The Jena 6 case involved six black teenagers from Jena, Louisiana who were involved in school fights and legal trials that highlighted issues of racial injustice. The fights were sparked after nooses were hung from a "white tree" at the school where only white students sat. While the white students who hung the nooses only received a three-day suspension, the black students involved in later fights faced harsher charges, including second-degree attempted murder. Their trials drew national attention and protests over the disproportionate treatment and punishment of the black teenagers compared to white students in similar incidents.
De ontmoeting tussen prins Albert en Paola Ruffo was geen toeval. In een brief wordt aangegeven hoe Albert kon kiezen tussen 3 of 4 meisjes. De prins koos Paola...
The Jena 6 case involved six black teenagers from Jena, Louisiana who were involved in school fights and legal trials that highlighted issues of racial injustice. The fights were sparked after nooses were hung from a "white tree" at the school where only white students sat. While the white students who hung the nooses only received a three-day suspension, the black students involved in later fights faced harsher charges, including second-degree attempted murder. Their trials drew national attention and protests over the disproportionate treatment and punishment of the black teenagers compared to white students in similar incidents.
De ontmoeting tussen prins Albert en Paola Ruffo was geen toeval. In een brief wordt aangegeven hoe Albert kon kiezen tussen 3 of 4 meisjes. De prins koos Paola...
Lavoro multimediale di geografia sulla Francia realizzato dai nostri alunni come potenziamento in gruppi di lavoro.
A cura delle prof.sse Franca Storace e Annapaola Capuano
La scuola o la scarpa di francesco dantimiSimona Martini
Presentazione del libro O la scuola o la scarpa. Il lavoro è stato svolto da Francesco Dantimi, alunno della IC dell'I. C. Giacomo Matteotti 11 di Cave (Rm).
Wat de burger niet mag weten over de jarige Albert IIThierry Debels
Morgen wordt koning Albert II 85 jaar. Dat is op zich een prestatie, zeker als je de vergelijking maakt met zijn oudere broer Boudewijn. Albert leefde er immers op los. Hij rookte als een ketter en dronk als een geus. Boudewijn leefde ascetisch en dronk nooit een druppel alcohol. Toch werd de oudste zoon van Leopold III amper 62 jaar. Albert II verloor alle krediet bij de burger door zijn koppige weigering om Delphine in de armen te sluiten. Wie is Albert echt?
In de zomer van 1956 is Boudewijn nog steeds ongehuwd. Tijdens de zomervakantie logeert een Britse tiener in het koninklijk kasteel van Ciergnon: de 15-jarige Sebastian Balfour uit Kensington. De jongen is een halve wees: hij verloor op jonge leeftijd zijn vader die stierf in een Japans gevangenenkamp. Oorspronkelijk is het de bedoeling dat de tiener twee weken in het kasteel van Ciergnon logeert maar de jongen valt zo in de smaak van Boudewijn dat hij er veel langer blijft. Zesentwintig dagen om precies te zijn. De tiener kan naar hartelust golf spelen met Boudewijn. Of paardrijden. Ze spelen ook schaak of met de kaarten. Doorgaans klaverjassen. Op het einde van de vakantie krijgt de jongen zelfs een gouden horloge van de koning. Ook Leopold, Lilian, Albert en Alexander komen er logeren. Op een foto die Leopold maakt van de Engelse gast van Boudewijn staat iedereen op de foto, behalve Boudewijn zelf.
Leopold III had minstens 5 buitenechtelijke kinderenThierry Debels
Leopold III had 3 kinderen met Astrid en 3 met Lilian, maar eigen onderzoek toont aan dat hij minstens 5 en wellicht 8 kinderen buiten het huwelijk verwekte. Het begon in 1930 met Leopold David Verney en eindigde in 1954 met een zoon bij Jacqueline Lefèvre.
Elaborato sul mecenatismo nel '400 e nel '500 realizzato dagli alunni della classe 2.0 della scuola secondaria di primo grado Curzio Malaparte di Prato.
Ook Albert I was een echte von Seksen Coburg. In 1900 huwde hij met Elisabeth, hertogin in Beieren. Maar vooral Elisabeth was snel ontgoocheld. Ze vond Albert maar een saaie piet en de excentrieke Elisabeth schoot beter op met kunstenaars en dokters. Ook Albert ging snel vreemd.
Wie waren dan de minnaressen van Albert? In de biografie over haar ouders is Marie-José wel heel duidelijk: haar vader kan bijzonder goed overweg met de bloedmooie Anna de Noailles. Anna Elisabeth Bibesco de Brancovan, Comtesse de Noailles werd te Parijs geboren op 15 november 1876. Ze was een Frans schrijfster en dichteres. Anna was als salonhoudster een bekende verschijning in de Parijse beau monde van het fin de siècle.
De sympathie en appreciatie tussen Albert en Anna waren wederzijds. De vrouw had een ‘warme bewondering’ voor Albert. Anna was een jaar ouder dan de koning.
En dan is er dat verhaal over Olivier Allard. In 1910 wordt hij geboren. Officieel is Olivier de zoon van Josse Allard en Marie-Antoinette Calley Saint Paul de Sinçay. De vrouw werd geboren in Angleur op 23 oktober 1881. In het boek van Louise Bricmont over prins Karel wordt gesteld dat dat Olivier een natuurlijke zoon is van Albert. Olivier lijkt erg goed op Leopold III, de oudste zoon van Albert en Elisabeth. Allard is wel kleiner en gedrongener. Vooral op latere leeftijd wordt de fysieke gelijkenis tussen beide mannen treffend. Olivier zal decennia later kennismaken met prins Karel, zijn halfbroer.
Zeker is dat Albert een boontje heeft voor Clara Clairbert. De vrouw werd in Brussel geboren op 21 februari 1899 als Claire Impens. Ze maakt carrière als zangeres. Clairbert treedt ook op onder de naam Clary Any. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was ze zowaar secretaresse van minister Carton de Wiart, de broer van Edmond.
Auteur Leo Van Audenhaege: ‘Bij de uitverkoren dames stond de soprano van de “Munt” Clara Clairbert aan de top. Albert, zo wisten watchers te vertellen, reed per motorfiets naar huize Clairbert toe, onherkenbaar in zijn lederen sportkledij met helm.’
Albert is in de jaren twintig en dertig ook vaak in de buurt van Ath. Vooral de bewoonster van het kasteel van Maffle(s) interesseert hem. Over dat kasteel in de buurt van Ath wordt verteld dat er seksfeestjes plaatsvinden. Dat verhaal wordt decennia later nog eens verteld over het kasteel van Arbre. Dan zou de feestganger prins Albert zijn, de latere koning Albert II. ‘Zo doen in elke Belgische regio misschien wel verhalen de ronde van zogezegd amoureuze vorstelijke visites’, stelt auteur Noterman.
Nagenoeg zeker is dat Albert de vader is van Paul Paelinck, de latere leraar Nederlands van Boudewijn.
Albert is ook de vader van Antoine (ook: Antoon) Spinoy. Hij werd geboren in Mechelen in 1906. Spinoy werd de eerste socialist die minister van Defensie werd. Op hem kon men vertrouwen omdat hij een natuurlijke zoon van de koning was. Spinoy stierf in 1967 in Hasselt. Auteur Leo Van Audenhaeghe: ‘Ov
The document announces a French festival that will take place on July 15-16 at HFS International in the AV Room. It encourages people to come sing, eat, drink and play at the French National Holiday celebration. The festival details the dates, times and location of the event.
Lavoro multimediale di geografia sulla Francia realizzato dai nostri alunni come potenziamento in gruppi di lavoro.
A cura delle prof.sse Franca Storace e Annapaola Capuano
La scuola o la scarpa di francesco dantimiSimona Martini
Presentazione del libro O la scuola o la scarpa. Il lavoro è stato svolto da Francesco Dantimi, alunno della IC dell'I. C. Giacomo Matteotti 11 di Cave (Rm).
Wat de burger niet mag weten over de jarige Albert IIThierry Debels
Morgen wordt koning Albert II 85 jaar. Dat is op zich een prestatie, zeker als je de vergelijking maakt met zijn oudere broer Boudewijn. Albert leefde er immers op los. Hij rookte als een ketter en dronk als een geus. Boudewijn leefde ascetisch en dronk nooit een druppel alcohol. Toch werd de oudste zoon van Leopold III amper 62 jaar. Albert II verloor alle krediet bij de burger door zijn koppige weigering om Delphine in de armen te sluiten. Wie is Albert echt?
In de zomer van 1956 is Boudewijn nog steeds ongehuwd. Tijdens de zomervakantie logeert een Britse tiener in het koninklijk kasteel van Ciergnon: de 15-jarige Sebastian Balfour uit Kensington. De jongen is een halve wees: hij verloor op jonge leeftijd zijn vader die stierf in een Japans gevangenenkamp. Oorspronkelijk is het de bedoeling dat de tiener twee weken in het kasteel van Ciergnon logeert maar de jongen valt zo in de smaak van Boudewijn dat hij er veel langer blijft. Zesentwintig dagen om precies te zijn. De tiener kan naar hartelust golf spelen met Boudewijn. Of paardrijden. Ze spelen ook schaak of met de kaarten. Doorgaans klaverjassen. Op het einde van de vakantie krijgt de jongen zelfs een gouden horloge van de koning. Ook Leopold, Lilian, Albert en Alexander komen er logeren. Op een foto die Leopold maakt van de Engelse gast van Boudewijn staat iedereen op de foto, behalve Boudewijn zelf.
Leopold III had minstens 5 buitenechtelijke kinderenThierry Debels
Leopold III had 3 kinderen met Astrid en 3 met Lilian, maar eigen onderzoek toont aan dat hij minstens 5 en wellicht 8 kinderen buiten het huwelijk verwekte. Het begon in 1930 met Leopold David Verney en eindigde in 1954 met een zoon bij Jacqueline Lefèvre.
Elaborato sul mecenatismo nel '400 e nel '500 realizzato dagli alunni della classe 2.0 della scuola secondaria di primo grado Curzio Malaparte di Prato.
Ook Albert I was een echte von Seksen Coburg. In 1900 huwde hij met Elisabeth, hertogin in Beieren. Maar vooral Elisabeth was snel ontgoocheld. Ze vond Albert maar een saaie piet en de excentrieke Elisabeth schoot beter op met kunstenaars en dokters. Ook Albert ging snel vreemd.
Wie waren dan de minnaressen van Albert? In de biografie over haar ouders is Marie-José wel heel duidelijk: haar vader kan bijzonder goed overweg met de bloedmooie Anna de Noailles. Anna Elisabeth Bibesco de Brancovan, Comtesse de Noailles werd te Parijs geboren op 15 november 1876. Ze was een Frans schrijfster en dichteres. Anna was als salonhoudster een bekende verschijning in de Parijse beau monde van het fin de siècle.
De sympathie en appreciatie tussen Albert en Anna waren wederzijds. De vrouw had een ‘warme bewondering’ voor Albert. Anna was een jaar ouder dan de koning.
En dan is er dat verhaal over Olivier Allard. In 1910 wordt hij geboren. Officieel is Olivier de zoon van Josse Allard en Marie-Antoinette Calley Saint Paul de Sinçay. De vrouw werd geboren in Angleur op 23 oktober 1881. In het boek van Louise Bricmont over prins Karel wordt gesteld dat dat Olivier een natuurlijke zoon is van Albert. Olivier lijkt erg goed op Leopold III, de oudste zoon van Albert en Elisabeth. Allard is wel kleiner en gedrongener. Vooral op latere leeftijd wordt de fysieke gelijkenis tussen beide mannen treffend. Olivier zal decennia later kennismaken met prins Karel, zijn halfbroer.
Zeker is dat Albert een boontje heeft voor Clara Clairbert. De vrouw werd in Brussel geboren op 21 februari 1899 als Claire Impens. Ze maakt carrière als zangeres. Clairbert treedt ook op onder de naam Clary Any. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was ze zowaar secretaresse van minister Carton de Wiart, de broer van Edmond.
Auteur Leo Van Audenhaege: ‘Bij de uitverkoren dames stond de soprano van de “Munt” Clara Clairbert aan de top. Albert, zo wisten watchers te vertellen, reed per motorfiets naar huize Clairbert toe, onherkenbaar in zijn lederen sportkledij met helm.’
Albert is in de jaren twintig en dertig ook vaak in de buurt van Ath. Vooral de bewoonster van het kasteel van Maffle(s) interesseert hem. Over dat kasteel in de buurt van Ath wordt verteld dat er seksfeestjes plaatsvinden. Dat verhaal wordt decennia later nog eens verteld over het kasteel van Arbre. Dan zou de feestganger prins Albert zijn, de latere koning Albert II. ‘Zo doen in elke Belgische regio misschien wel verhalen de ronde van zogezegd amoureuze vorstelijke visites’, stelt auteur Noterman.
Nagenoeg zeker is dat Albert de vader is van Paul Paelinck, de latere leraar Nederlands van Boudewijn.
Albert is ook de vader van Antoine (ook: Antoon) Spinoy. Hij werd geboren in Mechelen in 1906. Spinoy werd de eerste socialist die minister van Defensie werd. Op hem kon men vertrouwen omdat hij een natuurlijke zoon van de koning was. Spinoy stierf in 1967 in Hasselt. Auteur Leo Van Audenhaeghe: ‘Ov
The document announces a French festival that will take place on July 15-16 at HFS International in the AV Room. It encourages people to come sing, eat, drink and play at the French National Holiday celebration. The festival details the dates, times and location of the event.
Guide Accueil du Plateau de Millevaches en Haute CorrèzeSTUDIO-NP
Guide d'accueil réalisé par STUDIO-NP pour l'Office de Tourisme de Bugeat et Sornac en Haute-Corrèze. Parcours touristiques thématiques, adresses d'hébergement et points d'attractions pour les touristes
L’une des particularités de La Cabane en l’Air est de proposer des hébergements atypiques dans des lieux exceptionnels. Avec le Domaine de La Romaningue la promesse est à nouveau tenue. Entre patrimoine et vignoble bordelais, cette demeure familiale s’ouvre à nouveau au public pour des séjours hors du temps et une aventure insolite pour toutes les envies.
Il s'agit de BD, comics, comic books, comic strips, et cartoons, une forme d'art contestataire par définition qui ne sait saisir que la profondeur de la frustration, l'aliénation, la castration, bref la souffrance. La souffrance du corps, la souffrance de l'âme, oui de l'âme, la souffrance mentale, cette souffrance qui vous torture jour et nuit jusqu'à la mort car il n'y a pas d'espoir d'en sortir dans un monde qui exige l'effort, le travail, l'imagination et la vision inspiratrice de l'avenir et tout cela c'est dur - MAIS ENTHOUSIASMANT. La plupart des gens ne comprennent pas que le bonheur ne se trouve que dans le travail au service des autres et dans l'effort mental, intellectuel et créatif qui seul réalise et augmente notre force de travail, notre créativité sans lesquels nous ne sommes pas humains. La retraite n'est pas la sortie du monde du travail mais doit être la recherche d'une nouvelle place dans ce monde du travail. Le droit à la paresse est une bêtise mentale et une absurdité existentielle. Et être grand-mère ou grand-père n'est pas une profession digne de quoi que ce soit. C'est un plaisir mais cultiver son jardin est plus important que de donner des bonbons aux petits enfants.
1. Informations Touristiques du Périgord vert et du Périgord blanc
u
Le Magazine d
Création : Office de Tourisme* d’Excideuil-Haut-Périgord
Bugeaud,
Haut Périgord
Le soldat Laboureur
Bureau d’accueil et d’informations touristiques
Office de Tourisme d’Excideuil-Haut-Périgord
1 Place du Château — 24160 EXCIDEUIL
Tél. : (0) 952 689 556 Gratuit ou locale depuis fixe selon opérateur
Tél./Fax : (0)553 522 979
Site : http://www.hautperigord.fr
courriel : tourisme@excideuil.fr
1
2. Lanouaille : Le Domaine de la Durantie
Thomas Robert Bugeaud de la Piconnerie naît le 15 octobre 1784 à
Limoges. Il est le neuvième enfant d’une famille de la noblesse péri-
gourdine. Ses ancêtres sont des travailleurs de la forge et de la terre
depuis 1708. Par tradition, il est
placé en nourrice jusqu’ à l’âge
de six ans au domaine de la Du-
rantie. Il vit au grand air dans
cette propriété familiale, joue
avec les enfants des paysans, et
parle le patois. C’est dans ce ca-
dre très rural que va naître sa
passion pour l’agriculture. En
1790, il retourne chez ses pa-
rents (Jean-Ambroise et Fran-
çoise Bugeaud) qui souhaitent
transformer ce « petit campa-
gnard » en un homme digne de
son rang. Mais cette éducation
ne sera pas menée à terme car
sa mère meurt en 1798.
Se retrouvant seul avec un père
rude et brutal, Thomas Bugeaud
décide de partir rejoindre ses
Le Maréchal Thomas Robert Bugeaud sœurs à la Durantie. Il y retrouve
de la Piconnerie, duc d’Isly. ses racines et la campagne qu’il
affectionne tant.
Son adolescence est agréable, il a de nombreux amis métayers et
adore partir chasser et pêcher avec les paysans de son âge. Son édu-
cation est dirigée par ses deux sœurs pendant six ans. A vingt ans, il
ne veut plus rester à la charge de ses proches et décide de devenir
commis de M. Festugière, maître de Forge. Celui-ci reconnaît rapide-
ment les qualités intellectuelles de son apprenti et lui conseille plutôt
l’armée.
Thomas Bugeaud entame donc sa brillante carrière militaire en juin
1804. Pendant onze ans, il combattra en Europe (particulièrement en
Espagne) et sera licencié en septembre 1815, avec le grade de colonel.
2
6. Ces professionnels fon-
dent une magnanerie (où
trônent encore deux majes-
tueux mûriers platanes) et
utilisent les terrasses de
la Côte d’Or où sont plan-
tés à l’époque 7547 mû-
riers. Mais les feuilles des
ces arbres souffrent des
gelées tardives du Péri-
gord. De plus, la soie pro-
duite ne peut pas être
transformée sur place, ce
qui ajoute des coûts de La magnanerie de St Pantaly d’Excideuil.
transports. Photo de M.Miota.
Cette industrie pourtant
prometteuse se révèle être un fiasco et les terrasses sont progres-
sivement réutilisées pour y planter des chênes truffiers.
Cette expérience avait curieusement déjà été tentée en 1745 par
Henri Bertin qui avait lui aussi planté des mûriers et installé une vé-
ritable manufacture de soie dans son château de Bourdeuilles, de-
venu la magnanerie-musée de Goumondie à St-Just.
Bugeaud, incarnant l’avenir et le dynamisme du pays est élu maire
d’Excideuil en 1825 et le restera jusqu’en 1830. C’est aussi cette
année, le 8 septembre, qu’il réintègre l’armée.
Il va en profiter pour débu-
ter sa carrière politique qui
sera surtout consacrée à
la promotion et la défense
de l’agriculture française.
En 1831, il se fait élire dé-
puté d’Excideuil et oc-
cupera cette fonction jus-
qu’en 1848. Il instaure la
Médaille du Mérite Agri-
cole grâce à son entrée à
la Tribune.
Un des mûriers de St Pantaly.
6
8. Toujours à l’écoute de ses cantons, il
demande la création en 1845 des relais
de poste d’Excideuil et de Lanouaille.
Son rôle majeur dans la campagne d’Al-
gérie se termine le 28 janvier 1847, il
rentre en France avec le grade de maré-
chal. Il réintègre aussitôt la Durantie et
constate les bienfaits qu’il a apporté à la
région. Mais les clubs socialistes se
multiplient et prennent Bugeaud comme
symbole d’une France rigide et dépas-
sée. Malgré les progrès immenses qu’il
a apporté, les paysans locaux accueil-
lent le maréchal avec mépris.
En 1848, il est placé à la tête de la
Portrait du maréchal Bugeaud.
Garde Nationale par Louis Philippe. Mais
après la chute de la monarchie de Juillet, sa présence n’est plus
nécessaire à Paris.
Respecté mais contesté, le maréchal Bugeaud est écarté de la vie
politique et se retire comme à son habitude dans son domaine. Lors-
qu’il y arrive, les opposant politiques soulèvent la population contre lui
et tentent même d’assaillir la Durantie, sans succès. Il n’a plus au-
cune influence politique, perd plusieurs élections et est définitivement
désavoué.
Pourtant, Louis Bonaparte le convoque à Paris, au début du mois
de juin 1849. Bugeaud est pressenti pour devenir le nouveau minis-
tre de la guerre, mais il meurt le 10
juin du choléra qui ravage alors la capi-
tale. Il repose depuis lors aux Invalides,
bien que le caveau familial se trouve au
cimetière d’Excideuil.
Outre le très grand stratège militaire
qu’il incarne, le maréchal Bugeaud res-
tera dans les mémoires comme un
homme proche de son pays, dont la
devise était : « ense et aratro » (par l’é-
pée et la charrue). Le blason de Bugeaud.
8