Presentatie Patrick Allegaert & Bart Marius outsiderkunst 06 maa 2013
Powerpoint Studium Generale Pascal Bruckner
1. The pursuit of happiness
Pascal Bruckner
Vertaling Sofie Vandamme
2. Waar komen we vandaan in ons
denken over geluk?
• Geluk is zowel een stokoud als een modern
idee in het westen
• Geluk heeft sinds de oudheid voortdurend
tegengestelde betekenissen gekregen
– Augustinus bv. telde 289 betekenissen van geluk
– In de 18e eeuw zijn er bijna 50 verhandelingen geschreven over geluk.
• Christendom van essentieel belang in ons
denken over geluk
3. Geluk en Christendom
• altijd buiten bereik, nooit in het ‘nu’:
– in de hoop op verlossing,
– In het verlangen naar het eeuwige leven,
– in zijn overdramatisering te zullen eindigen in de hemel of
de hel.
• Het leven van de gelovige is een proces dat
volledig plaatsvindt voor het Goddelijke
Oordeel:
– Kleine menselijke fout kan leiden tot eeuwige straf
– Het lijden kan zijn ‘beloning’ vinden in het hiernamaals
4. • Ofwel verzinken in de zonde ofwel het eeuwige leven verdienen zorgt
ervoor dat geluk in het leven niet belangrijk is.
• De christelijke calculus: zet de natuurlijke angst van lijden en dood om in
een nog grotere angst van verdoemenis
• De grote zonde waarop alle geestelijken aandringen is niet zozeer verleid
te worden door de aardse vruchten, maar wel er gehecht aan te zijn, er
zozeer verknocht aan te zijn dat we het Verbond met God vergeten
• Is voortdurende spanning tussen paradijs en hel
• ‘oplossing’: de katholieke kerk vindt het vagevuur uit, een enorme
wachtkamer, een derde positie gelegen tussen hemel en hel. Daar kunnen
de ‘middelmatigen’ - noch geheel goed, noch geheel slecht - hun schuld
uitwissen.
• Het idee van het onomkeerbare vervaagt, een zonde is beperkt in tijd.
Boete doen is een mogelijkheid.
• De Reformatie had het paradoxale effect dat het het leven op aarde
rehabiliteerde door zijn inspanningen om de waarden van de andere
wereld te incarneren in het hier en nu.
5. Een fundamentele verschuiving
• 17e en 18e eeuw: ‘pijn als goddelijke straf’ is niet langer het geldige
discours, o.a. door opkomst van pijnstillende medicijnen en andere
medische vooruitgang
• Het thema geluk is afkomstig van het Christendom maar ontwikkelt zich er
juist tegenover.
• Voltaire: de eerste formulering van geluk in zijn gedicht ‘Le Mondain’: ‘ Het
aardse paradijs is waar ik ben’.
• De Verlichting en de Franse Revolutie zijn de geschiedenis ingegaan als
een geluksbelofte voor de gehele mensheid.
• Geluk was niet langer een metafysische hersenschim, een onwaarschijnlijk
doel dat gezocht moet worden in de verlossing: het is hier en nu, nu of
nooit.
6. • Overal raakten mensen overtuigd dat het een redelijk
verlangen was te zorgen voor het welzijn van allen op aarde.
Geloof in:
– de maakbaarheid van de mens
– Het vermogen om zichzelf te bevrijden van het ongeluk
– Zijn wil om iets nieuws, iets beter te creëren
• De mens, en alleen de mens is verantwoordelijk voor zijn
ongeluk en voor het verhelpen ervan
• Een nieuw begin der tijden dat het tranendal der aarde kan
transformeren in een rozentijd.
• Nieuw lichaamsbeeld: verzoenen met het lichaam. Niet langer
de vergankelijke walgelijke enveloppe van de ziel. Het was nu
een vriend, een trouwe metgezel die we moeten steunen en
verzorgen, d.m.v. hygiënische en medische procedures
7. Kortom
• De Westerse maatschappijen durfden verzet te plegen
tegenover hun eigen tradities door pijn en lijden te bestrijden en
door een verbetering van de wereld na te streven
• Dat was een daad van ongeziene durf: de Amerikaanse
Onafhankelijkheidsverklaring die ‘ leven, vrijheid en het
nastreven van geluk’ als mensenrechten formuleert.
• Het idee van vooruitgang verdringt die van de eeuwigheid en de
toekomst wordt de toevlucht van de hoop, de plaats waar de
mens moet verzoend worden met zichzelf.
8. De revolutie van de jaren zestig
• Geluk wordt uitgeroepen als een ‘recht’ door zowat alle
progressieve bewegingen gedurende de 19e en de 20e eeuw.
• Na de jaren 60 wordt geluk zowat een plicht
• Wat is er gebeurd in de tussentijd? Een dubbele revolutie:
– Kapitalisme is niet langer een productiesysteem gebaseerd op
sparen en werk maar is een consumptiesysteem geworden dat
uitgaven en verspilling veronderstelt. Een nieuwe strategie van
genot maakt van genot de motor van de ontwikkeling.
– Het westerse individu heeft zich bevrijd uit het keurslijf van de
collectiviteit en verwerft de volledige autonomie. Nu hij vrij
is, heeft hij niet langer de keuze: omdat de obstakels op de
weg naar Eden verdwenen zijn, is het veroordeeld om gelukkig
te zijn.
• Geluk is niet langer een recht maar wel een plicht.
9. Gevolg:
• geluk is een industrie: ben je eigen vriend, verwerf
zelfvertrouwen, denk positief, durf te leven in harmonie enz.
• Geluk is een nieuwe morele orde: waarbij de depressie zich
verspreidt als een opstand tegen het gebod ‘be happy’.
Hét voorbeeld: gezondheid
– liever gemedicaliseerd dan er onbezonnen op los te leven
– collectieve rituelen en genoegens worden omgezet in
angst, geëvalueerd in termen van hun nut en
schadelijkheid.
– Eten is niet langer onderverdeeld in lekker of niet maar
wel in gezond of ongezond
– Het belangrijkste is niet meer de tijd dat we leven maar de
levensduur
10. • Door te proberen om elke abnormaliteit, elke zwakte weg te werken
vergeten we de belangrijkste waarde van gezondheid: dat we vergeten
om er ons om te bekommeren. Gezondheid is als een dagelijkse
compagnon waarover we ons niet te veel moeten bekommeren.
• Alleen zieke mensen kunnen denken dat gezondheid een voorwaarde
is voor geluk. Maar voor wie niet ziek is, is gezondheid alleen maar een
feit en niets meer.
• Als we van gezondheid een equivalent maken van geluk dan zijn we
allemaal stervende zonder het te weten en moeten we ons
voortdurend bewust gemaakt worden van onze conditie. We hebben
immers allemaal wel iets van een te hoge bloeddruk, slechte
spijsvertering, neiging te verdikken, we zijn nooit dun genoeg, gespierd
genoeg, gebruind genoeg.
• Het therapeutisch ideaal is uitgegroeid tot een obsessie en wordt nog
nog verergerd door de voorspellende geneeskunde en de genetische
screening.
• Deze evolutie maakt van ons allemaal potentiële zieken en maakt van
het lichaam een plaats van voortdurende bedreiging.
• Jezelf laten gaan is synoniem van verval, het klaar zijn voor de
schroothoop. De vergelijking kan in dit geval gemaakt worden tussen
onze fitnessclubs en zijn machines en de middeleeuwse
martelinstrumenten, met dat verschil dat we nu vrijwillige slachtoffers
zijn.
11. • Gezondheid heeft zijn martelaren, pioniers en helden en
heiligen, maar in elk geval betalen we een prijs – zowel
psychologisch als financieel – in de vorm van
voordurende monitoring, controle en opvolging.
• De scheidingslijn tussen ziekte en gezondheid wordt
steeds dunner en we riskeren een samenleving te
bouwen vol hypochonders en dysfunctionele personen.
• Deze voortdurende controle en inspectie van ons lichaam
is een soort morele verlossing. Onze ‘professoren’ van
ons welzijn, zijnde psychologen, filosofen, coaches of
artsen zijn een soort van inquisiteurs die onze hoofdbron
van geluk wegnemen: de onthechting, de
onbekommerdheid van onze alledaagse problemen
12. Geluk als een potentiële straf
• ‘Be happy’: is niet onschuldig omdat er aan dit gebod geen
object verbonden is: hoe kunnen we weten of we gelukkig
zijn? Wie bepaalt de norm? Waarom zouden we gelukkig
moeten zijn? En wat zeggen we aan diegenen die niet
gelukkig kunnen zijn?
• twee gevolgen/paradoxen:
1. De maatschappij die het geluk verkondigt, sluit al het
negatieve uit. Hoe meer we het lijden proberen uit te
roeien hoe meer het toeneemt.
– Bijgevolg lijden we vandaag de dag omdat we niet willen lijden,
zoals iemand zich ziek kan maken door perfect gezond te willen
zijn. Ongeluk is de mislukking gelukkig te zijn.
– In de christelijke religie had lijden tenminste nog een betekenis:
door ons dichter bij god te brengen werd tenminste nog een
soort vooruitgang geboekt. In de geseculariseerde wereld is
lijden betekenisloos geworden.
13. 2. Zolang geluk een ‘geloofskwestie’ was, kon geluk onze
verbeelding tarten, bleef het uitzicht op het verlangen in
leven. Nu geluk onze enige horizon van onze democratische
samenleving geworden is, verbonden met werk, wil en
inspanning, is het per definitie een bron van angst.
– Onze hele religie van geluk is gedreven door de idee van
beheersbaarheid. Geluk is een kwestie van willen. Geluk is binnen je
bereik,je moet alleen een positieve ingesteldheid hebben, een
‘ethische discipline’ en dan zal je er vanzelf toe komen.
– De grootste fout als het op geluk aankomt is dat we denken dat het
zouden kunnen leren als een vak op school , dat we het kunnen
construeren als een huis, het kopen of het berekenen zoals we doen
met het BNG, Bruto Nationaal Geluk.
14. • Echt geluk is niet bezig met geluk
• In plaats van toe te geven dat geluk een kunst is die bereikt
wordt door indirecte doelen, wordt het voorgesteld alsof het
een onmiddellijk toegankelijk objectief is en dat de recepten
om dat te bereiken hapklaar zijn.
• We beheersen nog bezitten onze geneugten, of zoals Jacques
Prevert zei: ‘ ik herkende mijn geluk aan het lawaai dat het
maakte toen het mij verliet.’
• Geluk is iets dat je ‘tegenkomt’. Het ligt in onze macht om het
te verwelkomen maar niet om het te roepen zoals je een hond
roept.
• Het ergste dat er kan gebeuren is dat een mens zijn geluk
tegenkomt maar het niet herkent.
15. besluit
• Onze samenleving beschouwt vele zaken als
pathologisch wat andere culturen als normaal
bezien.
• De vraag is niet of wij meer of minder gelukkig
zijn dan onze voorouders: onze opvattingen
over geluk zijn veranderd.
• Maar wellicht zijn we de eerste samenleving
waarin mensen ongelukkig worden gemaakt
omdat ze niet gelukkig zijn.