en
leefd. Met het Kronos Quartet beschikten zo- Ruth Maleczech. Ze moedigden de acteurs
wel Glass als Reich over een even gedreven aan Parijs te verruilen voor New York en
als aanmoedigende partner. boden de twee onderdak op de bovenste
Na zijn studie bij componistenkweekster verdieping van hun appartement. Tot de
Nadia Boulanger in Parijs en een kennisma- artiesten van het eerste uur behoorde in 1970
king met de Indiase muziek van Ravi Shankar ook de door Beckett op handen gedragen
componeerde Glass in 1966 zijn eerste offi- Engelse acteur David Warrilow. Geld voor
ciële strijkkwartet. Dit voorbeeld van mate- Mabou Mines’ eerste productie, The Red
riaalreductie, een voorloper van de minimale Horse Animation, kwam vrij uit de verkoop
techniek die Glass later zo beroemd zou van een door de minimalistische beeldhouwer
maken, bleef in de bureaulade, tot het Kronos Richard Serra geschonken kunstwerk. Ge-
Quartet er lucht van kreeg en in 1986 alsnog steund door de muziekwereld, galeries en
de première speelde. Na Company compo- musea, wist de groep zich uiteindelijk ook in
neerde Glass nog drie strijkkwartetten. De de theaterwereld een vaste plek te verwerven
teller staat nu op vijf. met acht spraakmakende voorstellingen op
teksten van Beckett. Glass bleef actief als
Mabou Mines huiscomponist, ook toen hij zich terugtrok
Al in 1983 kwam Glass voor het eerst sinds om zich beter op zijn eigen ensemble te
zeventien jaar weer terug bij het genre van kunnen richten.
7
10. company tische persfoto uit de Vietnam-oorlog, van het
De voorstelling Company die in 1983-1984 rennende naakte meisje, op de vlucht voor
in première ging in het Public Theatre, is ge- napalm, haar dunne armen in wanhoop
baseerd op een prozagedicht van Beckett gespreid.
uit 1980. De opening van een trilogie waarin Elk deel laat Glass de muziek voortijdig weg-
mensen zich in een gesloten ruimte verhou- sterven. Een choreografie uit de koker van
den tot hun herinneringen. Een oude man ligt DeDDDD (De Dutch Don’t Dance Division)
in het donker, hoort een stem uit zijn verleden, neemt in deze uitvoering van het Doelen-
berust ten slotte in zijn eenzaamheid. ‘A voice Kwartet de ruimte van het theaterwerk in. De
comes to one in the dark. Imagine’, luidt de solo is ontstaan naar het idee van de Haagse
openingszin. Beckett verleende Glass toe-
stemming voor diens muzikale omlijsting met
de woorden: ‘Oh, very good. It will appear in
the interstices, as it were’. De muziek zal in
de ‘witjes’ (zoals ze in het theater zeggen)
klinken, tussen woorden en regels.
Een melancholieke melodie in de cello
gaat op in een steeds vollere kwartetklank.
De eerste transformatie ervan, met felle aan-
zet in vlot tempo, draagt duidelijk het stempel
van Glass’ bekende emotionerende stijl. De
derde transformatie lijkt opstandig. De vierde
en laatste keert terug naar de weemoed. De
ijle streken van de eerste viool roepen het
beeld op van een twintigste-eeuwse variatie
op Der Tod und das Mädchen. Niet het schil-
derij van Hans Baldung Grien uit 1517, noch
het kwartet van Schubert. Eerder de drama- John Adams
8
11. choreograaf Thom Stuart, die ook furore en stijlen omhelzend is Adams al vaak gety-
maakte met een massachoreografie op het peerd als ‘a minimalist bored with minima-
Spuiplein (Holland Dance Festival 2009). lism’. Lyriek gaat samen met een geweldige
Van Company bestaat tevens een orkest- dosis positieve energie, tot Adams op de
bewerking en een bewerking voor Chinese rem trapt voor een zoekende passage met
pipa en gitaar. zangerige soli: ‘A passage of becalmed stasis’.
Een zwierig scherzo met hoge vioolnoten en
Adams gebroken danspassen volgt. Gedempte strij-
Geen minimaal prozagedicht van Samuel kers leggen ten slotte een deken van sneeuw
Beckett, noch stemmen van geïnterviewden over de rusteloze energie in het inwendige
als contrapunt voor de strijkers, zoals in van de motor.
Reichs Different Trains. Adams benadert het In contrast met Company van Glass, krijgt
strijkkwartet in dit werk uit 2008 puur vanuit de strijkersklank bij Adams vervolgens amper
de muziek. Al doende komt hij tot een asym- meer de kans zich te ontvouwen in deel twee.
metrische vorm: het eerste deel breed uit- Gesyncopeerde ritmes bepalen het drukke
pakkend, het frenetieke deel twee meer dan discours. ‘Om de tel heen, dicht opeen, als
de helft korter, samengebald. Allan Kozinn, een kluwe’, expliceert Hans Woudenberg,
recensent van The New York Times, hoorde cellist van het DoelenKwartet. ‘Je zou het
in het eerste deel een drive die qua tempera- eerder verwachten bij muziek voor synthe-
ment en onverbiddelijkheid raakt aan de late sizers of slagwerk.’ Korte nootjes in staccato
kwartetten van Beethoven. geven de muziek een extra bite door de bij-
Een offbeat pizzende cello, op een pulse- geluiden van elke aanzet: harsig paardenhaar
rend bed van zestiende nootjes in de andere op snaar. Kortstondige referenties aan het
strijkers. Het is de aftrap voor lyrische episo- eerste deel doorbreken de geladenheid.
des ‘that ride the engine of a regular pulsation’ ‘Pockets of espressivo’, noemt Adams die
(Adams). In die puls herkent de componist passages. Op kritische scharnierpunten keert
zelf een spoor – niet meer dan dat – van zijn de ‘morse code figuration’ van de openings-
minimalistisch verleden. Alle mogelijkheden maten weer. Een hyperactief coda vergt het
9
12. uiterste van de spelers, uitmondend in een geladen tapestuk Come Out ontstond een
jigg. Doldriest van optimisme dansen de compositie met de onthutsende werking van
strijkers de horlepiep. een goede documentaire. Een door de politie
‘The piece is a knockout’, citeert het label mishandelde jongen verwondt zichzelf tot
Nonesuch fier uit The Philadelphia Inquirer. bloedens toe op een politiebureau in Harlem
En het gaat goed met dit werk. Het St. Law- om ziekenhuisopname af te dwingen. ‘I had
rence String Quartet gaf vorig jaar in Parijs to, like, open the bruise up and let some of
de Europese première en lanceerde 31 mei the bruise blood come out to show them’.
2011 een cd-opname (bij Nonesuch). Naast Reich liet de tapeloop van die zin geleidelijk
het DoelenKwartet nam ook een Duits kwartet uit fase lopen en uitdijen tot een achtstem-
het inmiddels op zijn repertoire. mige canon. Zo raakte Reich al vroeg be-
dreven in het componeren van repetitieve
Speech melody muziek met uit hun context gelichte spraak-
Spraak op vinyl was het materiaal voor het flarden. Geïntrigeerd door de dubbelzinnig-
eerste tapestuk van Steve Reich, uit 1963. heid van het materiaal dat bij elke beluistering
‘An old talkie LP’ uit zijn jeugd: The Greatest weer andere associaties kon opwekken.
moments of Sport. Uit de interviews met Hebreeuwse teksten declamerend, al impro-
sportsterren stelde Reich een collage samen viserend op een trommel, deed hij in de jaren
als soundtrack bij een film van de San Fran- tachtig een nieuwe ontdekking: ‘A melody
cisco Mime Troupe. Het begin van een reeks pops into one’s head, as one says the words’.
tapestukken waarvoor hij steeds vaker zelf Het leidde tot Tehillim voor ensemble met
met de microfoon op jacht ging. Door er slagwerk en vier hoge stemmen.
eentje te verstoppen in het interieur van de Different Trains uit de eerste acht maanden
yellow cab waarmee Reich begin jaren zestig van 1988 markeert volgens Reichs pas zijn
bijkluste als taxichauffeur om de huur te echte doorbraak naar de speech melody, ‘a
kunnen betalen (Livelihood, 1964). Of henge- new musical direction’. De ultieme verbinding
lend bij de zeepkistspeech van een ziener op tussen zijn tapeloops en live spelende musici
straat (It’s gonna rain, 1965). Met het politiek was gevonden. ‘The basic idea is that speech
10
15. 2. Bevlogen jaren
zondag 8 januari 2012 · 14.30 uur
EnAccord Strijkkwartet IX. Allegro tranquillo
Ilka van der Plas · viool X. Ridicolosamente
Helena Druwé · viool XI. Con vivacita
Rosalinde Kluck · altviool XIII. Allegretto
Mette Seidel · cello XVI. Dolente
XVII. Poetico
XV. Inquieto
Karol Szymanowski 1882-1937
Strijkkwartet nr.2 opus 56 (1927) pauze
• Moderato dolce e tranquillo
• Vivace, scherzando Béla Bartók 1881-1945
• Lento Strijkkwartet nr.5 (1934)
• Allegro
Sergej Prokofjev 1891-1953 • Adagio molto
Visions fugitives (1917) • Scherzo: alla bulgarese
delen uit de pianocyclus in een bewerking • Andante
voor strijkkwartet door Sergej Samsonov • Finale: Allegro vivace
I. Lentamente
III. Allegretto
VI. Con eleganza
VIII. Commodo
13
16. ponisten, zoals Brahms, Wagner en Strauss,
Bevlogen jaren maar ook Chopin, voor wie Szymanowski als
pianist en Pool zeer veel bewondering koes-
Erfenis van de volksmuziek terde. Tijdens verblijven in Parijs leerde
De Pool Karol Szymanowski, de Rus Sergej Szymanowski de muziek van Debussy en
Prokofjev en de Hongaar Béla Bartók zochten Ravel kennen en ontdekte hij het werk van
inspiratie in de volksmuziek. In de muzikale Stravinsky en Skrjabin. Reizen naar Zuid-
tradities van hun volk vonden ze hun per- Europa en Noord-Afrika wekten zijn interesse
soonlijke stem. Maar daardoor hebben ze ook voor antieke en Oriëntaalse culturen, hetgeen
de moderne muziek in de twintigste eeuw zijn neerslag vond in tal van op exotische
nieuwe impulsen gegeven. Bartók zag in de onderwerpen gebaseerde composities. Na
volksmuziek ‘een mogelijkheid om zich van de Eerste Wereldoorlog hield de componist
de dictatuur van het oude majeur-mineur- zich, net als Bartók, bezig met de bestudering
systeem te bevrijden’. van de volksmuziek en begon
hij zich met andere compo-
Metamorfosen nerende landgenoten in te
Er is nauwelijks een componist spannen voor een specifiek
in het begin van de twintigste Pools klankidioom. Al deze
eeuw, die de verschillende invloeden hebben in Szyma-
muzikale stromingen en wis- nowski’s oeuvre sporen
selende modes van de tijd zo achtergelaten.
in zijn muziek wist te vangen
als Karol Szymanowski. Deze Dat zijn hart vooral voor Polen
telg uit een oud Pools adellijk klopte, blijkt behalve uit zijn
geslacht groeide op in een ge- muziek ook uit zijn geschriften
privilegieerde en kunstzinnige en andere activiteiten. In 1905
omgeving. In huisconcerten was hij medeoprichter van
klonken vooral Duitse com- Karol Szymanowski de componistengroep ‘Jong
14
17. Polen van de Muziek’. In de jaren twintig
verzamelde hij in het Tatra-gebergte Poolse
volksliederen die hij voor zijn eigen muziek
vruchtbaar maakte.
Szymanowski’s Tweede Strijkkwartet uit
1927 is daarvan een karakteristiek voorbeeld.
Alle thema’s van de compositie zijn ontleend
aan folkloristische motieven. Geïntegreerd in
een klassieke formele context is hun folklo-
ristische herkomst echter niet altijd onmid-
dellijk herkenbaar – ze ondergaan een meta-
morfose. Imitatietechnieken, zoals we die
kennen uit de fuga’s van Bach, dragen er
eveneens toe bij dat de herkomst van de
motieven versluiert raakt. In Szymanowski’s
werk wordt volksmuziek omgesmeed tot
kunst. Teruggebracht tot klassieke vormen
ontvouwt het gewichtige eerste deel zich Sergej Prokofjev (1915)
als een sonatedeel met contras-
terende thema’s, doorwerking en Vluchtige visioenen
reprise; het ritmisch meeslepende Ik ken de wijsheid niet – laat dat aan anderen over.
tweede deel als een rondo met Ik vang alleen vluchtige visioenen in verzen.
variaties en de finale als een In ieder vluchtig visioen zie ik werelden,
fuga. Szymanowski’s muziek is Vol van het veranderlijke spel van de regenbogen.
een intrigerende combinatie van Vervloekt mij niet, gij wijzen. Wat zijt gij voor mij?
volkse elementen, klassiek vorm- Feit is, ik ben alleen een wolkje, vol vuur.
bewustzijn en romantische Feit is, ik ben alleen een wolkje. Zie: ik blijf drijven…
expressie. En ik roep de dromers op – u roep ik niet op.
15
18. Aldus Konstantin Dmitriev Balmont Elk deel bezit een eigen gevoelswereld die
(1867-1943) in een prozagedicht waaraan reeds in de voordrachtsaanwijzingen, zoals
Sergej Prokofjev de titel van zijn werk Visions ‘pittoresco’ (met als toevoeging ‘harp’) (7),
fugitives heeft ontleend. Rond 1915 bevond ‘ridiculosamente’ (10), ‘feroce’ (14) of ‘dolente’
de Russische dichter Balmont – een bewon- (16), tot uitdrukking komt. In het laatste
deraar van de Franse dichtkunst en in het deel, getiteld ‘Lento irrealmente’, creëert de
bijzonder Paul Verlaine – zich op het hoogte- componist door de combinatie van twee
punt van zijn carrière. Zijn transcendente en ongelijke maatsoorten (9/8 tegen 3/4) een
visionaire poëzie was in de kunstenaarskringen zweverige ‘onwerkelijke’ sfeer. Visions fugi-
van Sint Petersburg en Moskou en vogue. tives uit 1915-1917 is naast Toccata (1912)
Hij oefende op componisten als Skrjabin, de en Sarcasmen (1912-1914) niet alleen een
schepper van Poème de l’extase, en ook op hoogtepunt in Prokofjevs eerste ‘wilde’
Prokofjev een grote invloed uit. Prokofjevs scheppingsperiode, maar ook een mijlpaal
confrontatie met Balmonts donkere, meta- binnen de pianoliteratuur. In dit concert
forenrijke gedichten resulteerde in een cyclus klinkt Prokofjevs beroemde pianosuite in een
van twintig karakteristieke, droomachtige strijkersbewerking van Sergej Samsonov.
miniatuurstukken, Visions fugitives – ‘vluchtige
visioenen’ – voor piano. De pianosuite bevat natuur en symmetrie
alle technieken en uitdrukkingsmiddelen die 'Waar vind je, behalve bij Beethoven, zo’n
Prokofjev tot dan toe had ontwikkeld. Zo hechte en precieze constructie […], eenheid
blinken sommige delen uit door hamerende van de delen […], homogeniteit van het
ritmen en scherpe dissonanten en komt de materiaal?’ Aldus Zoltán Kodály over Béla
Russische volksmuziek om de hoek kijken. Bartóks Eerste Strijkkwartet. Maar Kodály’s
In andere gaat de componist zich te buiten woorden zijn ook van toepassing op Bartóks
aan chromatische, speelse figuraties en andere strijkkwartetten. Het zijn er in totaal
mystiek-schimmige klankverbindingen die zes die een cyclus vormen en waarin zich –
aan Skrjabin doen denken. De korte stukken evenals bij Beethoven – een compositorische
rijgen zich als momentopnamen aaneen. ontwikkeling laat aflezen. Als genre beant-
16
20. 3. Wenen: onuitstaanbaar onweerstaanbaar
zondag 5 februari 2012 · 14.30 uur
DoelenKwartet Hans Erich Apostel 1901-1972
Frank de Groot · viool Sechs Epigramme opus 33 (1962)
Maartje Kraan · viool • Grave - Adagio - Moderato
Karin Dolman · altviool • Allegretto grazioso - Allegro molto - Vivace
Hans Woudenberg · cello
Arnold Schönberg 1874-1951
m.m.v. Mikhail Zemtsov, altviool Strijkkwartet nr.3 opus 30 (1927)
• Moderato
• Adagio
• Intermezzo: Allegro moderato
• Rondo: Molto moderato
pauze
Anton Bruckner 1824-1896
Strijkkwintet in F (1878/1879)
• Gemäßigt (Moderato)
• Scherzo (Schnell) - Trio (Langsamer)
• Adagio
• Finale (Lebhaft bewegt)
18
21. Wenen Apostel signeerde de Sechs Epigramme met
de tonen B, E en A (in het Duits H, E en A),
die de twaalftoonsreeks ervan besluiten.
Miniaturen
Hans Erich Apostel behoorde in Wenen tot de Expressieve geladenheid
leerlingen van Arnold Schönberg en Alban Met zijn Derde Strijkkwartet keerde Arnold
Berg. Hij schreef veel liederen, maar be- Schönberg terug naar de klassieke kamer-
schouwde het strijkkwartet met zijn vier gelijk- muziek, na jarenlang gezocht te hebben naar
waardige stemmen toch als ‘A und O der adequate vormen en bezettingen voor zijn
Musik’. In de Sechs Epigramme in twaalf- post-tonale en twaalftoonsmuziek. Het Derde
toonsidioom, zijn laatste werk voor deze Strijkkwartet is weliswaar een gerijpte twaalf-
bezetting, heeft hij zich ‘auf das Allernotwen- toonscompositie, maar blijkt gemodelleerd
digste beschränkt’. Het zijn miniaturen, maar naar het klassiek-tonale, vierdelige strijk-
geen losse stukken: De Sechs Epigramme kwartet. Achtereenvolgens weerklinken een
vertonen een lijn die niet beperkt blijft tot de sonatevorm, een langzaam variatiedeel, een
van deel tot deel hoorbare tempoversnelling. Menuet/Scherzo en een Rondo als finale –
In de deeltjes twee tot en met vijf treedt vormen die geheel en al in het tonale systeem
telkens een van de strijkers solistisch voor met zijn contrasterende toonsoorten gewor-
het voetlicht, ieder met zijn eigen karakter: teld waren. Schönberg wilde deze klassieke
achtereenvolgens cello, altviool, tweede en vormen nu in zijn twaalftoonsidioom realise-
eerste viool. Terwijl de lage instrumenten als ren. Ontwikkelingen op ritmisch-motivisch
solisten toch in constructieve vierstemmige vlak nemen daartoe de plaats in van tonale
gesprekken verwikkeld zijn, zweeft de tweede processen, en frasen worden niet door af-
viool elegant boven de vluchtige motiefjes sluitende harmonieёn, maar door vertragingen
van de anderen uit, en imponeert de eerste van het tempo afgerond. De evenwichtige
viool zelfs met een solocadens in miniatuur. opbouw van de vier delen en de coherente
Twee homogene deeltjes ‘für 4 gleichgeltende structuur en ontwikkeling van muzikale
Stimmen’ vormen de omlijsting van het geheel. gedachten staan emotionele hoogtepunten
19
22. niet in de weg, maar gaan juist samen met
de voor Schönberg zo typische expressieve
geladenheid.
Het Derde Strijkkwartet ontstond op het
moment dat Schönberg zich binnen zijn
nieuwe compositiemethode ‘mit zwölf nur
aufeinander bezogenen Tönen’ welbewust
bepaalde vrijheden begon te permitteren,
bijvoorbeeld in het gebruik van ostinati in
het eerste deel. De eerste vijf tonen van de
reeks worden tot een ostinaat motief gebun-
deld, dat in de openingsmaten onophoude-
lijk herhaald wordt. Dit strookt eigenlijk niet
met het twaalftoonsprincipe waarin geen
enkele toon terugkeert voordat de hele reeks
afgelopen is. Maar Schönberg benadrukte
dan ook, overigens juist met betrekking tot
dit stuk, dat hij ‘Zwölfton-Kompositionen’
schreef, en geen ‘Zwölfton-Kompositionen’.
Het ostinate motief van achtste noten, telkens
twee-aan-twee, zet aanvankelijk in als bege-
leiding, maar krijgt in alle mogelijke varianten
steeds meer thematische zeggingskracht
– iets wat Schönberg van Brahms geleerd
zou kunnen hebben. Het ostinato mag daar-
om als de ware motor van het motivisch-
thematische ontwikkelingsproces beschouwd
Franz-Josefs-Kai in Wenen, ca.1900 worden.
20
25. Boulez in de jaren tachtig verliet hij zijn land
Sándor Veress alsnog, tegenwoordig woont hij in de buurt
van Bordeaux. En Sándor Veress besloot al
Vergeten en herontdekt in 1949 tijdens een verblijf in Stockholm
De in 1992 in Zwitserse ballingschap over- vanwege het repressieve politieke klimaat in
leden Sándor Veress was nog niet zo lang Hongarije niet meer naar zijn vaderland terug
geleden een onbekend componist. Mede te keren en vestigde zich in Bern. In tegen-
dankzij de inspanningen van een van zijn stelling tot Bartók, Ligeti en Kurtág is Sándor
beroemdste leerlingen, Heinz Holliger, werd Veress nog steeds, zeer ten onrechte, weinig
de Hongaar aan de vergetelheid ontrukt. bekend. Het Paul Sacher-archief in Basel
Veress heeft veel invloeden van zijn tijd in beheert alle ongedrukte en tot op heden nooit
zich opgenomen, zoals de muziek van Bartók, uitgevoerde partituren van deze Roemeens-
Debussy, Stravinsky, Schönberg en Hinde- Hongaarse componist.
mith. De ambachtelijkheid die uit zijn werken Als leerling van Bartók en Kodály en leraar
spreekt, verraadt de intensieve bestudering van Ligeti en Kurtág vormt Veress de ver-
van de muziek van de oude meesters. Maar bindende schakel tussen twee generaties
zijn belangrijkste inspiratiebron was de Hon- componisten. Net als Ligeti en Kurtág werd
gaarse volksmuziek. Zij was zijn ‘fundament’, Veress in Transsylvanië geboren en kwam hij
en dat is, aldus Veress, ‘het belangrijkste als jongeman in Boedapest terecht om daar
deel van een gebouw’. piano en compositie te studeren. In 1937
De moeilijke politieke situatie in Hongarije werd hij assistent van Bartók, en in 1943
na de Tweede Wereldoorlog, de communis- opvolger van Kodály in het vak compositie
tische machtsovername, had voor de kunste- aan de Franz Liszt Academie. In zijn nieuwe
naars van het land zware gevolgen. Bartók vaderstad Bern verwierf hij grote faam als
was al tijdens de oorlog naar Amerika ge- compositieleraar. Zijn meest bekende leerling,
vlucht, Ligeti kon in 1957 via Wenen naar de componist en hoboïst Heinz Holliger, be-
Hamburg ontsnappen. Kurtágs vluchtpoging schouwt hem nog altijd als zijn belangrijkste
in 1956 mislukte. Na zijn ontdekking door leraar.
23
26. ‘Poeta doctus’ vervlechting daarvan ontstaat een dicht
Net als bij Bartók en Kodály liggen Veress' chromatisch klankweefsel. Invloeden van
wortels in de volksmuziek. En ook hij verza- Bartóks concept van de ‘polymodale chro-
melde in het begin van zijn carrière volkslie- matiek’, maar ook vroege invloeden van
deren. Het uitgangspunt van Veress’ com- Schönbergs reeksentechniek vallen in zijn in
poneren is een melodisch motief, vaak van de jaren dertig ontstane strijkkwartetten te
folkloristische oorsprong. Hij heeft de muziek bespeuren. Beide kwartetten worden geken-
van Bartók, Debussy, Stravinsky en Hinde- merkt door een grote ambachtelijke kennis
mith in zich opgezogen en bestudeerde de van de technieken van de oude meesters,
oude muziek, zoals de contrapuntstijl van in het bijzonder de madrigaalkunst van
Palestrina. Ook de ontmoeting met Schön- Palestrina en de polyfonie van Bach. Koraal-
berg en het serialisme heeft in zijn latere werk achtige passages in de langzame en fugati
sporen achtergelaten. Zij het meer in de zin in de snelle delen getuigen daarvan. Maar
van Stravinsky, als een leer van het luisteren ook door een speelse vreugde in het musi-
(Stravinsky: ‘Je hoort plotseling meer en
anders dan vroeger.’). Bij Veress komen een
oorspronkelijk enthousiasme voor de muziek,
met name de volksmuziek, en grondige kennis
van de materie samen. Veress’ composities
vertonen het handschrift van een ‘geleerde
dichter’ – een ‘poeta doctus’, zoals de Hon-
gaarse musicoloog József Ujfallussy hem
eens treffend heeft genoemd.
Zowel in zijn Eerste alsook in zijn Tweede
Strijkkwartet verkent de componist het volle-
dige chromatische toonbereik. Door de com-
binatie van uit hele en halve tonen bestaande
toonladders en motieven en de canonachtige Sándor Veress
24
28. BioGRAfiEën nisten uit binnen- en buitenland, zoals jaarlijks
te horen is tijdens het Gaudeamus Festival.
DoelenKwartet Als huiskwartet van Concert- en congres-
Frank de Groot · viool gebouw de Doelen in Rotterdam geeft het
Maartje Kraan · viool DoelenKwartet aldaar jaarlijks vele concerten
Karin Dolman · altviool in verschillende series. De basis van het kwar-
Hans Woudenberg · cello tet is in de Doelen gelegd, in de beginjaren
als onderdeel van het DoelenEnsemble, de
Het DoelenKwartet is een van de belangrijkste laatste jaren steeds meer zelfstandig en vanaf
strijkkwartetten in Nederland op het gebied dit seizoen ook organisatorisch als een auto-
van de hedendaagse klassieke muziek. Het noom ensemble. Behalve op de belangrijke
repertoire omvat een kleine 200 voornamelijk Nederlandse podia en festivals trad het kwar-
eigentijdse werken en composities uit de tet op in Frankrijk, Duitsland, Polen, Tsjechië,
vroeg-twintigste eeuw. Om deze nieuwe mu- Zwitserland, Denemarken en Costa Rica.
ziek in een historisch perspectief te kunnen Verder profileert het DoelenKwartet zich met
plaatsen, laat het kwartet incidenteel ook de bijzondere cd-opnamen, bijvoorbeeld een in
klassieken herleven, zoals in deze serie het de pers bejubeld Rihm-portret met de strijk-
kwintet van Bruckner in het programma kwartetten 1, 4, 5 en 8, de 3cd-box Play It
‘Wenen: onuitstaanbaar onweerstaanbaar’. Again! met louter live-opnamen uit de Doelen
De vele ontmoetingen die het DoelenKwartet en de cd’s met het complete oeuvre voor
met vooraanstaande componisten mocht strijkkwartet van de componisten Karl Ama-
hebben, zijn voor het kwartet een leidraad deus Hartmann en Hans Erich Apostel. In
geweest bij het vormen van een onmisken- maart 2012 neemt het kwartet in Keulen de
baar eigen signatuur: Steve Reich, Henri werken van Sándor Veress op die in deze
Dutilleux, Kevin Volans, John Adams, Wolf- serie gespeeld worden.
gang Rihm, Hans Abrahamsen, Willem Jeths, Cybele-Records is het innoverende label
Peter-Jan Wagemans. Ook zet het kwartet waarmee het DoelenKwartet samenwerkt.
zich in voor een jongere generatie compo- De bij Cybele uitgebrachte cd’s werden alle
26
30. prijzen bij onder meer de ‘5th Trondheim en Regina
International Chamber Music Competition’, van Berkel
en het ‘Internationaler Joseph Haydn Wett- en bij alle
bewerb’. vier edities
Tussen 2003 en 2006 studeerde het kwartet van de
aan de Nederlandse StrijkKwartet Academie voorstelling
en volgde masterclasses bij leden van gere- De Noten-
nommeerde kwartetten, zoals het Amadeus kraker van
Quartet, het Borodin Quartet, het Kronos Mariko Shimoda
De Dutch
Quartet, Quatuor Mosaïques en het Takács Don’t
Quartet. In oktober 2010 studeerde het kwar- Dance Division (DeDDDD) in de Grote Kerk
tet af aan de Hochschule für Musik in Keulen, in Den Haag.
waar zij werden gecoacht door de leden van In 2010 danste Mariko Shimoda in Abdallah
het Alban Berg Quartett. en de Gazelle van Basra (DeDDDD) de boze
Het EnAccord Strijkkwartet speelt op vier schoonmoeder Fatima. Begin 2011 danste
negentiende-eeuwse Franse instrumenten, ze Rite We Are tijdens het CaDance festival,
samengesteld en hun ter beschikking gesteld in een nieuwe choreografie van Paul Selwyn
door het Nationaal Muziekinstrumenten Norton. In september 2011 was ze te zien bij
Fonds. Alba Theaterhuis in de voorstelling Mammoet.
Mariko Shimoda Thom Stuart
De Japanse balletdanseres Mariko Shimoda Thom Stuart (Heerlen, 1966) begon op vier-
(1984) studeerde aan de balletschool in haar jarige leeftijd met balletlessen en verliet de
geboorteplaats Nagano, aan het Conserva- mijnstreek op zijn twaalfde om te gaan
torium van Boston en de Rotterdamse Dans- studeren aan de Dansvakopleiding van het
academie. ZIj heeft stages gelopen bij het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Na
Scapino Ballet en bij Dansgroep Amsterdam. een danscarrière bij onder meer Introdans,
Zij danste onder meer bij het Ballet van Leth het Scapino Ballet, Bat-Dor Dance Co. & Feld
28
32. concERTEn DoElEnKWARTET buiten Den Haag · seizoen 2011-2012
RoTTERDAM
za 10 september · 17.00u Goethe institut Rotterdam 24 uur cultuur
za 8 oktober · 20.15u de Doelen Vanessa Lann Pianokwintet met Ralph van Raat
vr 28 oktober · 20.15u Arminiuskerk Lambrechts · Vos · Visser · Sweelinck · Schäfer
za 14 januari · 20.30u de Doelen m.m.v. Arjan Woudenberg, klarinet. o.a. Escher · Keuris
do 26 januari · 20.30u de Doelen Glass · Adams · Reich (zonder choreografie)
zo 12 februari · 20.15u de Doelen m.m.v. Ian Bostridge, tenor en Julius Drake, piano
Vaughan Williams On Wenlock Edge
za 12 mei · 20.30u de Doelen Veress · Janácek · Bartók
ˇ
BREDA serie van 3 concerten in De nieuwe Veste
vr 25 november · 20.15u m.m.v. Arjan Woudenberg, klarinet. Escher · Keuris · Wagemans
vr 3 februari · 20.15u m.m.v. Mikhail Zemtsov, altviool. Apostel · Schönberg · Bruckner
vr 2 maart · 20.15u Veress · Ligeti · Bartók
oVERiGE concERTEn
di 6 september · 20.15u Utrecht Geertekerk. Gaudeamus Festival. Soh · Chou
do 3 november · 20.15u Dordrecht Augustijnenkerk. m.m.v. Arjan Woudenberg
Visser · Keuris · Sweelinck · Schäfer
zo 13 november · 12.00u ’s-Hertogenbosch November Music. Jeths (met solisten)
vr 13 januari · 20.15u Arnhem Musis Sacrum. m.m.v. Arjan Woudenberg
Escher · Keuris · Wagemans
zo 15 januari · 11.00u Utrecht Leeuwenbergh. m.m.v. Arjan Woudenberg. o.a. Keuris
wo 8 februari · 20.15u Amsterdam Muziekgebouw. m.m.v. Ian Bostridge, tenor
en Julius Drake, piano. Vaughan Williams On Wenlock Edge
vr 10 februari · 20.15u Groningen Oosterpoort. m.m.v. Ian Bostridge, tenor
en Julius Drake, piano. Vaughan Williams On Wenlock Edge
zo 11 maart · 12.00u Wassenaar De Paauw. Veress · Janácek · Smetana
ˇ
zo 18 maart · 11.00u Amsterdam Betaniënklooster. Veress
wo 18 april · 20.15u Amsterdam Muziekgebouw. Adès · Smetana · Sjostakovitsj
wo 25 april · 20.15u nijmegen programma ntb
30