Voor een bijeenkomst van de Lezers van Stavast samengestelde presentatie over 'Borderline times' van Dirk de Wachter. En enkele verwante boeken. Citaten uit Humo en dit boek. Sluit aan op het jaarthema 'Eho's in control?'
Waarom we alsmaar gekker worden - Dirk de Wachter en Lezers van Stavast
1. Waarom we alsmaar gekker worden
• Verlatingsangst
• Impulsiviteit
• Emotionele en relationele labiliteit
• Een chronisch gevoel van leegte
• Een onduidelijk zelfbeeld
• Agressie
• Zelfmoordneigingen
• Automutilatie
2. Voilá
• Symptomen van borderline
• Wikipedia: Iemand met de borderline-persoonlijkheidsstoornis
heeft vaak een laag gevoel van
eigenwaarde en een sterke neiging tot extreme
(voor)oordelen. In relaties met vrienden en/of partner is
het vaak alles of niets, vaak eerst alles en daarna plotseling
niets.
• Het lage gevoel van eigenwaarde leidt soms tot
zelfbeschadigend gedrag (automutilatie, bijvoorbeeld
zichzelf bewust snijden of branden), soms ook in
combinatie met manipulatie, maar sommige borderline-patiënten
proberen hun onzekerheid te overschreeuwen
door provocerend gedrag, waarbij je juist geen onzekerheid
zou verwachten.
3. Maaaaaaaaaaaaaaaar
• “Wat zijn patiënten vertelden, ging in feite
over elk van ons.
• Ze hadden het over eenzaamheid, over de
vluchtigheid van menselijk contact, over
fundamentele onzekerheid, over wat er
allemaal van hen verwacht werd en vooral
over de diepe angst om niet aan die talrijke
verwachtingen te kunnen voldoen.”
4. “psychologische aandoeningen …
• … weerspiegelen de tijdgeest”
• “Net zoals godsdienstwaan en hysterie typisch
waren voor het begin van de 20e eeuw, en
neuroses symptomatisch voor een
samenleving waarin alle genoegens
onderdrukt worden, is borderline geknipt voor
een maatschappij waarin vrijheid, genot,
succes en de kick van de ervaring het
summum van geluk zijn.”
5. Maakt de samenleving ons gek?
• “Ja. De problemen worden groter en talrijker.
• De centra worden overrompeld door mensen die
vragen hebben, niet weten wat te doen, zich niet
goed voelen. En dat is snel gebeurd. Je zit rap aan
de andere kant.
• Ik zie veel succesvolle mensen die hun job, hun
geliefde, hun gezondheid, hun gezondheid of – de
meest schrijnende gevallen – hun kind kwijt zijn,
en daardoor volkomen de pedalen verliezen.”
6. Een pilletje ..?
• “Ons enige houvast – en dat geldt ook voor mij –
is ons succes, maar het haakje waaraan we ons
vastklampen, is heel broos.”
• () We doen allemaal graag alsof het heerlijk leven
is: we genieten met volle teugen en benutten alle
mogelijkheden die voorbijflitsen. Maar hoe
sneller alles gaat, hoe meer mensen uit de boot
vallen.
• En dan is het aan de psychiater om de
reddingssloepen te water te laten. Iemand die
het niet aankan moet een pilletje gaan halen.”
7. Meer … medische tools?
• “Een kort gesprekje voeren misschien, maar toch
liefst een pil zodat-ie snel weer geweldig gelukkig
is.
• Helaas werkt het zo niet: wij zijn de kneusjes van
de gezondheidszorg, want we kúnnen niet
iedereen op korte termijn heel gelukkig maken.
• En dus moeten er betere therapieën komen,
meer psychiaters, meer onderzoeken, betere
medicatie en beter diagnoses.
8. Een etiketje plakken
• “Nog een verschuiving: hoe lang heeft iemand officieel
recht op rouwgevoelens na een overlijden?
• Terwijl de DSM-IV bepaalde dat een mens zich toch
zeker twee maanden slecht mocht voelen, zal dat voor
DSM-V nog twee weken zijn.
• Daarna ben je officieel depressief, en na zes maanden
lijd je aan PGD of Prolonged Grief Disorder.
• Ja, het zijn mooie afkortingen. Maar laat een mens
toch wat treuren! Laten we met z’n allen alstublieft een
beetje ongelukkig zijn.”
9. Nadeel van definiëren van
gemoedstoestanden
• “Dan wordt de diagnose de nieuwe identiteit:
we zijn tegenwoordig onze diagnose. Terwijl
een diagnose geen eindpunt kan zijn, het is
een begin.
• Vroeger stopten we gekken in dwangbuizen,
nu reduceren we ze tot een woord. ()
• We sluiten hem niet langer op in een kerker,
maar in een woord.”
10. Snakken mensen naar een diagnose?
• “Oh, mijn zoon heeft een psychose. Hij is dus
geen slechte jongen – en ik ben geen slechte
ouder.”
• “Het is soms schrikwekkend hoe vroeg en met
welke goede bedoelingen er tegenwoordig
diagnostische beschouwingen gemaakt
worden bij onze kinderen.”
11. Geef maar vlug een pilletje
• Hun reactie dan: “Ik kom hier voor een
depressie, moet jij niet vragen of ik nog wel
slaap ‘s nachts?”
• Nu, dat vraag ik óók, maar ik wil toch graag
weten wie ze graag zien. Soms antwoorden
ze: ‘Niemand’.
• Tja, dan gaan we daar toch over moeten
spreken. Zelfs al is het gemakkelijker om
gewoon een pil te slikken.”
12. Je mag vreselijk afzien
• “Elke dag een feest? Een mens houdt dat toch
niet vol? Ongelukkig zijn lijkt niet normaal,
terwijl het de normaliteit zelf is.
• Laten we onze kinderen leren dat het leven
soms vervelend is, dat het niet altijd plezant
is, dat er soms mensen ziek worden of
doodgaan en dat je daar dan vreselijk van mag
afzien.
13. Het meeste ongeloof
• Opvoeden is niet problemen vermijden.
• Opvoeden is: problemen zien zonder die te
dramatiseren.
• Want gewone levensproblemen worden snel
gepsychologiseerd, zowel bij kinderen als
volwassenen.
• ‘U bent perfect normaal’, zeg ik dan. Waarop
ze steevast vragen: ‘Echt waar?’ Dat is de
diagnose die op het meeste ongeloof stuit.