2. Discussie
De prijs van topkunst ligt vaak veel te hoog. Net zoals
bij topsport worden er vaak stukken van mensen
betaald en dat is het nu toch echt niet waard. Totaal
overdreven, vind ik dat!
1. Bespreek met je gesprekspartner wat jij hiervan vindt.
Vind je dat normaal in deze moderne tijd of juist niet?
2. Zou je zelf veel geld geven aan kunst?
3. Rapporteer nadien wat je te weten bent gekomen aan
de hele klas.
3. Bezit
De-woorden
Is dat mijn telefoon of jouw telefoon?
Is dat die van mij of die van jou?
Is dat de mijne of de jouwe?
die + van + pronomen
de + possessief pronomen + -e
4. Bezit
Het-woorden
Is dat mijn t-shirt of jouw t-shirt?
Is dat dat van mij of dat van jou?
Is dat het mijne of het jouwe?
dat + van + pronomen
het + possessief pronomen + -e
5. Bezit
Overzicht
die/dat van mij de/het mijne
die/dat van jou/u de/het
jouwe/uwe
die/dat van hem/haar = de/het zijne/hare
die/dat van ons de/het onze
die/dat van jullie
die/dat van hen de/het hunne
Ook: die hond van hem klemtoon op hond
6. Oplossingen
1. Ik vond zijn doctoraatsverdediging briljant.
Ik vond die doctoraatsverdediging van hem briljant.
2. Je staat beeldig in je nieuwe jurk.
Je staat beeldig in die nieuwe jurk van jou.
3. Hoe heette mijn professor filosofie alweer?
Hoe heette die professor filosofie van mij alweer?
4. Onze hond is heel intelligent.
Die hond van ons is heel intelligent.
5. Sorry dat ik je dit zeg, maar je paard lijkt me nogal lui.
Sorry dat ik je dit zeg, maar dat paard van jou lijkt me
lui.
6. De politie heeft haar paspoort teruggevonden.
De politie heeft dat paspoort van haar teruggevonden.
7. Conjuncties van toegeving
1. Hoofdzin + bijzin
HOOFDZIN BIJZIN
SUBJECT VERBUM LINK SUBJEC REST VERBUM
T
Vera zit te lezen hoewel ze eigenlijk moet
studeren
Anton
2. Bijzin + slaapt ofschoo hij niet gewerkt
hoofdzin n heeft.
BIJZIN HOOFDZIN
LINK SUBJE RES VERBU VERBUM 1 SUBJECT VERBUM
CT T M 2
Hoewel ik moe ben, ga ik uit.
Ofschoo Jan bang is, gaat hij mee.
n
8. Oplossingen
1. Ik ben moe. Ik werk toch door.
Hoewel ik moe ben, werk ik toch door.
2. Roodkapje bleef niet op de weg. Haar moeder had
het gevraagd.
Hoewel haar moeder het gevraagd had, bleef ze
niet op de weg
3. Hij had beloofd geen koekjes te stelen. Hij nam ze
uit de doos.
Hoewel hij beloofd had geen koekjes te stelen,
nam hij ze uit de doos.
4. Darius heeft een hartziekte. Hij loopt in onze tuin.
Hoewel Darius een hartziekte heeft, loopt hij in
onze tuin.
9. Weet je het nog?
Definitie Nieuw woord
1. alle middelen om informatie te geven, zoals kranten, radio, televisie en internet de media
2. dit woord gebruik je om te zeggen dat iets niet zo belangrijk is of dat je twijfelt tja
3. met grote, vervelende gevolgen ernstig
4. in de tijd die ertussen ligt (synoniem: inmiddels) intussen
5. de opinie de mening
6. praten met iemand het hebben tegen iemand
7. artistiek leider van toneel-, radio- of tv-opvoeringen en filmopnamen de regisseur
10. Weet je het nog?
Definitie Nieuw woord
8. serieus ernstig
9. zeggen dat iets mag (synoniem: toestemming geven; goedkeuren) toestaan
10. die betekenis of die waarde hebben (synoniem: symboliseren) vertegenwoordigen
11. met dit woord druk je je teleurstelling over iets uit (synoniem: spijtig) jammer
12. de aandacht vasthoudend (synoniem: boeiend) boeiend
13. dit woord gebruik je als je wilt zeggen dat je iets jammer vindt helaas
14. een blad van een boek (synoniem: pagina) de bladzijde
11. Weet je het nog?
Definitie Nieuw woord
15. het scheppingsvermogen de creativiteit
16. de keer dat mensen de handen op elkaar slaan om te laten merken dat ze iets mooi of het applaus
goed vinden
17. jammer genoeg helaas
18. elk van de delen waarin een boek is verdeeld het hoofdstuk
19. iets willen bereiken streven naar iets
20. (formeel) ontvangen; aannemen aanvaarden
21. wachten op iets of tot iets gebeurt afwachten
12. Weet je het nog?
Definitie Nieuw woord
22. zorgen dat iemand of iets veilig is iemand beschermen
23. het beeld dat mensen hebben van iemand of iets (synoniem: het image) het imago
24. kunstzinnig creatief
25. zich niet verzetten (synoniem: accepteren) aanvaarden
26. ergens zijn voor andere mensen (synoniem: representeren) vertegenwoordigen
13. Beter gezegd
De franse politie heeft 3 persoonen gearesteerd.
Volgens het staatbestuur zijn de doeken veel waard.
Een vrouw is in beschuldiging gesteld.
De doeken zijn altijd nog niet terecht.
Volgens specialisten de doeken warden 100 miljoen euro.
Ze pleegt schuldigheid van diefstal.
Op 16 september de politie heeft een vrouw gearresteerd.
14. Beter gezegd
de Belgische chocolade
Mijn buurman beschuldigt me van diefstal.
De rechtbank heeft hem in beschuldiging gesteld van
moord.
Hij is schuldig aan diefstal.
Hij heeft eind mei een diefstal gepleegd.
Er zijn twee verdachten opgepakt in verband met een
diefstal.
De schilderijen zijn 100 miljoen euro waard.
De schilderijen hebben een waarde van 100 miljoen